Actuele verwachtingen waterstanden
Het water in de Nederlandse rivieren en delta is altijd in beweging. De hoeveelheid neerslag en smeltwater zorgen ervoor dat de waterstand in de rivieren stijgt of daalt en in de delta en langs de kust zijn het vooral stormen die de waterstanden bepalen. Op deze pagina met actuele verwachtingen schrijf ik iedere week onder de kop Water van de Week een prognose hoe de waterstanden zich op korte termijn ontwikkelen. Als de waterstanden in de rivieren sterk gaan stijgen en er zich een hoogwater ontwikkelt of als er een storm met hoogwater langs de kust op komst is, verschijnen de hoogwaterberichten met een hogere frequentie van eens in de 2 of 3 dagen. Naast de waterverwachtingen probeer ik ook iedere week een onderwerp wat verder uit te diepen in de rubriek Water Inzicht in het tweede deel van het wekelijkse waterbericht.
Geen druppel regen komende week en dalende waterstanden
Het is meer dan een jaar geleden dat de weermodellen een geheel droge week in het vooruitzicht in het vooruitzicht stelden; en misschien worden het er zelfs wel twee. Het weerpatroon is heel anders dan enkele maanden terug en hogedrukgebieden zijn voorlopig aan zet. De rivieren zullen daarom voorlopig dalen, al gaat dat niet zo heel snel in deze tijd van het jaar. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht een analyse van de overstromingen in en om Valencia; waar kwam het water vandaan en hoe kon het zo mis gaan.
water van de week
Hogedrukgebieden bepalen voorlopig het weer
De weerkaarten van dit moment laten een standvastig groot hogedrukgebied zien boven Centraal Europa. Dat is een heel ander beeld dan de afgelopen maanden, toen er wel soms hogedrukgebieden over onze regio lagen, maar deze zich steeds weer snel naar het oosten verplaatsten en er lagedrukgebieden voor in de plaats kwamen.
Sinds een paar weken is dat patroon veranderd en is de hoge druk dominanter geworden boven onze omgeving en vinden we de lagedrukgebieden ten noorden en ten zuiden van ons. De noordelijke lagedrukgebieden zijn verbonden met de straalstroom die over het noorden van de Atlantische Oceaan loopt en neerslagzones meevoert die boven Scandinavië veel regen brengen.
Ook ten zuiden van het hogedrukgebied, boven de Middellandse Zee vinden we lagedrukgebieden, maar dit zijn solitaire weersystemen die niet met de straalstroom verbonden zijn en vaak dagenlang op ongeveer dezelfde plaats blijven liggen. In de rubriek Water Inzicht hierover meer.
De kern van het grote hogedrukgebied waar e te maken hebben, beweegt soms wel wat naar het oosten, maar voordat lagedrukgebieden vanaf de Oceaan dichterbij kunnen komen, dient zich telkens weer een nieuw hogedrukgebied aan dat vanaf de omgeving van de Azoren het Europese hogedrukgebied weer komt versterken.
De komende 10 dagen lijkt daar geen verandering in te komen en dat betekent dat het in de stroomgebieden van de rivieren al die tijd droog blijft. Tegen het einde van de verwachtingstermijn is het hogedrukgebied nog steeds krachtig aanwezig, dus daarmee is de kans groot dat het droge weer ook in de periode tot 14 dagen vooruit nog voortduurt.
Rijn daalt tot onder de 8 m (NAP).
Vanwege het droge weer is de Rijn de hele week gedaald en sinds een week geleden is de stand ongeveer 50 cm gedaald tot iets onder de 8,5 m op dit moment. De afvoer bedraagt nog ca 1.575 m3/s wat al iets onder het langjarig gemiddelde is voor deze tijd van het jaar. De komende week zet deze lijn zich door, want er is geen regen in het verschiet. Van dag tot dag daalt de stand met zo'n 10 cm en de afvoer met ca 50 m3/s.
Aan het eind van de weke verwacht ik dat de 8 m zal worden onderschreden, waarna de daling wat vertraagt tot zo'n 5 cm per dag. Aan het begin van de volgende week verwacht ik een stand van ca 7,8 m (NAP). De afvoer is dan tot ca 1.300 m3/s gedaald en komt daarmee in de buurt van de laagste afvoer (1.245 m3/s) die tot nu toe dit jaar werd bereikt. De kans is groot dat de Rijnrond medio november tot onder deze waarde zakt, want het droge weer weet voorlopig van geen ophouden.
Het is niet uitzonderlijk dat in november de laagste stand wordt bereikt, maar het is wel bijzonder dat dat gebeurt nadat in oktober de stand juist vrij hoog was. Voorlopig du dalende standen; we zullen tot volgende week moeten wachten voor een mogelijk zicht op een verandering.
Maas daalt naar ca 100 m3/s
Ook de Maas is aan een gestage daling bezig vanwege het aanhoudende droge weer. De afgelopen week daalde de afvoer van iets boven de 200 m3/s naar ca 150 m3/s op dit moment. Dat is al wat minder dan gewoonlijk in deze tijd van het jaar en het is wel bijzonder dat de Maas, die 3 weken terug nog een uitzonderlijke hoge stand bereikte voor de tijd van het jaar, nu al weer zover gedaald is.
Die daling zet voorlopig nog door en dagelijks daalt de afvoer met zo'n 5 tot 10 m3/s. dat zijn gemiddelden, want over de dag zijn er altijd forse schommelingen als gevolg van het stuwbeheer in Wallonië. Aan het eind van de week verwacht ik dat de afvoer rond 125 m3/s zal zijn uitgekomen en, omdat het droge weer nog lang aanhoudt, zal in de loop van de week na komend weekend ook de 100 m3/s in zicht komen. Een weersomslag naar natter weer is voorlopig niet in beeld.
water inzicht
De Middellandse Zee wordt steeds warmer en de neerslagextremen nemen toe
Al een paar weken komen in de landen rondom de Middellandse Zee extreme weersituaties voor met zeer veel regen. Afgelopen week was het prijs in Spanje, maar in de week ervoor viel veel regen in Zuid-Frankrijk, Italië, Kroatië en Slovenië. En terwijl nu alle ogen gericht zijn op Spanje is een ander weersysteem actief boven het oosten van de Middellandse Zee dat in Cyprus en Israël voor veel regen heeft gezorgd.
Het type lagedrukgebieden dat dit weer met veel regen veroorzaakt is van alle tijden. Ze vallen op de weerkaart niet meteen op omdat de luchtdrukverschillen, anders dan de bij ons bekende lagedrukgebieden, niet heel groot zijn. Maar wel groot genoeg om een luchtstroom op gang te brengen die tegen de wijzers van de klok in langzaam om het weersysteem heen draait.
Een ander kenmerk van deze lagedrukgebieden is dat ze ver van de straalstroom af liggen. Deze wind op ca 10 km hoogte is belangrijkrijk om ze de lagedrukgebieden als geheel meevoert. Ver van de straalstroom af is deze luchtstroming op hoogte erg traag en daardoor blijven de lagedrukgebieden lang op ongeveer dezelfde plaats liggen. Zo kan het gebeuren dat ze dagenlang nauwelijks van hun plaats komen en de luchtstroming aan het aardoppervlak al die tijd niet verandert.
De afgelopen dagen lag zo'n lagedrukgebied in het zeegebied tussen Spanje en Algerije en dit leverde aan het oppervlak een zuidelijke luchtstroming op die warme lucht vanaf Noord-Afrika over de Middellandse Zee in de richting de de Spaanse kust stuurde. Boven het nog zeer warme zeewater (3 graden warmer dan gewoonlijk in deze tijd van het jaar) kon de lucht erg veel vocht opnemen, wat vervolgens, waar de lucht het land bereikte, zeer veel regen opleverde.
De neerslagintensiteit was zeer groot en werd nog versterkt doordat de lucht boven het binnenland tegen de daar aanwezige heuvels en bergen moest opstijgen. De intensiteit liep lokaal op tot meer dan 100 mm in een uur en dat dan 3 uur lang. Een meetstation net ten westen van Valencia mat zelfs bijna 180 mm in één uur. Dat is net zoveel als er in Nederland in 2,5 maand valt.
In de kaart hierna is eerst een hoogtekaart weergegeven van het gebied ten westen van Valencia met daarin de stroomgebieden van enkele rivieren die bij deze stad in zee uitmonden. De grijze gebieden liggen boven de 1000 m boven de zeespiegel en de hoogste delen daarbinnen rijzen op tot bijna 1500 m. In het centrum van Valencia mondt een vrij grote rivier uit, de Turia, die 280 kilometer lang is, met een stroomgebied van ca 6.300 km2, wat circa 20% is van het stroomgebied van de Maas.
stroomgebieden rondom Valencia.jpg
Met name de Turia werd de afgelopen dagen ook in de Nederlandse media genoemd omdat deze rivier een jaar of 50 geleden was verlegd vanuit het centrum naar de zuidelijke rand van de stad. Dit zou de stad hebben behoed voor een nieuwe overstroming, want in het centrum ven Valencia vielen de problemen mee. De satellietfoto hieronder van 31 oktober laat ook zien dat het modderige water van de Turia zich in de bedding bevindt en het centrum van de stad, aan de bovenkant op de foto, niet heeft bereikt.
Dit klinkt als een succes voor dit staaltje watermanagement, maar het is de vraag of dit helemaal klopt. De afvoer van de Turia was namelijk niet uitzonderlijk hoog de afgelopen dagen. Zij kwam tot ca 2.000 m3/s wat zondemeer hoog is voor een niet zo heel groot stroomgebied, maar de nieuwe bedding is hier op berekend en het waterpeil bleef er ruim onder de kruin van de er naast gelegen oeverzones.
IMG_4102.jpg
Dat de afvoer meeviel had ook te maken met twee stuwmeren (ver) bovenstrooms van de stad. Gewoonlijk versterken stuwmeren de wateroverlast benedenstrooms omdat ze water veel sneller doorgeven dan wanneer ter plaatse een gewoon riviertraject had gelegen. Een hoogwatergolf dempt er dan niet uit, maar blijft even hoog. In de situatie van de Turia hadden de meren wel een positief effect op de situatie omdat ze zijn aangelegd om water voor irrigatie vast te houden en deze bassins waren, zo net na de droge zomer, ver leeg gelopen. Daardoor kon een groot deel van het water vanuit het verder bovenstrooms gelegen deel van het stroomgebied worden ingevangen en werd de hoogwaterpiek in Valencia er flink door verlaagd.
Wat opvalt in het satellietbeeld is dat er ten zuiden van de nieuwe bedding van de Turia wel grote overstromingen zichtbaar zijn. Hier ligt het stroomgebied van een andere, veel kleinere rivier, de Barco Poyo, die slechts ca 50 km lang is en een stroomgebied heeft van ca 400 km2. Daar net zuidelijk van ligt ook nog de Rio Magre, die iets groter is. De omvang is ongeveer te vergelijken met het stroomgebied van de Geul in Limburg. Het waren deze twee rivieren die voor de meeste problemen hebben gezorgd. Zij liggen namelijk in het gebied waar de meeste regen is gevallen en daarbij liggen ze ook nog eens in een gebied dat zo is ingericht dat het nog maar weinig water vast kan houden.
In de kaart hieronder zijn de neerslaghoeveelheden aangegeven van 29 oktober, de dag met de grootste regenval, waarna in de avond en nacht van 29 op 30 oktober zich de ramp voltrok in Valencia en omgeving. In het herkomstgebied van de Poyo en Magre viel lokaal meer dan 400 mm binnen 24 uur en een meetstation in de stad Turis, middenin de donkere vlek, kwam zelfs tot meer dan 600 mm, waarvan 2/3 deel in 3 uur tijd. Bij zo'n hoge intensiteit heeft het grootste deel van het water geen tijd om in de bodem te kunnen dringen en gaat het oppervlakkig afstromen.
Neerslag rondom valencia.jpg
In het hellende gebied zorgt dat al snel voor problemen omdat het water snel naar het laagste punt stroomt en dit daar tot een optelsom leidt van grote watermassa's. Omdat het een kort riviertraject is kwam dit water ook nog eens binnen enkele uren in de buitenwijken van Valencia aan, waar de bedding van de rivier veel te klein was om het water door te kunnen voeren. Op de site van de meteorologische dienst van Valencia (Avamet) kwam ik tegen dat de afvoer binnen twee uur tot 2.300 m3/s was gestegen.
Ter vergelijking de Geul in Nederland had tijdens de wateroverlast van juli 2021 een afvoer van 75 tot 100 m3/s en een afvoer van 2.300 m3/s zou zelfs in de Maas nog een flink hoogwater hebben opgeleverd. Het kon dan ook niet anders of deze hoeveelheid water leidde in Valencia tot een enorme overstroming van vrijwel alle buitenwijken. In hoeverre de nieuw aangelegde loop van de Turia hierbij nog een rol heeft gespeeld kan ik niet overzien. Op de foto lijkt het er namelijk op dat de verhoogde oever langs deze nieuwe bedding het water van de Poyo tegenhoudt, zodat het niet goed weg kon stromen vanuit de wijken die daar liggen.
In de volgende kaart is ingezoomd op het stroomgebied van de Poyo. Van rechts naar links zien we eerste de Middellandse Zee, dan de woonwijken van Valencia en vervolgens een gebied met een mix van akkerland en boomgaarden en daartussen enkele industriegebieden. Land dat niet benut wordt voor wonen of agrarisch gebruik komt in dit gebied vrijwel niet voor. De groene gebieden in het midden van de foto zijn geen bos, maar zijn sinaasappelboomgaarden. Helemaal links liggen de uitlopers van het gebergte.
Stroomgebied Poio.jpg
De nummers op de kaart verwijzen naar de foto's hierna die een indruk geven van het stroomgebied. De eerste foto is van de uitlopers van het gebergte. Hier vinden we een min of meer natuurlijke begroeiing, maar omdat in het verleden veel bos is gekapt en er lang intensief is begraasd met schapen en geiten, is er ook veel open bodem. De bodem is er erg dun en er kan nauwelijks water in opgenomen worden, omdat de rotsige bodem vrijwel aan het oppervlak ligt.
De tweede foto laat de boomgaarden in het gebied zien; er staan hier olijven, amandelen en er staan ook druiven. Wat vooral opvalt is dat er veel open bodem zichtbaar is tussen de bomen. De foto (nr 6) rechtsonder laat zien hoe het er hier vanaf de grond uitziet. De bodems tussen de bomen worden er bewust open gehouden zodat er geen ongewenste planten gaan groeien. Dergelijke open bodems kunnen maar weinig water vasthouden en als het water er eenmaal aan het oppervlakte staat, stroomt het ook nog eens makkelijk weg via de ploegvoren die hier als greppels fungeren.
Het bruine water in de stad is voor een groot deel uit dit gebied afkomstig omdat met het stromende water ook nog eens veel fijne bodemdeeltjes zijn afgevoerd. De bodemstructuur is daardoor nog verder verslechterd, zodat de bodem in de toekomst nog minder water kan vasthouden.
landgebruik.jpg
Ieder bedrijfsgebouw en nieuwe woning levert een extra stukje versteend oppervlak op en de wegen naar deze wijken fungeren tijdens een regenbui in het licht hellende gebied ook nog eens als beeklopen die het water snel naar benedenstrooms voeren. Het totale oppervlak bebouwd gebied kan in dit soort stroomgebieden nabij de stad oplopen tot 20%. Dat lijkt niet veel, maar het is wel het gedeelte waarvan vrijwel al het regenwater direct tot afstroom komt. De bijdrage aan de wateroverlast is vanuit dit gebied dan ook relatief het grootst.
Dit laatste foto, linksonder, laat tenslotte de sinaasappelboomgaarden zien. Deze bomen hebben, als ze volgroeid zijn, een flinke kruin en die zal aardig wat water invangen, maar bij dergelijke neerslaghoeveelheden is dat effect ook weer niet zo heel groot. Daarbij wordt ook in deze boomgaarden de bodem vaak kaal gehouden door er te ploegen of te frezen. Middenin de foto is een smalle donkere streep te zien; dit is de beekbedding in dit gebied. Deze heeft vaak nog wel een natuurlijke begroeiing, met riet en struweel, maar de ruimte die deze natuurlijke lopen nog hebben is minimaal en hun bijdrage aan het afremmen van de waterstroom is dan ook nog maar heel klein.
De foto's laten zien dat in het stroomgebied zoals het nu is ingericht maar heel weinig plaatsen zijn waar regenwater kan infiltreren en daarom zal een heel groot deel tot afstroom komen en dan benedenstrooms voor een ramp zorgen. Het landgebruik is de optelsom van vele vaak kleine maatregelen en vrijwel alle hebben er aan bijgedragen dat het water sneller tot afstroom komt.
Maatregelen die de waterstroom vertragen zijn in de afgelopen decennia niet of nauwelijks genomen. Samen met de steeds intensievere neerslagperioden, die vanwege de opgewarmde Middellandse zee steeds vaker optreden, levert dit een combinatie op die tot steeds grotere problemen kan leiden. En omdat de klimaatverandering voorlopig nog wel even doorgaat, kunnen we ons opmaken voor nog heel wat van dergelijke rampen.
Droog in de stroomgebieden en dalende waterstanden
De komende week kunnen de uiteinden van neerslaggebieden soms nog net Nederland bereiken, maar verder naar het zuiden in de stroomgebieden blijft het droog. De waterverwachting is daarom vrij eenvoudig: voorlopig dalen de waterstanden van de rivieren. Ook op wat langere termijn wordt geen regen verwacht dus zou de daling nog wel eens lang kunnen aanhouden. In het waterbericht leest u de details.
De rubriek Water Inzicht ontbreekt deze week.
water van de week
Regengebieden blijven op grote afstand.
De eerste twee weken van oktober waren de lagedrukgebieden aan zet en viel er veel regen in de stroomgebieden, met hoge afvoeren voor de tijd van het jaar in de Rijn en de Maas. Sinds vorige week bepalen hogedrukgebieden meer en meer het weer en veil er nog maar mondjesmaat wat regen. Bij gebrek aan water zijn de rivieren dan ook flink gaan dalen.
Vorige week werd nog verwacht dat er op vrijdag en zaterdag wel weer regengebieden over konden trekken, waarna een hogedrukgebied het weer over zou nemen. Uit ervaring weet ik dat de kans in zo'n situatie groot is dat er van de regenval weinig overblijft. Het nieuwe hogedrukgebied dat vanaf de oceaan nadert maakt dan een verbinding met het eerdere hogedrukgebied boven Centraal Europa en de regenzone heeft dan geen kans meer om er nog tussen te kruipen.
Van de regen is dus weinig terechtgekomen en het nieuwe hogedrukgebied dat vanaf de oceaan op onze omgeving afkoerst, bepaalt voorlopig het weer. Regenzones blijven op grote afstand ten noorden van ons en brengen vooral in Noorwegen veel regen (en hogerop sneeuw). Aan het eind van de week is dit nieuwe hogedrukgebied ook weer naar het oosten weggetrokken, maar ook dan ligt er al weer een nieuw exemplaar klaar boven de oceaan dat onze kant op beweegt.
Rond het weekend ligt het in de buurt en mogelijk dat er voordat het zover is nog wat regen kan vallen, maar net als vorige week acht ik de kans klein. Ook dit hogedrukgebied trekt waarschijnlijk naar het oosten weg, maar volgens de laatste verwachtingen zou de kern van dit gebied wel eens dicht in de buurt kunnen blijven liggen zodat het ook na het komend weekend nog een flink aantal dagen droog blijft.
Rijn daalt de hele week, op weg naar 8 m NAP
De Rijn is na het kleine piekje van bijna 11,5 meter al 2,5 m gezakt en passeert vannacht of morgen de 9 m NAP. De afvoer is sinds de piek al bijna gehalveerd en zakt vannacht onder de 2.000 m3/s. Dat is nog steeds aan de ruime kant voor deze tijd van het jaar, want het langjarig gemiddelde bedraagt ca 1.650 m3/s. De komende dagen zakt de Rijn voldoende om daar onder te komen.
De eerste dagen is de daling nog beperkt door wat extra water dat vanuit Zuid-Duitsland afkomstig is en nu Lobith bereikt. Tot donderdag zakt de stand met zo'n 5 tot 10 cm per dag tot ca 8,8 m (NAP) en een afvoer van 1.775 m3/s. Daarna gaat de daling een aantal dagen wat sneller met zo'n 20 cm per dag, later 10 cm per dag. Op vrijdag 1/11 wordt de 8,5 m al gepasseerd en op zondag 3/11 verwacht ik een stand van 8,25 m (NAP) bij een afvoer van onder de 1.500 m3/s.
Ook na het weekend zet de daling nog door en zeer waarschijnlijk wordt in het midden van die week, rond 6/11 de 8 m (NAP) bereikt. De afvoer bedraagt zou dan nog maar 1.350 m3/s bedragen, wat dan vrij laag is voor de tijd van het jaar. Maar zeker niet uitzonderlijk, want begin november is de afvoer ook al wel eens tot 700 m3/s gezakt.
Hoe lang de daling aanhoudt is nu nog niet te zeggen, want het einde van het droge weer is nog niet in zicht. Zolang de hogedrukgebieden elkaar op blijven volgen kan het nog wel even duren voordat regengebieden de stroomgebieden weer weten te bereiken. Volgende week is hier misschien wat meer over te zeggen.
Maas daalt de hele week, naar ca 150 m3/s
In het stroomgebied van de Maas viel de afgelopen week al bijna geen regen en de afvoer daalde de hele week. Ook al valt er helemaal geen regen, toch gaat de daling in deze tijd van het jaar niet meer zo snel. De verdamping is nu geheel tot stilstand gekomen en planten gebruiken ook geen water meer. Het water in de bodem kan daarom langzaam uitzakken en via de beken de Maas bereiken.
Ook was er de afgelopen week nog steeds aardig wat water onderweg vanuit Noord-Frankrijk waar twee weken terug zeer veel regen viel, wat nog lang water na leverde. Op dit moment bedraagt de afvoer nog gemiddeld over de dag zo'n 250 m3/s, wat ca 100 m3/s meer is dan het langjarig gemiddelde. De komende dagen beweegt de Maasafvoer daar langzaam naar toe, nu er voorlopig geen regen gaat vallen en de bovengenoemde bronnen langzamerhand uitgeput raken.
In de loop van de komende week verwacht ik dat de 200 m3/s wordt bereikt en in de loop van de week na het komend weekend de 150 m3/s. Of de daling ook daarna nog doorzet hangt af van hoe standvastig de hogedrukgebieden in november blijven. Volgende week daarover meer.
Niet veel regen in de stroomgebieden en dalende waterstanden
De eerste hoogwatergolven van het seizoen zijn weer achter de rug en de rivieren zijn de hele week gedaald. De komende week wordt niet veel regen verwacht in de stroomgebieden en zet de daling door tot aan het eind van de week de voor de tijd van het jaar gemiddelde afvoeren en standen worden bereikt. Ook op langere termijn worden geen grote hoeveelheden regen verwacht; dus nieuwe hoogwaters zijn voorlopig niet op komst. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht een analyse van de hoogwatergolf die vorige week door de Maas stroomde. Het was een soort van flitsgolf, die razendsnel opkwam doordat in vrijwel heel het stroomgebied tegelijkertijd veel regen viel.
water van de week
Lagedrukgebieden proberen het wel, maar hoge druk heeft de overhand
Nederland en de stroomgebieden van Rijn en Maas bevinden zich tussen een sterk uitgediept lagedrukgebied ten noordwesten van Schotland en een omvangrijk hogedrukgebied boven Oost-Europa. Het hogedrukgebied heeft ons enkele dagen vrijwel droog weer gebracht, maar dat gaat veranderen als neerslaggebieden van het lagedrukgebied vanaf zondagnacht onze omgeving bereiken.
Als één van deze neerslaggebieden op maandag over Nederland en België naar het Oosten trekt, vertraagt het; waardoor het vooral in het zuiden van het land langdurig kan regenen. Er kan dan meer dan 20 mm vallen. De grootste kans hierop lijkt het zuidwesten van Nederland en het westen van België te hebben, maar het regengebied zou ook wat oostelijker kunnen komen te liggen. In dat laatste geval krijgt ook het stroomgebied van de Maas ermee te maken.
Op dinsdag trekt het neerslaggebied verder naar het oosten, maar het is dan zo ver verzwakt dat het in het stroomgebied van de Rijn weinig regen meer brengt. Tot en met vrijdag krijgen we te maken met een hogedrukgebied dat voor enkele dagen droog en vrij zacht weer zorgt in de stroomgebieden.
Aan het eind van de week nadert dan vanaf de Atlantische Oceaan een nieuw lagedrukgebied dat ten noorden van ons land naar Scandinavië trekt. Vanaf vrijdag trekken regenzones van dit lagedrukgebied over de stroomgebieden en zoals het er nu naar uitziet kan dat zo’n 10 tot 20 mm regen gaan brengen; in de middelgebergten en de Alpen nog wat meer. Enkele dagen later herstelt het hogedrukgebied zich alweer en breekt opnieuw een wat langere drogere periode aan. Al met al de komende tijd wel zo nu en dan wat regen maar geen hoeveelheden die veel invloed zullen hebben op de rivieren.
Rijn daalt de hele week naar circa 9 m (NAP)
Vorig weekend bereikte de Rijn het eerste piekje van het winterseizoen met een afvoer van bijna 4000 m3/s en een waterstand van 11,4 m (NAP). Gedurende de week viel er weinig regen en daarom daalde de afvoer weer flink naar iets onder de 10 m (NAP) op dit moment en een afvoer van circa 2750 m3/s.
Enkele dagen terug viel in het zuiden van Frankrijk extreem veel neerslag en in de media waar beelden te zien van wegen die als beken waren gaan fungeren en rivieren die ver buiten hun oevers waren getreden. De regen werd veroorzaakt door een lagedrukgebied boven het westen van de Middellandse Zee dat, met een zuidelijke stroming, regengebieden tegen de zuidkant van het Centraal massief aan stuurde.
De Middellandse Zee is nog zeer warm voor de tijd van het jaar en de lucht boven het wateroppervlak kan daarom zeer veel vocht opnemen. Verreweg de meeste regen viel in de stroomgebieden aan de zuidkant van het Centraal Massief, die afwateren op de Middellandse Zee. Maar de zuidelijke stroming was sterk genoeg om ook aan de noordkant wat neerslag te brengen.
Op vrijdag bereikte een kleinere regenzone het zuiden van de Ardennen en Luxemburg en dit bracht er voldoende regen om de Moezel (en ook de Maas) wat extra water te brengen. Dit Moezelwater komt morgen bij Lobith aan en zorgt daarvoor een bescheiden stijging van enkele decimeters, zodat de waterstand op dinsdag weer net boven de 10 m uitstijgt.
Omdat er tot komende vrijdag in het stroomgebied weinig regen wordt verwacht, gaat de waterstand vanaf dinsdag flink dalen. Op donderdag 24/10 verwacht ik dat de 9,5 m (NAP) wordt onderschreden en in het komend weekend komt de 9 m in zicht. De afvoer is dan weer tot onder de 2.000 m3/s gezakt. Ondertussen is op vrijdag en zaterdag waarschijnlijk wat regen gevallen zodat in het begin van de week na het volgend weekend de waterstand weer iets kan stijgen. Grote hoeveelheden zullen dat waarschijnlijk niet zijn en het ziet er daarom naar uit dat de waterstand de laatste dagen van oktober rond de 9 m (NAP) zal blijven schommelen.
Maas vandaag even boven 500 m3/s, verder deze week dalend
Na de uitzonderlijke hoogwatergolf op 10 en 11 oktober is de Maasafvoer de hele week gedaald. Het was ook vrijwel de hele week droog en daarom kon de afvoer weer dalen tot ongeveer 400 m3/s op 17 oktober. In de nacht van 18 tot 19 oktober viel er wel flink wat regen door een neerslaggebied dat vanuit Frankrijk naar het noorden bewoog en boven de Ardennen zo'n 10 tot 30 mm regen bracht. Het zorgde gisteren en vandaag voor een kleine opleving van de Maasafvoer naar ongeveer 600 m3/s.
Inmiddels zijn de beken In de Ardennen alweer aan het dalen en heeft de afvoer bij Maastricht zijn hoogste peil bereikt. Het ziet er naar uit dat de afvoer de hele week blijft dalen, maar er is nog een kleine onzekerheid en dat heeft te maken met de regenzone die morgen over België komt te liggen. De verwachting is dat deze vrijwel geheel buiten het stroomgebied van de Maas blijft en in dat geval zal de afvoer blijven dalen.
Maar er is ook een kans dat de regenzone wat verder naar het oosten komt te liggen en er wel regen in de westelijke Ardennen kan vallen. Mocht dat uitkomen dan kan de afvoer op dinsdag wel weer wat stijgen maar meer dan 100 of 200 m3/s extra zal dit waarschijnlijk niet opleveren. De rest van de week daalt de afvoer naar waarden tussen de 400 en 350 m3/s op vrijdag.
Vrijdag en zaterdag kan er opnieuw regen vallen vanuit een neerslagzone die hoort bij een lagedrukgebied boven het noorden van de Noordzee. Op dit moment is de verwachting dat er zo'n 20 mm regen zou kunnen vallen boven de Ardennen en daardoor kan de afvoer bij Maastricht vanaf vrijdag 25/10 weer tot boven de 500 m3/s stijgen. Dit is echter nog met een de slag om de arm want het hangt ook af van de mate waarin hogedrukgebieden hun invloed houden op het weer in onze regio en misschien valt er daarom veel minder neerslag.
Sowieso lijken hogedrukgebieden vanaf volgend weekend gedurende wat langere tijd invloed te gaan houden op ons weer. Als dat uitkomt dan zal de Maasafvoer in de week na het volgend weekend verder gaan dalen naar 250 m3/s of het nog wat minder in de loop van die week. Volgende week is hierover meer duidelijkheid.
Water in zicht
Op zoek naar de herkomst van het water in de hoogwatergolf van 10 en 11 oktober in de Maas
Het vorig weekend bereikte de Maas in voor de tijd van het jaar zeer hoge afvoer van ruim 1550 m3/s. Sinds het begin van de metingen wat is de afvoer in deze tijd van het jaar nog nooit zo hoog geweest. De hoge afvoer hing samen met een intensief regengebied behorend bij de ex-orkaan Kirk, die op 9 oktober razendsnel vanaf de Atlantische Oceaan via de Golf van Biskaje en Frankrijk in de richting van de Ardennen bewoog.
Ondanks de grote snelheid van het lagedrukgebied viel het toch zeer veel regen met lokaal in het grensgebied van Frankrijk en België bijna 100 mm. Het zorgde In de rivieren die daar ontspringen (Chiers, Semois en Viroin) voor zeer hoge afvoeren voor de tijd van het jaar. Aan de noordkant van de Ardennen viel ook veel regen, zo’n 50 tot 60 mm, en ook de Lesse en Ourthe kregen veel water te verwerken, maar die hoeveelheden waren minder uitzonderlijk. Nog verder noordelijk, in Zuid-Limburg, viel ca 40 mm regen en Limburgse beken zoals de Geul stegen ook flink, maar het water bleef er ruim binnen de beddingen.
Het bijzondere aan de Ardennen is dat het water er snel tot afvoer komt en binnen korte tijd de Maas bereikt. Via de Maas is het dan vervolgens weer snel in Nederland. Vooral uit de noordelijke zijrivieren zoals de Vesdre en Amblève kan het water al in enkele uren in Nederland aankomen. Verder stroomopwaarts neemt de tijd die het water er over doet toe en vanaf de zuidkant van de Ardennen is het dan meer dan 24 uur onderweg. Vanuit het Franse deel van de Ardennen en nog zuidelijker is het zelfs 2 tot 3 onderweg en zuidelijk van Verdun nog langer.
In de volgende grafiek heb ik de afvoer vanuit de verschillende deelstroomgebieden van de Maas op elkaar gestapeld; waarbij ik rekening heb gehouden met de looptijd die het water vanuit deze rivieren nodig heeft om Maastricht te bereiken. Het gaat hier om een benadering want eigenlijk kun je het water vanuit de verschillende zijrivieren niet zomaar optellen, ook al wordt rekening gehouden met de looptijd van het water.
Het water vanuit een zijrivier is namelijk niet altijd even lang onderweg: als de rivier stijgt stroomt het water sneller dan als hij daalt. Zo zal 50 m3/s vanuit de Semois bij een stijgende waterstand sneller in Maastricht aankomen dan 50 m3/s een paar dagen later als de waterstanden weer aan het dalen zijn.
Daar bovenop hebben ook de stuwen in de Maas invloed op de snelheid waarmee de afvoer bij Maastricht aankomt. Zolang de stuwen in werking zijn en de waterdiepte er onnatuurlijk hoog is, wordt afvoer sneller doorgevoerd dan wanneer de stuwen gestreken zijn gestreken en het water onder vrij verval kan afstromen. Dit soort effecten maken de looptijd vele uren sneller en daarom is de grafiek hieronder hoogstens een benadering van de werkelijkheid.
Hoogwatergolf Maas okt 2024.jpg
Toch benadert de golf in de grafiek heel aardig het afvoerverloop zoals dat bij Maastricht is gemeten in deze periode. De regen viel vanaf de ochtend van 9 tot de ochtend van 10 oktober en de stijging bij Maastricht zette al in tijdens de avond van 9 oktober. Gedurende 10 oktober liep de afvoer zeer snel op om al in de avond de 1500 m³/s te bereiken. Dit was vooral water uit de noordelijke Ardennen maar ook vanuit het stroomafwaartse deel van de Franse Maas, waar de regen het eerste was begonnen, was toen al veel water aangekomen bij Maastricht.
De dag erna kom ook het water uit de Semois, de Viroin en de piek uit de Lesse aan. Omdat er die nacht in de noordelijke Ardennen ook nog wat regen was gevallen bleef de Vesdre, Amblève en Ourthe ook nog veel water aanvoeren, waardoor de afvoer nog wat verder steeg. In de avond van 11 oktober kwam ook het eerste water aan uit de Chiers en Franse Bovenmaas, maar toen was het in een groot deel van het stroomgebied al droog geworden en de Lessen, Sambre en Viroin waren al weer flink gaan dalen. De Semois, die uit een gebied komt waar zeer veel regen viel, steeg toen nog en bleef nog dagenlang hoog.
Met witte kruisjes heb ik het moment aangegeven dat de afvoer In de zijrivieren zijn hoogste waarde bereikte. De Vesdre en Amblève waren de eerste, waar de piek van passeerde, ruim voordat de Maas bij Maastricht zijn hoogste afvoer bereikte. De Ourthe mondt op dezelfde plaats in de Maas uit als de Vesdre, maar omdat deze zijrivier veel langer is, was de piek ca 24 uur langer onderweg om de Maas te bereiken.
Ook de Waalse Maas en Sambre waren snel, wat te maken heeft met het feit dat deze rivieren gestuwd zijn en zij het water extra snel doorvoeren. Wat verder opvalt bij de Sambre is het onregelmatige verloop van de afvoer, vanwege het beheer van de stuwen, dat daar altijd met horten en stoten gaat. De fluctuaties die dat oplevert worden vervolgens door de stuwen in de Maas nog eens versterkt, waardoor de afvoer bij Maastricht nog veel meer op en neer gaat. De andere zijrivieren van de Maas hebben hier geen last van en laten een veel gelijkmatiger verloop zien.
Pas 3 dagen nadat de piek bij Maastricht was gepasseerd, kwam de piek uit de Chier aan en 6 dagen later zelfs pas de piek uit de Franse Bovenmaas. Dit deel van de Franse Maas heeft een brede dalvlakte, die tijdens hoogwater al snel overstroomt. Er wordt dan vanuit de hoofdstroom veel water in de uiterwaarden van de rivier geparkeerd, dat later, als de afvoer vanaf bovenstrooms weer gaat dalen, pas tot afstroom komt.
Het levert een typische lange golf op die wel 6 dagen ongeveer even hoog is. Zo leverde dit deel van het stroomgebied, tijdens de piek maar 5% van de afvoer, maar was dat op 17/10, toen de andere zijrivieren al weer ver waren teruggezakt, opgelopen tot ca 25%.
Na passeren hoogwatergolven, wacht rivieren een week met dalende afvoeren
Eerst kan er nog wat regen vallen maar vanaf dinsdag volgen een aantal droge dagen, waardoor zowel rijn als maas flink zullen gaan dalen. Vanaf donderdag komen echter alweer regengebieden dichterbij, maar hun invloed lijkt niet heel groot te worden. Voorlopig hoeven we daarom geen nieuwe stijging te verwachten.
In Water Inzicht een overzicht van de afvoeren van dit jaar in vergelijking tot de rest van de meetreeks van Rijn en Maas. Vooral de Maas bereikte de afgelopen dagen een voor de tijd van het jaar zeer hoge afvoer.
Water van de week
Eerst nog wat regen, daarna enige dagen droog, maar waarschijnlijk niet voor lang
Na de passage van de ex orkaan Kirk volgde gisteren een nieuw lagedrukgebied dat ten noorden van ons land naar Denemarken trok. Het zorgt in onze omgeving voor een noordwestelijke stroming waarin buien worden meegevoerd, maar de neerslaghoeveelheden blijven beperkt. Morgen, maandag, trekt een volgend klein lagedrukgebied juist ten zuiden van ons land, over België, naar het oosten. In de Ardennen kan dan zo'n 5 tot 15 mm regen vallen wat een beperkte invloed zal hebben op de Maasafvoer.
Op dinsdag volgt een rug van hoge druk vanuit het westen die naar het oosten beweegt en daarbij in kracht toeneemt tot een wat groter hogedrukgebied ten oosten van ons. Op de Atlantische Oceaan verschijnt ondertussen een nieuw lagedrukgebied dat de rest van de week ten noordoosten van het Verenigd Koninkrijk blijft liggen. Neerslaggebieden van dit lagedrukgebied proberen vanaf donderdag het continent op te trekken, maar in hoeverre dat lukt hangt af van het hogedrukgebied ten oosten van ons.
Zoals het er nu naar uitziet zou op donderdag en vrijdag alweer wat regen in het stroomgebied van de Maas kunnen vallen en op zaterdag ook in het stroomgebied van de Rijn. De hoeveelheden zijn waarschijnlijk niet voldoende voor een nieuwe stijging van de afvoeren en een nieuwe hoogwatergolf hoeven we voorlopig niet te verwachten. Hoogstens zorgt de neerslag ervoor dat het dalen van de rivieren wat vertraagt in de komende week.
Op wat langere termijn, na het volgend weekend, is het nu nog onzeker wat er gaat gebeuren. Op dit moment lijkt een wat stabielere weersituatie onder invloed van een hogedrukgebied de grootste kans te hebben, maar zoals we dit jaar al vaker hebben gezien moeten we niet uitsluiten dat uiteindelijk toch weer een lagedrukgebied met regenzones aan het langste eind trekt.
Rijn daalt komende week nadat afgelopen nacht hoogste stand van 11,4 m NAP werd bereikt
De ex-orkaan Kirk trok afgelopen woensdag in sneltreinvaart over West-Europa en bracht een enorme hoeveelheid regen in een strook die van ZW Frankrijk via België naar Denemarken liep. Op veel plaatsen viel 50 mm, het meest in het stroomgebied van de Maas. Maar de Moezel, die direct ten oosten van de Maas haar stroomgebied heeft, kreeg vooral vanuit het oosten van de Ardennen en delen van de Vogezen ook veel water mee en steeg naar een voor de tijd van het jaar erg hoge afvoer van bijna 1.700 m3/s.
De rest van het stroomgebied van de Rijn kreeg veel minder water te verwerken en de zijrivieren daar stegen maar licht. Al met al leverde het een hoogwatergolf op van ruim 4.100 m3/s op bij Koblenz waar de Moezel in de Rijn uitstroomt. Stroomafwaarts monden nog een paar flinke zijbeken in de Rijn uit die samen nog ca. 400 m3/s aanvoerden, maar ondanks deze aanvoer daalde toch de gezamenlijke afvoer en uiteindelijk bereikte iets meer dan 3.900 m3/s Lobith.
Dat lijkt vreemd, maar heeft te maken met de vorm van de hoogwatergolf die vanuit de Moezel kwam. Deze was heel steil, d.w.z. dat het waterpeil snel opliep en daarna weer snel daalde. Een golf met zo’n vorm zakt onderweg naar benedenstrooms altijd langzaam in en wordt dan minder hoog. Een golf uit de Moezel kan zo wel 1/3e deel van zijn hoogte kwijtraken. Zo verloor de Rijn bij deze golf van Koblenz tot aan Lobith in totaal ca 600 m3/s van zijn afvoer. Onderweg door Nederland zet die daling nog verder door en in de IJssel en Waal zal de golf uiteindelijk nog wat verder inzakken.
Afgelopen nacht passeerde de top van de golf bij Lobith met een hoogste stand van iets meer dan 11,4 m NAP. Eergisteren verwachtte ik nog dat het wel 11,7 m NAP kon worden, maar ik had de mate waarin de golf zou inzakken onderschat; zo leer je van ieder hoogwatergolf weer meer hoe de rivier zich kan gedragen. Het meeste water van Kirk is inmiddels alweer afgevoerd en de regen die sindsdien nog is gevallen heeft slechts een beperkte bijdrage geleverd aan de afvoer.
Morgen valt er ook nog wat regen, maar ook dat heeft weinig invloed en de stand zal daarom voorlopig flink blijven dalen. De komende dagen zakt de waterstand met eerst zo’n 30 cm per dag tot op 16/10 de 10,5 m NAP (bij een afvoer van ca 3.000 m3/s) weer wordt onderschreden om daarna rond de 10,3 NAP even te stagneren als wat extra water uit Zuid-Duitsland en Zwitserland arriveert. Daarna zet de daling weer wat langzamer door tot rond de 10 m vanaf 20/10. De afvoer bedraagt dan nog ca 2.700 m3/s, wat nog steeds vrij hoog is voor de tijd van het jaar.
Of de daling daarna nog verder doorzet hangt af van de hoeveelheid neerslag die het lagedrukgebied na het Verenigd Koninkrijk aan het eind van de week gaat brengen. Volgende week daarover meer.
Maas daalt de komende dagen verder naar onder de 500 m3/s vanaf 16/10.
De Maas beleefde de afgelopen week een bijzondere hoogwatergolf die op vrijdag steeg tot ca 1.550 m3/s. Nog nooit eerder was de afvoer zo vroeg in het najaar al tot boven de 1.500 m3/s gestegen. De vorige vroegste hoogwatergolf van deze omvang was 100 jaar geleden in 1924, toen de afvoer begin november tot ca 1.900 m3/s steeg. Meestal is oktober nog een maand met vrij lage afvoeren en zelfs het aantal keer dat de 500 m3/s wordt overschreden is in de laatste 30 jaar maar een keer voorgekomen.
Het was ook een heel bijzondere weersituatie dat een ex-orkaan vanaf het midden van de Atlantische Oceaan, in een gebied met zeer hoge zeewatertemperaturen, in een paar dagen tijd tot boven het stroomgebied van de Maas kon doordringen. De zuidwestelijke luchtstroming zorgde tegen de zuidkant van de Ardennen voor de meeste neerslag met lokaal bijna 100 mm, die daar in ca 24 uur viel. Ten noorden van de Ardennen viel 50 tot 70 mm, wat ook erg veel is.
In al mijn jaren als weeramateur heb ik zo grote hoeveelheden over een zo’n groot gebied van de Ardennen nog maar een keer eerder meegemaakt en dat was in juli 2021. Dat was echter een andere situatie met een lagedrukgebied dat bijna 30 uur op dezelfde plaats bleef liggen. Dit lagedrukgebied trok veel sneller door en de neerslaghoeveelheden per uur waren dan ook groter dan in 2021. Een compliment is hier op z’n plaats voor de weermodellen die dit een aantal dagen tevoren hadden zien aankomen.
Door de vele neerslag schoten de afvoeren omhoog en vooral de zijrivieren in het zuiden (Chier, Semois en Viroin) bereikten erg hoge afvoeren; die zelfs in de winter maar zelden worden bereikt. De noordelijke zijbeken (o.a. Sambre en Ourthe) stegen wel fors, maar bleven veel lager dan in een winterse situatie. In Limburg viel ook ca 40 mm regen en de Geul steeg op de Waals-Nederlandse grens tot ca 15 m3/s. Een vrij hoge afvoer, maar de beek treedt dan nog nergens buiten zijn oevers. Het is ook een afvoer die ieder jaar wel enkele keren voorkomt.
Inmiddels is de Maasafvoer bij Maastricht weer gedaald tot onder de 1.000 m3/s en die daling zet zich voorlopig door omdat er niet veel regen wordt verwacht. Op 16/10 verwacht ik dat de afvoer weer bij ca 500 m3/s uit zal komen. Ook daarna zet de daling nog door, maar vanaf 17 of 18/10 zou de afvoer weer wat kunnen stijgen. Op die dagen valt er mogelijk weer aardig wat regen vanuit neerslagzones die samenhangen met een lagedrukgebied bij het verenigd Koninkrijk. Voorlopig is dit echter nog onzeker, maar een grotere stijging is voorlopig nog niet in zicht.
De hoge afvoeren van de Maas leveren bij Maastricht nog steeds problemen op voor de stuw van Borgharen. Al meer dan een jaar is een van de 4 openingen van deze stuw kapot en kan deze niet meer open. Bij lage afvoeren is dat geen probleem, want de andere openingen hebben dan voldoende capaciteit om het water door te voeren, maar bij afvoeren van meer dan ca 1.250 m3/s is die capaciteit van de andere openingen volledig benut en leidt de blokkade tot een stijging van de waterstand bovenstrooms van de stuw.
Daarmee ontstaat er een groter verval over de stuw met hogere stroomsnelheden, waardoor de extra afvoer wel weer kan worden doorgevoerd. Op zich is dat geen probleem, maar het zorgt wel voor relatief hoge stroomsnelheden rondom de stuw. Gisteren kwam daar nog een complicatie bij omdat een binnenvaartschip tegen de stuw aanvoer en voor één van de nog werkende openingen zonk. De capaciteit van de stuw nam daardoor nog wat verder af, maar omdat de afvoer inmiddels snel daalt, leidt dat niet tot een verdere stijging van de bovenstroomse waterstand.
Morgen wordt het schip geborgen en het is de vraag of de stuwdeur niet beschadigd is geraakt door de aanvaring. Mocht dat het geval zijn dan is dat een extra probleem voor het stuwbeheer in het stuwpand Maastricht. In de loop van de week zal hierover meer duidelijk worden.
Water Inzicht
Maas bereikte nog nooit zo vroeg in het jaar een zo hoge afvoer; de Rijn was al wel eerder zo hoog.
In de onderstaande grafieken is voor de Maas en de Rijn het afvoerverloop van 2024 (in blauw) weergegeven in vergelijking met de hoogte, gemiddelde en laagste waarden die in deze rivieren sinds het begin van de metingen zijn opgetreden. Ook zijn de 10% laagste en 90% hoogste waarde aangegeven. Bij de Maas valt de recente piek strek op omdat er in het najaar niet eerder zo vroeg een zo hoge afvoer is opgetreden.
De uitschieter lijkt wel wat op de pieken die in juli zijn opgetreden (de hoogste uit 2021, de lagere uit 1980). Deze werden ook veroorzaakt door lagedrukgebieden die zeer veel regen brachten, waardoor de afvoer vanuit een gemiddelde afvoer ineens heel sterk steeg. Wat verder opvalt is dat de Maasafvoer al bijna het hele jaar boven het langjarig gemiddelde is gebleven, op enkele korte momenten na. Vooral in de winter en het voorjaar waren er ook veel grotere en kleinere hoogwaters, maar tot extremen kwam het niet. Het is het gevolg van het zeer natte weer in het winterhalfjaar, dat tot in juni doorging. Maar ook in de zomermaanden vielen er veel buien die tot kleine piekjes leidden.
Schermafbeelding 2024-10-13 om 14.28.28.png
Bij de Rijn is de huidige piek niet uitzonderlijk voor de tijd van het jaar. wat de grafiek echter niet laat zien is dat de hoogste standen in deze tijd van het jaar slechts een paar jaren betreffen, waarbij het oor het laatst in 1981 gebeurde dat de afvoer tot boven de 4.000 m3/s steeg. Dit laat ook de 90% lijn zien, waar dit jaar bovenuit stijgt.
Net als de Maas bleef de Rijn een groot deel van het jaar boven het langjarig gemiddelde en waren er tot in juni veel golfjes die soms tot een hoogwater uitgroeiden. Alleen in augustus was het vooral in Zwitserland en Zuid-Duitsland langere tijd droog, zodat de afvoer wat langer kon dalen. Maar vanaf eind september heeft de Rijn de stijgende lijn weer teruggevonden. Inmiddels is de Rijnafvoer al sinds half oktober 2023, op enkele korte onderbrekingen na, gemiddeld aan de hoge kant.
Waarschijnlijk is er een verband met de dit jaar veel warmere Atlantische Oceaan waardoor daar aan de lopende band lagedrukgebieden ontstaan die vervolgens naar Europa trekken. Vanwege de hoge temperaturen verdampt er ook veel water en het vochtgehalte in de lucht boven de Oceaan is dit jaar ook hoger dan ooit eerder gemeten. Voorlopig lijkt hier nog geen einde aan te komen en ook voor de komende maanden wordt verwacht dat de zeewatertemperatuur hoog blijft.
Het zou zo maar kunnen dat ons daarom nog weer een nat winterhalfjaar te wachten staat, met opnieuw vrij hoge afvoeren en meerdere hoogwatergolven in de rivieren. Of er moet ineens een omslag komen naar krachtigere hogedrukgebieden boven het Europese continent, maar voorlopig is daar nog weinig van te merken.
Een volgend bericht kunt u volgende week zondag verwachten.
Schermafbeelding 2024-10-13 om 14.30.17.png
Actueel hoogwater in de Maas, kleine golf onderweg in de Rijn
Maas
De ex-orkaan Kirk heeft erg veel regen gebracht in de Ardennen en dat heeft een forse hoogwatergolf opgeleverd in de Maas van bij Maastricht nu 1.550 m3/s. Afgelopen nacht viel ook nog wat regen in Ardennen en de noordelijke zijrivieren van de Maas (oa Ourthe) daalden wat langzamer dan ik gisteren verwachtte. Ondertussen arriveert ook het water uit de zuidelijke zijbeken (oa Semois) en daardoor steeg de afvoer in de afgelopen nacht en ochtend nog verder van ca 1.450 m3/s naar de huidige ca 1.550 m3/s. Hoger komt het niet, want de noordelijke zijbeken gaan nu sneller dalen. In Nederland is de piek over 1 dag bij Venlo, over 2 dagen bij Grave en over 3 dagen in het Benedenrivierengebied.
Een dergelijke afvoer komt ongeveer ieder jaar wel een keer voor, maar is voor deze tijd van het jaar erg zeldzaam. De komende dagen blijft het ook droog, dus zal de Maas vanaf morgen weer snel gaan dalen.
Rijn
Kirk heeft vooral in het stroomgebied van de Moezel veel water gebracht en ook deze rivier bereikte een erg hoge waarde voor de tijd van het jaar. Andere zijrivieren zijn wel gestegen, maar niet bijzonder hoog. Het extra water arriveert vanaf vandaag bij Lobith en de stand gaat daar nog ongeveer 1,5 m stijgen naar ca 11,7 m NAP op zondag 13/10. De afvoer daarbij bedraagt ca 4.100 m3/s. Stroomafwaarts komt de piek op 14/10 aan in de Waal bij Zaltbommel en op 15/10 in het Benedenrivierengebied. In de IJssel is het water nog wat langer onderweg: 14/10 bij Zutphen, 15/10 bij Olst en 16/10 in het IJsselmeer.
Voor de winterperiode zou dit geen bijzondere afvoer zijn, maar in de herfst is dit nog maar enkele keren voorgekomen. Bij deze afvoer overstromen alleen de lage delen van de uiterwaarden. Vanaf nu blijft het ook in het stroomgebied van de Rijn een aantal dagen droog en dat betekent vanaf 14/10 weer dalende standen bij Lobith.
Zondag volgt weer een regulier bericht