U bent hier

Nog één vrijwel droge week en dalende waterstanden

De rivierafvoeren zijn de hele week gedaald en omdat hogedrukgebieden voorlopig het weer blijven bepalen, zal die daling zich ook de komende week voortzetten. De droge periode duurt nu al 3 weken en de vraag dringt zich op of dit nog veel langer gaat duren. In de weer- en waterverwachting deze week daarom alvast een kijkje wat verder vooruit, of er al signalen zijn dat zich een verandering aandient. In het tweede deel van dit bericht een analyse van enkele fraaie satellietbeelden die laten zien hoe het rivierwater de Noordzee in stroomde tijdens de recente hoogwaterperiode.

Hogedrukgebieden houden ons weer voorlopig in de greep

Het hogedrukgebied dat de afgelopen week verantwoordelijk was voor het zonovergoten weer is naar het oosten weggetrokken, maar een opvolger ligt al weer klaar op de Atlantische Oceaan. Het is een zeer krachtig exemplaar met een luchtdruk van 1055 hPa. Voor een hogedrukgebied op de Oceaan is dat opvallend hoog, meestal houdt het daar bij 1040 wel zo'n beetje op. 

De overgang van het ene naar het andere hogedrukgebied gaat gepaard met veel wind, enige bewolking en een heel klein beetje neerslag. Op de rivierafvoeren zal dat geen invloed hebben. Tegen de Alpen opstuwend neemt de neerslagintensiteit van de bewolking wat toe en boven de 1500 meter hoogte kan daar zo'n 25 cm sneeuw vallen. De Rijnafvoer merkt daar voorlopig niets van, omdat de sneeuw in de Alpen pas in mei zal gaan smelten. 

De rest van de week blijft het onder de vleugels van het grote hoge drukgebied in de stroomgebieden zo goed al droog. Anders dan zijn voorganger beweegt dit hogedrukgebid niet het continent op, maar trekt het zich terug naar het zuidwesten. Dat zorgt op het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan voor een snelle rolwisseling. Waar nu het zeer sterke hogedrukgebied ligt, wordt volgende week een zeer laag lagedrukgebied verwacht. 

In de figuur hieronder heb ik deze bijzondere wisseling naast elkaar gezet; de weerkaart van vandaag staat links met het reusachtige hogedrukgebied en de verwachting voor over een week staat rechts met op bijna dezelfde plaats dan een zeer diep lagedrukgebied.

Luchtdruk komende week.jpg

De komende week maakt het zeer sterke hogedruk op de Atlantische Oceaan plaats voor een zeer diep lage drukgebied (bron: www.kachelmannwetter.com).
De komende week maakt het zeer sterke hogedruk op de Atlantische Oceaan plaats voor een zeer diep lage drukgebied (bron: www.kachelmannwetter.com).

Onder invloed van het lagedrukgebied gaat boven west Europa de wind uit het zuidwesten waaien, wordt er warme lucht aangevoerd en neemt de kans op neerslag duidelijk toe. Zoals het er nu naar uitziet moeten we daar wel tot na het komend weekend op wachten. Pas maandag 6 en dinsdag 7 april wordt er voor het eerst regen verwacht en het ziet er nu naar uit dat dat voldoende is voor wat extra water aanvoer naar de rivieren. Omdat het hier om een verwachting gaat voor over meer dan een week, is dit uiteraard nog niet zeker; naarmate de week vordert wordt duidelijker of het uit gaat komen.

Rijn daalt deze week ca 50 cm naar ca 8,7 m +NAP 

De afgelopen week daalde de waterstand bij Lobith met ca 1 meter en het waterpeil bedraagt nu ca 9,2 m +NAP. De afvoer bedraagt nu nog ca 2000 m3/s, dat is 65% lager dan 2 weken geleden, toen de piek van de hoogwatergolf passeerde.  De komende dagen daalt de waterstand met ca 10 cm per dag, later afnemend naar 5 cm per dag. Op maandag in de loop van de dag zakt de stand dan onder de 9 meter en in het volgend weekend zal de 8,7 m bereikt worden. De afvoer bedraagt dan nog ca 1750 m3/s. 

Dit is een lage afvoer voor de tijd van het jaar, het langjarig gemiddelde bedraagt namelijk ca 2500 m3/s. Heel bijzonder is dit niet, het gebeurt gemiddeld eens in de 3 tot 4 jaar dat de afvoer in deze tijd van het jaar zo laag is. Meestal zet de daling in het voorjaar ook niet veel verder door; de 1500 m3/s bijvoorbeeld wordt gemiddeld maar eens in de 10 jaar onderschreden in deze tijd van het jaar.

Het ziet er naar uit dat ook dit jaar de 1500 m3/s niet bereikt zal worden. Als het na het komend weekend wisselvalliger wordt dan kan de Rijnafvoer vanaf ongeveer 10 april weer gaan stijgen. Tegen die tijd zal de afvoer bij Lobith zich dan rond de 1600 m3/s bevinden, wat overeenkomt met een waterstand van 8,5 m. Het gaat hier om een verwachting ver vooruit, dus het blijft nog onzeker of het ook zo uit zal komen.

Maas daalt deze week naar ca 200 m3/s

De Maas is ook de hele week gedaald en deze daling zet zich de hele komende week voort. De afvoer bij Maastricht bedraagt nu ca 275 m3/s, dat is ruim 80% minder dan 2 weken terug tijdens de hoogwatergolf. Hieraan is goed te zien dat de Maas tijdens een droge periode altijd nog wat sneller daalt dan de Rijn, die veel grotere buffers heeft, die lang water na kunnen leveren.

De komende week zet de daling in de Maas zich nog wat voort en zal de afvoer dagelijks met zo'n 10 tot 15 m3 gemiddeld afnemen. In het komend weekend zal de afvoer dan rond de 200 m3/s zijn uitgekomen en ook na dat weekend zal de daling nog een paar dagen aanhouden. 

Als het inderdaad vanaf maandag 5 april natter wordt, dan kan er vanaf het midden van die week voor het eerst weer een lichte stijging op gaan treden. Mits er voldoende regen valt in de Ardennen tegen die tijd.

Rivierwater stroomt de Noordzee in via Haringvliet en Nieuwe Waterweg

Tijdens de periode van hoogwater die nu achter ons ligt, stroomde er via de Rijn en de Maas ongeveer 7500 m3/s Nederland binnen. Daarvan kwam circa 6500 m3/s in het benedenrivierengebied aan (de rest stroomde via de IJssel) en dit water stroomde vervolgens via de Nieuwe waterweg en de Haringvliet naar de Noordzee. Dankzij het heldere weer van de afgelopen dagen kon de Sentinel satelliet erg fraaie beelden van Nederland maken. In de figuur hieronder heb ik er twee naast elkaar gezet van de Rijn/Maas-monding. 

Rijnmonding .jpg

Naar zee uitstromend Rijn- en Maaswater op 14 maart (links) tijdens de hoogwaterperiode en 26 maart.
Naar zee uitstromend Rijn- en Maaswater op 14 maart (links) tijdens de hoogwaterperiode en 26 maart.

Het linkerbeeld is van tijdens de dagen dat er veel Rijnwater de zee in stroomde. Het kleurverschil tussen het bruinere rivierwater en het blauwgroene zeewater is duidelijk te zien. Het meeste water wordt via de dam in de Haringvliet gespuid (onder op de foto), het vreikt tot ver in zee en de hele Voordelta (het gebied met de eilanden ten noorden van de monding) is met zoetwater gevuld. Een relatief kleiner deel van het rivierwater stroomt via de Nieuwe waterweg uit.

Op 26 maart is de rivierafvoer flink teruggelopen (er komt nu nog ca 2500 m3/s rivierwater aan in het Benedenrivierengebied ipv 6500) en de uitstroom naar zee is ook veel kleiner geworden. Vooral bij de Haringvliet stroomt nu minder water naar buiten en de Voordelta is alweer gevuld met zeewater. Alleen voor de kust van Goerree langs is nog een stroom rivierwater te zien.

Bij de Nieuwe Waterweg is de pluim met rivierwater nog wel duidelijk zichtbaar. De hoeveelheid rivierwater die hier uitstroomt is dus minder sterk afgenomen dan bij de Haringvlietdam. Dit is het gevolg van het gaandeweg afsluiten van de sluizen in de Haringvlietdam als de rivierafvoer afneemt. Door de dam te sluiten kan het rivierwater daar niet meer naar zee stromen en het zoekt dan de andere weg naar buiten en dat is de Nieuwe waterweg.

Zo kan door middel van het sluiten van de Haringvlietdam de hoeveelheid rivierwater gestuurd worden. Bij een hoge rivierafvoer staat de dam helemaal open en stroomt het meeste rivierwater daar naar de Noordzee. Als de afvoer afneemt, gaat de dam stapsgewijs dicht en neemt de hoeveelheid water die daar uitstroomt snel af. De Nieuwe waterweg krijgt dan relatief steeds meer water te verwerken. De Haringvlietdam wordt hierom ook wel de kraan van West Nederland genoemd. Als de Rijnafvoer later in het jaar nog verder gedaald is, tot 1500 m3/s, staat de dam helemaal dicht en stroomt al het water via de Nieuwe waterweg.