U bent hier

korte opleving rivierafvoeren

Het hogedrukgebied dat al 3 weken het weer in zijn greep heeft, is iets naar het westen opgeschoven, waardoor lagedrukgebeden dichterbij kunnen  komen. Een eerste exemplaar Malik genaamd bracht weinig neerslag, maar wel vrij veel wind en vooral hoge waterstanden in het Waddengebied. Een volgende depressie, Corrie gemaand, trekt maandag vlak ten noorden van Nederland langs en zal vooral veel wind brengen langs de westkust.

In de stroomgebieden zorgen de bijbehorende neerslagzones in de Middelgebergten voor een flink pak sneeuw. Een deel daarvan smelt al weer snel en dat levert een beperkte stijging op van de waterstanden in Rijn en Maas. In het waterbericht leest u wat dat betekent voor de waterstanden in de rivieren.

In de rubriek Water Inzicht een vooruitblik op de storm van morgen die vooral langs de kust van Zuid Holland en Zeeland voor hoge waterstanden zal zorgen, waardoor waarschijnlijk de Oosterscheldekering zal sluiten en mogelijk ook de Maeslandkering.

water van de week

Hogedrukgebied maakt even plaats voor twee lagedrukgebieden met onstuimig weer

Het leek of er geen einde aan zou komen, aan het rustige weer dat samenhing met het grote hogedrukgebied dat drie weken in onze omgeving lag. Het zorgde in de stroomgebieden voor langdurig droog weer en flink dalende waterstanden. Sinds het einde van de week is het hogedrukgebied wat naar het zuidwesten geschoven en dat maakt de weg vrij voor de westelijke luchtcirculatie om wat meer naar het zuiden te schuiven. 

Deze westelijke circulatie was er ook al in de voorbije weken, maar lag toen veel verder naar het noorden en bracht vooral langs de Noorse westkust zeer veel neerslag. Vanaf afgelopen donderdag kwamen wij langzaam meer onder invloed van de westelijke circulatie en trok een eerste zwak regengebied over. Zaterdag trok een volgend lagedrukgebied over het zuiden van Scandinavië naar het oosten en dit zorgde op de Noordzee voor veel wind. Dit was ook in Nederland te merken en vooral in het Waddengebied trok de wind in de loop van de dag aan tot windkracht 8.  

Dat is nog geen heel harde wind, maar omdat de wind vanuit het noordwesten waaide, liepen de waterstanden flink op en overstroomden de meeste kwelders in dat Waddengebied. Inmiddels is de wind wat gaan liggen, maar een nieuw lagedrukgebied is al weer in de maak. Vanwege de grote impact die dit weersysteem gaat hebben, heeft het een naam gekregen: Corrie, vernoemd naar de eerste vrouwelijke meteoroloog die bij het KNMI werkte. 

Dit lagedrukgebied trekt juist ten noordoosten van Nederland langs, Duitsland in en de wind trekt dan nog wat harder aan dan op zaterdag. In de rubriek water Inzicht ga ik verder op dit weersysteem in en de invloed die het heeft op de waterstanden langs de kust. 

Het lagedrukgebied nadert ons vanuit het noordwesten en is gevuld met koude lucht. In Nederland merken we daar niet zoveel van, maar in Duitsland zal de meeste neerslag in de vorm van sneeuw vallen. Daardoor kan bijvoorbeeld in het Sauerland op maandag en dinsdag samen ca 30-40 cm sneeuw vallen. In de Ardennen en de Eiffel valt ook sneeuw, maar hier ligt de sneeuwgrens wat hoger (op ca 400 m) en blijft het bij ongeveer 15 tot 20 cm verse sneeuw.

Verder naar het zuiden valt ook sneeuw in het Zwarte Woud en andere Duitse Middelgebergten. De grootste hoeveelheden worden nog wat  erder naar het zuiden in de Alpen verwacht, waar tegen de noordflank van het gebergte meer dan 1 meter kan vallen. De afgelopen weken was daar niet veel verse sneeuw gevallen, maar met deze meter groeit het sneeuwdek in een keer weer flink aan. Gunstig voor de Rijnafvoeren in de periode mei-juni als deze sneeuw pas weer zal gaan smelten.

In de Middelgebergten in Duitsland en in de Ardennen zal de sneeuw niet zo lang blijven liggen, want dinsdag in de loop van de dag stijgt de temperatuur er al weer tot boven het vriespunt. Er valt dan ook nog enige tijd wat regen, maar waarschijnlijk zal dat niet voldoende zijn om de sneeuw weer allemaal te laten smelten; daarvoor is het sneeuwdek te dik.

Het hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan zal vanaf woensdag namelijk weer langzaam terugkeren naar het vasteland. Het vestigt zich boven Centraal Europa en zorgt er dan voor dat de westelijke circulatie met lagedrukgebieden en neerslag weer verder naar het noorden verplaatst.

Op donderdag en vrijdag kan Nederland nog wel een staartje meekrijgen van een volgend lagedrukgebied, maar verder zuidelijk in de stroomgebieden blijft het dan waarschijnlijk grotendeels droog. Vanaf het volgend weekend ziet het er nu naar uit dat het waarschijnlijk weer voor een wat langere periode droog wordt. Zeker is dat nu nog niet, want op termijn van een week kan het ook nog anders uitpakken.

Dit betekent dat op maandag 31/1 de afvoeren in het stroomgebied van de Rijn en de Maas weer wat gaan stijgen, vanwege regen in de lagere regionen; in de Middelgebergten valt dan sneeuw. In de loop van dinsdag 1/2 neemt de afvoer naar de rivieren verder toe, zeker als later op de dag de neerslag overgaat in regen. Ik verwacht echter geen grote toename omdat niet veel regen meer verwacht wordt in de tweede helft van dinsdag.

Vanaf woensdag 2/2 wordt het dan weer droog in de stroomgebieden; de temperaturen blijven de hele week vrij hoog, maar zonder regen erbij, zorgt dat slechts voor een langzaam smelten van de aanwezige sneeuw. Een snelle toename van de rivierafvoeren is daarom niet te verwachten.

Rijn daalt nog iets, maar niet onder de 8,5 m, daarna stijgend naar ca 9,5 m +NAP

De afgelopen week is de Rijnafvoer vooral gedaald en bedraagt nu nog ca 1800 m3/s, terwijl 2700 het langjarig gemiddelde is. De waterstand bedraagt nu 8,8 m +NAP. De komende twee dagen daalt de afvoer naar 1650 m3/s en zakt de stand nog ca 20 cm. Vanaf woensdag komt dan het eerste water aan van de regen die op maandag gaat gevallen en de waterstand zal dan weer langzaam gaan stijgen.

Op vrijdag verwacht ik dat de 9 m bij Lobith weer overschreden wordt (bij een afvoer van ca 1950 m3/s) en net na het weekend wordt dan op maandag 7 of dinsdag 8/2 de hoogste stand bereikt van ca 9,5 m (afvoer 2350 m3/s). Deze verwachting is gebaseerd op de neerslagverwachtingen en daarom nog onzeker. Temeer ook omdat eerst een groot deel van de neerslag als sneeuw valt en nog niet duidelijk is hoeveel daar weer van zal smelten. Pas op dinsdag of woensdag als de neerslag gevallen is en het water zich in de rivieren bevindt, is een meer accurate verwachting mogelijk. 

Omdat het om een eenmalige neerslaggebeurtenis gaat is al wel duidelijk dat het niet tot een hoogwater kan komen; daarvoor zijn de hoeveelheden die verwacht worden veel te klein. Ook is nu al duidelijk dat het vanaf woensdag 2/2 waarschijnlijk weer voor langere tijd droger gaat worden in de stroomgebieden en daarom zullen de waterstanden ook weer gaan dalen nadat het golfje is gepasseerd.

Hoe ver de waterstanden dan weer dalen is nog niet met zekerheid te zeggen; dit hangt af van het hogedrukgebied dat zich dan boven Centraal Europa gaat vestigen. Als dat een krachtig hogedrukgebied wordt, dan is de kans groot dat de waterstanden in de week na volgend weekend opnieuw gaan dalen naar 9 m en daaronder. 

Maas stijgt licht naar ca 500 m3/s

De Maasafvoer is als gevolg van het droge week ook flink onderuit gezakt en bedraagt nu nog ca 250 m3/s bij Maastricht. Morgen blijft dat nog ongeveer hetzelfde, maar vanaf dinsdag is er waarschijnlijk wat extra water in aantocht. Het stroomgebied van de Maas ligt echter grotendeels buiten de baan van het lagedrukgebied dat maandag over Duitsland naar tet zuidoosten trekt. De neerslaghoeveelheden blijven daarom beperkt.

De Ardennen profiteren nog wel van hun wat grotere hoogte en vangen daardoor nog zo'n 2 tot 2,5 cm neerslag op, maar meer naar het westen en zuiden van België en Noord Frankrijk blijft het bij 1 tot 1,5 cm. Dit is voldoende voor een lichte stijging van de Maasafvoeren, maar een nieuw hoogwater zit er niet in.

Boven de 300 tot 400 m in de Ardennen valt de neerslag eerst als sneeuw en net als in Duitsland zal een deel hiervan op dinsdag in de loop van de dag al weer gaan smelten. Dit kan in de nacht van dinsdag op woensdag voor een extra stijging zorgen als smeltwater en regen samen vallen, maar al met al verwacht ik geen grote stijging.

Op dinsdag kan de afvoer bij Maastricht stijgen naar ca 400 m3/s en op woensdag is een verdere stijging mogelijk naar ca 500 tot misschien 600 m3/s. Na woensdag wordt het ook in de Ardennen weer voor langere tijd droog en de afvoeren zullen daarom vanaf donderdag weer gaan dalen. In de weekend kan de afvoer dan weer tot onder de 400 m3/s zijn gezakt.  Na het volgend weekend hangt het van de positie van het hogedrukgebied boven central Europa af of die daling zich doorzet. Nu ziet het daar wel naar uit, maar volgende week is daar meer duidelijkheid over te geven.

water inzicht

Storm Corrie zorgt voor hoogwater langs de Nederlandse Westkust

Na het rustige hogedrukweer is het weerbeeld flink omgeslagen. Lagedrukgebieden komen dichterbij en vooral door de noordwestenwind kunnen de vloedstanden langs de kust en in het Benedenrivierengebied morgen 31/1 flink oplopen. Op zaterdag 29/1 waaide er ook al een stormachtige noordwestenwind in het Waddengebied en dat zorgde daar toen ook al voor hoge waterstanden. 

Wat opvalt is dat in het Waddengebied bij de storm van maandag, als het lagedrukgebied daar juist vlak langs trekt, de waterstanden (veel) minder ver op gaan lopen dan afgelopen zaterdag. Voor hoge waterstanden is niet alleen veel wind nodig, maar moet ook de periode van de hardste wind ongeveer samenvallen met de piek in de getijdengolf die dagelijks twee maal langs de Nederlandse kust trekt. Gisteren gebeurde dat vooral in het Waddengebied; maandag zal dat langs de kust van Zuid-Holland en Zeeland gebeuren. 

Nog wel een disclaimer bij dit bericht. Stormen en de bijbehorende waterstanden zijn minder makkelijk te voorspellen dan waterstanden in de rivieren. Zo kunnen stormen zich soms onverwacht anders ontwikkelen en als de koers uiteindelijk 100 km meer naar het oosten of westen komt te liggen, maakt dat soms al enkele decimeters uit in de waterstanden langs de kust. Via de hoogwaterberichtgeving van RWS is altijd de meest actuele informatie te vinden. 

In de weerkaarten in de figuur hieronder is het windveld goed te zien zoals dat zich maandag langs de kust ontwikkelt. Het lagedrukgebied trekt door de Duitse Bocht naar het zuidoosten en de hardste winden vinden we aan de (zuid)westkant. Vroeg in de ochtend is de wind het hardst in het noordwestenvan ons land, waarna het windveld zich ook langzaam langs de kust naar het zuiden uitbreidt. In Zuid Holland en Zeeland komen de hardste winden pas aan respectievelijk rond het middaguur en in de loop van de middag.

Verloop storm 31 januari 2022.jpg

Verloop van het windveld behorend bij storm Corrie in de loop van maandag 31/1. Van links naar rechts om 6 uur, 9 uur, 12 uur en 15 uur.
Verloop van het windveld behorend bij storm Corrie in de loop van maandag 31/1. Van links naar rechts om 6 uur, 9 uur, 12 uur en 15 uur.

In de figuur hieronder is het verloop van de wind voor 4 meetpunten langs de kust in een grafiek uitgezet. De bovenste grafiek is van Delfzijl en deze laat een opvallend verloop zien. De wind neemt in de nacht van 31/1 wel toe, maar neemt vanaf 6 uur eerst weer wat af, om na het middaguur weer toe te nemen. Dit heeft te maken met de nabijheid van het lagedrukgebied, daardoor ligt Delfzijl een deel van de dag buiten de zone met de meeste wind. De maximale windkracht is er met ca 40 km/uur ook niet zo heel hoog. 

Den Helder ligt wel midden in het windveld en hier loopt de wind op tot ca 75 km per uur. De piek ligt er tussen 9 en 11 uur 's ochtends. De rode X staat bij het zwaartepunt van de windkracht. Verder naar het zuiden bij Hoek van Holland komt de hardste wind wat later aan, tussen 11 en 14 uur. Ook is de wind hier iets minder hard. Nog wat verder naar het zuiden neemt de hevigheid van de storm nog wat verder af en zal dit ook nog wat later op de dag zijn; tussen 12 en 15 uur.  

Verloop wind meteogrammen.jpg

Grafiek windsnelheid (bruine lijn) en windstoten (oranje lijn) van 4 locaties langs de Nederlandse kust
Grafiek windsnelheid (bruine lijn) en windstoten (oranje lijn) van 4 locaties langs de Nederlandse kust

De harde wind vanuit het noordwesten stuwt het wateroppervlak van de Noordzee een beetje schuin op en zorgt zo overal langs de kust voor een extra hoge waterstand. Hoe hoog de waterstand uiteindelijk uitvalt, hangt daarnaast af van het getij. Het is niet overal tegelijk vloed langs de kust. De vloed beweegt zich namelijk als een golf langs de kust; beginnend in het zuidwesten bij Cadzand om circa 10 uur later te arriveren in de Eemsmond bij Delfzijl.

In de kaart hieronder heb ik met blauwe cijfers het tijdstip van hoogwater aangegeven langs de kust en in de wateren die in open verbinding staan met de Noordzee. In rood heb ik het tijdstip aangegeven dat de storm het zwaarst is langs de kust. De vloed arriveert om 1 uur 's middags bij de kust van Zeeland en schuift langzaam naar het noorden. Zeearmen die worden gepasseerd gaat de vloedgolf ook binnen en hier zien we ook dat dat enige tijd duurt. 

Zo heeft de vloed ongeveer 3 uur nodig in de Westerschelde van Vlissingen tot aan Antwerpen. In de Oosterschelde bedraagt de looptijd van west naar oost ongeveer 1,5 uur. Het ziet er echter naar uit dat de Oosterscheldekering morgen gesloten zal worden rond het middaguur, omdat de waterstand tot boven het sluitpeil van 3 m +NAP uit zal stijgen. Het moment van hoogwater (14 uur) valt namelijk samen met het zwaarste moment in de storm. De kering gaat dan enkele uren dicht tot de waterstand weer gedaald is en in de Oosterschelde blijft het peil dan even staan op hetzelfde niveau.

kaart verloop getij en storm 31 jan.jpg

Verloop van de getijgolf in uren op 31/1 (blauwe cijfers) en van het stormveld (in rood) langs de Nederlandse kust. Ter hoogte van Zuid-Holland ontmoeten ze elkaar.
Verloop van de getijgolf in uren op 31/1 (blauwe cijfers) en van het stormveld (in rood) langs de Nederlandse kust. Ter hoogte van Zuid-Holland ontmoeten ze elkaar.

In het hele kustgebied van Zeeland en Zuid-Holland tot aan Hoek van Holland is de vloed rond 14 uur op z'n hoogst en dit valt (volgens de huidige verwachting) precies samen met de piek in het windveld. Daarom worden hier morgen relatief de hoogste waterstanden verwacht. De verwachting voor Hoek van Holland is dat de stand er tot tussen de 2,8 en 2,9 m +NAP kan stijgen. Dat is dicht onder het niveau dat de Maeslandskering in de Nieuwe Waterweg gaat sluiten. 

Als de Nieuwe Waterweg sluit, blijft het hele Benedenrivierengebied verstoken van getij. Sluiting gebeurt automatisch als bij Rotterdam een waterstand van 3 m +NAP wordt verwacht. Op dit moment gaat de verwachting uit van 2,65 m +NAP. dat is er nog ruim onder, maar zoals ik hierboven al schreef kunnen stormen zich binnen  24 uur nog anders ontwikkelen en is een stand van +3 m nog zeker niet uit te sluiten.  

Maar als de kering niet sluit dan zijn de hoge waterstanden in een groot gebied binnengaats ook merkbaar. Gewoonlijk loopt het getij namelijk via de Nieuwe en Oude Maas tot ver naar het oosten door. Circa 4 uur nadat de golf bij Hoek van Holland naar binnen is gestroomd, komt de piek dan aan bij Vianen in de Lek, na 7 uur bij Zaltbommel in de Waal en na 10 uur bij Lith in de Maas. Langs al deze rivierarmen zal de storm dus in meer of mindere mate merkbaar zijn, waarbij het effect verder naar het oosten doorgaans steeds kleiner wordt. In een van de armen, de Hollandsche IJssel, zal de kering morgen wel sluiten.

Verder langs de kust naar het noorden is de getijgolf ongeveer 4 uur onderweg voordat deze in Den Helder arriveert. Tegen die tijd is de storm daar waarschijnlijk al weer wat geluwd en hoogwater en storm beginnen dan steeds meer uit fase te lopen. Verderop naar het oosten wordt dat verschil nog sterker en als de getijgolf uiteindelijk rond middernacht bij Delfzijl aankomt is de wind daar niet hard genoeg meer voor een sterke extra stijging. In ieder geval niet zo hoog als tijdens de storm van zaterdag op zondag, toen de piek in het windveld juist wel samenviel met de top in de getijgolf. 

In de figuur hieronder is het verloop van de waterstand op 4 meetstations langs de kust weergegeven. De match tussen het al dan niet samenvallen van hoogwater door wind en door getij is hierin goed zichtbaar. In Delfzijl viel de harde wind van zaterdag op zondag juist samen met hoogwater en kwam de stand toen relatief erg hoog. Niet uitzonderlijk trouwens; de waterstand is eerder al wel eens tot boven de 4 m +NAP opgelopen. Bij storm op maandag vallen wind en hoogwater niet samen en de verwachting is dat de stand ruim 50 cm lager blijft.

Bij Den Helder is dit verschil minder groot. De vloed komt hier eerder en valt al wel deels samen met de storm. De waterstand loopt daarom bijna net zo hoog op als tijdens de stormachtige wind in de nacht van zaterdag op zondag. Bij Hoek van Holland is er wel een bijna perfecte match tussen storm en vloed en hier loopt de waterstand daarom op maandag erg ver op. Ook hier is het geen recordstand, maar een stand van bijna 3 meter is in Hoek van Holland pas enkele keren eerder overschreden. 

Nog wat verder naar het zuiden vallen de storm en hoogwater ook nog bijna precies samen, maar hier is de wind al wel wat minder hard. Bij Vlissingen loop de waterstand daardoor naar verwachting op tot ca 3,75 m +NAP.  Als deze golf de Westerschelde in loopt wordt hij onderweg nog flink wat hoger en in het oosten van de zeearm kan de stand dan oplopen tot 4,75 m +NAP en in Antwerpen zelfs tot bijna 5 meter. 

Verloop getij 4 stations.jpg

Verloop van het getij op 4 meetstations langs de kust tijdens de twee perioden met zeer hoog water. In blauw de waterstanden die al zijn opgetreden en in rood de verwachting van dit moment.
Verloop van het getij op 4 meetstations langs de kust tijdens de twee perioden met zeer hoog water. In blauw de waterstanden die al zijn opgetreden en in rood de verwachting van dit moment.