Actuele verwachtingen waterstanden
Het water in de Nederlandse rivieren en delta is altijd in beweging. De hoeveelheid neerslag en smeltwater zorgen ervoor dat de waterstand in de rivieren stijgt of daalt en in de delta en langs de kust zijn het vooral stormen die de waterstanden bepalen. Op deze pagina met actuele verwachtingen schrijf ik iedere week onder de kop Water van de Week een prognose hoe de waterstanden zich op korte termijn ontwikkelen. Als de waterstanden in de rivieren sterk gaan stijgen en er zich een hoogwater ontwikkelt of als er een storm met hoogwater langs de kust op komst is, verschijnen de hoogwaterberichten met een hogere frequentie van eens in de 2 of 3 dagen. Naast de waterverwachtingen probeer ik ook iedere week een onderwerp wat verder uit te diepen in de rubriek Water Inzicht in het tweede deel van het wekelijkse waterbericht.
Kleine opleving van de waterstanden, maar veel is het voorlopig niet
De eerste helft van de week kan er nog wat regen vallen in de stroomgebieden, daarna weer wat langer droog, maar een heel lange droge periode lijkt het niet te gaan worden. De waterstanden blijven laag voor de tijd van het jaar, maar voorlopig niet meer zo laag als vorige week. In het waterbericht leest u de details. De rubriek water Inzicht slaat een week over; wel bij het weersvooruitzicht een wat uitgebreidere terug- en vooruitblik op kleine lagedrukgebieden die extreme regenval veroorzaken.
water van de week
Kleine lagedrukgebiedjes bepalen het weer en brengen lokaal veel neerslag
Na de langdurige blokkades door uitgestrekte hogedrukgebieden, zijn het sinds een week kleinere lagedrukgebieden die het weer bepalen. Op de weerkaarten zijn ze nauwelijks terug te vinden, want de luchtdrukverschillen zijn niet heel groot, maar toch hebben ze grote invloed op het weer in West-Europa. Ze zorgen voor onstabiliteit in de atmosfeer en daardoor kunnen er makkelijk buien ontstaan, die lokaal veel regen kunnen brengen.
Het is weertype dat hoort bij het zomerhalfjaar en meestal in de loop van april schakelt het weer op dit scenario over en zijn het de buien in plaats van de fronten die voor de meeste regen zorgen. Deze lagedrukgebieden bewegen meestal maar langzaam en verschillen daarin ook sterk van de lagedrukgebieden in de winter die vaak met grote snelheid de Atlantische Oceaan oversteken en naast regen ook veel wind kunnen brengen.
De lagedrukgebieden van het zomerhalfjaar hebben nog een andere eigenschap die ze berucht maakt. Als de lucht die de lagedrukgebieden aanvoeren vanaf een warmere zee komt en op zijn weg over het continent tegen een gebergte wordt opgestuwd, dan kan er extreem veel neerslag uit vallen.
De afgelopen week gebeurde dat in Noord-Italië en het zuiden van Zwitserland. Er viel daar op veel plaatsen meer dan 300 mm regen en in enkele Noord Italiaanse dalen, nabij Aosta, zelfs bijna 600 mm. Het is ongewoon veel, zeker zo vroeg in het zomerhalfjaar en dat belooft wat voor de rest van het zomerhalfjaar. Vooral de laatste jaren zien we dit weertype steeds vaker optreden en ook de overstromingen van de Geul en de Maas in 2021 werden erdoor veroorzaakt.
Dat er in Italië zoveel regen kon vallen, had te maken met het hoge vochtgehalte van de lucht, wat weer het gevolg is van de relatief hoge temperaturen van de Middellandse Zee en de lucht die er over heen wordt aangevoerd. Het leidde In Italië tot modderstromen op de steile hellingen en overstromingen in de rivieren die vanuit de Alpen naar de Po stromen en ook de Po steeg tot grote hoogte. Via deze Italiaanse website zijn de waterstanden en afvoeren van de Po te volgen.
Boven de 1500 m hoogte viel de neerslag vooral als sneeuw en dit hielp om de omvang van de overstromingen te beperken, want het watervolume uit deze neerslag kwam niet meteen tot afstroom en wordt nu vertraagd in de komende weken afgevoerd. De meeste neerslag viel aan de zuidkant van de Alpen maar omdat het lagedrukgebied boven de westelijke Alpen ook een tegengestelde windrichting op gang bracht, viel er ook sneeuw aan de noordkant van de Alpen in het stroomgebied van de Rijn.
Het sneeuwseizoen was daar deze winter vrij dramatisch verlopen, met vanaf half januari vrijwel geen nieuwe neerslag en begin april lag hier een voor de tijd van het jaar zeer mager sneeuwdek. Maar nu viel er ineens toch nog 1m en lokaal zelfs 2m sneeuw waardoor boven de 2500 m het sneeuwdek toch nog kon aangroeien tot de voor de tijd van het jaar gemiddelde waarde.
De komende twee maanden gaat deze sneeuw langzaam smelten en daarvan profiteert de Rijn met een wat hogere afvoer. Meer oostelijk in Zwitserland, waar een ander deel van de Rijn ontspringt, viel echter nauwelijks sneeuw; dus heel veel extra afvoer hoeven we de komende maanden ook weer niet te verwachten.
De regen en sneeuw in Noord-Italië en Zwitserland viel vanuit een langgerekte neerslagzone die nog veel verder naar het noorden doorliep; tot over het oosten van Frankrijk en België en ook het oosten van Nederland pikte nog een graantje mee. Zo viel In de oostelijke helft van ons land lokaal tot meer dan 30 mm regen; waardoor hier een einde kwam aan de langdurige droogte. In het westen van het land viel niet meer dan enkele millimeters en houdt de droogte voorlopig nog aan.
Afgelopen vrijdag trok de regenzone naar het oosten weg en loste daarbij langzaam op. Inmiddels heeft zich boven het zuidwesten van Frankrijk een nieuw lagedrukgebied aangekondigd, dat de Duitse weerdienst Fritz heeft genoemd. Net als zijn voorgangers beweegt ook dit weersysteem zich langzaam over het continent in noordoostelijke richting en zal maandag en dinsdag over het zuidoosten van Nederland trekken.
Fritz voert ook vochtige warme lucht mee en gisteren vieler er in het Centraal Massief in Frankrijk al grote regensommen (tot ca 80 mm) wat een hoogwater opleverde in oa. de Dordogne. De neerslagzone van Fritz trekt nu verder naar het noordoostren en langdurige zware regen, zoals in Midden-Frankrijk zal het niet meer opleveren, maar wel stevige buien. Deze ontstaan in de loop van de middag en de kans hierop is vandaag en morgen het grootst. Vanaf dinsdag wordt het in Nederland weer droog, maar zuidelijker in Zuid-Duitsland, Oost-Frankrijk en Zwitserland kunnen tot en met donderdag buien blijven vallen en zou nog aardig wat regen kunnen vallen, waar vooral de Rijn van profiteert.
Ondertussen heeft zich op de Atlantische Oceaan een hogedrukgebied gevormd dat de weg afsluit voor nieuwe lagedrukgebieden. Later in de week strekt dit weersysteem zich uit tot over het continent waardoor het vanaf komend weekend weer voor wat langere tijd droog zal worden. Hoe lang deze droogte aanhoudt is nu nog moeilijk te zeggen, maar de kans lijkt voor nu het grootst dat vanaf de maandwissel er toch weer lagedrukgebieden in de buurt kunnen komen. Dit is echter nog onzeker en in de komende dagen kan deze verwachting nog wel een paar keer veranderen.
Rijn stijgt naar ca. 8 m, later weer wat dalend.
Afgelopen woensdag 16 april bereikte de Rijn bij Lobith zijn voorlopig laagste stand van het jaar. Het waterpeil daalde er tot 7,34 meter NAP en afvoer tot 1.040 m³/s. Op een afvoer van 800 m³/s in 1921 en 985 m³/s in 1976, de laagste ooit gemeten in april. Zo laag zal het dit jaar niet worden, want dankzij neerslag vanuit de langgerekte regenzone, die medio deze week van zuid naar noord over het westelijk deel van het stroomgebied liep, kreeg de Rijn voor het eerst sinds lange tijd weer wat extra water te verwerken.
De stijging die dit oplevert duurt tot aanstaande dinsdag, als de waterstand bij Lobith tot circa 8 m NAP stijgt. De afvoer komt dan uit op circa 1.350 m³/s; nog steeds ruimschoots te laag voor de tijd van het jaar want het langjarig gemiddelde medio april bedraagt ca 2350 m³/s. Voorlopig hoeven we er niet op te rekenen dat de Rijn daar zelfs maar in de buurt van gaat komen.
De buien die de komende twee dagen gaan vallen in het midden van Duitsland brengen waarschijnlijk niet zo heel veel water en daarom verwacht ik dat na dinsdag weer een lichte daling volgt naar ca 7,8 m NAP tijdens de periode van donderdag 24 t/m zaterdag 26/4. In het zuiden van Duitsland kan van 22 t/m 24 nog wel voldoende regen vallen om de Rijn wat te laten stijgen en daardoor is vanaf het volgend weekend weer een lichte stijging mogelijk tot tussen de 8 en 8,2 m NAP in het begin van de week na dat weekend.
Dit is uiteraard nog onzeker omdat deze regen nog moet gaan vallen en de waterstand kan daarom ook nog wat lager of hoger uitpakken. De iets hogere stand van de komende tijd zal de Rijn niet heel lang vol kunnen houden, want de laatste week van april gaat waarschijnlijk weer geheel droog verlopen; zodat vanaf begin mei de waterstanden waarschijnlijk weer gaan dalen.
Maas zakt weer naar ca. 100 m³/s, later nog lager
Het stroomgebied van de Maas profiteerde ook van de langgerekte regenzone en in de Ardennen viel zo'n 30 tot 50 mm regen. Dat is best wel veel en hierdoor kwam er een einde aan de langdurige droogte die ook hier bijna twee maanden had geduurd. De Maas profiteerde echter opvallend weinig van deze vele regen en de afvoer bij Maastricht steeg maar weinig: van ca. 95 m³/s op 16 april naar iets meer dan 150 m³/s op 18 april.
De bodems in het stroomgebied zijn door de langdurige droogte erg ver uitgedroogd en er moet heel wat regen vallen voordat een deel van het water weer gaat afstromen naar de rivieren. Het was dan waarschijnlijk ook alleen het deel van de regen dat op verhard oppervlak is gevallen, dat nu tot de afstroom is gekomen.
Vandaag en morgen kunnen er buien vallen In de Ardennen en omdat de bodems nu wel meer verzadigd zijn, kan misschien wat meer water naar de Maas afstromen. Het is echter nog onduidelijk hoeveel regen er uit deze buien gaat vallen en misschien dat de meeste neerslag wel net ten oosten van de Ardennen in de Eifel gaat vallen en dan valt de Maas helemaal buiten de boot. Veel extra water hoeven we dus niet te verwachten en ook later in de week blijft het grotendeels droog.
De Maas zal daarom na de heel kleine opleving van de afgelopen dagen weer dalen naar een afvoer van ca 100 m³/s halverwege de komende week. Dit lage niveau houdt waarschijnlijk aan tot het einde van de maand, omdat, vanwege de nabijheid van het hogedrukgebied, al die tijd vrijwel geen regen wordt verwacht. Waarschijnlijk daalt de afvoer nog wat verder dan circa 75 m³/s aan het eind van de maand.
Weersomslag, maar onvoldoende regen voor duidelijke stijging waterstanden
Na lange tijd is er weer wat regen gevallen en ook de komende week is het zo nu en dan nat. De hoeveelheden blijven echter klein en de rivieren profiteren hier nog maar weinig van. Voorlopig houden de voor de tijd van het jaar erg lage standen daarom nog aan. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht een analyse van de droge periode die al 2 maanden duurt, waardoor dit jaar heel anders begint dan vorig jaar, toen het juist uitzonderlijk nat was.
water van de week
Lagedrukgebieden bepalen voor even het weer
Vannacht passeerde het eerste regengebied en viel er tot zo’n 5 mm regen; in het stroomgebied van de Maas viel wat meer, in dat van de Rijn minder. Vandaag en morgen kunnen er lokaal wat buien vallen, maar ook dat zal voor de rivieren weinig extra water opleveren. Dinsdag lijkt voorlopig de natste dag te worden van de week.
Dat was enkele dagen geleden al de verwachting, alleen schuift de zone waar de meeste regen valt nog wat heen en weer en ligt hij soms van zuid naar noord over Frankrijk en Nederland en soms wat meer naar het oosten over Duitsland. Woensdag en donderdag schuift de zone hoe dan ook meer naar het oosten en blijft voldoende actief om tot zo’n 10 mm regen te brengen. Vrijdag begint alweer een droge periode die 3 tot 4 dagen duurt.
Vanaf maandag of dinsdag na het volgend weekend zou het weer wisselvalliger kunnen worden, maar dat is nu nog erg onzeker. Er ligt dan een uitgestrekte gordel van hogedrukgebieden over het noorden van Europa en hoe dichterbij die komt te liggen, hoe meer eventuele neerslag op grotere afstand blijft. Samengevat t/m donderdag aanstaande wat regen, maar niet heel veel en maar net voldoende om de rivieren wat te laten stijgen. Daarna een dag of 3 tot 4 droog en na het volgend weekend een onzekere verwachting.
Rijn stijgt enkele decimeters, naar ca 7,5 tot 7,6 m NAP.
De Rijn is afgelopen week bij Lobith nog ca 25 cm gezakt, na 30 cm in de week daarvoor, en is nu uitgekomen op net iets boven 7,35 m NAP. Nog nooit eerder in de meetreeks sinds 1901 was de stand zo laag in deze tijd van het jaar, maar dat wil niet zeggen dat er nu ook minder water dan ooit eerder via de Rijn ons land binnenstroomt. Omdat de bodem van de Rijn daalt, stroomt er bij dezelfde waterstand steeds meer water door de bedding. Zo bedraagt de afvoer nu nog ca 1.050 m3/s, wat ca250 m3/s hoger is dan de laagste afvoer die ooit werd gemeten in 1921, toen de waterstand, ondanks de geringere afvoer, ruim 1 m hoger was.
De komende dagen daalt de stand nog heel langzaam verder, met ca 2 cm/per dag tot op woensdag 16/4 de 7,3 m wordt bereikt. De afvoer zal dan nog ca 40 m3/s lager zijn en zal waarschijnlijk net niet tot onder de 1.000 m3/s zakken. Vanaf woensdag arriveert wat extra water van de regen die de komende dagen valt en dat zorgt voor een heel lichte stijging tot ca 7,5 à 7,6 m (rond een afvoer van 1.100 m3/s) op zaterdag. Omdat de tweede helft van de week weer droger verloopt zal de stand vanaf het weekend weer gaan dalen naar ca 7,4 m NAP net na het weekend.
Waarschijnlijk stopt de daling weer als er begin volgende week wat extra water aankomt vanuit Zuid-Duitsland en Zwitserland, die voor een lichte stijging zorgt tot opnieuw ca 7,5 tot 7,6 m vanaf 22/4. Mocht in het begin van die week ook in het midden van Duitsland wat extra regen vallen, dan kan de stijging nog wat groter zijn. De kans hierop lijkt voorlopig echter klein, want het zijn voorlopig vooral de hogedrukgebieden die het weer in de stroomgebieden van Rijn en Maas bepalen.
Maas blijft schommelen rond 100 m3/s.
De Maasafvoer is de afgelopen week, ondanks dat er geen regen viel, nauwelijks meer gedaald en bleef steken op ca 100 m3/s. Wel waren er bijna dagelijks grote pieken tot boven 250 m3/s, maar die waren het gevolg van het stuwbeheer in Wallonië. Afgelopen nacht viel in de Ardennen wat regen, tussen 5 en 10 mm, maar dat leverde nog maar weinig extra water op. De bodem is ook daar erg droog en er is meer regen nodig voordat een deel van het water ook de Maas kan bereiken.
Mogelijk gebeurt dat woensdag als er dinsdag wat meer regen gaat vallen in de Ardennen. Een regenzone zou dan van zuid naar noord over België kunnen komen te liggen en er voldoende kan vallen voor wel een lichte stijging. Maar meer dan 150 en heel misschien 200 m3/s zal het niet worden. Donderdag en vrijdag kan er ook nog wat regen vallen, maar onvoldoende voor een verdere stijging en rond het weekend is de afvoer waarschijnlijk alweer gedaald tot dichtbij 100 m3/s.
Begin volgende week is nog onzeker hoe de weersituatie zich ontwikkelt. Er is een kans dat het wisselvallige weer zich voortzet, maar met hogedrukgebieden in de buurt is de kans groter dat het droge weer aan het langste eind trekt.
Water Inzicht.
Huidige droogte spreekt het neerslagoverschot aan dat in het begin van de winter werd opgebouwd.
Vandaag is aan de droogte een einde gekomen. Afgelopen nacht vielen de eerste millimeters regen en dat was één dag eerder dan de verwachting. De tabel met de hoeveelheid neerslag over de afgelopen 2 maanden, die ik vorige week in Water Inzicht publiceerde, verandert daardoor toch nog een beetje. De totale hoeveelheid neerslag in De Bilt over deze periode komt nu uit op ca 17 mm en daarmee zakt dit jaar toch enkele plekken, van de 3e naar de 5e plaats en moet het 1917 en 1929 voor zich laten. Het was erg droog de afgelopen maanden, maar dus niet historisch droog.
Ook het aantal aaneengesloten dagen zonder neerslag was niet uitzonderlijk, want in de afgelopen twee maanden viel er iedere ca 10 dagen wel een beetje regen. In andere jaren zoals recent nog in juni 2023 viel er meer dan 30 dagen lang geen druppel regen. Ondanks het beetje regen dat er viel, is er ondertussen wel een flink neerslagtekort ontstaan. Normaal zou er over de afgelopen 2 maanden ca 110 mm neerslag zijn gevallen, maar er viel slechts 17 mm.
Ook verdampte er al veel vocht, vooral op de warme zonnige dagen van de afgelopen weken. De totale verdamping in De Bilt over deze periode liep op tot bijna 110 mm, 35% meer dan normaal in deze periode, en ook meer dan ooit in deze periode. De vochtvoorraad in de bodem, die normaal in deze periode van het jaar nog met 40 mm wordt aangevuld, slonk daardoor met ruim 90 mm. Het is mede aan de tijd van het jaar te danken dat er in de natuur nog weinig tekenen van de droogte zichtbaar zijn. De bodem bevatte na de winter namelijk nog een flink overschot aan water van de natte maanden eerder in de winter.
Wat opvalt bij de huidige droogte is het grote verschil met vorig jaar. In de grafiek hierna heb ik het verloop van neerslag en verdamping over de afgelopen 3½ jaar weergegeven. De grafieken beginnen steeds op 1 oktober. Dat is namelijk het moment in het jaar waarna er gemiddeld genomen meer neerslag valt dan dat er verdampt.
overschot laatste 3 jaar.jpg

De blauwe lijn van de neerslag loopt in de grafiek op tot het eind van het hydrologisch jaar op 30 september en begint dan weer onderaan. De rode lijn geeft de verdamping weer: in het winterhalfjaar loopt die nog heel weinig op, om vanaf maart/april als het warmer wordt wel sterk te gaan stijgen. Het overschot, de groene lijn, loopt vanaf oktober eerst sterk op, om dan vanaf het voorjaar, als er dagelijks gemiddeld meer verdampt dan er aan neerslag valt, te gaan dalen.
De eerste twee jaren in de grafiek waren vrij normale (iets te natte) jaren, met ongeveer 900 mm neerslag en 650 tot 700 mm verdamping. De opbouw van de neerslag loopt schoksgewijs waarbij de lijn tijdens natte dagen snel oploopt en tijdens droge perioden enige tijd vlak blijft. Langere droge perioden, waaronder de uitzonderlijke droogte van juni 2023 zijn met een rood pijltje gemarkeerd.
Het overschot loopt vanaf oktober, zoals gebruikelijk, op en heeft een piek aan het begin van het zomerhalfjaar (waar het zwarte pijltje staat). In beide eerste jaren was er op dat moment een overschot van zo’n 450 mm. In de maanden daarna wordt het overschot aangesproken door de grote verdamping en neemt het af tot 200 mm in 2022 en 300 mm in 2023. Dit zijn ongeveer normale waarden, gemiddeld over de afgelopen 30 jaar valt er over het gehele jaar gerekend in De Bilt zo’n 250 tot 300 mm meer regen dan dat er verdampt.
De twee volgende jaren (2023/24 en 2024/25) laten een heel ander beeld zien. De hele periode van oktober 2023 t/m september 2024 was extreem nat en over deze 12 maanden viel meer dan 1400 mm regen. De verdamping kwam vanwege het wat somberdere weer en niet zo warme zomer ook wat lager uit, maar het is vooral de grote hoeveelheid neerslag die voor een extreem neerslagoverschot zorgt. Pas eind juni wordt het hoogste punt bereikt in het overschot van ca 850 mm; bijna 2 keer zoveel als normaal.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat er vorige jaar zomer veel problemen waren met hoge grondwaterstanden, waardoor akkers niet te bewerken waren en veel kelders onderliepen. Maar het had ook positieve gevolgen, want veel beken die zich na de droogte van 2018 en 2020 nog niet hersteld hadden, gingen door de gestegen grondwaterstanden weer stromen.
Na het zeer natte voorgaande jaar, tapt het huidige jaar weer uit een heel ander vaatje. De eerste maanden was er nog weinig aan de hand, oktober begon vrij droog, maar daarna viel t/m januari wel flink wat regen en ook het neerslagoverschot groeide nog aan tot ca 300 mm. Maar toen sloeg het weer om, werd het 2 maanden vrijwel droog en nam de verdamping sneller dan gewoonlijk toe. Het overschot is inmiddels sterk afgenomen tot nog maar 200 mm.
De zwarte getallen in de grafiek bij de lijnen geven voor alle jaren de situatie aan op hetzelfde moment in het jaar als nu. Het overschot dat dit jaar nu nog maar 200 mm bedraagt, bedroeg in de eerste twee jaar rond half april ca 450 mm en vorig jaar maar liefst 755 mm; geen wonder dat kelders overal in het land onderliepen. Deze verschillen zijn vooral te danken aan de hoeveelheid neerslag die vorig jaar rond dit moment van het jaar al bijna 900 mm bedroeg en in de jaren daarvoor ca 600 mm. Dit jaar steekt daar met slechts 370 mm magertjes bij af. De verdamping is dit jaar ook duidelijk groter, maar dat verklaart niet het verschil.
De grote vraag nu is wat er de komende maanden gaat gebeuren. Als het een natte of gemiddelde zomer wordt, dan is er niet zoveel aan de hand. Het overschot zal dan later in de zomer nog wel wat afnemen, maar de kans dat hij onder nul zakt is klein. Mochten de komende maanden echter droog en warm verlopen dan zal het dagelijkse tekort zo groot zijn, dat misschien wel het hele overschot verdwijnt.
In de meetreeks van De Bilt is dat (sinds de verdamping daar wordt gemeten in 1957) nog maar drie keer eerder gebeurt, in 1959, 1976 en 1996, en in 2003 en 2018 was dat bijna het geval. De voortekenen voor dit jaar zijn tot nu toe niet heel gunstig. Voorlopig lijkt er namelijk nog geen einde te komen aan de dominantie van hogedrukgebieden en daarom maakt ook dit jaar een goede kans om in de jaren met een heel klein tot negatief overschot te eindigen op 30 september.
Hoge druk houdt nog zeker een week stand, droogte houdt aan en waterstanden blijven dalen.
De verwachting voor het weer en de waterstanden lijkt erg veel op die van vorige week: een sterk hogedrukgebied bepaalt het weer en neerslag blijft op grote afstand, waardoor de stroomgebieden verder uitdrogen en de waterstanden blijven dalen. Maar misschien dat dit weerbeeld vanaf het volgend weekend toch gaat veranderen en er voor het eerst sinds lange tijd weer wat serieuzere hoeveelheden regen de stroomgebieden kunnen bereiken. In het water bericht leest u de details. In Water Inzicht een analyse van de huidige droge periode, hoe bijzonder is deze en komt dit soort droogte tegenwoordig vaker voor.
water van de week
Nog een week onder invloed van hoge druk; maar mogelijk wel de laatste week
Al vanaf januari domineren hogedrukgebieden het weer boven een groot deel van Europa. Tot halverwege februari waren ze wel in beweging en trokken ze steeds van west naar oost om dan afgewisseld te worden door perioden met wat regen. Vanaf de tweede helft van februari zijn de hogedrukgebieden steeds standvastiger geworden en vooral het huidige exemplaar, dat nu boven het noorden van de Noordzee ligt, lijkt van geen wijken te weten.
Het is een afsplitsing van het Azoren-hogedrukgebied dat eerst via Engeland en Nederland naar Scandinavië is getrokken en daarna naar het westen tot het zeegebied tussen Schotland en Noorwegen. De komende 3 tot 4 dagen beweegt het eerst wat meer naar het zuiden tot boven Engeland om daarna zeer waarschijnlijk naar het oosten te trekken. Het is nog de vraag of dat gebeurt en als het gebeurt, hoe snel het dan gebeurt. Mocht het wat verder naar het oosten trekken dan maakt dat de weg vrij voor lagedrukgebieden vanaf de Atlantische Oceaan om dichterbij te komen.
Het Europese weermodel verwacht al een aantal dagen dat vanaf zondag 13 of maandag 14 april de eerste regengebieden, behorend bij deze lage druk, onze omgeving kunnen bereiken. In de week van 14 tot en met 20 april zou er dan voor het eerst sinds lange tijd weer voldoende regen kunnen vallen om de rivieren van extra water te voorzien.
Het is allemaal nog niet zeker, want het is een verwachting voor meer dan een week vooruit, maar zoals ik hierboven al zei, zit deze prognose al een paar dagen in de verwachting en meestal geeft dat wel enig houvast dat het ook uit kan gaan komen. Daar staat tegenover dat hogedrukgebieden tot nu toe steeds veel sterker uit de bus komen dan de lagedrukgebieden. Maar zoals met elk standvastig weerpatroon zal ook de huidige weersituatie ooit doorbroken worden.
Rijn daalt naar 7,3 m (NAP); afvoer nadert de 1000 m3/s
In het stroomgebied viel de hele week geen druppel regen en ook de komende week blijft het waarschijnlijk helemaal droog. Vanaf zondag 13 april wordt pas de eerste regen verwacht in het stroomgebied. Voordat dat bij Lobith te merken is, zijn we weer een paar dagen verder. Dat betekent dat de waterstanden tot 16 of 17 april kunnen blijven zakken en de kans is groot dat tegen die tijd de afvoer tot onder de 1000 m³/s is gezakt en de waterstand bij Lobith tot ca 7,3 m NAP.
In de hele meetreeks van de Rijn is een zo lage afvoer dat pas twee keer eerder gebeurd: in 1921 en 1976. In 1921 zakte de afvoer zelfs tot 800 m³/s in april. Zover zal het nu niet komen of de droogte moet nog enkele weken langer aanhouden. De afgelopen week is de afvoer ruim 100 m³/s gezakt van 1280 naar 1165 m³/s.
De komende week verwacht ik een ongeveer even grote daling en dat betekent dat de afvoer volgende week zondag op circa 1050 m³/s uit zal komen. De waterstand daalde de week met 20 cm van 7,83 naar 7,62 m NAP en eenzelfde daling verwacht ik de komende 7 dagen. Dat betekent dat er gemiddeld iedere dag zo’n 3 cm van de waterstand afgaat, tot ca 7,4 m NAP op 13 april.
Na het volgend weekend zet de daling nog minimaal enkele dagen door tot rond 16 of 17 april, als de afvoer op ca 1.000 m³/s uitkomt en de waterstand op 7,3 m NAP. Volgens de laatste weersverwachtingen zou dat ongeveer de laagste stand moeten zijn want mocht het inderdaad vanaf 13 april gaan regenen dan is de kans groot dat vanaf 16 of 17 april de waterstand weer wat gaat stijgen. Heel veel regen wordt niet meteen verwacht en een grote stijging tot ongeveer gemiddelde waarden voor deze tijd van het jaar (die bedraagt 9,5 m NAP) hoeven we dan ook niet te verwachten.
Later in april kan de Rijn nog rekenen op wat smeltwater vanuit de Alpen en de kans is groot dat daardoor de waterstand weer iets zal gaan stijgen. Veel hoeven we daar dit jaar echter niet van te verwachten. In februari schreef ik in een van mijn berichten nog dat het er niet heel slecht uitzag met de sneeuw in de Alpen, maar net als in Nederland is het vanaf februari grotendeels droog gebleven in de Zwitserse Alpen en is er niet veel sneeuw meer bijgekomen.
Het zonnige weer van de laatste tijd zorgt daarbovenop dat een deel van de sneeuw verdampt waardoor het niet beschikbaar komt als smeltwater voor de Rijn. Boven de 2000 m ligt echter nog wel aardig wat sneeuw en als dat vanaf eind april gaat smelten kan dat de Rijn wel een paar 100 m³/s opleveren. Lang niet genoeg om de stand naar het langjarig gemiddelde te laten stijgen, maar het voorkomt dan dat de stand nog verder zakt.
Voor een serieuze stijging is het nodig dat het fors gaat regenen in het stroomgebied. Voorlopig ziet het daar niet naar uit, maar onmogelijk is het ook weer niet. In 2011 was de waterstand in april en mei ook erg laag, maar sloeg het weer vanaf juni om en stegen de afvoeren gedurende de zomer weer naar normale waarden.
Maas daalt verder naar ca 90 m³/s
De afgelopen week is de Maas zo'n 20 m³/s gezakt en de afvoer bedraagt nu nog net iets meer dan 100 m³/s. Dat is nog maar ongeveer 1/3 deel van het langjarig gemiddelde en zeer laag voor deze tijd van het jaar. De komende week gaat er geen regen vallen in het stroomgebied en zal de afvoer nog een keer 15 tot 20 m³/s dalen; tot rond 90 m³/s. Dat is nog maar net iets boven de laagste afvoer die wel eens eerder in deze tijd van het jaar werden bereikt. Dat was ook in 1921 en 1976 toen de afvoer bij Maastricht (omgerekend naar de huidige situatie) tot circa 80 m³/s daalde.
De eerste regen wordt voor de Maas weer verwacht op zondag 13 april. Maar dat zijn nog vrij kleine hoeveelheden en dat zal weinig invloed hebben op het rivierstanden. De dagen daarna wordt er wel voldoende regen verwacht om de afvoer wat te laten stijgen, maar net als bij de Rijn zit een stijging tot het langjarig gemiddelde er voorlopig niet in.
Dat er regen gaat vallen is overigens nog niet zeker, want misschien besluit het hogedrukgebied wel om er ook na het weekend nog een paar dagen aan vast te plakken, zodat regengebieden vanaf de oceaan voorlopig op afstand blijven. Volgende week hierover meer.
Water in zicht
Het voorjaar verloopt tot nu toe erg droog, hoe bijzonder is dat
De maand maart verliep record droog, met in de Bilt slechts 1,5 mm regen, en ook de eerste helft van april gaat waarschijnlijk zonder regen verlopen. De huidige droogte begon eigenlijk al in februari want ook de tweede helft van die maand verliep, op een paar dagen met wat regen na, grotendeels droog. Als we ervan uitgaan dat het tot half april droog blijft, dan betekent dat dat er gedurende twee maanden slechts 13 mm regen is gevallen, terwijl er normaal van half februari tot half april circa 120 mm valt.
Ik ben in de meetreeks van De Bilt op zoek gegaan andere periode van 2 maanden (60 dagen) die ook droog tot zeer droog verliepen. De grafiek hieronder laat voor de hele meetreeks van De Bilt vanaf 1900 tot nu de hoeveelheid neerslag zien die in de voorafgaande 60 dagen viel. Als het langdurig droog is dan zakt de lijn in de grafiek naar beneden en als het juist heel nat is dan piekt de lijn aan de bovenkant. Dit laatste was begin vorig jaar nog het geval, toen we de natste periode van 60 dagen beleefden sinds het begin van de metingen.
60 daagse neerslag.jpg

Bij de 10 droogste perioden is de plek op de ranglijst aangegeven. De huidige periode van 60 dagen staat hierin op de derde plaats met 13 mm. Hierbij ben ik er vanuit gegaan dat de huidige droogte aanhoudt tot ten minste 13 april. De droogste periode van 60 dagen maakte de Bilt mee in het najaar van 1959, toen er tijdens de nazomer en herfst slechts 6 mm regen viel. Het recente jaar 2018 staat op de tweede plaats met 11 mm. De rest van de top 10 vinden we verder terug in de meetreeks.
Opvallend zijn vijf jaren uit de top 10; tussen 1917 en 1934, met daarin de nummer 4 en 5 uit de ranglijst: 1917 met 14 mm en 1929 met 15 mm. Langdurige droogte kwam dus ook in het verleden voor en, ook al is het recent twee keer gebeurd, van een duidelijke toename lijkt geen sprake te zijn.
Nu richt deze analyse zich op een periode van 60 dagen, maar ook als we naar kortere perioden kijken van bijvoorbeeld 30 of 40 dagen dan springen de recente jaren (bv sinds het jaar 2000) er niet uit. Zo waren er 42 perioden van 30 dagen sinds 1900 met minder dan 5 mm regen en daarvan waren er 10 in de laatste 25 jaar. Bij een evenredige verdeling zouden dat er 8 zijn. Het zijn er iets meer dus, maar 2 meer is geen significante toename. Eerder in de meetreeks waren er ook perioden van 25 jaar met 10 of meer extreem droge perioden.
Er is echter wel wat anders aan de hand in de laatste decennia en dat laat de volgende analyse zien. In de tabel hieronder zijn de 25 perioden van 60 dagen weergegeven met de minste neerslag. In de bovenstaande grafiek zijn dat de momenten dat de lijn ver naar beneden doorschiet. De jaren zijn geordend van oud naar nieuw, met 2025 helemaal onderaan.
Schermafbeelding 2025-04-07 om 07.04.54.png

Ook deze tabel laat, met 6 jaren sinds het jaar 2000, zien dat langjarige droogte tegenwoordig niet veel meer voorkomt dan vroeger, maar er is wel wat anders dat opvalt. Tegenwoordig komen de droge perioden alleen nog voor in de zomer of het voorjaar, terwijl ze eerder in de meetreeks meer in de winter en herfst optraden. Vooral in het midden van de vorige eeuw kwamen ze zelfs alleen maar voor in het winterhalfjaar.
Voor het optreden van langdurige droogte zijn standvastige hogedrukgebieden nodig zoals we dat dit jaar meemaken. Het ene hogedrukgebied volgt dan al snel op het volgende en in zo'n geblokkeerde situatie kunnen lagedrukgebieden met neerslag niet tot Nederland doordringen. In het midden van de vorige eeuw kwam dit weertype vaak voor in de winter of de herfst en die weersituatie is tegenwoordig verschoven naar het zomerhalfjaar.
Hogedrukgebieden en langdurige droogte komen dus niet meer of minder vaak voor dan vroeger maar zijn vooral verschoven van de winter- naar het zomerhalfjaar. Waarschijnlijk is dit ook een gevolg van klimaatverandering omdat de hogere temperaturen de luchtcirculatie beïnvloeden, waardoor bepaalde weerpatronen vaker of minder vaak voorkomen.
Dat hoge druk en droogte nu vaker in voorjaar en zomer voorkomen, heeft grote gevolgen. In het zomerhalfjaar is de verdamping namelijk vele malen groter dan in het winterhalfjaar. Dat heeft tot gevolg dat als het droog is in het voorjaar of de zomer, deze droogte veel extremere gevolgen heeft dan dezelfde droogte in het verleden, toen die in de herfst of de winter plaatsvond.
Daar komt nog bij dat de verdamping tegenwoordig veel groter is dan vroeger. Door klimaatverandering is de temperatuur in Nederland inmiddels met zo'n 2,5 graad gestegen en de verdamping in de zomermaanden is daardoor zo'n 20% hoger dan vroeger. Een droge periode in hetzelfde seizoen als in het verleden, met dezelfde hoeveelheid neerslag, levert daardoor een groter neerslagtekort op. Langdurige droge perioden zijn dus van alle tijden, maar als het tegenwoordig droog is, is het effect daarvan, vanwege de grotere verdamping, veel groter dan vroeger.
Hogedrukgebieden weten niet van ophouden; waterstanden blijven dalen
De hele maand maart al hebben hogedrukgebieden de overhand boven West- en Centraal-Europa en viel er nauwelijks regen in de stroomgebieden. De waterstanden in de rivieren zijn daardoor al vrij ver gedaald en omdat ook de eerste twee weken van april droog gaan verlopen, zullen ze verder zakken naar voor de tijd van het jaar erg lage waarden. In het waterbericht leest u de details.
In Water Inzich een korte terugblik op de maand maart, die ondanks de langdurige droogte nog niet al te lage afvoeren kende.
Water van de week
April gaat verder waar maart eindigde
De maand maart is bijna voorbij en waar het vorige week al naar uitzag, gaat uitgekomen: het wordt in Nederland de droogste maand maart sinds het begin van de metingen, ruim 100 jaar geleden. In een groot deel van het land viel niet meer dan 5 mm regen, terwijl ca 60 mm het langjarig gemiddelde is. Het vorige record stond op naam van 1929, toen viel er met 7 mm net iets meer. In de stroomgebieden was het al niet anders: met voor de Maas niet meer dan zo'n 5 tot 10 mm regen en in het grootste deel van het stroomgebied van de Rijn was het niet heel anders. Alleen in het uiterste zuiden van Duitsland en de Alpen viel nog zo’n 30 tot 40 mm regen, maar voor die gebieden is dat ook maar zo’n 25% van wat er normaal valt in maart.
De komende 10 tot 14 dagen houdt het droge weer nog aan. Een nieuw hogedrukgebied is vanaf de Atlantische Oceaan naar het Verenigd Koninkrijk getrokken en beweegt de komende paar dagen verder, over onze omgeving naar Scandinavië. Daar blijft het liggen tot het eind van de week om daarna eerst wat naar het noordwesten de Atlantische Oceaan op te schuiven om vervolgens waarschijnlijk weer terug af te zakken naar onze omgeving.
Pas vanaf het weekend van 12 & 13 april verwachten de weermodellen dat het hogedrukgebied langzaam uit onze omgeving verdwijnt, waarmee de weg vrij zou kunnen komen voor lagedrukgebieden om dichterbij te komen. Dat is echter nog zo ver vooruit in de tijd, dat nog onzeker is of die weersomslag er wel gaat komen. Eerder zagen we namelijk ook dat telkens toch weer nieuwe hogedrukgebieden het van hun voorgangers overnamen. We zullen tot volgend weekend moeten wachten voordat er wat meer zekerheid is of dit werkelijk uit gaat komen.
Rijn daalt komende twee weken verder naar ca 7,4 m NAP (1.050 m3/s) rond 10/4
Sinds vorig weekend is de Rijn zo'n 10 cm gedaald. Dat het niet meer is, had de rivier te danken aan een klein beetje extra water dat vanuit Zuid-Duitsland werd aangevoerd en dit zorgde tweemaal voor een kleine oplevering. De afvoer daalde deze week van ongeveer 1375 m3/s naar circa 1300 m3/s, wat erg weinig is voor de tijd van het jaar, want 2600 m3/s is het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar.
De komende week verloopt vrijwel helemaal droog in het stroomgebied, want alleen in het uiterste oosten van Zwitserland wordt wat neerslag verwacht, maar dat heeft nauwelijks invloed op de waterstanden in de Rijn. De komende week hoeft de Rijn dan ook niet op extra water te rekenen, zelfs niet op kleine hoeveelheden, en daarom zal de waterstand de komende week wat sneller dalen dan in de voorafgaande week.
Gemiddeld zakt de stand iedere dag zo'n 5 cm en ik verwacht dat op 1/4 de 7,8 m NAP wordt onderschreden, op 3/4 de 7,7 m NAP en op 6/4 de 7,6 m NAP. De afvoer is dan op ca 1.150 m3/s uitgekomen. Omdat het droge weer ook na het volgend weekend nog aanhoudt zal de waterstand verder blijven dalen, maar waarschijnlijk wel weer wat langzamer. In het begin van de week na het volgend weekend wordt dan de 7,5 m NAP bereikt en de kans is groot dat later in die week de 7,4 m NAP wordt aangetikt, bij een afvoer van 1.050 m3/s.
Pas in weekend van 12/13 april wordt voor het eerst weer regen verwacht in het stroomgebied en voordat het water daarvan ons bereikt is het niet uitgesloten dat de Rijn de 1.000 m3/s bereikt. In april is dat pas twee keer eerder gebeurd: in 1921 en in 1976. 1921 was sowieso een zeer uitzonderlijk jaar; toen daalde afvoer van medio maart tot eind mei gedurende 70 dagen tot onder de 1.000 m3/s.
In de laatste 20 jaar waren er ook vrij veel droge aprilmaanden, maar daalde de afvoer meestal niet verder dan tot ca. 1200 m3/s in deze maand. Alleen 2011 daalde nog wat verder met een laagste waarde van 1.075 m3/s. De kans is groot dat we daar dit jaar onder gaan komen want op dit moment bedraagt de afvoer nog maar 1.300 m3/s en staan ons nog zeker 10 en misschien wel 15 droge dagen te wachten. Of het inderdaad zo lang droog blijft is nog geen zekerheid, want de weersverwachting voor zover vooruit kan op deze termijn nog wel wijzigen. Maar de kans daarop lijkt voorlopig erg klein
Maasafvoer daalt langzaam verder naar ca 110 m3/s
De afvoer bij Maastricht is de afgelopen week heel langzaam gedaald van ongeveer 160 m3/s naar 140 m3/s. Er viel de hele week zo goed als geen regen en de langzame daling heeft de Maas te danken aan het feit dat er nog best veel water in het stroomgebied aanwezig is. Het hele vorige jaar verliep erg nat in het stroomgebied en pas vanaf februari zette de huidige droogte in en is de afvoer gaan dalen.
Bij de Maas neemt de daalsnelheid tijdens zo’n lange daling gestaag af: in de eerste week van maart was dat nog ongeveer 100 m3/s (van 340 naar 240), in de tweede week 50 m3/s (van 240 naar 190), in de derde week ca 30 en deze week dus 20 m3/s. Regen wordt de komende 10 tot 15 dagen niet verwacht en de daling zal daarom doorgaan, maar met een nog wat langzamer tempo: met ongeveer 15 - 20 m3/s in de komende week naar ca.125 m3/s en nogmaals 10 tot 15 m3/s in de week daarna. Dat betekent dat de afvoer in het weekend van 12/13 april rond 110 m3/s zal zijn uitgekomen.
Dat zou erg laag zijn voor de tijd van het jaar; maar 8 keer eerder daalde de afvoer medio april tot deze waarde. De laagte afvoer in deze tijd van het jaar werd gemeten in 1921 en 1976 toen de afvoer tot ca 85 m3/s was gezakt. Of de afvoer vanaf half april weer gaat stijgen is nu nog niet te zeggen. De weermodellen geven dat wel aan, maar het is nog onzeker of dat uit gaat komen.
Water Inzicht
Terugblik op de maand maart in Rijn en Maas
De gemiddelde afvoer van de Rijn in maart bedroeg 1.525 m3/s; dat is ca 60% van het langjarig gemiddelde in maart. In de ranglijst van alle (125) maart maanden komt 2025 daarmee op de 13e plaats en we moeten 30 jaar terug voor een maart-maand met een nog lagere afvoer. Dat was in 1996 met 1.390 m3/s.
De allerdroogste maart maand was 1972 met een gemiddelde afvoer van 910 m3/s. In dat jaar waren ook januari en februari zeer droog waardoor de Rijnafvoeren toen al veel lager waren en maart daarop voort ging. Dit jaar bedroeg de afvoer in februari nog circa 90% van het langjarig gemiddelde en in januari zelfs 125%. Het is dan ook aan het vrij natte begin van de winter te danken dat de afvoer van veel zijrivieren van de Rijn, na een maand met bijna geen regen, toch nog een niet al te laag niveau heeft bereikt. Als de winter minder nat was verlopen, zou de afvoer nu al (veel) verder zijn gedaald en zou ook de 1000 m3/s al eerder zijn onderschreden.
Bij de Maas is de situatie niet heel anders. De gemiddelde afvoer bedroeg bij Monsin (net bovenstrooms van Maastricht) ca. 220 m3/s, wat ca 55% is van het langjarig gemiddelde. Op de ranglijst van maart-maanden komt deze maand op de 16e plaats, net achter 2022 dat een 5 m3/s lagere afvoer had. Verder vinden we iets hogerop in de reeks ook nog het recente jaar 2011, toen de afvoer bij gemiddeld 185 m3/s bleef steken. Het meest uitzonderlijke jaar bij de Maas is 1921 toen de gemiddelde afvoer in maart niet boven de 127 m3/s uitkwam.
Beetje regen maar te weinig voor een stijging van de waterstanden
De hogedrukgebieden blijven elkaar opvolgen en in de tussentijd dat het ene hoog wegtrekt en het volgende zich aandient, zijn er alleen maar zwakke lagedrukgebieden die wat neerslag brengen, maar onvoldoende om de rivieren te laten stijgen. Na een droge maand maart, gaat ook april droog van start en het ziet er naar uit dat het droge weer nog wel even kan aanhouden en de waterstanden op een laag niveau blijven. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek water inzicht ga ik nog wat verder in op droogte in maart en of dat al iets zegt over de rest van het voorjaar.
Water van de week
Hogedrukgebieden zorgen voor langdurig droog weer
Gedurende de afgelopen week zorgde een hogedrukgebied voor zonnig weer, eerst met een koele noordenwind en later, toen kern van het hogedrukgebied oostelijk van ons lag, voor een warme zuidelijke wind. In de tweede helft van de week was ten westen van Frankrijk een lagedrukgebied aangekomen, dat tijdens het weekend ten zuiden van Nederland langs naar het oosten trok.
In Frankrijk had het nog wel aardig wat regen gebracht, maar onderweg zwakte het weersysteem af en bleef het boven de stroomgebieden van Maas en Rijn bij slechts enkele buien. Deze hadden en hebben soms al een licht zomers tintje, zodat er plaatselijk al wel aardig wat regen kon vallen. Ook morgen kunnen er nog enkele buien ontstaan maar daarna komen we onder invloed van een uitloper van het Azoren-hogedrukgebied en wordt het weer enkele dagen droog.
De kern van dit nieuwe hogedrukgebied ligt eerst net ten zuiden van Nederland zodat we hier met een zwakke westelijke luchtstroming te maken hebben. Fronten van lagedrukgebieden, die ver ten noorden van ons langs naar het oosten trekken, kunnen Nederland en de stroomgebieden nog net bereiken, maar regen zal hier niet uitvallen.
Pas na het volgend weekend zou het hogedrukgebied nog wat verder naar het zuiden opschuiven waardoor frontale neerslag ons net wel kan bereiken; maar net als dit weekend blijft het waarschijnlijk bij geringe neerslag hoeveelheden. Na een paar dagen met wat neerslag is de verwachting dat begin april het Azoren-hogedrukgebied opnieuw een sterke uitloper zal vormen in onze richting en de kans is daarom groot dat ook de eerste week van april droog gaat verlopen. Of de droogte later in april ook nog aanhoudt is nu nog niet te zeggen.
Rijn daalt langzaam verder naar 7,75 m NAP
Na een mini piekje in het begin van de week met een stand van 8,6 m NAP is de Rijn weer snel gezakt naar in stand net boven de 8 m op dit moment. De afvoer is sinds donderdag onder de 1500 m3/s gezakt en bedraagt nu nog ongeveer 1350 m3/s. Dat is nog maar 60% van het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar. De afgelopen week verliep geheel droog in het stroomgebied en de daling zal daarom voorlopig nog langzaam doorgaan.
Gisteren vielen er wel enkele buien en ook vandaag kan er nog wat regen vallen. Daardoor vertraagt de daling nu wat, maar een stijging zit er niet in. Op donderdag 27/3 verwacht ik dat bij Lobith de 7,9 m NAP wordt bereikt (afvoer 1.300 m3/s) en in het komend weekend wordt de 7,8 m NAP bereikt bij een afvoer van 1.250 m3/s.
Ook in de week na het volgend weekend zet de daling zeer waarschijnlijk nog door omdat de komende week droog verloopt; zodat in het begin van die week de 7,75 m NAP kan worden bereikt. De kans is groot dat de daling ook daarna nog langzaam doorzet want voorlopig is er geen regen in het verschiet.
Maas daalt langzaam verder tot tussen de 100 en 125 m3/s
In het stroomgebied van de Maas is het ook droog en de rivier is al wekenlang aan het dalen. Al het water dat zich in het vrij natte begin van de winter in het stroomgebied had verzameld komt nu langzaam tot afvoer. De daling verloopt daarom maar heel langzaam en het verschil tussen het begin en het eind van de week in de dagelijkse afvoer bedraagt niet meer dan ongeveer 25 m3/s: 175 m3/s aan het begin van de week en 150 m3/s nu.
Afgelopen nacht zijn er een paar buien gevallen In de Ardennen en ook later vandaag en morgen kan er nog wat regen vallen kom maar daarna wordt het weer langdurig droog. Waarschijnlijk valt er onvoldoende om de afvoer wat te laten stijgen hoogstens leiden tot een korte stabilisatie.
Vanaf dinsdag zal de langzame daling dan weer doorgaan en ook deze waar ik kunnen verwachten dat er ongeveer 25 m3/s van de afvoer af gaat. Mogelijk dat er rond die maandwissel weer wat regen valt maar het ziet er naar uit dat ook de eerste week van april weer droog gaat verlopen en de kans is daarom groot dat de Maas in die periode verder daalt naar ongeveer 100 m3/s. Een stijging zit er voorlopig niet in.
Water Inzicht
Een droge maand maart, wat zegt dat over april
Gemiddeld valt in maart iets minder dan 60 mm neerslag In Nederland. Daarmee is het een vrij droge maand, want in de meeste maanden valt gemiddeld zo’n 70 tot 90 mm neerslag. Alleen april is nog droger met 42 mm en de maand mei is vergelijkbaar met maart. De 3 voorjaarsmaanden zijn dus de droogste maanden van het jaar en samen leveren ze circa 165 mm neerslag. Veel minder dan de andere 3 seizoenen die ieder tussen de 230 en 240 mm regen brengen.
Dit jaar gaat maart waarschijnlijk niet meer dan 10 tot 15 mm neerslag brengen en daarmee zou het een van de droogste maart-maanden worden sinds het begin van de metingen in de Bilt in 1906. De droogste maartmaand tot nu toe was 1929 met slechts 7 mm regen en het is zelfs nog mogelijk dat dit jaar droger eindigt, want tot nu toe is er nog maar 0,3 mm regen gevallen in De Bilt. De verwachting is echter dat er nog wel wat gaat vallen, maar zeer waarschijnlijk niet meer dan ca. 10 mm, zodat deze maand in de top 5 van droge maanden gaat eindigen.
In de tabel hieronder is van alle maart- en april-maanden het percentage aangegeven van de gemiddelde hoeveelheid neerslag die in deze maanden valt. Maanden met <25% van het langjarig gemiddelde zijn rood gemarkeerd en tussen de 25 en 50% oranje. Aan de natte kant zijn de maanden met 150 tot 200% lichtblauw en de maanden met >2000% donkerblauw gemarkeerd. De meer extreme maanden vinden we in de hele meetreeks, maar de laatste decennia zijn het er wel wat meer geworden, met in de laatste 45 jaar 12 extreme maanden (6 natte en 6 droge), terwijl dat er in de 75 jaar voor 1980 slechts 6 waren (2 natte en 4 droge).
Schermafbeelding 2025-03-23 om 14.36.51.png

In de hele meetreeks is het maar één keer gebeurd dat er na een erg droge maart maand ook in erg droge aprilmaand volgde; dat was in 1996, toen in maart 11 mm viel en in april 8 mm (beide vakjes zijn rood in de tabel). De voorgaande winter was toen ook al vrij droog verlopen en ook de zomer die volgde was vrij droog, zodat er zich een groot neerslagtekort opbouwde. Pas vanaf oktober 1996 schakelde het weer toen weer om op een natter scenario.
Ook in 2011 was het voorjaar droog en volgde op een vrij droge maart maand (oranje in de tabel) een zeer droge april maand (rood in de tabel) en een vrij droge meimaand, maar toen sloeg het weer om in juni en volgde een natte zomer zodat iedereen de droge voorjaarsmaanden alweer snel vergeten was.
Zoals de tabel laat zien, volgt in de meeste jaren echter op een droge maand maart een gemiddelde aprilmaand. Soms ook verloopt de opvolgende april maand zelfs vrij nat zoals recent nog in 2022. Toen viel in maart slechts 14 mm en kwam april tot ruim 60 mm. Mei en juni waren toen ook vrij nat, zodat het toch nog een aardige buffer kon worden opgebouwd, voordat juli in augustus weer wel droog verliepen.
Al vrijwel zeker is dat deze maart-maand in de tabel straks rood gemarkeerd zal worden. Hoe april als geheel gaat verlopen is nu nog niet te zeggen. De eerste week gaat zeer waarschijnlijk droog verlopen, maar vanaf 10 april kan het nog omslaan, zodat de maand uiteindelijk normaal of zelfs te te nat gaat verlopen. Wat we wel weten is dat zelfs als april gemiddeld verloopt, dat vrij weinig water zal opleveren. April is namelijk de droogste maand van het jaar en, ook als de maand gemiddeld verloopt, hoeven we niet heel veel regen te verwachten.
We mogen ons er daarom langzaamaan op gaan voorbereiden dat na een droge maart maand ook april wel eens droog zou kunnen gaan verlopen. Voorlopig is de waterbehoefte in het land nog niet zo groot en zal de droogte niet veel problemen opleveren. Daarbij speelt mee dat we uit een zeer natte periode komen en de grondwatervoorraden zijn bijna overal goed gevuld.
De binnenvaart op de Waal merkt nu al wel dat de vaardiepte gaat verminderen. Als de stand bij Lobith onder de 8,5 m (NAP) zakt, is de vaardiepte onder de Waal kleiner den 3,5 m en dat betekent dat de grotere schepen niet meer vol belanden kunnen varen. De komende tijd zakt de waterstand bij Lobith tot onder de 8 m en zal een steeds groter deel van de schepen hiermee te maken krijgen.
Ook de natuur in de uiterwaarden ondervindt binnenkort al de gevolgen van de verminderde afvoer. Veel nevengeulen, die de laatste decennia zijn aangelegd, hebben een bodemhoogte meegekregen waarbij ze bij een afvoer van ca 1.000 m3/s droog kunnen vallen. Maar omdat de bodem van de Waal door erosie is gezakt en de bodems van veel nevengeulen door sedimentatie juist wat hoger zijn komen te liggen, vallen deze geulen tegenwoordig al droog als de afvoer bij Lobith richting de 1.250 m3/s gaat. Dat niveau komt snel dichterbij en voor de vissen en andere stroom minnende organismen die in deze nevengeulen leven, breekt dan een moeilijke tijd aan.