Actuele verwachtingen waterstanden
Het water in de Nederlandse rivieren en delta is altijd in beweging. De hoeveelheid neerslag en smeltwater zorgen ervoor dat de waterstand in de rivieren stijgt of daalt en in de delta en langs de kust zijn het vooral stormen die de waterstanden bepalen. Op deze pagina met actuele verwachtingen schrijf ik iedere week onder de kop Water van de Week een prognose hoe de waterstanden zich op korte termijn ontwikkelen. Als de waterstanden in de rivieren sterk gaan stijgen en er zich een hoogwater ontwikkelt of als er een storm met hoogwater langs de kust op komst is, verschijnen de hoogwaterberichten met een hogere frequentie van eens in de 2 of 3 dagen. Naast de waterverwachtingen probeer ik ook iedere week een onderwerp wat verder uit te diepen in de rubriek Water Inzicht in het tweede deel van het wekelijkse waterbericht.
Rijn en Maas vrij hoog voor de tijd van het jaar
De afgelopen week verliep nat in de stroomgebieden en zowel Rijn als Maas kregen te maken met een eerste wat sterkere stijging van het najaar. Ook het begin van volgende week verloopt nog nat, maar de hoeveelheden zijn niet zo groot als de afgelopen week. De Maas daalt daarom weer wat en de Rijn, waar nog veel water onderweg is, blijft voorlopig op een voor de tijd van het jaar vrij hoog niveau. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek water in zicht een terugblik op de afgelopen 12 maanden die in Nederland uitzonderlijk nat verliepen en een neerslagoverschot opleverde zoals we niet eerder hebben meegemaakt.
Water van de week
Eerst nog wat regen in de stroomgebieden daarna enkele dagen droog, maar niet voor lang.
Vandaag verloopt droog, maar vanaf maandag volgen weer een paar natte dagen. Dit hangt samen met een lagedrukgebied dat vanaf Engeland over het noorden van Nederland naar Oost-Europa trekt. De dinsdag en woensdag verlopen ook nat. De meeste regen lijkt in de noordelijke helft van Nederland en Duitsland te gaan vallen en de invloed op Rijn en Maas is daarom niet zo heel groot. Alleen in de Alpen kan op woensdag en donderdag wel voldoende regen vallen om de Rijn aan het eind van de week wat extra water te brengen.
Op donderdag volg een rug van hogedruk waardoor het een paar dagen rustig en droog weer wordt in de stroomgebieden. Maar zoals zo vaak dit jaar zijn de hogedrukgebieden geen lang leven beschoren en al vanaf zaterdag is het zo ver naar het oosten weggetrokken dat een nieuw lagedrukgebied vanaf de oceaan invloed krijgt op het weer in onze omgeving.
Het ziet er naar uit dat dit lagedrukgebied een aantal dagen ten westen van Nederland komt te liggen waardoor met een zuidwestelijke wind neerslaggebieden in onze richting worden gevoerd. Vanaf zondag kan daarom opnieuw regen gaan vallen; het eerst in Nederland en in de loop van de week ook verderop in de stroomgebieden. In de dagen na het volgend weekend trekt dit lagedrukgebied langzaam naar het oosten en komen we in Nederland weer een wat koelere noordwestelijke stroming met waarschijnlijk nog steeds vrij veel neerslag. Een zachte nazomerperiode lijkt er voorlopig niet in te zitten.
Rijn blijft de hele week op een vrij hoog niveau boven de 9 m NAP.
Zoals vorige week al werd verwacht was het een natte week in het stroomgebied van Rijn. Vooral in de Middelgebergten en viel veel regen met lokaal meer dan 60 mm. De donderdag was de natste dag en dit zorgde in veel deels stroomgebieden van de Rijn voor het eerst dit najaar voor een flinke stijging. Dit water heeft ondertussen de Rijn bereikt en heeft daar een klein golfje opgeleverd dat sinds gisteren voor een duidelijke stijging bij Lobith heeft gezorgd tot boven de 9 m NAP.
De stijging zet nog even door en op dinsdag wordt in hoogste stand bereikt van ongeveer 9,5 m NAP. De afvoer bedraagt dan ongeveer 2400 m³/s en dat is flink wat meer dat het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar dat ongeveer 1600 m³/s bedraagt. Omdat er ook uit Zuid-Duitsland nog aardig wat water onderweg is en er op maandag en dinsdag nog wat water bij komt, door de neerslag in het noordelijk deel van het stroomgebied, blijft de waterstand tot het eind van de week rond de 9,4 m NAP schommelen.
Vanaf woensdag wordt het droog in het stroomgebied en vanaf het komend weekend kan de stand daarom weer wat gaan dalen tot onder de 9 m (NAP) in het begin van de week na het volgend weekend. Zoals het er nu naar uitziet duurt de droge periode niet zo heel erg lang en kan na het volgend weekend opnieuw regen gaan vallen in het stroomgebied. De kans is daarom groot dat de waterstand op langere termijn niet veruit zal zakken en waarschijnlijk weer tot boven de 9 m zou gaan stijgen.
Maasafvoer daalt de komende dagen weer tot ca 200 m³/s
Op woensdag en vooral donderdag viel veel regen in de Ardennen en dat leverde bij de Maas een eerste flinke stijging op van het najaar. De afvoer bij Maastricht steeg op vrijdag tot ongeveer 500 m³/s, wat ruim boven het langjarig gemiddelde is voor deze tijd van het jaar dat niet veel meer dan ongeveer 100 m³/s bedraagt. Maar dit soort korte pieken, als het even flink regent in het stroomgebied, zijn voor de Maas ook weer niet heel ongebruikelijk.
De afvoer is inmiddels alweer tot onder de 300 m³/s gezakt. Van maandag tot en met woensdag kan er opnieuw regen vallen in het stroomgebied, maar de hoeveelheden lijken lang niet zo groot te worden als de afgelopen week. Er valt waarschijnlijk niet genoeg om de Maas opnieuw te laten stijgen en het zorgt voor een stabilisatie van de afvoer rond 200 tot 250 m³/s in het midden van de week.
Donderdag wordt het een aantal dagen droog in het stroomgebied en kan de afvoer weer wat verder dalen tot rond of onder de 200 m³/s in het weekend. Vanaf zondag kunnen nieuwe regengebieden het stroomgebied bereiken, maar de eerste dagen lijkt de hoeveelheden nog beperkt en hoeven we nog geen nieuwe stijging te verwachten. In de week na het weekend kan dat weer veranderen als de kans op wat grotere neerslaghoeveelheden weer toeneemt.
Maar dit is nog vrij ver weg in de tijd en daarom kan de verwachting nog wel weer wijzigen. Een langere droge periode met dalende waterstanden lijkt er echter voorlopig niet in te zitten.
water inzicht
De 12 maanden vanaf oktober vorig jaar waren nog nooit zo nat, met een zeer groot neerslagoverschot
De september maand die nu bijna achter de rug is verloopt in vrijwel heel Nederland nat tot zeer nat. Vooral in de kustregio is erg veel regen gevallen op sommige plaatsen ruim meer dan 150 mm. Ook in het midden en Oosten van het land is het nat met vaak al meer dan 100 mm regen, terwijl gewoonlijk in september ongeveer 75 mm valt.
Per 1 oktober sluiten we ook het zomerseizoen af, dat op 1 april is begonnen. Dit is de periode dat er gemiddeld meer water verdampt in Nederland dan dat er als neerslag valt en dit is de tijd van het jaar dat zich doorgaans een neerslagtekort opbouwt en is er de grootste kans op droogte. De andere helft van het jaar, van oktober tot en met maart, is de periode dat er weinig water verdampt en dan is er juist sprake van een neerslagoverschot. In een gemiddeld jaar is dit overschot altijd groter dan het tekort maar in sommige droge zomers is het verschil maar klein en dit zijn ook de jaren dat bijvoorbeeld de grondwatervoorraad in Nederland sterk wordt aangesproken omdat er dan in de landbouw veel moest worden beregend.
Van 2017 tot en met 2022 hebben we een aantal jaren gehad dat er vaak sprake was van langdurige droogte en het zomerse tekort erg groot kon worden. Ik heb een analyse gemaakt van de periode vanaf vorig jaar oktober t/m dit jaar september die dus wat de neerslag betreft één winter- en één zomerhalfjaar beslaat. In de grafiek hieronder is van alle maanden sinds oktober 2023 de hoeveelheid neerslag weergegeven in lichtblauw en daarnaast in donkerblauw hoeveelheid die er gemiddeld in deze maanden valt.
Schermafbeelding 2024-09-29 om 13.59.45.png
We zien in deze grafiek dat veel maanden nat tot zeer nat zijn verlopen. Dat begon al vorig jaar oktober en november die beide zeer nat waren, waarna ook de winter nat verliep. Maart was ongeveer normaal maar april en mei waren uitzonderlijk nat, terwijl dit normaal vrij droge maanden zijn. De zomer verliep aanvankelijk ongeveer normaal, maar augustus werd eindelijk weer eens maand die aan de droge kant was. Lang duurde deze droge periode niet want september was weer erg nat.
In totaal viel er in de bilt 1350 mm regen wat 500 mm meer is dan in een gemiddeld jaar (zie de eerste kolom in de volgende tabel). Vooral in het zomerhalfjaar verdampt er ook veel water; in de Bilt gemiddeld ca 580 mm. De verdamping in het afgelopen jaar was ongeveer zo groot als een normaal jaar en het neerslagoverschot in de Bilt liep daardoor op tot bijna 750 mm, waar dat normaal ongeveer 275 mm is.
Schermafbeelding 2024-09-29 om 13.59.58.png
Gewoonlijk is de Bilt een van de nattere plaatsen van het jaar van het land, maar als we naar de drogere regio's kijken in het zuiden en oosten van het land dan blijkt dat ook daar het neerslagoverschot dit jaar erg groot was. Zo viel ook in Eindhoven en Twente meer dan 1300 mm neerslag en was de verdamping daar ongeveer normaal. Het neerslagoverschot in Eindhoven was daardoor 555 mm groter dan het langjarig gemiddelde. Deze drogere regio’s deden ook niet veel onder voor de Veluwe (waar het meetstation Deelen ligt) wat normaal een van de nattere delen van het land is.
Dergelijke neerslagoverschotten, gerekend over een heel jaar, zijn zeer uitzonderlijk voor Nederland en sinds het begin van de meetreeks hebben we dit nog nooit meegemaakt. In de volgende grafiek is voor de periode vanaf 1958 (sinds dat jaar wordt de verdamping in Nederland gemeten) van jaar tot jaar de hoeveelheid neerslag en de verdamping weergegeven; steeds voor de periode van 1 oktober tot en met 30 september. Het afgelopen jaar springt er duidelijk bovenuit met circa 250 mm meer neerslag dan het voorgaande record uit 2001. De verdamping van het afgelopen jaar was ongeveer gemiddeld.
Schermafbeelding 2024-09-29 om 12.40.07.png
In de grafiek is de trendlijn weergegeven voor zowel de neerslag als de verdamping. Deze laten zien dat het in Nederland gemiddeld genomen steeds natter wordt maar dat er ook steeds meer water verdampt. Beide zijn het gevolg van de klimaatverandering, de neerslag omdat warme lucht meer vocht kan bevatten en er daarom meer regen valt als het regent. Maar ook de verdamping neemt toe als gevolg van de steeds hogere temperaturen die in Nederland inmiddels ca. 2,5 graad hoger liggen dan circa 50 jaar geleden. En hoe warmer het is hoe meer water er verdampt.
In de laatste grafiek hieronder heb ik naast de neerslag het neerslagoverschot van jaar tot jaar weergegeven. Dit is dus de hoeveelheid water die overblijft als de verdamping van de neerslag is afgetrokken. Het afgelopen jaar was het overschot uitzonderlijk groot met bijna 750 mm. Het vorige record van ongeveer 600 mm uit 1965 en ‘66 werd daarmee zeer ruim verbroken.
Schermafbeelding 2024-09-29 om 12.40.52.png
Dit zeer uitzonderlijke jaar komt wel een beetje uit de lucht vallen want als we de afgelopen 20 jaar teruggaan in de meetreeks dan zijn er vooral jaren geweest dat het overschot kleiner was dan het langjarig gemiddelde. Gewoonlijk is een zo'n uitzonderlijk jaar niet meteen aan de klimaatverandering toe te schrijven, maar mogelijk is dat nu toch wel het geval.
Als we namelijk op zoek gaan naar een mogelijke verklaring, dan vinden we die zeer waarschijnlijk in de sterk opgewarmde Atlantische Oceaan. Sinds vorig jaar zomer is de zeewatertemperatuur hier veel hoger dan voorheen en een verdampt daarom meer water. Als de luchtstroming dan vanaf de Oceaan, naar het continent beweegt, dan levert dat grotere neerslaghoeveelheden op.
Vorig jaar werd de hoge zeewatertemperatuur nog (mede) verklaart uit de El niño die op dat moment in de Stille Oceaan optrad. Dit jaar echter is de El niño voorbij en de zeewatertemperatuur blijft zeer hoog; zodat toch het idee ontstaat dat we met een meer structurele verandering te maken hebben. Het zou daarom zomaar kunnen dat ook het komende winterhalfjaar weer erg nat gaat verlopen en dat zich opnieuw een zeer groot neerslagoverschot gaat opbouwen. De hoeveelheid vocht in de lucht boven de Atlantische Oceaan is namelijk nog steeds erg hoog, dus aan die voorwaarde is voldaan.
Nog een onzekere factor is de mate waarin zich een westelijke luchtcirculatie gaat ontwikkelen, want die is nodig om de vochtige lucht vanaf de oceaan naar het continent te voeren. Het zou kunnen dat hoge en lagedrukgebieden de komende maanden zodanig komen te liggen dat die westelijke circulatie zich niet zo goed kan ontwikkelen als in het afgelopen jaar. In dat geval zou de winter dan niet zo nat hoeven te gaan verlopen. De laatste week van de maand september en ook wat ons de komende week te wachten staat, laat echter zien dat de westelijke circulatie nog steeds vrij makkelijk tot ontwikkeling komt. We moeten er daarom rekening mee gaan houden dat de kans groot is dat ons wederom een natte winter te wachten staat.
Voldoende regen voor een stijging van de waterstanden
Na een droge week met dalende waterstanden slaat het weer vanaf maandag om en er kan voldoende regen vallen in de stroomgebieden om de waterstanden flink te laten stijgen. Van hoogwater is in deze tijd van het jaar nog geen sprake, maar wel stijgen de standen tot boven het langjarig gemiddelde. Na het weekend wordt het weer droger, maar waarschijnlijk te kort voor lage afvoeren. De rubriek Water Inzicht ontbreekt deze week.
Water van de week
Lagedrukgebieden komen dichtbij en brengen veel regen in de stroomgebieden
Een hogedrukgebied dat over Engeland en Nederland naar Scandinavië trok bepaalde de afgelopen week het weer. De wind kwam uit het (noord)oosten en dat betekent doorgaans dat het droog is. Na vandaag is het hogedrukgebied zover naar het oosten getrokken dat een lagedrukgebied dat vanaf de Atlantische Oceaan naar het zuiden van Engeland is getrokken, grip op ons weer.
Het weersysteem trekt ten noorden van ons langs en bijbehorende regenzones passeren op maandag en trekken op dinsdag verder de stroomgebieden in. Er wordt tot 20 mm regen verwacht, maar er zijn ook grote gebieden waar maar 5 mm valt, dus is de invloed op de rivieren nog gering.
Dat verandert vanaf woensdag als een nieuw lagedrukgebied over de Noordzee naar het oosten trekt, met op donderdag een aparte kern die over of vlak langs Nederland trekt. Dit zou bij ons de eerste herfststorm kunnen veroorzaken en in de stroomgebieden veel regen. Dan kan er 20 tot 50 mm regen vallen, het meest in de Ardennen, Midden-Duitsland, Oost-Frankrijk en de Alpen. Deze hoeveelheden zijn voldoende om Rijn en Maas flink te laten stijgen.
Ook aan het eind van de week blijft de invloed van de lagedrukgebieden nog groot en kan er nog meer regen vallen; maar niet meer zoveel als op donderdag. Vanaf zondag neemt een hogedrukgebied het weer even over. En dit beweegt in de dagen daarna naar Midden-Europa. Het houdt de regengebieden op afstand en er volgen een paar droge dagen. Waarschijnlijk gaat het maar om een korte droge periode en kunnen in de loop van de week na het volgend weekend lagedrukgebieden met regenval opnieuw het weerbeeld gaan bepalen.
Rijn daalt nog iets, tot net onder 8 m (NAP), vanaf 27/9 weer stijgend.
Van de extreme regenval in Oostenrijk kreeg de Rijn maar een klein beetje mee en dat water passeerde in de loop van de week. Samen met water dat uit Duitsland afkomstig was, zorgde het in het begin van de week voor een klein piekje van ca 8,7 m (NAP) en een afvoer van 1.750 m3/s.
In de rest van het stroomgebied werd het al snel droog en daarom daalde de waterstand de rest van de week, naar ca 8,2 m (NAP) op dit moment en de afvoer is nu net onder de 1500 m3/s uitgekomen. De komende dagen zet de daling nog even door, maar niet lang meer, want maandag gaat er al regen vallen in het stroomgebied en het eerste water daarvan komt woensdag en donderdag aan bij Lobith.
De stand is dan tot net onder de 8 m (NAP) gedaald en de afvoer tot circa 1.300 m3/s. Daarna volgt eerst een langzame stijging naar weer iets boven de 8 m (NAP) op zaterdag 28/9. Wanneer het water arriveert dat op donderdag in het stroomgebied is gevallen, versnelt de stijging naar ca 8,6 m (NAP) op zondag 29/9. Ook daarna zet de stijging nog door en op 1 of 2/10 wordt dan de 9 m (NAP) overschreden en kan de afvoer oplopen tot mogelijk 2.200 m3/s.
Veel verder zal de waterstand niet omhooggaan, want vanaf zondag wordt het in ieder geval een paar dagen droog en dat betekent dat vanaf dinsdag 2 of woensdag 3/10 de waterstand weer gaat dalen. He lang dart duurt is nu nog niet te zeggen.
Maas gaat stijgen vanaf dinsdag, misschien naar 400 m3/s
Ondanks de droge week is de afvoer van de Maas maar weinig gedaald. Aan het eind van de week bedroeg de afvoer bij Maastricht iets minder dan 100 m3/s en dat is ongeveer het langjarig gemiddelde. Vanaf maandag gaat er regen vallen in de Ardennen en dat kan vanaf dinsdag al een lichte stijging veroorzaken; maar de afvoer zal nog niet hoger dan tussen 125 en 150 m3/s uitkomen.
Donderdag wordt een spannende dag in het stroomgebied, want er kan dan 30 tot 50 mm regen vallen en dat is voldoende voor een flinke stijging. Een en ander hangt af van waar de neerslagzone precies komt te liggen. Als dat boven de Ardennen is, dan kan de afvoer in de loop van donderdag en daarna op vrijdag stijgen tot mogelijk 400 of 500 m3/s. Als de regen vooral buiten de Ardennen valt, blijft het bij 200 tot 250 m3/s.
Op vrijdag en zaterdag kan er ook nog wat regen vallen, maar geen grote hoeveelheden en dan gaan de afvoeren weer naar beneden. Ook het begin van de volgende week verloopt droog, zodat de afvoeren dan verder dalen naar tussen de ca 200 en 150 m3/s in het midden van de week, afhankelijk van hoe groot de stijging was aan het eind van deze week.
In de stroomgebieden van Rijn en Maas blijft het voorlopig droog
Terwijl veel rivieren die in Centraal-Europa ontspringen recordstanden te wachten staan, is er voor de Rijn en Maas niets bijzonders aan de hand. De Rijn krijgt nog wel een beetje water mee van de enorme regenval in Oostenrijk, maar de Maas ligt daar ver buiten. Er wacht ons een vrijwel droge week en de Maas zal de hele week dalen, de Rijn krijgt eerst nog het water uit Oostenrijk te verwerken, maar veel merken we daar niet van en op termijn volgt ook een verdere daling. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek water inzicht een eerste analyse van de apocalyptische situatie die zich op dit moment in Oostenrijk en de omringende landen afspeelt.
Water van de week
Eindelijk dit jaar een hogedrukgebied dat het weer in onze omgeving langer dan een paar dagen gaat bepalen.
Terwijl boven centraal Europa een lagedrukgebied voor enorme problemen zorgt, komt het westen en noorden van Europa de komende dagen onder invloed van een hogedrukgebied te liggen. Morgen, maandag, kan er in onze omgeving nog een beetje regen vallen, maar daarna gaat de luchtdruk flink stijgen en wordt het voor langere tijd droog.
Het hogedrukgebied trekt de komende dagen over Nederland naar Scandinavië, waardoor de wind naar het oosten ruimt en het ook flink warmer wordt. Dit hogedrukgebied bepaalt het weer bij ons en In de stroomgebieden tot en met het komend weekend. Ook het lagedrukgebied dat nu de regen veroorzaakt in Oostenrijk en omgeving zal vanaf morgen naar het oosten gaan trekken, zodat het eindelijk droog kan worden in het getroffen gebied.
Rond het komend weekend verschijnt er een nieuw lagedrukgebied ten westen van Portugal, dat mogelijk naar onze omgeving trekt En in het begin van de week na dat weekend (rond 23/9) voor regen kan gaan zorgen In de stroomgebieden. Hoeveel er dan valt, is nu nog niet te zeggen, want het is nog onzeker of het lagedrukgebied wel gaat ontstaan en welke koers het zou kunnen gaan volgen.
Voorlopig kunnen we ons opmaken voor een vrijwel droge week en hoeven pas na het volgend weekend voor het eerst weer op enige neerslag rekenen.
Rijn stijgt tot ca 8,7 m (NAP), daarna langzaam dalend
De week begon in het stroomgebied van de Rijn met een klein lagedrukgebied dat over Nederland naar Duitsland trok en vervolgens verder in zuidelijke richting. Het zorgde voor flinke regenval in Nederland en later in Midden Duitsland en wat vooral opviel was de overgang naar de veel koelere lucht die aan de achterkant van het lagedrukgebied naar het zuiden kon stromen. Het zou uiteindelijk deze koude lucht zijn die er mede de oorzaak van was dat er boven Italië later in de week een lagedrukgebied zou ontstaan dat daar nu voor zoveel regen zorgt.
De Rijn die al licht was gestegen zette in de afgelopen week zijn stijging voort en is nu bijna bij 8,5 m (NAP) uitgekomen en de afvoer bedraagt nu ca 1.650 m3/s, wat ongeveer normaal is voor deze tijd van het jaar. Er is nog een klein beetje extra water onderweg vanuit Midden- en Zuid Duitsland en daarom kan de Rijn t/m dinsdag nog wat verder stijgen tot ca 8,7 m (NAP en daarbij een afvoer van ca 1.750 m3/s.
Ondertussen is vanuit Zwitserland al wat extra water onderweg dat daar aan het begin van de enorme Centraal-Europese regenperiode is gevallen. Dit arriveert op woensdag bij Lobith, maar zorgt niet voor een verdere stijging, omdat de andere zijrivieren van de Rijn in Duitsland ondertussen zijn gaan dalen. Dat heft elkaar ongeveer op en daarom blijft de stand na dinsdag eerst nog even schommelen rond de 8,6 m (NAP). Als dit water voorbij is daalt de stand op vrijdag naar 8,5 en op zaterdag naar 8,3 m.
Morgen, maandag, valt er opnieuw regen in Zwitserland en dat zorgt daarna in de Boven-Rijn opnieuw voor een klein piekje, maar het is niet te vergelijken met wat er in de Donau gebeurt. Onderweg naar het noorden blijft er van dit extra water weinig meer over, want ondertussen zijn alle zijrivieren nog wat sneller gaan dalen. Als het op zaterdag aankomt bij Lobith zorgt het hooguit voor een vertraging in de daling en de stand blijft in het weekend daarom nog even schommelen rond de 8,25 m (NAP).
Na het volgend weekend zet de daling dan weer wat sneller door en waarschijnlijk komt rond 24 of 25/9 ook de 8 m (NAP) bij Lobith weer in zicht. Of de daling daarna nog verder doorzet hangt af van de mogelijke neerslag die na het komend weekend wordt verwacht. Tot nu toe kwamen dergelijke verwachtingen trouwens vrij goed uit ,dus is de kans groot dat er geen heel lange verdere daling gaat volgen, maar dat de stand in de laatste week van september weer wat zal gaan stijgen. Volgende week is daar meer over te zeggen.
Maas zakt deze week weer onder de 100 m3/s
De buiigheid aan het begin van de week leverde de Maas voldoende water op voor een afvoer tussen de 150 en 200 m3/s, maar toen het vanuit dinsdag grotendeels droog bleef ging de afvoer weer omlaag. Inmiddels is het een paar dagen droog en is de afvoer al weer tot bij ca 125 m3/s gezakt.
De komende week blijft het zo goed als droog en de Maas zal daarom de hele week verder dalen. Omdat de verdamping in deze tijd van het jaar niet zo heel erg groot meer is, is de daalsnelheid in september ook niet zo groot meer. In de loop van de week verwacht ik dat de afvoer onder de 100 m3/s zakt en rond het volgend weekend tot ca 75 m3/s zal zijn gezakt.
Na het volgend weekend ziet het er naar uit dat er weer regen kan gaan vallen als een lagedrukgebied over Frankrijk dichterbij komt. Dit is nu echter nog erg onzeker dus moeten we tot volgende week afwachten voor we daar meer zekerheid over hebben.
Water inzicht
Zolang als er neerslagmetingen zijn, viel er nog nooit zoveel regen in Centraal Europa.
Vorig weekend al tekende zich in de weermodellen boven een uitzonderlijke weersituatie af. De combinatie van de instroom van koele lucht vanuit de poolstreken tot over Centraal-Europa en een lagedrukgebied boven Noord-Italië dat tegelijkertijd warme vochtige lucht vanuit de Middellandse Zee naar het noorden zou voeren, was het recept voor een heel bijzondere weersituatie. Al snel werd duidelijk dat vooral Oostenrijk en Tsjechië in het epicentrum zouden komen te liggen waar de beide luchtsoorten elkaar zouden tegenkomen.
In het begin van de week gaven de weermodellen al aan dat het 3 tot 4 dagen zou kunnen blijven regenen en dat de mogelijk tot 400 mm neerslag zou gaan vallen. Het is indrukwekkend hoe goed de weermodellen dit toen al In de gaten hadden. Nu wil dat nog niet alles zeggen want soms verandert een prognose ook nog wel eens gedurende de dagen die volgen maar in dit geval werd al snel duidelijk dat het wel eens zou kunnen gaan kloppen.
Dat is af te leiden uit het feit dat de prognose vanaf maandag dag na dag ongeveer hetzelfde bleef en dat vanaf 72 en 48 uur van tevoren ook de meer fijnmazige modellen dezelfde verwachting af gingen geven. We zien nu al beelden van ondergelopen steden en dorpen en bruggen die wegspoelen, maar de totale omvang van de catastrofe is nog niet duidelijk. Want tot en met maandag wordt nog meer regen verwacht en uiteindelijk zijn er plaatsen maar tot 500 of 600 mm regen kan vallen.
Ter vergelijking bij de grote neerslag event van juli 2021 die Limburg zo zwaar trof viel er 150 in Nederland en 200 mm in de Ardennen. Ook al valt er nu in Oostenrijk veel meer regen dan eerder in België en Duitsland, de weersituatie van 2021 en die van dit jaar lijken veel op elkaar. Er is sprake van een klein lagedrukgebied dat ongeveer op dezelfde plek blijft liggen en al die tijd een luchtstroming in gang zet waarbij warme vochtige lucht vanaf een nabijgelegen zee naar het betreffende gebied wordt getransporteerd.
In 2021 was het lagedrukgebied afkomstig van de Golf van Biskaje en het bewoog toen uiterst langzaam over Frankrijk naar Duitsland en voerde oa vanaf de toen erg warme Oostzee vochtige en warme lucht tegen de noordkant aan van de Ardennen, de Eifel en het Sauerland. Het regende daar ongeveer 30 uur met een intensiteit die varieerde van zo'n 5 tot 10 mm per uur.
Het lagedrukgebied dat nu de regenbom boven centraal Europa veroorzaakt, is ontstaan boven de Middellandse Zee en daarna heel langzaam ten zuiden van Oostenrijk langs richting Hongarije getrokken. Al dagenlang voert het warme lucht vanuit het zuiden aan naar Centraal-Europa. Daar stuit deze lucht op de koele lucht vanuit het noorden en op het grensvlak gaat het vervolgens langdurig regenen. Ook nu is de intensiteit veelal niet hoger dan zo’n 10 mm per uur, maar het regent er wel veel langer dan in 2021 in de Ardennen. Daarbij moet de lucht ook nog tegen gebergten opstijgen, waardoor er nog meer regen uit kan vallen.
Het is eigenlijk geen verrassing dat deze neerslagevent dit jaar plaats vindt. De zomer rondom de Middellandse Zee was erg heet en de zeewatertemperatuur is er hoger opgelopen dan ooit eerder gemeten. Het was wachten op een lagedrukgebied zoals het huidige om de warme vochtige lucht in beweging te brengen. Dergelijke lagedrukgebieden zijn niet bijzonder in het najaar en In Italië zijn ze er altijd al op beducht; want deze weersystemen veroorzaken daar vaker wateroverlast.
Wat de situatie nu bijzonder maakt is dat het lagedrukgebied zo langzaam beweegt en dat is het gevolg van de luchtstroming hogerop In de atmosfeer die op dit moment erg traag is. Gewoonlijk is de stroming op grotere hoogte sneller en dergelijke lagedrukgebieden worden daar dan in meegevoerd, zodat ze niet al te lang op dezelfde plek blijven liggen. De tragere luchtstroming op grote hoogte is mogelijk ook een effect van klimaatverandering.
Deze zwakkere luchtstroming in de zomer zorgt nu voor een opstapeling van effecten waarbij lagedrukgebieden langer op dezelfde plek blijven liggen en met het extra vocht dat vanuit de warmere zeeën aan de lucht is toegevoegd, veel meer regen brengen dan in het verleden. De weerkaart hieronder laat de luchtdrukverdeling zien van twee dagen geleden toen Boris, zoals het lagedrukgebied wordt genoemd, boven de Adriatische Zee lag.
Schermafbeelding 2024-09-15 om 15.08.14.png
Een van de kenmerken van deze lagedrukgebieden is dat ze niet echt opvallen op de weerkaart, want de luchtdruk in de kern bedraagt vaak niet minder dan 1010 hPa. Terwijl de bij ons in de winter bekende lagedrukgebieden zoals die over de Atlantische Oceaan trekken veel verder uit kunnen diepen met een luchtdruk die soms terugloopt tot 950 hPa. Maar ook al zijn de kleine lagedrukgebieden niet zo diep, ze zijn sterk genoeg om in luchtstroming in gang te zetten die dagenlang voort kan duren.
In de volgende figuur heb ik de kaarten met neerslaghoeveelheden van de weerstations in Centraal-Europa afgebeeld vanaf 12 september. Ze geven steeds de hoeveelheid aan van de voorgaande 12 uur. Het kaartje linksboven geeft de omtrek van het gebied aan dat is afgebeeld. Het is goed te zien dat de neerslag zich vooral concentreert boven Oostenrijk en Tsjechië en het zuiden van Polen. Misschien valt het op dat er in Hongarije geen neerslag is gevallen maar dit land geeft helaas geen data door die voor deze neerslagkaarten kunnen worden gebruikt, maar ook daar is vooral in het westen veel regen gevallen.
Neerslag midden Europa.jpg
In volgende figuur heb ik de gebieden maar gedurende 12 uur meer dan 10 mm neerslag viel over elkaar heen gelegd. De lichtblauwe zone is het gebied waar het tot 12 uur heeft geregend en vervolgens loopt het op tot het centrale deel van Oostenrijk waar het vanaf 12 september tot zondagochtend al meer dan 72 uur heeft geregend. Dit zegt weinig over de hoeveelheden die in totaal zijn gevallen, maar kaarten met de neerslagtotalen voor het hele gebied heb ik nog niet kunnen vinden. Inmiddels is er wel bekend dat in delen van Oostenrijk en Tsjechië die binnen het paarse gebied vallen lokaal al meer dan 400 mm is gevallen.
Regen op landen.jpg
Het is op dit moment nog steeds niet droog en voor de komende 24 tot 36 uur wordt nogmaals 50 tot misschien wel 100 mm regen verwacht. De kaart hieronder is de neerslagverwachting voor zondag en maandag in het gebied en we zien dat het al zo zwaar getroffen gebied in Oostenrijk en Tsjechië nogmaals een flinke hoeveelheid regen kan verwachten. Pas vanaf dinsdag wordt het hier droog.
Verwachte Neerslag midden Europa.jpg
Uit het hele gebied komen al berichten van beken en rivieren die buiten hun oevers zijn getreden en de verwachting is dat er uitzonderlijk veel schade zal zijn aan huizen en infrastructuur. Het is vooral spannend wat er met de vele stuwmeren gaat gebeuren die er in deze regio liggen, want die zijn zelden berekend op zo grote hoeveelheden water. Het is dan ook niet uit te sluiten dat wat er nog gaat vallen te veel zal zijn en dat nog meer dammen het begeeft.
De grootste overlast vinden we nu nog in de kleinere deelstroomgebieden die het water vanuit de gebergten naar de grote rivieren voeren. Vergelijk het met de Vesdre in België en de Ahr in Duitsland in 2021, waar toen op uitgebreide schaal enorme, soms verwoestende overstromingen waren. Dit water verzamelt zich de komende dagen in de grote rivieren die vanuit dit gebied naar het noorden en oosten stromen.
In de volgende kaart heb ik het neerslaggebied afgebeeld op de stroomgebieden die centraal Europa afwateren. Aan de noordkant zijn dat de Elbe, Oder en Wisła, die het water naar de Noordzee- en Oostzee voeren en in het zuiden de Donau die vanuit Duitsland, Oostenrijk en Hongarije naar de Zwarte Zee stroomt. Ook de Rijn pikt helemaal aan de linkerkant van het stroomgebied een paar m3/s mee, maar die hoeveelheden zijn niet te vergelijken met wat de Donau en de Elbe te verwerken krijgen.
Regen op stroomgebieden.jpg
Het is nu nog niet duidelijk tot hoe hoog de Elbe en de Donau zullen stijgen. Het regengebied beslaat namelijk maar een deel van de stroomgebieden van deze rivieren en in de rest van het stroomgebied is veelal maar heel weinig regen gevallen. Het ziet er nu naar uit dat in Dresden, waar de Elbe doorheen stroomt, de recordstanden van augustus 2002 niet wordt geëvenaard. De weersituatie toen leek veel op die van nu, met ook een traag trekkend lagedrukgebied. Toen werd echter een groter deel van het stroomgebied geraakt door de regenval.
De Donau nabij Wenen heeft vanavond de op een na hoogste afvoer bereikt sinds het begin van de metingen. Om de hoogste afvoer ooit gemeten (juni 2013) te bereiken, moet er nog ca 10% extra water bij komen. Met de regen die nog in aantocht is, is het niet onwaarschijnlijk dat dit niveau bereikt wordt. Vooral ook omdat het vanaf nu weer warmer wordt en de sneeuw die de afgelopen dagen boven ca 1.200 m is gevallen tegelijk met de regen gaat smelten. Het wordt nog erg spannend de komende 1 tot 2 dagen in het rampgebied.
Nat begin van de week en stijgende waterstanden, later droger
Het wordt een natte week met in Nederland 20 tot 30 mm regen, in de Belgische Ardennen tot 40 mm, de Duitse middelgebergten tot 60 mm en de Alpen zelfs tot 100 mm. Het wordt ook aanmerkelijk koeler met hogerop in de Alpen de eerste sneeuw van het winterseizoen. Er valt voldoende water om de rivieren te laten stijgen, maar voorlopig geen grote stijgingen. In het water bericht leest u die details.
Deze week ontbreekt de rubriek water in zicht.
Water van de week
Koele lucht verdrijft de warmte en rondom de grens veel regen.
Bijna heel Europa bevindt zich nu nog in de warme lucht die vanuit een zuidelijke richting over het continent wordt aangevoerd. Een klein lagedrukgebied dat de afgelopen dagen vanaf de Golf van Biskaje naar Engeland is getrokken, houdt deze stroming in stand. Het lagedrukgebied beweegt de komende dagen via Nederland naar Duitsland waardoor de stroming boven Nederland vanaf dinsdag naar het noordwesten gaat en er veel koelere lucht wordt aangevoerd.
Het lagedrukgebied beweegt dan verder richting de Alpen waardoor daar een bijzondere weersituatie gaat ontstaan. Rond het lagedrukgebied draait de lucht tegen de wijzers van de klok in, waardoor aan de oostkant warme lucht vanaf de Middellandse Zee wordt aangevoerd, terwijl aan de andere kant de koele lucht vanuit het noorden toestroomt.
Dit is een recept voor zeer veel neerslag, De weermodellen verwachten boven Oostenrijk en Noord-Italië hoeveelheden tot 300 mm en ook in Zwitserland en het zuiden van Duitsland kan zeer veel regen vallen; tot ca 150 mm. Het meeste water lijkt wel aan het stroomgebied van de Rijn voorbij te gaan en het zijn vooral de Donau en Noord-Italiaanse rivieren die de hoofdmoot te verwerken krijgen. Mogelijk levert dat zelfs flinke hoogwaters op die rivieren.
In de Rijn en helemaal in de Maas is erg geen kans op een wat grotere stijging van de waterstanden. Voor de ontwikkelingen in de Maas en de Rijn is in eerste instantie de hoeveelheid regen van belang die in de stroomgebieden valt als het lagedrukgebied vanaf maandag over Duitsland naar het zuiden trekt. Dat lijken geen uitzonderlijke hoeveelheden te worden en het zal in de loop van de week voor een bescheiden stijging zorgen van de rivieren.
Vanaf woensdag tot en met vrijdag kan dan zeer veel regen gaan vallen in de Alpen en het is vooral vanuit het oosten van Zwitserland dat de Rijn nog aardig wat water kan ontvangen. Maar het meeste daarvan zal eerst in de Bodensee worden opgeslagen en het zal daarom zeker geen hoogwater opleveren in de Rijn. Ondertussen is de rest van Noordwest-Europa in de koele noordwestelijke stroming terecht gekomen en daar zullen buien gaan vallen, maar die zullen geen grote hoeveelheden water brengen.
De instroom van koele lucht is mede zo sterk omdat zich op de Atlantische Oceaan een hogedrukgebied tot ver naar het noorden uitstrekt. Dit hogedrukgebied vormt later in de week een uitloper tot over onze omgeving, waardoor de luchtstroming boven de stroomgebieden weer uit het oosten gaat komen. Na het weekend wordt het daarom weer wat warmer en waarschijnlijk is het dan ook een paar dagen droog.
Hoe lang die weersituatie aanhoudt is nu nog niet te zeggen. Wat we wel weten is dat de hogedrukgebieden in onze omgeving het dit jaar nooit heel lang hebben uitgehouden, dus als wee daarop afgaan, zal ook deze droge periode niet heel lang duren.
Rijn stijgt naar 8,5 m (NAP), na volgend weekend mogelijk 9 m.
De afgelopen week bevond het stroomgebied van de Rijn zich in warme lucht. Maar wel onstabiele lucht en daardoor konden er soms forse regenbuien ontstaan. Dat was vorige week al wel voorzien maar ik had toen niet verwacht dat er voldoende regen zou vallen om de toen nog dalende waterstand in de Rijn alweer om te laten slaan in een stijging van enkele decimeters. Inmiddels is de stand weer tot boven de 8 m (NAP) gestegen.
De afvoer kwam niet lager dan 1250 m3/s; wat voorlopig ook de laagste afvoer tot nu toe van dit jaar is. De komende 2 tot 3 weken is de kans klein dat Rijn daar nog weer onder gaat zakken, want er is nog wel enige tijd voldoende water onderweg voor een hogere stand.
Vandaag stijgt de stand nog iets tot ongeveer 8,2 m (NAP) op maandag waarna er een lichte daling volgt tot iets boven de 8 m op donderdag. De dagen daarna komt het water aan van de regen die vanaf morgen in Duitsland gaat vallen en de stand bij Lobith kan dan stijgen naar ongeveer 8,5 m (NAP) in het volgend weekend; de afvoer daarbij bedraagt ongeveer 1600 m3/s.
Na volgend weekend kan de waterstand dan nog iets verder stijgen als het water uit de Alpen arriveert dat daar vanaf 13 september gaat vallen. Hoeveel de stand dan stijgt hangt van een aantal zaken af: ten eerste hoeveel regen er valt, ten tweede waar het in Zwitserland valt en welk deel daarvan in de Bodensee en andere Zwitserse meren wordt opgeslagen en als derde wat ondertussen de andere rivieren in Duitsland doen. Als die namelijk weer vrij snel dalen dan heft dat ongeveer de stijging op van het water dat uit Zwitserland onderweg is.
Zoals het er nu naar uitziet kan de stand bij Lobith in de week na het volgend weekend nog wat verder tot boven de 8,5 m (NAP) uitstijgen; misschien tot 9 m. Wat overeenkomt met een afvoer van ongeveer 1900 m3/s. Dat de waterstand nu weer wat omhooggaat wil nog niet zeggen dat de Rijn zijn laagste niveau van dit jaar heeft bereikt. Vorig jaar was er begin september ook een stijging, toen tot zelfs ruim boven de 9 m, maar daalde de Rijn later in de maand, na een paar weken droog, weer alsnog tot iets boven de 7 m halverwege oktober.
Maas kan later in de week stijgen naar circa 250 m3/s
Aan het begin van de week was de afvoer bij Maastricht tot ongeveer 75 m3/s. gezakt. Het buiige weer van de afgelopen dagen bracht ook in het stroomgebied van de Maas voldoende regen voor een stijging: eerst op 4 september tot ongeveer 100 m3/s en vandaag tot ongeveer 200 m3/s. Dit water is vooral afkomstig uit het zuiden van de Ardennen waar op vrijdag veel regen viel. Vanaf daar doet het water er altijd wat langer over dan als de regen aan de noordkant valt.
De 200 m3/s is een gemiddelde, want ondertussen waren er vanwege het stuwbeheer in Wallonië ook grote schommelingen in de hoeveelheid water die daar werd doorgelaten. Bij Maastricht liep de afvoer daardoor tot zelfs boven de 500 m3/s op, om daarna in een paar uur tijd weer te dalen naar slechts 30 m3/s. Het zal een soort van achtbaan zijn geweest voor mensen die op de Grensmaas aan het kanoën waren, want deze afvoerschommelingen zorgen daar voor wisselingen in de waterstand van tot wel 2 m.
Vandaag blijft het droog in het stroomgebied en daarom gaat de afvoer morgen weer wat naar beneden. Maandag kan er in de Ardennen wel wat regen vallen maar waarschijnlijk onvoldoende om de afvoer opnieuw te laten stijgen. De dinsdag verloopt ook droog waardoor de afvoer daarna weer tot tussen 100 en 150 m3/s kan dalen.
Woensdag wordt de natste dag van de week en tegen de noordkant van de Ardennen kan dan zo'n 20 tot 25 mm regen vallen. Dat is voldoende voor weer een stijging van de Maas en de kans is groot dat dan opnieuw de 200 m3/s wordt bereikt en misschien wel 300 m3/s.
Het blijft nog even afwachten want het soort lagedrukgebied dat de komende dagen over Duitsland naar het zuiden trekt is wel berucht om zijn grote hoeveelheid regen die eruit kan vallen. Het lijkt zelfs wel wat op het lagedrukgebied dat in juli 2021 voor extreem veel regen zorgde in Midden Duitsland; er viel toen 150-200 mm). Dat zal nu niet gebeuren want de herkomst van de lucht in het lagedrukgebied is nu anders en minder vochtig dan in 2021. De neerslagverwachtingen zijn met 25 mm in de Ardennen en 30-40 mm in Duitse Middelgebergten daarom flink kleiner dan toen.
Pas als het lagedrukgebied bij de Alpen aankomt en er lucht vanuit de Middellandse Zee wordt aangevoerd, kan er wel zo'n explosieve situatie ontstaan, waar extreem veel regen uit kan vallen met waarschijnlijk ook veel overlast. Maar ook dat is nog niet helemaal zeker want van dergelijke lagedrukgebieden blijft het een paar dagen van tevoren lastig te voorspellen wat de koers zal zijn. Dat bleek ook al afgelopen week al toen het lagedrukgebied nog bij Biskaje lag en de neerslagverwachting voor de komende dagen steeds weer veranderde. We zullen daarom ook deze week van dag tot dag moeten kijken hoe de neerslagmodellen de situatie inschatten.
Vanaf woensdag tot in het weekend kunnen er in het stroomgebied van de Maas nog wel buien vallen. Maar de neerslaghoeveelheden in deze koelere lucht zullen niet meer zo groot zijn. Ik verwacht daarom dat na het klein piekje op woensdag en donderdag de Maasafvoer later in de week weer zal gaan dalen.
Flinke buien verwacht en later in de week licht stijgende waterstanden
Na de droge week die we achter de rug hebben, staat ons nu meer nattigheid te wachten. Deze week daalden de waterstanden naar de laagste waarden tot nu toe dit jaar, maar vooral in het stroomgebied van de Rijn kan in de eerste helft van de week voldoende regen vallen om de stand aan het eind van de week te laten stijgen. Ook bij de Maas blijft het niet droog, maar blijven de hoeveelheden waarschijnlijk kleiner.
In de rubriek Water Inzicht een terugblik op augustus, waarin de waterstanden gestaag daalden, maar tot nu toe nog niet tot ver onder het gemiddelde voor deze tijd van het jaar
water van de week
lagedrukgebied zorgt voor opleving van de buien
West-Europa bevindt zich tussen twee grote hogedrukgebieden: een bij de Azoren en een boven het noorden van Scandinavië. Daar tussenin geklemd ligt een gebied met lage druk. Het Scandinavische hogedrukgebied heeft de afgelopen week voor overwegend droog weer gezorgd In de stroomgebieden. De komende dagen trekt het verder van ons weg naar het oosten.
Tegelijkertijd breidt het Azoren-hogedrukgebied zich uit in de richting van Ierland en komt ook het gebied met lage druk in beweging. Dit trekt over onze omgeving naar het oosten en zorgt voor een opleving in de buiigheid vooral op maandag en dinsdag. Woensdag ligt de zone met de meeste buien boven Duitsland en dan kan daar ook nog aardig wat regen vallen.
Vanaf donderdag krijgt het hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan steeds meer grip op het weer in de stroomgebieden en volgen een paar droge dagen. Nog onduidelijk is tot hoever zuidelijk die invloed van het hoog reikt en mogelijk blijven in de Alpen wel buien vallen. Vanaf zondag ziet het er nu naar uit dat het hogedrukgebied zich naar het westen terugtrekt, waardoor de kans op regen in de stroomgebieden weer toeneemt.
Samengevat wordt het een nattere week dan de afgelopen week. Toen bleef het zo goed als droog op één flink regengebied na dat in de omgeving van Luxemburg op vrijdag veel regen bracht. De komende week gaan vrijwel overal buien vallen, met in het stroomgebied van de Maas zo’n 10 tot 20 mm regen en bij de Rijn lokaal tot 50 mm. Een deel van de regen gaat vallen als buien en omdat de treksnelheid gering is, kan er lokaal nog veel meer regen vallen.
Rijn daalt naar ongeveer 7,6 m NAP op 5/9; daarna een lichte stijging.
Door het droge weer van de laatste tijd daalde de Rijn de afgelopen week flink en kwam voor het eerst dit jaar onder de 8 m NAP uit. De afvoer daalde van circa 1.650 m³/s naar minder dan 1.300 op dit moment en daarmee komt de Rijn voor het eerst in de buurt van de lagere afvoeren.
Het eerste water van de regen die dinsdag en woensdag in het stroomgebied gaat vallen, hoeven we pas aan het eind van de week te verwachten en daarom zet de daling nog even door. De komende dagen daalt de stand eerst nog met zo'n 10 cm per dag, vanaf woensdag afnemend naar 5 cm. Aan het eind van de week verwacht ik een waterstand van ongeveer 7,6 m NAP bij een afvoer van 1.150 m³/s.
Het is nog onduidelijk hoeveel regen er precies gaat vallen de weermodellen laat de iedere dag weer een ander beeld zien. Als ik uit ga van in wat voorzichtige schatting van de hoeveelheden dan zou de Rijn vanaf het komende weekend weer langzaam moeten gaan stijgen naar ongeveer 8 m rond 10/9; de afvoer bedraagt dan weer ca 1.350 m³/s.
De weersituatie met kleine lagedrukgebieden en langzaam bewegende buien kan echter ook voor veel meer neerslag zorgen en daarom is een wat verdere stijging ook nog mogelijk; maar ik verwacht niet dat de 8,5 m (NAP) voorlopig bereikt wordt.
Tegelijkertijd zou het ook nog wel wat droger kunnen uitpakken en in dat geval blijft de stijging mogelijk helemaal uit. Een verdere daling verwacht ik voorlopig niet. Ook op de langere termijn lijkt er geen lange droge periode aan te komen en een verdere daling naar bijvoorbeeld 1000 m³/s (en een stand van 7,3 m) rond half september lijkt er voorlopig niet in te zitten.
Maasafvoer voorlopig tussen de 75 en 100 m³ per seconde; na buien mogelijk even wat hoger.
De Maas daalde de afgelopen week bij Maastricht naar een afvoer van ongeveer 75 m³/s. Dat is wat onder het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar, die circa 100 m³ per seconde bedraagt. Wat vooral opviel bij de Maasafvoer zijn de enorme dagelijkse schommelingen, met pieken tot meer dan 200 m³/s en dalen waarbij er enige tijd helemaal geen water wordt aangevoerd.
Het is een bekend verschijnsel dat er bijna altijd is, maar vooral bij de lagere afvoeren het meest opvalt. Het is het gevolg van het beheer van de stuwen in Wallonië die hun water onregelmatig doorgeven. In andere gestuwde rivieren zoals de Moezel en de Main in Duitsland zie je ook schommelingen, maar zo extreem als in de Maas zijn ze nergens.
Vrijdag viel aan de zuidkant van de Ardennen uit een regengebied een een niet zo groot gebied flink wat regen. Maar er viel voldoende voor een kleine opleving van de Maas naar ca 100 m³/s op dit moment. Sindsdien is het weer droog en dus gaat de afvoer vanaf nu weer omlaag naar ongeveer 75 m³/s op maandag.
Op maandag al neemt boven de Ardennen de kans op buien flink toe en de huidige verwachting is dat er zo'n 5 tot 10 mm lokaal misschien 20 mm regen kan gaan vallen. Dat is net voldoende om de Maas een klein beetje extra water te geven en de afvoer kan dan op dinsdag weer naar ongeveer 100 m³/s stijgen bij Maastricht. Maar het is nog onduidelijk hoe de regenbuien precies gaan uitpakken en het is ook nog mogelijk dat er veel meer regen valt en de afvoer boven de 100 m³/s kan gaan stijgen; maar het zou ook nog zo goed als droog kunnen blijven.
Zoals het er nu naar uitziet lijkt dinsdag een vrijwel droge dag te worden in het stroomgebied van de Maas maar woensdag zou er opnieuw aardig wat regen kunnen vallen. Als we dat uitkomt dan kan op donderdag de afvoer bij Maastricht weer stijgen en mochten de buien fors uitpakken, dan is een korte stijging mogelijk tot tussen 150 en 200 m³/s. Maar mochten de meeste buien vooral buiten de Ardennen tot ontwikkeling komen, dan blijft een stijging misschien wel helemaal uit.
Vanaf donderdag blijft het een paar dagen droog en kan de afvoer weer dalen naar circa 5 m³/s. Wat er in en na het weekend gaat gebeuren is nu nog onduidelijk. Voorlopig ziet het er naar uit dat mocht er regen gaan vallen, dat meer boven Centraal-Europa zal zijn; waar de Maas dan niet van profiteert.
water inzicht
Terugblik op augustus 2024
Augustus was in het stroomgebied van de Rijn een vrij droge maand, maar omdat het begin van de zomer erg nat was verlopen en er tot laat in het voorjaar veel sneeuw was gevallen in de Alpen, had de Rijn nog een flinke buffer. De gemiddelde afvoer kwam daarom met iets minder dan 1800 m³/s ongeveer uit op het langjarig gemiddelde voor augustus.
De afgelopen jaren verliep augustus in het stroomgebied vaak erg droog waardoor de afvoer soms erg ver daalde; zoals in 2022 toen de gemiddelde afvoer het laagste niveau ooit eerder voor augustus bereikte; met iets minder dan 800 m³/s. Ook augustus 2018 had een heel lage afvoer met 915 m³/s gemiddeld.
augustus.jpg
In de grafiek hierboven is van alle augustusmaanden sinds het begin van de metingen in 1901 de gemiddelde afvoer weergegeven. De 5 jaren met de hoogste een laagste afvoer zijn gemarkeerd en hier zien we 2018 en 2022 als extreme maanden aan het eind van de meetreeks.
Een mogelijke oorzaak voor vaker lage afvoeren in deze tijd van het jaar is het eerder smelten van de sneeuw in de Alpen in de voorzomer, waardoor er later in de zomer minder smeltwater is en de kans op lage afvoeren in de nazomer toeneemt. De trendlijn voor de gemiddelde afvoer van augustus daalt dan ook het sterkst van alle maanden en ook het dertigjarig gemiddelde (rode lijn) is vooral vanaf de jaren '80 flink gaan dalen.
Dat dit nog niet tot nieuwe laagterecords heeft geleid bij de Rijn, heeft te maken met het feit dat de de laagste afvoeren bij deze rivier meestal pas tussen september en november vallen en de trend van deze maanden is anders dan die van augustus. Zo is het 30-jarig gemiddelde voor augustus in de afgelopen decennia met ca 250 m³/s gedaald, van ca 1.950 m³/s in de 80-er jaren van de vorige eeuw naar ca 1.700 m³/s op dit moment. Tegelijkertijd is het gemiddelde van september gedaald van 1.700 naar 1.600 m³/s; een afname van slechts 100 m³/s. Het maandgemiddelde van augustus kruipt dus steeds meer naar dat van september toe.
Hoe dit verder gaat met augustus hangt van de gevolgen van de klimaatverandering af. De sneeuw zal nog wat eerder gaan smelten, maar er is ook een kans dat er m eer buien gaan vallen in de Alpen in de zomer. Een klein lichtpuntje misschien is dat het dertigjarige gemiddelde de afgelopen 10 tot 15 jaar niet veel verder is gedaald; de grootste daling vond vooral plaats aan het begin van de 21e eeuw. Maar dat kan ook een korte onderbreking zijn om over enkele jaren opnieuw verder te gaan dalen.
De gemiddelde afvoer van de Maas was deze augustus met circa 130 m³/s aan de hoge kant; het langjarig gemiddelde bedraagt namelijk 110 mm³/s. Dit is de afvoer bij Monsin, juist voor het Albertkanaal zijn water aftapt. De hoeveelheid die daar naar Vlaanderen stroomt, bedraagt circa 20 m³/s; bij Maastricht kwam dus ongeveer 110 m³/s aan. De wat hoge afvoer had de Maas vooral te danken en een paar uitschieters in de dagen nadat er flinke buien waren gevallen in de Ardennen.
Augustus Maas.png
Net als bij de Rijn is er bij de Maas sprake van een dalende trend in de afvoeren in augustus. Het kan bij de Maas niet met het smeltseizoen te maken hebben, want de Maas ontvangt geen water uit de Alpen. Mogelijk speelt wel de toegenomen verdamping een rol, waardoor in de zomer minder water de rivier bereikt. Maar dat heeft weer niet tot het vaker optreden van extreem lage afvoeren geleid zoals de grafiek laat zien. want die zijn al bijna 50 jaar niet meer voorgekomen.
Vorige week liet ik zien dat het beheer van de Sambre er bij lage afvoeren voor heeft gezorgd dat de Maas extra water ontvangt. Dit effect zal vooral in de maand augustus, met vaak lage afvoeren, bij de Maas merkbaar zijn en verklaart mogelijk het ontbreken van heel lage afvoeren na 1980.
Mogelijk heeft de dalende trendlijn ook niet te maken met het vaker optreden van lage afvoeren, maar met het minder vaak optreden van hoge. De 8 hoogste afvoeren zijn allemaal van meer dan 50 jaar geleden. De gemiddelde augustusafvoer is dus wat gelijkmatiger geworden en zowel de extremen naar onder als boven zijn er minder.
Als we wat meer inzoomen op zijn laatste decennia jaar dan zien we dat het 30 jaar gemiddelde maar weinig is veranderd. Vanaf 1985 is het eerst wat gedaald, daarna weer wat gestegen om daarna vrijwel stabiel te blijven, op een korte daling na vanwege de lage afvoeren tussen 2017 en 2020 en in 2022. De laatste 2 jaren tillen hem nu weer wat op. Al met al lijkt er geen duidelijk signaal te zijn dat de afvoeren in deze maand steeds lager worden.