Regenachtige week, waterstanden eerst stabiel, later mogelijk hoger
De komende week hebben we te maken met een krachtige westelijke luchtstroming, die lagedrukgebieden met regenzones over de stroomgebieden voert. Bijna dagelijks valt er regen, maar erg grote hoeveelheden worden voorlopig niet verwacht. Omdat we ook niet hoeven te rekenen op smeltwater, is de kans op hoogwater voorlopig klein. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht nogmaals een korte terugblik op 2022. Na 2018 was dit binnen korte tijd opnieuw een jaar met langdurig lage waterstanden. Toch waren er ook verschillen tussen deze twee jaren.
water van de week
Westelijke circulatie draait op volle toeren
In mijn bericht van vorige week schreef ik dat vanaf dit weekend er kans was op meer hogedruk boven Centraal Europa waardoor de regenzones boven onze omgeving een noordelijkere koers zouden gaan. Dat hogedrukgebied blijkt er nu toch niet te komen en de regenzones blijven daarom voorlopig ook over de stroomgebieden trekken.
Als we naar de neerslagpluim van De Bilt kijken (zie figuur) dan valt een duidelijke regelmaat op in de eerste week tot 10 dagen. Het laat de regengebieden zien die in de westelijke stroming over Nederland worden gevoerd. Om de dag volgt een nieuw exemplaar.
De rode lijn is de som van het hoofdmodel; deze wordt met een hogere resolutie gemaakt en is daarom het meest betrouwbaard. Naarmate dit model ondersteund wordt door veel groene lijnen is de kans groot dat het uit gaat komen. De 50 modelberekeningen (de groene lijnen) liggen de eerste paar dagen ook dicht bij elkaar, wat aangeeft dat de zekerheid extra groot is.
Vanaf het komend weekend gaan de groene lijnen meer en meer uit elkaar lopen. Dit geeft aan dat de timing van de passages van de neerslaggebieden niet meer synchroon loopt, maar het blijft wel nat, want bijna alle berekeningen blijven nieuwe regengebieden voorspellen.
Wat verder opvalt in de grafiek is dat de meeste pieken ongeveer even hoog zijn. Het laat zien dat er wel veel regen gaat vallen, maar dat de kans op extreme uitschieters niet groot is. Dit is vaker het beeld bij een krachtige westelijke circulatie; er zijn dan om de dag regengebieden die over trekken, maar dit gebeurt met grote snelheid, zodat de totale regen-som op een dag toch meevalt.
Deze grafiek laat de situatie voor Nederland zien; in de stroomgebieden is de situatie een beetje anders. Het eerste regengebied trekken namelijk niet zover door en gaat nog aan het stroomgebied van de Rijn voorbij te gaan en de tweede heeft ook nog niet zoveel impact. De Maas krijgt al wel aardig wat water mee van deze eerste regengebieden.
Een dergelijk weerpatroon levert meestal niet meteen een hoogwater op; daar zijn de hoeveelheden, die tijdens de passage van een regenzone vallen, namelijk te klein voor. Maar het stroomgebied raakt door al die regen wel steeds meer verzadigd, dus als er na zo'n natte periode waarin 3 of 4 regengebieden snel zijn overgetrokken, er vervolgens een wat trager overtrekkend regengebied volgt, dan kan dat laatste regengebied wel voor een sterke stijging van de waterstanden zorgen.
Op dit moment verwacht het Europese weermodel dat er in Zuid- en Midden-Duitsland rond 10 januari inderdaad zo'n uitschieter zou kunnen komen, waarbij er i.p.v. 10 tot 20 mm op een dag ineens 40 tot 50 mm kan vallen. Als dat uitkomt zou dat de opmaat kunnen zijn naar een wat grotere hoogwatergolf. Het gaat echter nog om een verwachting voor bijna 10 dagen vooruit, dus het kan zeker nog ander uitpakken. De komende dagen zal duidelijk worden of dit uit gaat komen
De komende dagen passeert het eerste regengebied op 2/1. Dit gebied brengt in het stroomgebied van de Maas al zo'n 10 tot 15 mm regen, maar de Rijn merkt er nog weinig van. Op woensdag 4/1 passeert dan het volgende regengebied, waar ook de Rijn al wat van meekrijgt. Vrijdag 6/1 gaat het opnieuw regenen en zowel de Maas als de Rijn ontvangen dan neerslag.
Daarna blijft het nat zoals ik hierboven al liet zien, maar de timing van de regengebieden wordt onzekerder en het is de vraag of er wellicht een dag komt met zeer veel neerslag. We zullen de komende week in de gaten moeten houden hoe de situatie zich na het volgend weekend ontwikkelt.
Rijn daalt tot iets onder 10 m, daarna enige tijd stabiel. Op termijn mogelijk stijgend.
Door invallende dooi en veel regen in de dagen net voor kerstmis was de Rijn voor het eerst sinds lange tijd tot boven het langjarig gemiddelde gestegen. Op 28/12 passeerde de hoogsten stand (bijna 11,2 m+NAP) bij Lobith en de afvoer kwam tot 3.700 m3/s. Dit is nog lang geen hoogwater, daarvoor moet de afvoer stijgen tot ca. 6.500 m3/s.
In de dagen tussen Kerst en nieuwjaar bleven er wel regengebieden over komen, maar de hoeveelheden waren te gering voor een verdere stijging. Eerst zag het er naar uit dat er voldoende zou vallen voor een nieuw golfje, maar daar kwam het toch niet van en ik heb mijn verwachting daar later ook op aangepast. Uiteindelijk daalde de stand zelfs langzaam verder en deze daling zet zich ook de komende dagen door.
Vanaf 4/1 wordt namelijk de eerste regen verwacht in het stroomgebied en dat water is pas een paar dagen later bij Lobith. De stand daalt daarom nog een centimeter of 50 en zal rond 7 en 8/1 uitkomen op ca. 9,75 m (NAP) bij Lobith. De afvoer bedraagt dan ongeveer 2.600 m3/s. Van 4 t/m 9/1 wordt wel aardig wat regen verwacht, maar al met al is dit voldoende voor een lichte stijging mogelijk tot weer iets boven de 10 m tussen 9 en 11/1.
Daarna zou de stand verder kunnen gaan stijgen. Of dit gebeurt en hoe hoog de stand dan gaat komen, hangt vooral af van de regen die rond 10/1 gaat vallen. Deze verwachting is echter nog onzeker, dus we moeten nog even een paar dagen afwachten om meer duidelijkheid te hebben hoe de waterstanden zich vanaf 12/1 gaan ontwikkelen.
Maasafvoer stijgt langzaam naar ca. 750 m3/s
De Maas bereikte al net voor de Kerstdagen zijn hoogste afvoer veroorzaakt door de regenval in de dagen daarvoor. In mijn vorige verwachting ging ik er vanuit dat de stand rond 1 januari nog een keer zou stijgen, maar daarvoor viel uiteindelijk tocht te weinig regen.
De afvoer is nog wel gestegen van ca 350 m3/s in het midden van de afgelopen week naar ca 450 m3/s op dit moment, maar er is weinig extra water meer onderweg om de afvoer nog veel te laten stijgen. De komende dagen komt daar echter wel verandering in, want in het stroomgebied van de Maas lijken de neerslaggebieden de komende week wel aardig wat regen te gaan brengen.
De eerste regen wordt verwacht op 2/1 en in navolging daarop kan de afvoer de dag daarna tot tussen de 500 en 600 m3/s stijgen. Op 4/1 en 6/1 volgen nieuwe regengebieden en steeds valt er zo'n 10 tot 15 mm regen. Aan het eind van de week op 7/1 zou de afvoer daardoor tot ca 750 m3/s kunnen zijn gestegen.
De regen moet nog vallen, dus het blijft even afwachten wat het precies wordt, maar het ziet er deze week nog niet naar uit dat er bij een van de regengebieden veel meer regen valt. De kans dat het later in de week al naar 1000 m3/s stijgt, is daarom klein.
Net na het volgend weekend zou dat wel kunnen gebeuren als op 9 en 10/1 inderdaad veel regen gaat vallen. Een stijging tot 1000 misschien 1250 m3/s zou dan mogelijk moeten zijn. Maar deze verwachting is nu nog erg onzeker, omdat er nog meer dan een week over heen gaat en in volgende modelberekeningen kan het er toch weer anders uitzien. Net als bij de Rijn is het een situatie om even in de gaten te houden.
water inzicht
2022 was net als 2018 een jaar met langdurig lage waterstanden; maar er waren ook verschillen
Vorige week ben ik al uitgebreid op het jaarverloop van Rijn en Maas in 2022 ingegaan. Voor deze week heb ik nog een grafiek gemaakt voor de beide rivieren, die goed laat zien waarom 2022 een jaar was met veel lage afvoeren, maar toch anders verliep dan 2018.
In de volgende figuur heb ik de afvoergegevens van Lobith voor 2022 gegroepeerd in klassen van 250 m3/s (bij de hogere afvoeren meer). Onder iedere klasse is ook de bijbehorende waterstand weergegeven.
Wat opvalt is dat vooral de onderste 3 klassen ruim vertegenwoordigd zijn. Op maar liefst ca. 220 dagen bevond de afvoer zich onder de 1500 m3/s, terwijl dat er normaal maar ongeveer 100 zijn. Een afvoer van 1500 m3/s is ongeveer de grens waaronder in Nederland de eerste knelpunten in het waterbeheer op gaan treden m.b.t. de wateraanvoer naar innamepunten e.d. Ook is het de afvoer waarop de grotere schepen niet meer vol belanden kunnen varen.
Sinds 1976 was het niet meer voorgekomen dat de afvoer op zoveel dagen onder de 1500 m3/s stond; in dat jaar gebeurde dat op 278 dagen. Voor 1976 gebeurde het trouwens bijna iedere 10 jaar dat de afvoer onder de 1500 m3/s zakte en recordhouder is daar 1921 met maar liefst 329 dagen.
Als we de rest van de grafiek bekijken dan valt op dat alle overige klassen (op 3500-4000 m3/s na) minder vaak voorkwamen; in veel gevallen ging het maar om 50% van het normale aantal. Hoge afvoeren boven de 5000 m3/s kwamen zelfs bijna helemaal niet voor.
4 jaar geleden maakten we ook al een jaar mee met veel lage afvoeren, met ook toen veel problemen voor de functies die van het Rijnwater afhankelijk zijn. Als we de grafiek voor dat jaar (zie hieronder) vergelijken met die van het afgelopen jaar dan valt echter op dat de verdeling van de afvoerklassen toe heel anders was. Vooral het hoge aantal dagen met zeer lage afvoeren van <1000 m3/s valt meteen op. Dit werd vooral veroorzaakt doordat de droogte in 2018 veel langer aanhield. In 2022 was er een onderbreking van de droogte in september, waardoor de Rijn even op kon veren en daarna niet meer heel ver weg kon zakken.
Een ander verschil met 2022 is dat het aantal dagen met een zeer lage afvoer vooral ten kostte is gegaan van de dagen tussen de 1000 en de 1750 m3/s. Deze 3 klassen komen maar weinig voor, terwijl de 4 klassen daarboven ongeveer het normale aantal dagen telt.
In 2018 was de eerste helft van het jaar wat de neerslag betreft ongeveer normaal verlopen en vooral de afvoeren rond en net boven het gemiddelde die in de winter en het voorjaar veel voorkomen, waren toen al 'binnen'. Evenals de zeer hoge afvoeren, die in 2018 opgetreden waren tijdens een hoogwater in januari.
Waar in 2022 dus bijna alle klassen laag scoorden en de dagen leverden aan de 3 laagste klassen, was 2018 dus een jaar waarin vooral de lagere afvoeren dagen leverden aan de klasse met de zeer lage afvoeren. Voor met name de scheepvaart zal 2022 daarom een minder problematisch jaar zijn geweest dan 2018, omdat dagen met de minste vaardiepte (<1000 m3/s) veel minder vaak voorkwamen dan in 2018.
Voor de Maas lijkt de situatie veel op die van de Rijn. In de bovenste grafiek de frequentie van optreden van 2022. De afvoerklassen zijn zo gekozen dat ze in een gemiddeld jaar ongeveer een gelijk aantal dagen bevatten als bij de Rijn. In 2022 waren bij de Maas ook de 3 laagste klassen sterk oververtegenwoordigd en alle dagen daarvoor waren vrijwel evenredig afkomstig uit de andere klassen. Hoge afvoeren kwamen vrijwel niet voor.
In 2018 (onderste grafiek) was de situatie iets minder uitzonderlijk dan bij de Rijn. Niet de laagste, maar de voorlaatste klasse kwam het meeste voor. Bij de overige klassen zien we dat deze bijna allemaal ondervertegenwoordigd zijn, behalve de klasse tussen 325 en 400 m3/s en twee van de hogere klassen, omdat er in dat jaar een wat langere hoogwatergolf was in het voorjaar.