U bent hier

maandag 2 januari 2017

Begin 2017 lijkt op het einde van 2016

Het droge weer van december houdt ook de eerste week van 2017 nog aan. Een hoge drukgebied ten westen van Ierland houdt actieve neerslaggebieden vanaf de Oceaan op afstand. Wel kan later deze week met een noordelijke wind wat sneeuw doordringen tot in het stroomgebied van de Rijn, waaronder de Alpen. De Ardennen blijven waarschijnlijk droog. De afvoeren in Rijn en Maas blijven daarom deze week nog laag.

Rond het volgend weekend is de kans groot dat het hoge drukgebied zover naar het zuidwesten wegtrekt dat meer neerslag vanaf de Oceaan door kan dringen tot West Europa. Mogelijk is dat de overgang naar meer nattigheid en vanaf ca 10 januari stijgende waterstanden. Maar er is ook nog een scenario dat de wind juist naar het oosten gaat en er koude, droge lucht naar West Europa stroomt. In dat geval houden de lage waterstanden nog langer aan en zullen ze zelfs nog verder zakken. Maar daarover volgende keer meer.

Rijn begint het nieuwe jaar met laagste afvoer sinds 1953.

De hele afgelopen week schommelde de waterstand bij Lobith rond de zeer lage stand van 7,30 m +NAP en lag de afvoer net boven de 1000 m3/s. Vanwege de aanhoudende droogte in Midden Europa is de stand sinds vrijdag toch nog wat verder gaan dalen en deze daling zet zich de komende 5 dagen nog voort. Het gaat heel langzaam, met niet meer dan 2 cm per dag. De afvoer zakt langzaam met ca 10 m3/s per dag naar 950 m3/s.

Vandaag en morgen kan er wat neerslag vallen in het stroomgebied, maar te weinig voor een stijging van de waterstanden. Het is ook vooral sneeuw en ook later in de week valt er nog wat sneeuw. Veel is het niet en de Rijn zal daarom langzaam blijven dalen. Pas rond 8 januari is een weersomslag mogelijk met meer regen, maar dat is nog niet zeker.

De Rijnafvoer rond de jaarwisseling was de laagste in meer dan 50 jaar. In 1953 bedroeg de afvoer slechts 760 m3/s. In de andere jaren met zeer lage afvoeren eind december (1920, 1921, 1933, 1948 en 1953), kwam er altijd in januari wel een omslag naar hogere afvoeren. Maar in 4 van de 5 jaren bleef het bij een beperkte stijging en volgden ook in het voorjaar en de zomer lange perioden met lage waterstanden.

De ondergrondse buffers in het stroomgebied moeten het voor hun aanvulling vooral van de neerslag in de winter hebben. In de zomer verdampt namelijk de meeste neerslag voordat het de ondergrond bereikt. Als, zoals nu, er weinig neerslag valt, lopen die buffers langzaam leeg en is er minder beschikbaar in de komende zomer. Of dat ook gaat gebeuren hangt van de hoeveelheid neerslag in de komende 3 maanden af.

Maasafvoer rond jaarwisseling recordlaag

Het stroomgebied van de Maas ontving de afgelopen week ook geen neerslag en de afvoer is dan ook voortdurend laag, rond de 30 m3/s. De afvoer rond de jaarwisseling was daarmee zelfs de laagste ooit sinds met de metingen in 1911 zijn begonnen. Andere droge jaren (1933 en 1976) hadden beide nog een afvoer van iets boven de 50 m3/s. 

Vannacht is wat sneeuw gevallen in de Ardennen en ook later deze week kan er nog wat vallen, maar de hoeveelheden zijn klein en dat levert voorlopig geen extra afvoer op. Deze week daarom nog onverminderd een afvoer rond de 30 m3/s. Dit zijn de gemiddelden over de dag, omdat de afvoer gedurende de dag sterk schommelt door het beheer van de stuwen en waterkrachtcentrales stroomopwaarts in België.

Stuwpand Grave loopt leeg

Door een aanvaring met een schip is de stuw bij Grave doorgebroken. Dat heeft grote gevolgen voor de waterstand in het gedeelte van de Maas stroomopwaarts van Grave tot aan Sambeek. In het Nederlandse deel van de Maas zijn bijna 100 jaar geleden 7 stuwen gebouwd die bij lage en gemiddelde afvoer de waterstand opstuwen, zodat er altijd voldoende vaardiepte is voor de scheepvaart. In de bovenste figuur hiernaast is in een lengteprofiel van de Maas te zien hoe iedere stuw er voor zorgt dat het water tot aan de eerstvolgende stuw bovenstrooms voldoende diep is (ca 3,5 m). Door het breken van de stuw is er veel water weggelopen (het rode gedeelte in de figuur). Dit leverde benedenstrooms zelfs een kleine vloedgolf op. In de afvoergrafiek van Megen (onderste grafiek) is te zien hoe deze plotseling steeg van 100 naar 500 m3/s. Toe het stuwpand leeg was, nam de afvoier weer snel af. Het golfje was trouwens niet groter dan enkele decimeters.

Als er geen stuwen zouden zijn, stroomt de rivier Maas af en fluctueert de waterstand afhankelijk van de afvoer. In het lengteprofiel is met een streepjeslijn aangegeven wat in een ongestuwde Maas de waterstand zou zijn bij een afvoer van 250 m3/s en met een puntjeslijn bij 1000 m3/s. In deze situatie zou de waterstand bij afvoeren onder de 250 m3/s minder dan 3 meter zijn en daardoor ongeveer de helft van het jaar onbevaarbaar.

Nu de stuw bij Grave kapot is, is het stuwpand leeggelopen en is er dus weer even sprake van een vrij afstromende rivier. Bij een afvoer van ca 100 m3/s betekent dat, dat de stand nog onder de streepjeslijn in de figuur zou moeten uitgekomen. Dankzij devolgende stuw, bij Lith, is de waterstandsdaling echter nog enigszins beperkt gebleven. Bij deze lage afvoer werkt deze stuw nu tot ver in het stuwpand van Grave door en is er daar toch nog wat meer water dan op grond van deze lage afvoer verwacht had mogen worden. Voor de scheepvaart is het echter te weinig. 

De Maas in het stuwpand Grave ligt er nu weer even bij zoals zij er in een natuurlijke situatie bij gelegen zou hebben, dus van voor de aanleg van de stuwen. Ik kreeg een foto toegestuurd van de monding van de Oefeltse Raam. De monding van deze beek is door het 3 meter lagere peil een stuw opgeschoven en ligt nu weer op de plek waar hij van nature lag. Het dikke zandpakket dat op de foto zichtbaar is, lag tot voor kort onder water, het is zand dat sinds de Maas gestuwd is, in de monding van de beek is neergelegd. Nu de Maas even laag staat, kan de beek het eindelijk afvoeren. Dat gebeurt met grote snelheid, want in enkele dagen heeft de beek zich al diep in de zandlagen ingesneden.