Actuele verwachtingen waterstanden
Het water in de Nederlandse rivieren en delta is altijd in beweging. De hoeveelheid neerslag en smeltwater zorgen ervoor dat de waterstand in de rivieren stijgt of daalt en in de delta en langs de kust zijn het vooral stormen die de waterstanden bepalen. Op deze pagina met actuele verwachtingen schrijf ik iedere week onder de kop Water van de Week een prognose hoe de waterstanden zich op korte termijn ontwikkelen. Als de waterstanden in de rivieren sterk gaan stijgen en er zich een hoogwater ontwikkelt of als er een storm met hoogwater langs de kust op komst is, verschijnen de hoogwaterberichten met een hogere frequentie van eens in de 2 of 3 dagen. Naast de waterverwachtingen probeer ik ook iedere week een onderwerp wat verder uit te diepen in de rubriek Water Inzicht in het tweede deel van het wekelijkse waterbericht.
Een beetje neerslag, eerst nog dalende, later stabiele waterstanden
Na een bijna geheel droge week staat er nu wel wat neerslag op het programma ondanks een krachtig hogedrukgebied boven Scandinavië. Het is nog onduidelijk hoeveel neerslag er precies gaat vallen en welk deel als sneeuw valt en wat als regen. Voorlopig ga ik ervan uit dat er voldoende valt om de waterstanden niet verder te laten dalen, maar een sterkere stijging lijkt er voorlopig ook niet in te zitten. In het water bericht leest u de details. In de rubriek water inzicht een terugblik op de afgelopen maand januari die ondanks de langdurige droge periode toch vrij hoge afvoeren kende.
Water van de week
Een voor winterse omstandigheden bijzonder lagedrukgebied zorgt voor neerslag, hoeveel is nog onduidelijk.
Al ruim een week staat het weer in de stroomgebieden onder invloed van een krachtig hogedrukgebied. De kern ervan heeft een lange reis afgelegd: van het Verenigd Koninkrijk naar Scandinavië, daarna naar het westen van Rusland en nu weer terug naar Scandinavië. De luchtdruk in de kern bedroeg soms meer dan 1050 hPa, wat erg hoog is en het hield daarom lagedrukgebieden met regen op grote afstand.
Gewoonlijk is een zo krachtig hogedrukgebied niet zomaar verdwenen en kan het langdurig een droge, oostelijke stroming in gang houden, maar het weer heeft nu een verrassing voor ons in petto. Hogerop in de atmosfeer is boven het westen van Frankrijk een zogenaamde koude put aanwezig: een bel koudere lucht op grotere hoogte, waar we aan het aardoppervlak weinig van merken.
Terwijl aan het oppervlak als gevolg van het Scandinavische hogedrukgebied de wind uit het oosten komt, zorgt deze koude put op wat grotere hoogte voor een zuidelijke stroming van zachtere en vochtige lucht. Waar de luchtsoorten elkaar raken ontstaat neerslag en zo kan er ondanks de toch relatief hoge luchtdruk in onze omgeving neerslag gaan vallen. Boven Frankrijk, de Ardennen en het westen van Duitsland zal dit vooral regen zijn en pas boven de 500 meter sneeuw. Boven Nederland en het midden van Duitsland is de kans op sneeuw wat groter vooral als de neerslag langer aanhoudt.
Hoe dit zich allemaal verder ontwikkelt is erg onduidelijk. Dergelijke weerfenomenen doen zich in de winter maar zelden voor en omdat koudeputten niet verbonden zijn met de straalstroom is het voor de weermodellen lastig om de trekrichting te bepalen. Zo werd er eerst vanuit gegaan dat het systeem van West Frankrijk naar het Middellandse zeegebied zou trekken, maar de laatste verwachting is dat het toch noordelijker blijft en zelfs boven Nederland zou kunnen komen te liggen voordat het verder naar het (zuid)oosten trekt. Hoe lang het blijft liggen is ook lastig te voorspellen: het kan 2 dagen zijn, maar ook 5.
Ondertussen verschuift het Scandinavische hogedrukgebied wat verder naar het noorden wat ook vrij uitzonderlijk is, want meestal trekt zo’n hogedrukgebied naar het oosten of het zuiden. Nu het naar het noorden trekt, maakt dat de weg vrij voor lagedrukgebieden die vanaf de oceaan tot Midden-Europa door kunnen dringen. Zo ziet het en eruit dat het sterke hogedrukgebied toch vrij snel zijn invloed op het weer in onze omgeving kwijtraakt en we een nattere periode tegemoet kunnen zien.
De meeste neerslag zou dan ten zuiden van ons land gaan vallen, met vooral in de Alpen een flink pak verse sneeuw. Maar het blijft allemaal nog erg onzeker hoe het zich de komende dagen precies gaat ontwikkelen; een langere droge periode lijkt er echter niet meer in te zitten, maar hoeveel neerslag er precies gaat vallen en op welke hoogte de sneeuwgrens komt te liggen is op dit moment moeilijk te zeggen. We zullen van dag tot dag moeten kijken hoe het weer zich ontwikkelt.
Rijn daalt nog iets, op termijn stabiel en daarna licht stijgend
Na het kleine golfje is de Rijn de hele week gedaald onder invloed van het droge weer. Het stroomgebied is weer grotendeels leeggestroomd en de waterstanden In de meeste zijrivieren zijn weer gezakt tot voor de winter gemiddelde tot iets te lage niveaus. Op grond van de hoeveelheid water die nog onderweg is, verwacht ik dat de waterstand nog iets verder daalt tot ongeveer 9 m (NAP) op donderdag 13/2.
De afvoer zal dan gedaald zijn tot iets onder de 2000 m3/s. Dat is wat aan de lage kant voor deze tijd van het jaar want het langjarig gemiddelde bedraagt ongeveer 2.900 m3/s. Het is echter niet ongewoon dat ook in de winter, als het een week of twee tot drie droog is geweest, de afvoer daalt tot rond of onder de 2000 m3/s. Zelfs de 1500 m3/s wordt nog regelmatig onderschreden in de winter.
De kans op lage afvoeren is door klimaatverandering echter wel aan het afnemen. Nu een steeds groter deel van de neerslag in de winter in het stroomgebied als regen valt, wordt minder water in het stroomgebied als sneeuw opgeslagen en komt meer direct beschikbaar voor de rivier. Het zorgt voor hogere gemiddelde afvoeren een kleinere kans dat de afvoer ver uitzakt. Perioden van laagwater die in de winter vroeger vrij vaak voorkwamen komen nu vrijwel niet meer voor.
Ondanks de dominantie van de hogedrukgebieden de afgelopen maanden is er toch voldoende regen gevallen om ook dit jaar de Rijn op een relatief hoog niveau te houden. De laagste afvoer tot nu toe deze winter nog op ongeveer 2100 m3/s. Daar gaan we de komende week waarschijnlijk onder komen, als de afvoer naar verwachting tot ongeveer 1950 m3/s gaat zakken. Maar onder de invloed van de neerslag die vanaf dinsdag in het stroomgebied gaat vallen, verwacht ik aan het eind van de week weer een kleine opleving van de waterstanden.
In het weekend kan de waterstand dan weer stijgen tot ongeveer 9,3 m (NAP) bij een afvoer van ongeveer 2250 m3/s. In het zuiden van Duitsland en Zwitserland gaat naar verwachting nog wat meer neerslag vallen aan het eind van de week en dat kan in het begin van de week na het komend weekend voor een nog wat verdere stijging van de waterstand zorgen naar ca 9,75 m +/- 25 cm (NAP) in het midden van die week. De afvoer is dan weer gestegen tot ca 2.500 m3/s.
Deze verwachting is trouwens nog onzeker omdat nog onduidelijk is wat de koudeput, hogerop in de atmosfeer, dat nu boven Noord-Frankrijk ligt, de komende precies gaat doen. Het zou kunnen dat het nog wat activeert en vorm nog wat meer neerslag gaat zorgen, maar ik verwacht niet dat de 10 m (NAP) bij Lobith voorlopig weer bereikt gaat worden. Een verdere daling tot onder de 2000 m3/s lijkt er voorlopig echter ook niet in te zitten.
Maas daalt langzaam verder na circa 250 m3/s
Door het droge weer van de afgelopen week is ook de Maas snel gedaald van boven de 1000 m3/s aan het begin van de week naar iets minder dan 400 m3/s op dit moment. Het lagedrukgebied boven Noord-Frankrijk zorgt nu voor wat lichte neerslag In de Ardennen, maar de hoeveelheden zijn te klein om de Maas opnieuw te laten stijgen.
De komende dagen blijven er neerslaggebieden in de buurt maar zoals het er nu naar uitziet valt de meeste neerslag ten zuiden van de Ardennen en hoeft de Maas voorlopig niet op veel regen te rekenen. Dit kan natuurlijk nog veranderen omdat de verwachting voor de komende dagen vrij onzeker is. Maar als de hoeveelheden neerslag beperkt blijven dan zal de afvoer langzaam verder blijven dalen.
In de loop van de week gaat er dagelijks wat van de afvoer af om over een week zo rond de 250 m3/s te zijn uitgekomen. Dat is vrij laag want het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar bedraagt 450 m3/s, maar net als bij de Rijn is het niet ongebruikelijk dat in de winter de afvoer soms even naar 250 m3/s daalt of zelfs nog lager.
Water inzicht
Hoge maandgemiddelden in januari in de Rijn en vooral de Maas
Ondanks de hogedrukgebieden die soms meer dan 10 dagen lang het weer bepaalden, viel er in januari toch voldoende neerslag om zowel in de Rijn als de Maas een hoge gemiddelde maandafvoer te veroorzaken. In het begin van de maand ging het om een regengebied dat gecombineerd met sneeuwsmelt tot hoge afvoeren leidde. In de Maas trad zelfs een vrij hoge piek op van bijna 2000 m3/s, een waarde die maar eens in de ca 5 jaar optreedt. Na een droge periode van bijna 2 weken was er in de laatste week van de maand nogmaals een hoogwater, maar deze werd alleen door regen veroorzaakt en bleef een flink stuk lager.
De twee golven in een maand zorgden voor relatief hoge maandgemiddelden: de Rijn kwam uit op ca 3.500 m3/s, 20% hoger dan het langjarig gemiddelde; de Maas steeg tot bijna 900 m3/s, wat bijna 60% boven het langjarig gemiddelde ligt. Het stroomgebied van de Maas ontving ook relatief meer neerslag dat dat van de Rijn, omdat de neerslaghoeveelheden in oostelijke richting boven Europa snel afnamen.
Met een afvoer van bijna 900 m3/s staat deze januari bij de Maas met een 9e plaats ook hoog in de ranglijst van alle januari maanden, terwijl de Rijn op ongeveer de 30e plek staat. Het laat goed zien dat de Rijn het met minder water moest doen dan de Maas.
Als we de hele meetreeks van de beide rivieren opmaken (zie grafieken hierna) dan zien we bij beide een vergelijkbaar patroon: er is sprake van een licht stijgende trend, maar het 30-jarig gemiddelde is al enige tijd weinig meer veranderd. Wat verder opvalt dat er halverwege de meetreeks veel jaren waren met een relatief lage maandafvoer en in die tijd daalde het 30-jarig gemiddelde ook naar een lager niveau. Dit is de periode in het midden van de vorige eeuw met veel koud winterweer.
Schermafbeelding 2025-02-09 om 13.55.39.png

Schermafbeelding 2025-02-09 om 14.02.24.png

Als er in die jaren neerslag viel, was dat vaak sneeuw en die bleef dan vaak zo lang liggen dat de afvoer niet aan januari ten geode kwam maar aan februari en soms pas aan maart. Tegenwoordig is dat anders en komt de meeste neerslag die in het stroomgebied valt ook meteen aan de maand zelf ten goede. Het keerpunt is deze ontwikkeling is ongeveer geweest aan het eind van de 80-er jaren; dat de winters relatief zo warm werden dat er weinig sneeuw meer wekenlang bleef liggen in het stroomgebied.
Het gaat dan vooral om de sneeuw in de gebieden die wat hoger liggen, zeg boven de 200 meter. Door het stijgen van de gemiddelde januari-temperatuur met ruim 2 graden komt een hoogte van 200 m rond 1980 overeen met ca 450 m op dit moment en in oppervlakte van het stroomgebied maakt dat heel veel uit.
De verwachting is dat de gemiddelde temperatuur in de winter voorlopig nog verder blijf stijgen en op grond van waar de klimaatmodellen vanuit gaan zou er nog zo’n 2 graden bij kunnen komen. Dat betekent dat de kans op een sneeuwdek en zeker een langdurig sneeuwdek steeds kleiner wordt. Ook zal het steeds zeldzamer worden dat er dan nog winters komen dat de sneeuw die in de ene maand valt pas in de volgende maand zal smelten.
Lange tijd droog en sterk dalende waterstanden
Na een drietal depressies die flink wat regen brachten en kleine hoogwatergolven in de rivieren, domineren de komende 10 dagen weer de hogedrukgebieden en blijft het langdurig droog. De waterstanden in Rijn en Maas gaan daardoor flink dalen tot waarden onder het langjarig gemiddelde. Een nieuwe stijging is voorlopig niet in het verschiet. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek water inzicht een overzicht van 125 jaar hoogwaterstanden in de Rijn en hoe de trends daarin in de loop der tijd aan verandering onderhevig zijn.
Water van de week
Hoge druk neemt het heft weer in handen.
Drie lagedrukgebieden (Éowin, Hermina en Ivo) vulden het neerslagtotaal van januari nog wat verder aan, zodat het bijna overal in Nederland een te natte maand werd. Niet zo nat als januari in de vorige twee jaren, maar voldoende om de grondwaterstanden op een hoog niveau te houden. Februari tapt voorlopig uit een heel ander vaatje en de eerste 10 mogelijk zelfs 14 dagen gaat er geen tot weinig regen vallen.
Ook in de stroomgebieden viel aardig wat neerslag, waarbij het stroomgebied van de Maas het meeste water te verwerken kreeg. Bij Maastricht steeg de afvoer tot ca. 1200 m3/s; een waarde die in een jaar gemiddeld op 5 dagen wordt bereikt. Daarna bleef de afvoer nog gedurende 6 dagen boven de 1000 m3/s schommelen. De Rijn bereikte afgelopen nacht de hoogste waarde met een stand van 11,5 m (NAP), bij een afvoer van iets onder de 4.000 m3/s. Een afvoer die in een jaar gemiddeld op bijna 30 dagen wordt bereikt, wat laat zien dat de Rijn het met minder neerslag moest doen. De Rijn zakt nu ook weer snel.
Dat de lagedrukgebieden vanaf dat Atlantische Oceaan niet makkelijk naar het oosten doordringen, waardoor de Maas relatief meer water te verwerken krijgt, is een patroon dat we al de hele winter zien. Hat wordt veroorzaakt door hogedrukgebieden die boven het oosten van Europa steeds langs stand houden.
Sinds eind november zijn het vooral hogedrukgebieden die het weer in een groot deel van Europa bepalen. Als de kern van de hoge druk dan wat verder naar het oosten verschuift, lukt het de lagedrukgebieden wel om het westen van Europa te bereiken en daar regen (en hogerop sneeuw) te brengen. Maar al na een dag of 5 à 6 neemt de invloed van de hoge druk weer toe en verdwijnen de lagedrukgebieden weer uit het weerbeeld. Dit patroon is met een opvallende regelmaat al een keer of vijf opgetreden en duurt steeds zo’n 2 weken. Voorlopig houdt het ook nog aan.
Inmiddels heeft het hogedrukgebied zich namelijk sinds vrijdag weer tot over onze omgeving uitgebreid en is het overal droog geworden. De komende dagen schuift de kern wat naar het oosten, maar voordat het zover is weggetrokken dat de invloed bij ons kan verminderen, vormt zich boven de Britse eilanden alweer een nieuwe kern die daar een aantal dagen bleef liggen. Ook dit hogedrukgebied schuift naar het oosten, maar het houdt nog wel een uitloper over onze omgeving, waar vanaf het weekend boven de Britse eilanden waarschijnlijk weer een nieuwe kern in ontstaat. Deze trekt volgens de huidige verwachtingen naar Scandinavië.
Het ziet er naar uit dat dit bastion van hoge druk wel tot half februari kan blijven liggen en al die tijd houdt het lagedruk gebieden en neerslag bij ons op afstand. Alleen in de perioden dat een hogedrukgebied het stokje overneemt van het ander kan mogelijk een beetje neerslag tot boven de stroomgebieden doordringen; maar dat gaat dan om niet meer dan enkele millimeters die geen invloed gaan hebben op de rivierafvoeren.
Volgens de laatste verwachtingen zal het pas vanaf 13 of 14 februari een lagedrukgebied lukken om vanuit het zuidwesten invloed te krijgen op het weer in onze omgeving. Maar dat is nog zo ver weg dat de kans groot is dat deze verwachting nog wel een paar keer bijgesteld zou moeten worden. Dat hoeft trouwens niet te betekenen dat het hogedrukgebied het nog langer uit gaat houden, want het zou ook kunnen dat het toch al iets eerder verzwakt en dan zullen lagedrukgebieden ook sneller dichterbij komen.
Rijn zet snelle daling in; mogelijk tot 9 m NAP rond half februari.
Afgelopen nacht bereikte de Rijn bij Lobith zijn hoogste stand, iets onder de 11,5 m NAP, en inmiddels is de daling ingezet. De komende dagen gaat er van dag tot dag zo'n 25 tot 30 cm van de stand af en aan het eind van de week op vrijdag of zaterdag wordt waarschijnlijk de 10 m NAP alweer onderschreden. De afvoer die tijdens de piek ongeveer 3960 m3/s bedroeg, zal dan weer tot ongeveer 2700 m3/s zijn gezakt.
In het weekend en de dagen daarna zet de daling zich voort, eerst nog met ongeveer 25 cm per dag maar na het weekend afnemend tot zo'n 10 à 15 cm per dag. Omdat er tot 10 februari nauwelijks neerslag wordt verwacht, zal de daling zich waarschijnlijk voortzetten tot mogelijk 13 of 14 februari met tegen die tijd in stand liet tot onder de 9 m is gezakt en de afvoer zal dan weer tot onder de 2000 m3/s zijn gedaald.
Op dit moment is er nog weinig te zeggen over wat er daarna gebeurt maar mocht er inderdaad vanaf 13 of 14 februari weer regen gaan vallen in het stroomgebied dan zal de stand pas weer gaan stijgen vanaf 15 februari; maar dat is nu nog zover vooruit, dat hier nog met weinig zekerheid iets over is te zeggen.
Maas daalt snel. In de loop van de week weer onder de 400 m3/s.
Na een week met flink wat regen in de Ardennen en een afvoer die 6 dagen lang boven de 1.000 m3/s bleef is het vanaf 31 januari droog geworden in het stroomgebied. Al in de loop van die dag daalde de afvoer bij Maastricht weer tot onder de 1000 m3/s. Sindsdien is de afvoer dagelijks met zo'n 150 tot 200 m3/s gedaald en inmiddels is de 750 m3/s alweer bereikt. De daling zet zich voorlopig voort, al zal het gaandeweg wel wat langzamer gaan.
Op 4 of 5 februari verwacht ik dat de 500 m3/s wordt onderschreden en later in de week de 400. Na het komend weekend komt de afvoer dan waarschijnlijk in de buurt van de 300 m3/s en omdat het ook in het stroomgebied van de Maas tot na 10 februari droog blijft is de kans groot dat rond 12 februari of nog iets later de 300 en misschien de 250 m3/s wordt bereikt. Als het hogedrukgebied het inderdaad zo lang volhoudt als nu verwacht dan hoeven we pas vanaf 14 of 15 februari voor het eerst weer op neerslag en een stijgende afvoer te rekenen; maar dat is nog zo ver vooruit dat er nog weinig zekerheid over is.
Water Inzicht
Wat vertellen de trendlijnen van de hoogste Rijnafvoeren ons?
Vorige week was het 30 jaar geleden dat in de Rijn extreme waterstanden werden opgetekend. Het was het op één na hoogste hoogwater sinds het begin van de metingen; alleen in 1926 was de waterstand nog hoger geweest. De dijken hielden het op een aantal trajecten in de Betuwe maar net en de bewoners van een groot deel van het Rivierenland moesten evacueren omdat hun veiligheid niet gegarandeerd kon worden.
Er waren aan het eind van de vorige eeuw vaker grote hoogwaters en ook in 1988 en 1993 steeg de afvoer tot boven de 10.000 m3/s en er waren ook meerdere hoogwaters van boven de 9.000 m3/s. Toen aan het eind van die eeuw de balans werd opgemaakt over 100 jaar hoogwaterstanden was er daarom ook een duidelijke trend zichtbaar naar steeds hogere hoogwater afvoeren. De volgende grafiek van de hoogwaterafvoeren van 1901 t/m 2000 laat die opgaande trend (zwarte lijn) duidelijk zien.
Schermafbeelding 2025-02-02 om 15.05.19.png

Ook de meerjarige gemiddelden (in de grafiek zijn die van 12 en 30 jaar afgebeeld) lieten eind vorige eeuw een duidelijke opgaande lijn zien en beide waren hoger dan ze ooit eerder in de meetreeks waren geweest. Mede op grond van deze duidelijke trends was het duidelijk dat het nodig was om de hoogwaterbescherming in Nederland een flinke impuls te geven.
Allereerst werd er veel achterstallig onderhoud verricht, want veel dijken waren lang niet op orde en de reden dat ze bijna doorbraken was niet omdat de afvoer zo extreem hoog was, maar vooral omdat bijna 1000 km rivierdijk in die tijd niet aan de norm voldeed. In een paar jaar tijd werd het zgn Deltaprogramma Grote Rivieren uitgerold, om de dijken overal weer aan de norm te laten voldoen en op veel plaatsen betekende dat een hogere en vooral veel sterkere dijk.
Vanwege de stijgende waterstanden en de oplopende trends beseften we ons dat de Rijn in de toekomst nog wel eens meer water zou kunnen gaan afvoeren dan waar we tot dan toe rekening mee hielden en daarom werd het programma Ruimte voor de Rivier ontwikkeld om de rivieren meer ruimte te geven. Dankzij die ruimte past er nu ca 10% meer water in het winterbed van de rivieren en hoefden de dijken, op veel plaatsen, niet nog een keer opgehoogd te worden.
Inmiddels is ook het programma Ruimte voor de Rivier alweer zo'n 10 jaar achter de rug en als er nu een hoog water zou komen zoals in 1995 zou dat waarschijnlijk geen enkel probleem zijn. Als alles werkt zoals we berekend hebben, past er zelfs 25% méér water in de rivieren, dan in 1995. Deze extra waterveiligheidsmaatregelen betekenen echter niet dat de vrees voor hogere waterstanden er door is weggenomen en ondertussen zijn we op veel plaatsen de dijken verder gaan versterken.
Daarbij wordt vaak de klimaatverandering als aanleiding genoemd, maar dat is niet helemaal terecht. De waterstanden in de Rijn vertellen ons namelijk een ander verhaal. Als we nu, net als in het jaar 2000, terugkijken op 100 jaar rivierafvoeren (dat is dan de periode vanaf 1925 tot nu) dan zien we dat de trendlijn over die periode weer helemaal terug is gezakt naar een vlakke lijn.
Schermafbeelding 2025-02-02 om 15.05.36.png

De reden hiervoor is dat er na het jaar 2000 vrijwel geen heel hoge rivierafvoeren meer zijn geweest. In 2003 was er nog éénmaal een hoogwater boven de 9000 m3/s en in 2011 van iets meer dan 8000 m3/s, maar daar bleef het bij wat de zeer hoge afvoeren betreft. Dit laten ook de 12- en 30-jarig gemiddelden goed zien, die weer naar een niveau van voor het eind van de vorige eeuw zijn gezakt. De trendlijn is ook gezakt naar een vlakke lijn en van een stijging is geen sprake meer. Als we ons nu voor de hoogwaterbescherming op 100 jaar rivierenafvoeren zouden baseren, zou de rivier zelf geen aanleiding geven voor nog een schepje erbovenop.
Nu hebben we inmiddels een langere meetreeks beschikbaar dan 100 jaar maar ook als we naar de meetreeks kijken over 125 jaar (zie volgende grafiek) dan blijkt de trendlijn inmiddels toch flink ingezakt te zijn en nog maar heel weinig op te lopen. Het gaat er steeds meer naar uitzien dat de vele hoogwaters aan we het eind van de vorige eeuw niet zozeer het gevolg waren van klimaatverandering maar meer een periodieke opleving zoals die er ook eerder in de meetreeks wel eens is geweest.
Schermafbeelding 2025-02-02 om 15.05.52.png

Dit wil overigens niet zeggen dat klimaatverandering geen invloed heeft op de Rijnafvoeren want het is wel degelijk natter geworden in de winter en dat zien we bijvoorbeeld ook terug in de gemiddelde afvoer van de Rijn die vooral in de maanden januari en nog meer in februari is gestegen. Bij de hoogste afvoeren zien we die toename echter niet terug, maar het zou goed kunnen dat juist het ontbreken van hoge afvoeren toch ook met klimaatverandering te maken heeft.
Want inmiddels is het dankzij de klimaatverandering zo'n 2 tot 2,5 graad warmer in de winter en dat betekent dat er veel minder vaak sneeuw valt én ligt in het stroomgebied. Het is juist het smeltwater vanuit de Middelgebergten in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk dat in de winter tijdens neerslagrijke perioden voor een extra hoeveelheid water kan zorgen; wat nu dus ontbreekt.
Met het minder worden van het aandeel smeltwater moet een hoogwater tegenwoordig helemaal uit regenwater worden opgebouwd. De kans dat er dan zoveel regen valt dat het tot een extreme afvoer leidt zoals in 1995 is daardoor, ondanks de klimaatverandering, kleiner geworden dan de kans die er in het verleden was op veel water toen regen en smeltwater nog samen optrokken.
Update 30 januari
Vanwege het natte weer van de afgelopen dagen hebben zich kleine hoogwaters ontwikkeld in de rivieren. De Maas bereikte enkele dagen terug al de hoogste afvoer van ca 1.200 m3 en schommelt sindsdien tussen 1000 en 1100 m3/s. De Rijn stijgt de komende dagen nog ca 50 cm en bereikt rond 2 februari de hoogste stand bij Lobith.
Maas
Vandaag de laatste dag met regen, maar de hoeveelheden in de Ardennen vallen mee; dus geen verdere stijging op komst in de Maas. Zijbeken in de Ardennen zijn nu stabiel of dalen al licht. De Maas bij Maastricht blijft ook vandaag nog schommelen tussen 1000 - 1100 m3/s. Omdat het vandaag later in de dag droog wordt, zal de afvoer morgen in loop vd dag weer onder 1000 m3/s dalen. Die daling zet daarna langdurige door tot 500 m3/s of lager rond 10/2. Pas na die datum is er weer kans op wat neerslag voor zover de modellen dat nu berekenen.
Rijn
De regen die vandaag over West-Europa trekt bereikt het stroomgebied van de Rijn niet of nauwelijks. Veel extra water komt er vandaag en morgen niet meer bij en de kleine golf die onderweg is, zal daarom niet verder meer aangroeien. Die golf wordt opgebouwd uit een golf uit de Moezel die nu al over zijn hoogtepunt heen is en de komende dagen minder water naar de Midden-Rijn aanvoert en een golf uit de Bovenrijn die de komende twee dagen nog voor extra water gaat zorgen ter hoogte van Koblenz.
Samen levert dat een golfje op dat morgen bij Koblenz de hoogste stand bereikt en dan 2 dagen later op 2 februari bij Lobith de hoogste stand bereikt. Ik verwacht daar nu een stand van ca 11,5 m (NAP); waarschijnlijk blijft het er iets onder. De stand heeft nu de 11 m bereikt, dus daar komt de komende dagen nog ca 50 cm bij. De afvoer daarbij bedraagt iets minder dan 4.000 m3/s. De golf 2 weken beleden kwam tot 13,5 m en een afvoer van 6.200 m3/s.
De komende 10 dagen wordt ons weer bepaald door ene sterk hogedrukgebied en regengebieden blijven dan op grote afstand. Na 2 februari gaat de stand daarom weer 10 dagen dalen en rond 8 of 9/2 verwacht ik dat de stand weer onder de 10 m zakt.
Korte update
Maas
Maas is na het piekje van 1.200 m3/s op zondag gisteren en vannacht gezakt naar ca 1000 m3/s op dit moment. Later vandaag volgt een beperkte stijging vanwege regen gisteren in de Ardennen, maar niet boven 1.100 m3/s en morgen weer wat dalend. Woensdag en donderdag nog wat regen in de Ardennen, maar zoals het er nu naar uitziet niet meer dan 10 mm op een dag. Onvoldoende voor een verdere stijging, maar afvoer blijft nog wel even schommelen rond 1.000 m3/s. Vanaf vr 31/1 langere tijd dalend., mogelijk tot rond 10/2, naar een afvoer van dan weer ca 500 m3/s.
Rijn
Rijn stijgt volgens de eerdere verwachting eerst naar ca 10,8 m (NAP) aan eind vd week. Maar daarna loopt het toch wat anders want in Zuid-Duitsland en Zwitserland viel gisteren en vandaag flink wat regen. Dat zorgt vanaf het weekend voor een verdere stijging naar ca 11,5 tot 11,7m (NAP) rond 3/2. Daarna onder invloed van een hogedrukgebied langere tijd droog en dalend naar onder de 10m vanaf 7 of 8/2.
Een paar natte dagen en stijgende waterstanden, later in de week weer droog
Sinds donderdag is een nieuwe natte periode aangebroken die tot ongeveer halverwege deze week duurt. Na een daling van een dag of 10 zijn Rijn en Maas daardoor weer gaan stijgen en de Maas steeg vandaag al weer tot een vrij hoge 1.200 m3/s; de Rijn volgt wat later. Er valt deze keer minder regen dan tijdens de vorige neerslagperiode en er is dit maal ook geen smeltwater; de waterstanden blijven daarom lager dan 2 weken geleden. In het waterbericht leest u de details.
De rubriek water inzicht ontbreekt deze week, wel een verwijzing naar twee eerder berichten die ik 5 jaar geleden schreef nav het hoogwater van 1995. Dat zorgde deze week precies 30 jaar geleden voor veel overlast in het rivierengebied en werd later een belangrijke mijlpaal voor het moderne waterbeheer van Nederland.
Water van de week.
Een kort nat intermezzo onder invloed van lagedrukgebieden; op termijn weer hoge druk en droog.
De winter laat al sinds begin december een opvallend patroon zien met perioden van een dag of 5 à 6 waarin enkele lagedrukgebieden overtrekken, gevolgd door een periode van ongeveer 10 tot 12 dagen met een sterk hogedrukgebied. Tijdens de passage van de lagedrukgebieden valt er flink wat regen; wat dan hoogwatergolven oplevert in de Rijn en de Maas.
Zo was het nat van 5 t/m 8/12, van 19 t/m 23/12 en van 2 t/m 9/1 waarna er golfjes volgden in de Rijn met een pieken op respectievelijk 12 en 27 december en 13 januari en in de Maas steeds een dag of 3 eerder. Bij de hogedrukgebieden viel op dat ze steeds dicht in de buurt van Nederland lagen, waardoor het hier heel rustig en vaak mistig weer was. Deze hogedrukgebieden schoven steeds na een dag of 10 op naar Oost-Europa waarna lagedrukgebieden met regenzones weer dichterbij konden komen.
Sinds 23 januari is er weer een natte periode aangebroken en zoals het er nu naar uitziet houdt deze aan tot komende woensdag of donderdag. Dus weer ongeveer een week, waarna zich opnieuw een nieuw hogedrukgebied aandient, dat ook weer dicht in onze buurt komt te liggen.
Regengebieden blijven dan weer op afstand en in onze omgeving breekt voor de zoveelste keer een periode van rustig weer aan met mogelijk mist. Maar omdat de zonkracht al wat groter is zou het ook kunnen dat het nu een zonnige perioden van hoge druk wordt.
Als het patroon ook daarna nog standhoudt zou dit hogedrukgebied het ongeveer tot het weekend van 8 en 9 februari moeten kunnen volhouden en de weermodellen hinten er ook al op dat het tegen die tijd wel weer eens wat natter zou kunnen worden. Maar het weer laat zich niet zo makkelijk in regelmatige patronen duwen en het zou ook goed kunnen dat deze droge periode van hoge druk toch langer of korter duurt.
Het natte weer dat donderdag is begonnen, werd ingeluid met regengebieden die hoorden bij de stormdepressie Éowyn. De allersterkste winden bleven op grote afstand van Nederland, maar de regengebieden trokken wel over en maakten een einde aan de droge periode die ongeveer 10 dagen had geduurd.
Éowyn is langs de kust van Noorwegen naar het noorden getrokken en inmiddels dient zich een nieuw lagedrukgebied aan: Herminia. Zij trekt ook weer precies over Ierland en zorgt daar opnieuw voor veel wind; maar niet zo extreem als 3 dagen geleden. Dit lagedrukgebied volgt een wat zuidelijkere koers, richting het zuiden van Noorwegen, waar het over een paar dagen oplost.
Boven Oost-Europa is nog steeds hoge druk aanwezig en daardoor dringen de lagedrukgebieden niet heel ver door boven het continent. De regengebieden van Herminia brengen daarom ook niet zo veel regen in de stroomgebieden en de nieuwe golven in Rijn en Maas zullen daarom ook lager blijven dan 2 weken geleden. Al kan de afvoer van de Maas misschien nog wel in de buurt komen van het vorige hoogwater, omdat in dit stroomgebied wel de meeste regen gaat vallen.
Na Herminia volgt er dinsdag nog een lagedrukgebiedje, maar dat is zwakker en volgt een nog zuidelijkere koers over Frankrijk. De bijbehorende regengebieden zullen daardoor niet veel invloed meer hebben in de stroomgebieden. Vanaf donderdag overheerst weer de hoge druk en wordt het minimaal een week droog in de stroomgebieden.
Rijn stijgt komende dagen gestaag naar ca 11 m, na komend weekend weer dalend.
In minder dan twee weken daalde de Rijn bij Lobith meer dan 4 m, van ca 13,5 m NAP op 13/1 naar 9,5 m afgelopen vrijdag en de afvoer daalde van ruim 6.000 naar minder dan 2.500 m3/s. Zo’n snelle daling is kenmerkend voor een situatie waarbij direct na een natte periode een krachtig hogedrukgebied het weer gaat bepalen. Het stroomgebied stroomt dan als het ware weer grotendeels leeg en tot in de haarvaten van de zijbeken dalen de waterstanden flink.
Alleen de bodems in het stroomgebieden blijven nog lang nat omdat de verdamping in deze tijd van het jaar heel gering is. Bij een nieuwe natte periode kan de bodem dan weinig regenwater opnemen en zal een relatief groot deel van het water al snel weer de (zij)rivieren bereiken en opnieuw voor hogere standen zorgen.
Afgelopen donderdag bereikte de eerste regen het stroomgebied en het zorgde voor een lichte stijging van de Rijn, die vanaf vandaag bij Lobith aankomt. De vrijdag verliep grotendeels droog, maar zaterdag viel er weer veel regen, vooral in een strook van zuidwest naar noordoost over Duitsland. De Moezel en de Midden Duitse zijrivieren van de Rijn stegen daardoor flink en dit water zal vanaf dinsdag bij Lobith aankomen. De stand bij Lobith stijgt dan naar rond de 10,8 m NAP op woensdag 29/1 en de afvoer bedraagt dan ca 3.300 m3/s.
Of de waterstand daarna nog verder stijgt hangt af van de regen die de komende 3 dagen gaat vallen. Vooral dinsdag en mogelijk woensdag kan er nog aardig wat regen vallen maar dit is slechts in een deel van het stroomgebied en het lijkt, zoals het er nu naar uitziet, niet heel veel invloed te gaan krijgen op de Rijnafvoer.
Een stijging tot boven de 11 m NAP lijkt er daarom niet in te zitten en waarschijnlijk blijft de stand tot rond het volgend weekend (2 februari) schommelen tussen de 10,5 en 11 m NAP. Na het weekend zet dan een langzame daling in onder invloed van het droge weer dat wordt veroorzaakt door het hogedrukgebied dat vanaf donderdag voor wat langere tijd het weer gaat beïnvloeden.
Als dit hogedrukgebied weer net als zijn voorgangers het weer een dag of 10 gaat bepalen, dan zou de waterstand kunnen blijven dalen tot ca 10 februari. Als dat uitkomt, dan zal de stand tegen die tijd waarschijnlijk tot tussen de 9 en 9,5 m NAP zijn gezakt. Volgende week is hier meer duidelijkheid over te geven.
Maasafvoer nog enige dagen tussen 1.000 en 1.300 m3/s; misschien nog wat hoger.
De regengebieden die vanaf donderdag het continent optrokken, brachten in het stroomgebied van de Maas vrij veel regen. Gisteren (zaterdag) en vandaag is de afvoer daardoor snel gestegen tot boven de 1.200 m3/s op dit moment. Vooral op zaterdag viel er veel regen in de Ardennen; dit was hetzelfde regengebied dat ook in het stroomgebied van de Moezel veel regen had gebracht. Vorige week had ik al aangegeven dat een stijging tot boven de 1.000 m3/s mogelijk was, maar het werd zelfs nog wat meer.
Inmiddels zijn de grotere zijrivieren van de Maas (Sambre, Lesse en Ourthe) over het hoogtepunt heen, dus verwacht ik dat ook de Maas bij Maastricht vanaf komende nacht weer zal gaan dalen. Morgenochtend bevindt de afvoer zich dan nog tussen de 1.100 en 1.200 m3/s. Veel verder zal de daling niet doorzetten, want inmiddels heeft een nieuw regengebied de Ardennen bereikt.
Tot en met donderdag passeren er nog meerdere regengebieden en iedere dag kan er zo’n 10 tot 15 mm regen vallen, het meeste aan de zuidkant van de Ardennen; waar in totaal tot 40 mm kan vallen. Als het inderdaad bij zo’n 10 mm per dag blijft, dan zal de afvoer niet veel verder stijgen en blijft het waarschijnlijk bij een afvoer die tot maximaal 1.300 m3/s stijgt. Mocht er echter een dag met meer neerslag tussen zitten, dan is ook een verdere stijging tot 1.500 m3/s mogelijk.
Vooral op woensdag is er kans op vrij veel regen als een neerslaggebied vanuit het zuidwesten enige tijd tegen de Ardennen aan blijft liggen. De grootste kans op een hogere afvoer is er daarom op woensdag en donderdag. Maar het zou ook kunnen dat het regengebied verder zuidelijk blijft en de Ardennen links laat liggen. Vanwege de mogelijk wat hogere afvoer zal ik de komende dagen regelmatig een update plaatsen op de site (ook te volgen via waterpeilen.bsky.social).
Na donderdag zet bij de Maas dan de daling weer in en misschien al wat eerder als het regengebied op woensdag toch wat minder actief blijkt te zijn. In het komend weekend zakt de afvoer dan weer onder de 1.000 m3/s en omdat de hoge druk waarschijnlijk lang aan zal houden, kan de afvoer in de loop van de week na het volgend weekend weer verder dalen tot rond de 500 m3/s aan het eind van die week.
Water inzicht
Het is deze week 30 jaar geleden dat zich een zeer groot hoogwater voordeed in de Rijn. Ook al is het 30 jaar geleden, toch wordt er nog vaak gerefereerd aan dit bijzondere hoogwater. De waterstanden waren namelijk zo hoog dat de vrees bestond dat de dijken het niet zouden houden en daarom werd een groot deel van het Rivierengebied geëvacueerd. 5 jaar geleden heb ik uitgezocht hoe zo'n groot hoogwater kon ontstaan en welke weersituatie er verantwoordelijk voor was.
Ik verwijs hierbij graag naar dat bericht, want in tijden dat we het klimaat goed in de gaten houden vanwege mogelijk nog hogere standen in de toekomst, is het goed om na te gaan welke omstandigheden zo'n hoogwater konden veroorzaken.
Bericht over het ontstaan van het hoge water van 1995.
Hierbij ook nog een verwijzing naar een tweede bericht, ook van 5 jaar geleden, waar ik stil sta bij de gevolgen die dit hoogwater had voor het Nederlandse waterbeheer. Iets waar ik zelf ook nog vaak mee te maken heb, want inmiddels ben ik ook al bijna 30 jaar actief in het rivierengebied met tal van projecten die terug te voeren zijn op dit ene hoogwater.
Bericht over de invloed die het hoge water van 1995 had op het Nederlandse waterbeheer