Kleine opleving van de waterstanden, maar veel is het voorlopig niet
De eerste helft van de week kan er nog wat regen vallen in de stroomgebieden, daarna weer wat langer droog, maar een heel lange droge periode lijkt het niet te gaan worden. De waterstanden blijven laag voor de tijd van het jaar, maar voorlopig niet meer zo laag als vorige week. In het waterbericht leest u de details. De rubriek water Inzicht slaat een week over; wel bij het weersvooruitzicht een wat uitgebreidere terug- en vooruitblik op kleine lagedrukgebieden die extreme regenval veroorzaken.
water van de week
Kleine lagedrukgebiedjes bepalen het weer en brengen lokaal veel neerslag
Na de langdurige blokkades door uitgestrekte hogedrukgebieden, zijn het sinds een week kleinere lagedrukgebieden die het weer bepalen. Op de weerkaarten zijn ze nauwelijks terug te vinden, want de luchtdrukverschillen zijn niet heel groot, maar toch hebben ze grote invloed op het weer in West-Europa. Ze zorgen voor onstabiliteit in de atmosfeer en daardoor kunnen er makkelijk buien ontstaan, die lokaal veel regen kunnen brengen.
Het is weertype dat hoort bij het zomerhalfjaar en meestal in de loop van april schakelt het weer op dit scenario over en zijn het de buien in plaats van de fronten die voor de meeste regen zorgen. Deze lagedrukgebieden bewegen meestal maar langzaam en verschillen daarin ook sterk van de lagedrukgebieden in de winter die vaak met grote snelheid de Atlantische Oceaan oversteken en naast regen ook veel wind kunnen brengen.
De lagedrukgebieden van het zomerhalfjaar hebben nog een andere eigenschap die ze berucht maakt. Als de lucht die de lagedrukgebieden aanvoeren vanaf een warmere zee komt en op zijn weg over het continent tegen een gebergte wordt opgestuwd, dan kan er extreem veel neerslag uit vallen.
De afgelopen week gebeurde dat in Noord-Italië en het zuiden van Zwitserland. Er viel daar op veel plaatsen meer dan 300 mm regen en in enkele Noord Italiaanse dalen, nabij Aosta, zelfs bijna 600 mm. Het is ongewoon veel, zeker zo vroeg in het zomerhalfjaar en dat belooft wat voor de rest van het zomerhalfjaar. Vooral de laatste jaren zien we dit weertype steeds vaker optreden en ook de overstromingen van de Geul en de Maas in 2021 werden erdoor veroorzaakt.
Dat er in Italië zoveel regen kon vallen, had te maken met het hoge vochtgehalte van de lucht, wat weer het gevolg is van de relatief hoge temperaturen van de Middellandse Zee en de lucht die er over heen wordt aangevoerd. Het leidde In Italië tot modderstromen op de steile hellingen en overstromingen in de rivieren die vanuit de Alpen naar de Po stromen en ook de Po steeg tot grote hoogte. Via deze Italiaanse website zijn de waterstanden en afvoeren van de Po te volgen.
Boven de 1500 m hoogte viel de neerslag vooral als sneeuw en dit hielp om de omvang van de overstromingen te beperken, want het watervolume uit deze neerslag kwam niet meteen tot afstroom en wordt nu vertraagd in de komende weken afgevoerd. De meeste neerslag viel aan de zuidkant van de Alpen maar omdat het lagedrukgebied boven de westelijke Alpen ook een tegengestelde windrichting op gang bracht, viel er ook sneeuw aan de noordkant van de Alpen in het stroomgebied van de Rijn.
Het sneeuwseizoen was daar deze winter vrij dramatisch verlopen, met vanaf half januari vrijwel geen nieuwe neerslag en begin april lag hier een voor de tijd van het jaar zeer mager sneeuwdek. Maar nu viel er ineens toch nog 1m en lokaal zelfs 2m sneeuw waardoor boven de 2500 m het sneeuwdek toch nog kon aangroeien tot de voor de tijd van het jaar gemiddelde waarde.
De komende twee maanden gaat deze sneeuw langzaam smelten en daarvan profiteert de Rijn met een wat hogere afvoer. Meer oostelijk in Zwitserland, waar een ander deel van de Rijn ontspringt, viel echter nauwelijks sneeuw; dus heel veel extra afvoer hoeven we de komende maanden ook weer niet te verwachten.
De regen en sneeuw in Noord-Italië en Zwitserland viel vanuit een langgerekte neerslagzone die nog veel verder naar het noorden doorliep; tot over het oosten van Frankrijk en België en ook het oosten van Nederland pikte nog een graantje mee. Zo viel In de oostelijke helft van ons land lokaal tot meer dan 30 mm regen; waardoor hier een einde kwam aan de langdurige droogte. In het westen van het land viel niet meer dan enkele millimeters en houdt de droogte voorlopig nog aan.
Afgelopen vrijdag trok de regenzone naar het oosten weg en loste daarbij langzaam op. Inmiddels heeft zich boven het zuidwesten van Frankrijk een nieuw lagedrukgebied aangekondigd, dat de Duitse weerdienst Fritz heeft genoemd. Net als zijn voorgangers beweegt ook dit weersysteem zich langzaam over het continent in noordoostelijke richting en zal maandag en dinsdag over het zuidoosten van Nederland trekken.
Fritz voert ook vochtige warme lucht mee en gisteren vieler er in het Centraal Massief in Frankrijk al grote regensommen (tot ca 80 mm) wat een hoogwater opleverde in oa. de Dordogne. De neerslagzone van Fritz trekt nu verder naar het noordoostren en langdurige zware regen, zoals in Midden-Frankrijk zal het niet meer opleveren, maar wel stevige buien. Deze ontstaan in de loop van de middag en de kans hierop is vandaag en morgen het grootst. Vanaf dinsdag wordt het in Nederland weer droog, maar zuidelijker in Zuid-Duitsland, Oost-Frankrijk en Zwitserland kunnen tot en met donderdag buien blijven vallen en zou nog aardig wat regen kunnen vallen, waar vooral de Rijn van profiteert.
Ondertussen heeft zich op de Atlantische Oceaan een hogedrukgebied gevormd dat de weg afsluit voor nieuwe lagedrukgebieden. Later in de week strekt dit weersysteem zich uit tot over het continent waardoor het vanaf komend weekend weer voor wat langere tijd droog zal worden. Hoe lang deze droogte aanhoudt is nu nog moeilijk te zeggen, maar de kans lijkt voor nu het grootst dat vanaf de maandwissel er toch weer lagedrukgebieden in de buurt kunnen komen. Dit is echter nog onzeker en in de komende dagen kan deze verwachting nog wel een paar keer veranderen.
Rijn stijgt naar ca. 8 m, later weer wat dalend.
Afgelopen woensdag 16 april bereikte de Rijn bij Lobith zijn voorlopig laagste stand van het jaar. Het waterpeil daalde er tot 7,34 meter NAP en afvoer tot 1.040 m³/s. Op een afvoer van 800 m³/s in 1921 en 985 m³/s in 1976, de laagste ooit gemeten in april. Zo laag zal het dit jaar niet worden, want dankzij neerslag vanuit de langgerekte regenzone, die medio deze week van zuid naar noord over het westelijk deel van het stroomgebied liep, kreeg de Rijn voor het eerst sinds lange tijd weer wat extra water te verwerken.
De stijging die dit oplevert duurt tot aanstaande dinsdag, als de waterstand bij Lobith tot circa 8 m NAP stijgt. De afvoer komt dan uit op circa 1.350 m³/s; nog steeds ruimschoots te laag voor de tijd van het jaar want het langjarig gemiddelde medio april bedraagt ca 2350 m³/s. Voorlopig hoeven we er niet op te rekenen dat de Rijn daar zelfs maar in de buurt van gaat komen.
De buien die de komende twee dagen gaan vallen in het midden van Duitsland brengen waarschijnlijk niet zo heel veel water en daarom verwacht ik dat na dinsdag weer een lichte daling volgt naar ca 7,8 m NAP tijdens de periode van donderdag 24 t/m zaterdag 26/4. In het zuiden van Duitsland kan van 22 t/m 24 nog wel voldoende regen vallen om de Rijn wat te laten stijgen en daardoor is vanaf het volgend weekend weer een lichte stijging mogelijk tot tussen de 8 en 8,2 m NAP in het begin van de week na dat weekend.
Dit is uiteraard nog onzeker omdat deze regen nog moet gaan vallen en de waterstand kan daarom ook nog wat lager of hoger uitpakken. De iets hogere stand van de komende tijd zal de Rijn niet heel lang vol kunnen houden, want de laatste week van april gaat waarschijnlijk weer geheel droog verlopen; zodat vanaf begin mei de waterstanden waarschijnlijk weer gaan dalen.
Maas zakt weer naar ca. 100 m³/s, later nog lager
Het stroomgebied van de Maas profiteerde ook van de langgerekte regenzone en in de Ardennen viel zo'n 30 tot 50 mm regen. Dat is best wel veel en hierdoor kwam er een einde aan de langdurige droogte die ook hier bijna twee maanden had geduurd. De Maas profiteerde echter opvallend weinig van deze vele regen en de afvoer bij Maastricht steeg maar weinig: van ca. 95 m³/s op 16 april naar iets meer dan 150 m³/s op 18 april.
De bodems in het stroomgebied zijn door de langdurige droogte erg ver uitgedroogd en er moet heel wat regen vallen voordat een deel van het water weer gaat afstromen naar de rivieren. Het was dan waarschijnlijk ook alleen het deel van de regen dat op verhard oppervlak is gevallen, dat nu tot de afstroom is gekomen.
Vandaag en morgen kunnen er buien vallen In de Ardennen en omdat de bodems nu wel meer verzadigd zijn, kan misschien wat meer water naar de Maas afstromen. Het is echter nog onduidelijk hoeveel regen er uit deze buien gaat vallen en misschien dat de meeste neerslag wel net ten oosten van de Ardennen in de Eifel gaat vallen en dan valt de Maas helemaal buiten de boot. Veel extra water hoeven we dus niet te verwachten en ook later in de week blijft het grotendeels droog.
De Maas zal daarom na de heel kleine opleving van de afgelopen dagen weer dalen naar een afvoer van ca 100 m³/s halverwege de komende week. Dit lage niveau houdt waarschijnlijk aan tot het einde van de maand, omdat, vanwege de nabijheid van het hogedrukgebied, al die tijd vrijwel geen regen wordt verwacht. Waarschijnlijk daalt de afvoer nog wat verder dan circa 75 m³/s aan het eind van de maand.