U bent hier

maandag 26 september 2016

Komende week wordt een kopie van de vorige week

Over de verwachting voor de komende week kunnen we kort zijn: het droge weer houdt nog zeker een week aan en de waterstanden in de rivieren zullen daarom verder dalen. Er is een kans op een weersomslag vanaf het komende weekend, maar al meerdere weken achtereen zit die kans in de verwachtingen. Steeds wordt voorspeld dat het na het weekend wisselvalliger wordt, maar als het dan zover is, breekt toch weer een vrijwel droge week aan. Zo gaat september de boeken in als een zeer droge maand. Toch is het jaar als geheel nog lang niet droog te noemen. Berekend vanaf het begin van het jaar staat 2016 voor De Bilt nog steeds in de top 10 van natste jaren.

Rijn daalt deze week naar 1100 m3/s

De afgelopen week stokte de daling van de Rijn even door een klein golfje vanuit Zuid Duitsland, maar deze week zet de daling bij Lobith onherroepelijk door. Er wordt op een enkele bui na weinig neerslag verwacht in het stroomgebied en de waterstand bij Lobith zal daarom deze week met zo’n 5 tot 10 cm per dag blijven dalen naar ca 7,5 m in het komend weekend, wat overeenkomt met een afvoer van 1100 m3/s.

Morgen wordt voor het eerst deze zomer de 1200 m3/s onderschreden. Dergelijke lage afvoeren zijn lastig voor een aantal watergebruikers, maar niet heel bijzonder. Als we de kans op lage afvoeren over het jaar heen in een grafiek uit zetten (bovenste grafiek hiernaast), dan zien we dat de kans erop in oktober tot boven de 35% oploopt; dus ongeveer eens in de 3 jaar daalt de afvoer tot op of onder deze waarde.

Klimaatverandering leidt tot minder laagwater

De indruk bestaat dat lage waterstanden en afvoeren in de Rijn steeds vaker voorkomen. De klimaatverandering wordt daarvoor als oorzaak aangewezen, want daardoor smelt de sneeuw in de Alpen sneller en krimpen de gletsjers. Wat vrijwel niemand weet is dat er in werkelijkheid geen sprake is van een toename in lage afvoeren.

Als we de kans op lage afvoeren van voor 1980 (het jaartal waarna de klimaatverandering echt merkbaar werd) vergelijken met de periode na 1980 en in een grafiek uitzetten (onderste grafiek hiernaast), dan valt op dat de kans op lage afvoeren juist afneemt. De rode lijn in de grafiek (de jaren van voor 1980) ligt vrijwel het hele jaar boven de blauwe lijn (de jaren na 1980).

Voor de winter is dat goed te verklaren. De belangrijkste oorzaak voor lage afvoeren in de winter is een bevroren rivier. In de strenge winters van vroeger bevroor de rivier regelmatig en dan daalde de afvoer vaak sterk. Nu komt een bevroren rivier niet meer voor en de kans op lage afvoeren in de winter is dan ook sterk afgenomen. Maar ook in het najaar, als de kans op lage afvoeren altijd al het grootste is, is de kans op lage afvoeren juist afgenomen.  Ook is er geen sprake van dat de kans op lage afvoeren al eerder begint (omdat de sneeuw in de Alpen van de voorafgaande winter eerder gesmolten is); zowel vroeger als nu neemt de kans voor het eerst duidelijk toe vanaf 1 augustus.

De gevolgen van de klimaatverandering zijn dus minder eendimensionaal dan we vaak vermoeden, want blijkbaar wordt het feit dat de gletsjers steeds kleiner worden en de sneeuw eerder gesmolten is (wat uit metingen in de Alpen blijkt) ruim gecompenseerd door een toename van neerslag, waardoor de kans op lage afvoeren juist afneemt. Het blijft natuurlijk afwachten wat de toekomst brengt, maar er is tot nu toe zeker geen sprake van een toename van extreem lage afvoeren.

Lage afvoer Maas houdt ook deze week aan

De daggemiddelde afvoer in de Maas is de afgelopen week tot ca 20 m3/s gezakt. Gewoonlijk neemt de afvoer in september toe, maar dit jaar niet agv het aanhoudende droge weer. Misschien komt er na het komende weekend wat meer water, maar de kans daarop is nog klein.

De hoeveelheid water die bij deze lage afvoer nog door de Maas stroomt wordt geheel bepaald door de afspraken die tussen België en Nederland zijn gemaakt in het Maasafvoerverdrag. Nabij Maastricht beginnen 3 kanalen (Albertkanaal, Zuid Willemsvaart en Julianakanaal) waar een (flink) deel van het Maaswater door weg stroomt.

Dat kanalen water nodig hebben, heeft verschillende redenen. Tegelijk met het schutten van de schepen in de sluizen stroomt er ook water mee van het hoge naar het lage pand in het kanaal. Dat gaat met horten en stoten, maar gemiddeld over de dag kan dat oplopen tot wel 10 m3/s. Verder vindt vaak energie-opwekking plaats over het verval bij de stuwen (voor groene stroom), waarvoor water nodig is, er zijn vistrappen die wat water gebruiken om niet droog te vallen en tenslotte stroomt via het Albertkanaal ook water voor de levering van zoetwater aan grote steden in het westen van België.

Als de aanvoer vanuit Frankrijk en de Ardennen afneemt, zoals nu, is het een hele kunst om de verdeling over de kanalen en de Maas zelf (waar minimaal 10 m3/s voor over moet blijven) goed te regelen. In het uiterste geval wordt in de kanalen bij de sluizen zelfs water teruggepompt van het lage naar het hoge pand om de watervraag te stillen. Waarschijnlijk zal dat de komende week wel een paar keer nodig zijn.