Bijzondere weerweek in aantocht, voorlopig weinig extra water voor de rivieren
Lagedrukgebieden proberen de komende week het dominante hogedrukgebied te verdringen dat het weer boven de stroomgebieden al 2 weken bepaalt. Het leidt tot een bijzondere weersituatie met de grens tussen warme en koude lucht boven onze omgeving. De neerslaghoeveelheden lijken echter niet zo groot te worden, dus hoeven de rivieren voorlopig niet op veel extra water te rekenen en zullen de waterstanden langzaam blijven de dalen. In dit waterbericht leest u waar de stand aan het eind van het jaar ongeveer uit zal komen en of er op termijn ook hogere standen mogelijk zijn.
In de rubriek water inzicht een terugblik op het jaarverloop van Rijn en Maas in 2021, waarin vooral de uitzonderlijke zomerpiek in de Maas opvalt.
water van de week
lagedrukgebieden dringen hoge druk naar de randen van de weerkaart
De afgelopen week stond het weer in de stroomgebieden onder invloed van een groot hogedrukgebied en ondanks dat het vrijwel steeds bewolkt was, viel er, op wat motregen na, geen neerslag. Het hogedrukgebied lag eerst boven Centraal Europa en schoof gedurende de week via Frankrijk naar Engeland. Al die tijd was het bij ons erg rustig en vrij zacht weer.
Het is vrij ongebruikelijk dat weersystemen boven Europa in noordwestelijke richting bewegen - meestal is het andersom - en het laat zien dat het patroon van grootschalige luchtstromingen anders is dan gewoonlijk in de winter. Het gebruikelijke patroon is er een van lagedrukgebieden die vanaf de Atlantische Oceaan over of ten noorden van de Britse Eilanden naar Scandinavië trekken en regenzones meevoeren die dan in West en Midden Europa regen of sneeuw brengen. Dit patroon is nu in geen velden of wegen te bekennen en het ziet er ook niet naar uit dat het zich snel zal herstellen. Een langdurige natte perioden met een hoogwater is dan ook de komende weken niet te verwachten.
Het hogedrukgebied beweegt de komende dagen nog wat verder naar het noordwesten en komt bij IJsland te liggen. Een uitloper ervan (een zgn. rug van hogedruk) blijft tot die tijd nog in zuidoostelijke richting lopen, over Nederland tot aan de Balkan. Ondertussen verschijnen er ook twee lagedrukgebieden op de weerkaart, een boven Finland die naar het zuiden beweegt en een ten westen van Ierland die naar het oosten schuift. Ze breken de rug van hogedruk langzaam op, maar komen niet echt dichterbij te liggen.
Tot donderdag blijft het in de stroomgebieden daarom rustig en droog weer. Wel wordt het vanaf dinsdag kouder als de wind naar het oosten draait; het Finse lagedrukgebied zorgt daarvoor. De weerkaart hieronder van het Europese weermodel (bron www. Kachelmannwetter.de) voor donderdag laat die situatie zien met de stroomgebieden van Rijn en Maas precies tussen de 4 weersystemen in: hogedruk in het noordwesten en zuidoosten en lage druk in het noordoosten en zuidwesten.
Schermafbeelding 2021-12-19 om 11.02.38.png

Op vrijdag beweegt het Ierse lagedrukgebied verder naar het oosten en krijgt meer invloed op ons weer. Het voert daarbij zachte lucht aan vanaf de Atlantische Oceaan en afhankelijk van hoe krachtig het lagedrukgebied is, zal deze zachte lucht verder naar het noorden door kunnen dringen. De grens tot waar de zachte lucht doordringt, bepaalt ook waar er sneeuw of regen zal gaan vallen.
De verwachting is dat het lagedrukgebied over Frankrijk naar het Middellandse Zeegebied beweegt. In het zuiden van Duitsland, de Alpen en Vogezen dringt de zachte lucht dan vrijwel zeker wel door; voor België en Nederland en het midden van Duitsland is dat dan nog onzeker. Het Amerikaanse weermodel verwacht overigens dat het lagedrukgebied niet naar Frankrijk, maar naar de Noordzee trekt. In dat geval dringt de zachte lucht zeker door tot onze omgeving en verlopen de kerstdagen overal zacht.
Als we het Europese weermodel blijven volgen dan zien we dat het grensvlak tussen de warme en koude lucht niet zo actief lijkt te zijn en daarom zijn de neerslaghoeveelheden die verwacht worden gering: zo'n 0,5 tot 1,5 cm regen en waar sneeuw valt ca 5 tot 10 cm sneeuw. Op de rivierafvoer zal dit maar weinig invloed hebben.
Als het lagedrukgebied over Frankrijk is weggetrokken, herstelt de rug van hogedruk zich boven onze omgeving en in het volgend weekend blijft het grotendeels droog in de stroomgebieden. Op maandag 27/12 nadert weer een nieuw lagedrukgebied vanaf de Atlantische Oceaan, maar net zo goed als dat het voor het lagedrukgebied van 24/12 nu nog niet duidelijk is hoe het precies zal bewegen, is dat voor na het volgend weekend nog onzekerder.
Het nieuwe lagedrukgebied zou een zelfde koers kunnen gaan over Frankrijk als zijn voorganger, waardoor het rustige koude weer bij ons aanhoudt, maar het meest voor de hand liggende scenario is dat het noordelijker gaat, waardoor regen en zachte lucht verder opdringen en er wellicht toch een overgang komt naar een natter weertype. Op dit moment is daar echter nog niets over te zeggen: het kan vriezen en het kan dooien.
Rijn daalt naar ca 8 m, daarna weer licht stijgend
De Rijn is de afgelopen week langzaam gedaald, met gemiddeld zo'n 10 cm per dag. Omdat het voorlopig droog blijft in het stroomgebied zet deze daling zich de komende dagen voort: eerst nog met zo'n 10 cm per dag, naar het einde van de week langzaam verminderend. Volgend weekend bedraagt de waterstand dan ongeveer 8,2 m +NAP en na het weekend zakt de stand nog iets verder tot tussen de 8 en 8,1 m +NAP. De afvoer zal dan tot onder de 1500 m3/s zijn gezakt; met als laagste waarde waarschijnlijk 1350 m3/s op maandag 27 en dinsdag 28/12.
Dat is ruim onder het langjarig gemiddelde, dat voor deze tijd van het jaar ongeveer 2500 m3/s bedraagt. In waterstand vertaald betekent dat dat de stand dan bijna 2 meter lager is dan gemiddeld in deze tijd van het jaar. Rond de jaarwisseling is de kans op hoogwater ook altijd groot, maar dat zal er dit jaar ook niet van komen. Er dringen rond Kerstmis wel lagedrukgebieden op, maar de neerslaghoeveelheden die verwacht worden zijn klein.
De zachtere lucht die rond Kerstmis de Alpen en Zuid Duitsland bereikt, zorgt wel voor wat smeltwater en samen met wat neerslag zorgt dat in de Bovenrijn voor een kleine opleving van de waterstand vanaf 25/12. Dit water arriveert bij Lobith op de 30e en de 31e en zorgt er dan voor dat de waterstand dan een paar decimeter stijgt.
Mogelijk dat de depressie-activiteit in de dagen tussen Kerstmis en nieuwjaarsdag wat toeneemt en er vanaf 28/12 meer regen gaat vallen in het stroomgebied. In dat geval zou de waterstand rond de jaarwisseling nog iets hoger uit kunnen komen. Of dit ook de overgang is naar een langere natte periode is nu nog niet te zeggen, maar de eventuele hogere waterstanden die daar op volgen zullen dan pas begin 2022 bij Lobith aankomen. Volgende week is meer duidelijkheid te geven over hoe het weer zich na de Kerstdagen ontwikkelt.
Maas daalt langzaam verder, rond het Kerstweekend stabiel of iets iets stijgend
Het droge weer van de afgelopen week heeft ook de Maas weer laten dalen tot een waarde iets onder het langjarig gemiddelde en deze daling zet zich voorlopig nog door. Op dit moment bedraagt de afvoer bij Maastricht ongeveer 300 m3/s en deze daalt de komende dagen met zo'n 20 later 10 m3 per dag. In het Kerstweekend zal de afvoer dan tussen de 200 en 225 m3/s zijn uitgekomen.
het lagedrukgebied dat op 24/12 Frankrijk in trekt, zal rond de Kerstdagen voor wat neerslag zorgen in de Ardennen. Het is nog onduidelijk of dit sneeuw of regen zal zijn. Mocht het gaan regenen dan zijn de hoeveelheden echter niet groter dan 1 tot 1,5 cm. Dit kan dan op de 25e of 26 voor een lichte stijging zorgen.
Zoals het er nu naar uitziet verlopen de eerste dagen na Kerstmis droog en is er pas vanaf de 29e weer kans op regen als een nieuw lagedrukgebied nadert. Deze verwachting is echter nog erg onzeker en het is daarom niet te zeggen of er regen gaat vallen en al zeker niet hoeveel dat zal zijn.
Voorlopig ziet het er niet naar uit dat er rond de jaarwisseling een veel nattere periode aanbreekt omdat ook dan hogedrukgebieden in de nabijheid blijven, maar een verandering blijft altijd mogelijk. Volgende week is hierover misschien meer duidelijkheid te geven.
Nb. Het bericht van volgende week verschijnt op 27 december; tenzij de weersituatie aanleiding geeft voor een eerdere update.
water inzicht
Jaarverloop Rijn en maas in 2021
Het jaar 2021 is bijna voorbij en wat de rivierafvoeren betreft was het, vooral voor de Maas, een memorabel jaar. Wat geen een rivierdeskundige voor mogelijk had gehouden was dat de Maas midden in de zomer de hoogste afvoer ooit zou bereiken. Inmiddels is de afvoer bij Maastricht door Rijkswaterstaat definitief vastgesteld op 3.310 m3/s en dat is bijna 200 m3/s meer dan in december 1993. Van januari 1926 is niet precies bekend hoe hoog de afvoer toen is geweest, maar zeer waarschijnlijk niet zo hoog als dit jaar.
De Rijn kende ook een zomerhoogwater, maar daar was dit minder uitzonderlijk omdat zomerhoogwaters er vaker voorkomen en omdat de afvoer (ca 6700 m3/s) ruim onder de hoogste waarden ooit bleef. In de figuren hieronder is het jaarverloop van de afvoer van Rijn en Maas weergegeven met de blauwe lijn. Daarnaast is ook het langjarig gemiddelde (groen) en de hoogste (in rood) en laagste dagafvoer (in zwart) in de grafiek aangegeven.
jaarverloop Rijn.jpg

De Rijn had dit jaar ook in februari een hoogwater, dat met met 7390 m3/s nog iets hoger was dan het zomerhoogwater van juli. De rest van het jaar bevond de afvoer zich de meeste tijd onder het langjarig gemiddelde en vanwege een droog voorjaar werd al eind april een vrij lage afvoer bereikt van ca 1200 m3/s. Ook het najaar verliep droog en na het zomerhoogwater daalde de afvoer al half september weer onder het langjarig gemiddelde en eind november werd met 1020 m3/s de laagste waarde van het jaar bereikt. Dat is vrijwel exact de gemiddelde laagste waarde die in een jaar bereikt wordt.
De zomer verliep heel anders en al in de loop van mei nam de buiigheid toe en steeg de Rijn enkele keren naar een bovengemiddelde afvoer. Medio juli nam de buiigheid zeer extreme vormen aan in vooral de Middelgebergten in Midden Duitsland en dat leverde in enkele kleinere zijrivieren van de Rijn zoals de Erft, de Ahr, de Wupper en de Ruhr zeer uitzonderlijke afvoeren op. Ook de Moezel en in mindere mate de Bovenrijn kregen veel water te verwerken, waardoor het uiteindelijk tot een zomerhoogwater kon komen.
In de figuur hierboven heb ik met dunne zwarte lijnen de hoogste afvoeren verbonden die gedurende het jaar zijn opgetreden. Opvallend is dat deze lijn al meteen vanaf januari begint te dalen. De hoogste afvoeren zijn tot nu toe opgetreden rond de jaarwisseling en later in de winter hebben ze dat niveau niet meer kunnen overtreffen. In het najaar zien we dat de trend door de toppen snel oploopt, ook naar het hoogste punt rond de jaarwisseling.
In de zomermaanden zijn er wel enkele pieken, waaronder die van afgelopen zomer, maar die liggen duidelijk lager dan de waarden die uit de dalende trendlijn volgen. Ondanks de hoge afvoer viel het Rijnhoogwater van deze zomer dus niet echt uit de toon. In juli zijn er ook al vaker hoge afvoeren opgetreden, waaronder de op een na hoogste in juli 2018. Maar er zijn ook verschillende kleinere hoogwaters geweest tussen de 5000 en 6000 m3/s.
jaarverloop Maas21.jpg

Ook de Maas kende dit jaar in februari een winterhoogwater, met een afvoer van ca 1850 m3/s. Net zoals bij de Rijn is dit niet zo bijzonder. Hoogwaters komen iedere winter voor en gemiddeld bereiken ze bij de Maas een afvoer van ca 1500 m3/s. Dit jaar was de afvoer iets hoger, maar niet uitzonderlijk zoals de rode lijn in de figuur laat zien. In het winterhalfjaar stijgt de afvoer namelijk ook zo nu en dan tot 2000 m3/s (ca eens in de 5 jaar) of 2500 m3/s (ca eens in de 25 jaar) en nog zeldzamer tot 3000 m3/s.
Na het hoogwater in februari daalde de afvoer snel tot lager dan gemiddelde waarden en in mei was de afvoer zelfs lange tijd erg laag. Na 4 droge zomers met lage afvoeren leek het er even op dat opnieuw een zomer mat lage afvoeren zou optreden. Vanaf half mei veranderde dit, want het werd natter in het stroomgebieden de afvoer steeg naar ongeveer gemiddelde waarden. Begin juli was er na stevige buien in de Ardennen al even een kleine piek van ca 400 m3/s.
Nadat de afvoer na deze piek weer tot ongeveer gemiddelde waarden was gedaald volgde de uitzonderlijke piek die niemand voor mogelijk had gehouden. In ongeveer een dag steeg de afvoer van 200 naar meer dan 3000 m3/s. In de figuur zijn de daggemiddelde waarden aangegeven, dus daarom komt de piek hier tot 'slechts' 2900, maar de top bedroeg dus zelfs iets meer dan 3300 m3/s.
De trendlijn waarmee ik handmatig de hoogste dagwaarden heb verbonden laat ook bij de Maas een gestage daling zien, die net als bij de Rijn in januari begint en opvallend gestaag daalt tot eind juni. En net als bij de Rijn loopt de lijn vanaf het najaar weer snel omhoog naar het hoogtepunt rond de jaarwisseling. Maar anders dan bij de Rijn springen daar in juli een paar zomerhoogwaters zeer sterk bovenuit. Blijkbaar kan de Maas in de zomer ineens een heel ander type rivier worden dan zoals we haar kennen van de winter.
In de winter bouwt een hoogwater zich altijd gestaag op als het stroomgebied verzadigd raakt door wekenlang nat weer en er daarbovenop ook nog smeltwater beschikbaar komt. Maar nu blijkt dat de Maas in de zomer ook ineens een soort van mediterrane rivier kan worden waar na een of twee dagen met zware regenval als uit het niets een vloedgolf ontstaat.
2021 was niet de eerste keer dat dit gebeurde, want in de zomer van 1980 was het ook al eens gebeurd en toen kwam de maximale afvoer tot iets boven de 2200 m3/s. En eerder in 1980 en ook in 1931 waren er al lagere pieken die hoger waren dan de lijnen in de grafiek die door de pieken lopen. Als we van deze vier golven de weersituatie vergelijken, dan lijkt die op elkaar.
Het gaat steeds om kleine lagedrukgebieden die over het stroomgebied van west naar oost trekken en in hun kielzog met een noordelijke stroming langdurig warme en vochtige lucht tegen de Ardennen op laten stuwen. In de zomer is de hoeveelheid vocht in de lucht veel groter dan in de winter en als deze lucht dan bij het stijgen moet afkoelen levert dat een hoge neerslagintensiteit op. Het is dus niet toevallig dat dit in juli gebeurt, als de temperatuur gemiddeld het hoogste is.
Als de vochtige lucht, dankzij het langzaam bewegende lagedrukgebied, urenlang boven hetzelfde gebied moet opstijgen, kan het stroomgebied ook in de zomer heel veel water gaan leveren aan de Maas, met een hoogwater tot gevolg. Door klimaatverandering is het vochtgehalte ook nog eens verder toegenomen, dus was het te verwachten geweest dat dit een keer kon gebeuren. En omdat de temperatuur verder zal stijgen en het vochtgehalte mee stijgt, neemt de kans dat het nog eens gebeurt ook verder toe.
De Middelgebergten in Duitsland ontvangen tijdens zo'n noordelijke stroming ook veel regen en de Rijn kan dan ook flink stijgen. Maar omdat het bij de Rijn om een relatief klein deel van het stroomgebied gaat waar de event optreedt, leidt het niet tot een hoogwater zoals we dat van de winter kennen.
Na het zomerhoogwater in de Maas daalde de afvoer in de loop van juli al weer snel, maar anders dan bij de Rijn duurde het lang voordat de waarde weer onder het langjarig gemiddelde daalde. Deels werd dit veroorzaakt doordat er in oktober en in november op enkele dagen flink wat regen viel, maar ook leverde het stroomgebied nog maandenlang veel water na van de overvloedige regenval in juli. Pas in november lijk dit uitgewerkt te zijn en zakte de afvoer voor het eerst wat verder onder het langjarig gemiddelde.