U bent hier

Dooiweer op komst maar weinig sneeuw in de stroomgebieden om te smelten

Nederland heeft een unieke weerweek achter de rug met eerst veel sneeuw en later strenge vorst. In de stroomgebieden van Rijn en Maas was het anders, daar werd het uiteindelijk ook koud, maar viel bijna geen sneeuw. Komende week valt de dooi in en het wordt waarschijnlijk zelfs zeer zacht. Meestal levert dat extra water op voor de rivieren, maar dit maal niet, maar dit maal niet bij gebrek aan sneeuw die kan smelten en ook gaat de dooi gepaard met weinig regen.

water van de week

Zachte lucht dringt door tot de stroomgebieden, maar regen blijft voorlopig op afstand

De komende 10 dagen verlopen heel anders dan de afgelopen week. Waar de temperaturen de afgelopen week ver onderuit gingen lijkt zich de volgend week een ander thermisch hoogstandje aan te dienen, maar dan met temperaturen in de plus. De belangrijkste veroorzaker voor deze omslag is het verschuiven van de hogedrukgebieden van Noord-Europa naar Centraal- en Oost-Europa. Daardoor draait de wind van de oosthoek naar zuid tot zuidwest en wordt ineens veel warmere lucht aangevoerd.

Op de weerkaart is ook een groot lagedrukgebied verschenen, juist ten westen van Ierland. Dit jaagt de zuidelijke wind nog wat verder aan, maar omdat het lagedrukgebied niet verder naar het oosten beweegt blijven regengebieden vooral op grote afstand. Alleen de eerste 3 tot 4 dagen van de week passeren enkele zwakkere regenzones, maar de hoeveelheden die dat oplevert zijn te klein om veel extra water op te leveren voor de rivieren.

Een dooiaanval betekent doorgaans ook dat er smeltwater vanuit de Middelgebergten naar de rivieren afstroomt, maar daar is dit maal geen sprake van. Terwijl vorig weekend in Nederland namelijk lokaal meer dan 20 cm sneeuw viel, bleef de sneeuwval ten zuiden van ons land beperkt. In de Ardennen en Eiffel viel slechts een paar centimeter en verder zuidelijk in de Vogezen en het Zwarte Woud viel aanvankelijk zelfs helemaal niets, maar een kleine depressie die daar donderdag passeerde bracht alsnog zo'n 5 tot 10 cm. 

De dooiaanval die de komende dagen over de stroomgebieden trekt zal daarom vrijwel ongemerkt voorbijgaan voor de rivieren, want er is weinig sneeuw die kan smelten en er valt ook nog eens weinig regen. Het wordt er vooral een stuk warmer en daardoor zal de weinige sneeuw er geleidelijk smelten.

Ook op wat langere termijn lijkt het warme en droge weer nog aan te houden en daarom ziet het er naar uit dat de waterstanden in de rivieren voorlopig zullen blijven dalen. Op 13 februari is het wat vroeg om de winter verder af te schrijven, maar nu het winterweer zo snel verdwijnt en de komende 10 tot14 dagen niet terug lijkt te keren is het wel de vraag of er later in maart nog wel aangroei van een nieuw sneeuwdek zal zijn in de stroomgebieden. een sneeuwdek in die gebieden is belangrijke voorwaarde voor hoogwaters in maart of april, maar het is dus zeer de vraag of het daar nog wel van komt. 

De situatie in de Alpen is heel anders dan in de Middelgebergten. daar ligt boven de 1500 meen flink pak sneeuw en veel meetstations melden een sneeuwdikte die ongeveer 125 tot 150% bedraagt van de normale hoeveelheid sneeuw voor de tijd van het jaar. Voorlopig zal deze sneeuw niet smelten, dat gebeurt doorgaans pas vanaf eind maart en boven de 2000 m zelfs pas vanaf eind april.

Aan de afvoer van de Rijn dragen de Alpen de komende weken dus nog maar weinig bij, daarvoor moeten we wachten tot de periode april-juni. Omdat er nu dus al flink wat sneeuw ligt is dat gunstig voor de waterstanden in die periode.  En de kans is groot dat er later in de winter nog wel wat sneeuw bij komt, want tot eind maart groeit het sneeuwdek altijd nog aan in de Alpen.

Rijn blijft de komende 2 weken dalen

Nog maar minder dan een week geleden passeerde in de Rijn een flinke hoogwatergolf. De waterstand bij Lobith steeg uiteindelijk tot 14,53 m +NAP en de afvoer kwam tot 7390 m3/s. Uiteindelijk bleef het net wat lager dan ik in mijn laatste bericht verwachtte. Dit had vooral te maken met de wat kleinere afvoer van de meer noordelijke zijrivieren van de Rijn in Duitsland.

Het leek er eerst op dat het deel van de hoogwatergolf dat uit Zuid Duitsland afkomstig was nog wat extra aangevuld zou worden, maar het extra water vanuit de zijrivieren in het noorden viel wat lager uit dan ik verwacht had en daardoor groeide de golf wat minder aan. Ook zorgde dit ervoor dat de piek een dag eerder bij Lobith passeerde dan ik aangegeven had.

Na het passeren van de piek is de waterstand weer zeer snel gaan dalen. Iedere dag ging er bij Lobith zo'n 50 tot 60 cm van de stand af en vandaag werd de 12 meter bij Lobith al weer onderschreden. De snelle daling zet zich ook de komende dagen nog door, maar vanaf halverwege de week zal het wat langzamer gaan. Op maandag en dinsdag valt er een beetje regen in het stroomgebied en ook zal de sneeuw smelten die er ligt.

Zoals ik hierboven al schreef zijn de hoeveelheden in het grootste deel van het stroomgebied niet zo groot, behalve dan in het meest noordelijke deel, want daar viel net als in Nederland wel veel sneeuw. In dit gebied liggen echter maar een paar zijrivieren (de Lippe en de Ruhr) en ik verwacht niet dat dat meer dan een paar honderd m3/s extra op zal leveren. Dit water zal dan vanaf woensdag bij Lobith aankomen en in de periode t/m het komend weekend voor wat extra water zorgen.

Al met al verwacht ik dat deze extra aanvoer de daling van de Rijn maar weinig zal beperken. Op dinsdag kan de waterstand bij Lobith weer onder de 11,5 m zakken en op woensdag of donderdag weer onder de 11 meter. De afvoeren die hier bij horen zijn respectievelijk 3750 m3/s en 3400 m3/s. dat betekent dat de hoeveelheid water tegen die tijd nog maar de helft is van een week eerder. 

Zoals het er nu naar uitziet zet de daling verder door tot ook de 10 m onderschreden wordt; de afvoer is dan weer gedaald tot ca 2700 m3/s. Naar verwachting zal dat op zondag 21 of maandag 22 februari het geval zijn en het is niet uitgesloten dat de daling zelfs doorzet tot ook de 9,5 m weer onderschreden is. Dat zal dan pas rond eind februari het geval zijn.

Ook de sneeuw die in Oost en Midden-Nederland ligt zal naar de Rijn worden afgevoerd en misschien dat de IJssel daar nog wat van merkt. Met name de Oude IJssel, Schipbeek, Twenthe-kanaal, Berkel en Overijsselse Vecht kunnen wel wat extra water verwachten. Veel hangt af van de hoeveelheid regen die de komende dagen valt. Want dooi door alleen maar zachte lucht laat de sneeuw maar langzaam smelten en dan zakt het meeste water de grond in en stroomt er minder af naar de beken. Misschien dat vanaf dinsdag in deze beken dus even een klein hoogwatertje ontstaat.

Maas daalt snel verder

De Maas is de hele afgelopen week gedaald, van ongeveer 1300 m3/s aan het begin naar ca 600 op dit moment. Ook bij de Maas bedraagt de afvoer nu dus al weer minder dan de helft van een week geleden. Bij gebrek aan regen en maar weinig smeltwater zal de afvoer de komende dagen blijven dalen. Iedere dag zakt de afvoer nu met zo'n 25 tot 50 m3 en daardoor zal op dinsdag of woensdag de 500 m3/s al weer onderschreden worden en in het volgend weekend de 400. 

Op donderdag en vrijdag kan er wel wat regen vallen en dat zorgt misschien voor een heel kleine opleving, maar ook na het komend weekend verwacht ik dat de afvoer zal blijven dalen. Omdat het er nu naar uitziet dat er in de week van 22 tot 28 februari ook weinig regen valt, is de kans groot dat de Maasafvoer zelfs verder daalt tot rond de 250 m3/s in de laatste week van februari.

water inzicht

Hoe bijzonder waren de hoogwatergolven

Een korte terugblik op het ontstaan en de hoogte van de hoogwatergolven die in Maas en Rijn zijn gepasseerd. Eerst sta ik even stil bij het weer dat de golven veroorzaakte en daarna hoe hoog het peil kwam in verhouding tot andere hoogwatergolven.

Na een periode met koud weer rond midden januari lag er in de Middelgebergten in de stroomgebieden (Ardennen, Eiffel, Zwarte Woud etc) een laag sneeuw van zo'n 20 tot 50 cm. De sneeuwgrens lag vrij laag en vanaf ca 150 tot 200 hoogte lag al de eerste sneeuw. Toen eind januari de dooi inviel, gecombineerd met flink wat regen, leverde dat in korte tijd veel extra water op voor de Rijn en de Maas. 

In de ca 10 dagen daarna viel er ook nog regelmatig regen en wisselden droge dagen en dagen dat een regengebied passeerde elkaar af. De hoeveelheden regen bleven echter meestal beperkt tot enkele centimeters en er waren geen dagen dat er grote hoeveelheden vielen. Vanaf 6 februari viel de winter in met strenge koude en kwam aan de hoogwaterperiode opvallend snel een eind.

Vooral de Maas steeg snel door de eerste periode van regenval en sneeuwsmelt en op 30 januari werd bij Maastricht al de hoogste afvoer gemeten van de gehele hoogwatergolf. De regen die daarna nog viel in het stroomgebied zorgde steeds weer voor een kleine opleving, maar omdat er telkens ook enkele droge dagen tussen zaten, er geen smeltwater meer beschikbaar was en de regenhoeveelheden beperkt bleven, kwam het niet meer zo hoog als bij de eerste golf. 

De hoogste piek bedroeg ca 1780 m3/s. Als we in de meetreeks van de Maas terug gaan dan staat deze golf in de ranglijst op de 28e plaats. Dat betekent dat er sinds het begin van de metingen in 1911 27 golven hoger zijn geweest dan deze golf. In 110 jaar betekent dit dus dat we met een hoogwater te maken hebben gehad dat gemiddeld eens in de ca 4 jaar optreedt. 

De hoogwatergolf in de Maas was iets hoger dan de golf van vorig jaar, die kwam tot ca 1735 m3/s en in 2019 was er een golf van 1630 m3/s. We moeten terug tot januari 2011 voor een hogere golf, toen kwam de afvoer tot 2260 m3/s. De golf van dit jaar bleef ruim onder de waarden die de extreme golven die in 1993 en 1995 optraden. Toen kwam de afvoer tot respectievelijk 3050 en 2750 m3/s. 

In de Rijn bouwde de golf zich anders op. Hier werd de basis ook gelegd door de sneeuwsmelt gecombineerd met regen rond 28 januari, maar groeide de golf daarna langzaam steeds verder aan. Het water vanuit de vele zijrivieren van de Rijn heeft namelijk sterk verschillende looptijden, variërend van 7 dagen vanuit Zwitserland tot 1 dag vanuit de Lippe, en als er slechts een regenzone passeert dan komt het water vanuit deze rivieren na elkaar bij Lobith aan.

Maar als er meerdere regengebieden na elkaar volgen, dan kan het water van de snelle zijrivieren op dat van de langzame worden gestapeld. Dat gebeurde nu ook en dit zorgde ervoor dat de waterstand na een snelle stijging vanaf 30 januari t/m 3 februari daarna nog een dag of 4 langzaam verder steeg. 

De piek bereikte uiteindelijk een stand van 14,53 m +NAP bij Lobith. Dat is ca 75 cm hoger dan de stand gemiddeld eenmaal in de winter bereikt. De afvoer kwam tot 7390 m3/s en daarmee komt deze golf op de 40e plaats van alle hoogwatergolven die er sinds 1901 in de Rijn zijn geweest. De herhaaltijd voor deze golf bedraagt dus ca eens in de 3 jaar en de Rijngolf was dus wat minder bijzonder dan de piek in de Maas. De golf van dit jaar was iets lager (ca 10 cm) dan de piek van 2018.

Zowel in de Maas als de Rijn was de waterstand hoog genoeg om veel uiterwaarden te laten overstromen. Bij de Rijn gebeurt dat vanaf een waterstand van ca 14 meter en bij de Maas vanaf een afvoer van ca 1500 m3/s.