U bent hier

Rivierafvoeren blijven voorlopig hoog voor de tijd van het jaar

Al het hele jaar zijn de rivierafvoeren aan de hoge kant en ook nu de zomer is aangebroken lijkt daar nog geen verandering in te komen. Droge perioden duren nooit langer dan enkele dagen en de regenachtige dagen brengen steeds weer voldoende water om de rivieren op een hoog niveau te houden. Ook de komende week verandert daar weinig in. In het water bericht leest u de details.

In de rubriek Water Inzicht een doorkijkje door het jaar heen met van maand tot maand de mate waarin de Rijnafvoer is veranderd sinds 1980, sinds de klimaatverandering onder de aandacht is gekomen.

water van de week

Eerst een paar droge dagen, vanaf woensdag weer voldoende regen om de rivieren aan te vullen

Zaterdag trok een lagedrukgebied ten noorden van Nederland langs en een bijbehorend koufront passeerde in de loop van de dag. Het bracht veel wind, aan de kust zelfs even stormkracht, en in het noorden van het land enkele stevige buien. Het lagedrukgebied verliest nu snel zijn invloed op ons weer, maar inmiddels is alweer een nieuw lagedrukgebied in de maak in de Golf van Biskaje. Dit trekt de komende dagen via Engeland naar onze omgeving.

Daarachter ontwikkelt zich vanuit het hogedrukgebied bij de Azoren een rug van hoge druk, die rond het weekend voor enige stabilisatie zorgt, maar het ziet er niet naar uit dat deze een lang leven beschoren is. Want ook na het weekend zien we op de weerkaarten weer tal van kleine lagedrukgebieden boven het continent en dat betekent dat het regenachtige weer nog wel even aanhoudt.

Het koufront is gisteren ook over de stroomgebieden getrokken en heeft vooral in het oosten van Frankrijk, zuiden van Duitsland en Zwitserland voor aardig wat neerslag gezorgd. Hier profiteert vooral de Rijn van. Vandaag wordt niet veel regen verwacht in de stroomgebieden en ook morgen en overmorgen blijft het vrijwel droog. Als dan het lagedrukgebied vanuit de Golf van Biskaje in onze richting trekt neemt de wisselvalligheid in de stroomgebieden weer toe.

Dinsdag aan het eind van de dag bereikt de reegn Nederland al, waarna het ook in de stroomgebieden weer nat gaat worden. Van woensdag tot en met zaterdag kan er dagelijks regen vallen. Het lijken geen heel grote hoeveelheden te worden maar wel voldoende om de rivieren op een vrij hoog niveau te houden. Enige uitzondering is vrijdag waarvoor enkele modellen wel grote hoeveelheden neerslag verwachten. Dat is nog geen zekerheid, maar die dag moeten we wat beter in de gaten houden.

Vanaf zondag nemen de neerslagkansen weer af maar zoals het er nu naar uitziet duurt dat maar een dag of 3 en kunnen we zich vanaf dinsdag, onder invloed van nieuwe lagedrukgebieden, opnieuw buien ontwikkelen in de stroomgebieden. Een langere stabiele weerperiode onder invloed van een groot hogedrukgebied lijkt er voorlopig niet in te zitten. Rijn blijft voorlopig op relatief hoog niveau.

Waterstand Rijn blijft boven de 10 m (NAP).

De Rijnafvoer  schommelde de afgelopen week rond de 3200 m³/s en dat is 1000 meer dan het langjarig gemiddelde. Hiervan is ongeveer 2/3 deel afkomstig uit Zwitserland. Voor een deel is dat nog smeltwater van de afgelopen winter dat in mei en juni in de grote Zwitserse meren is opgeslagen en nu doorgevoerd wordt. Maar er vallen ook veel buien in Zwitserland en een groot deel van het water dat nu afgevoerd wordt, is daarom ook regenwater.

De circa 1000 m³/s die in Duitsland nog aan de Rijnafvoer wordt toegevoegd lijkt weinig, maar is voor hoogzomer ook een vrij grote hoeveelheid. Ook daar vallen veel buien, waardoor zijrivieren zoals de Moezel relatief veel water aanvoeren.  

Afgelopen week steeg de waterstand bij Lobith  tot boven de 10,5 m (NAP), wat bijna 1,5 m hoger is dan gebruikelijk in deze tijd van het jaar. Inmiddels is de stand iets gezakt en deze langzame daling zet ook de komende dagen door, tot ca 10,2 m (NAP), maar de stand blijft voorlopig nog boven de 10 m. In de tweede helft van de week kan de Rijn namelijk weer wat extra water verwachten van de regen die vanaf woensdag tot en met vrijdag in het stroomgebied gaat vallen. Heel grote hoeveelheden lijken het niet te worden maar in het volgend weekend kan de waterstand weer iets stijgen.

Zoals het er nu naar uitziet blijft de stand onder de 10,5 m (NAP) maar mocht er vrijdag inderdaad veel regen vallen dan is een hogere waterstand net na het volgend weekend ook nog mogelijk.  Na het volgend weekend volgen waarschijnlijk enkele droge dagen maar op het langere termijn hou toch de wisselvalligheid aan en de kans is daarom groot dat de waterstanden voorlopig nog aan de hoge kant blijven en dat het nog wel even kan duren voordat de 10 m (NAP) bij Lobith onderschreden wordt.

Maas daalt de eerste dagen, later weer stijgend

Ook de Maas voert relatief veel water af. Gewoonlijk bedraagt de afvoer in deze tijd van het jaar ongeveer 125 m³/s, maar nu is dat bijna 200. Opvallend is dat hiervan ca 60% uit Frankrijk afkomstig is. Gewoonlijk is het in de zomer in het noorden van Frankrijk vrij droog en ontvangt de Maas in Nederland vooral water van de regen die in de Ardennen valt.

De komende 3 dagen valt er weinig regen in het hele stroomgebied en daarom kan de afvoer wat zakken maar omdat de afvoer uit Noord-Frankrijk maar langzaam daalt, verwacht ik niet dat de afvoer deze week bij Maastricht tot onder de 150 m³/s zakt. Van woensdag tot en met zaterdag valt er opnieuw flink wat regen in het stroomgebied en vooral de vrijdag zou erg nat kunnen verlopen.

De verwachting voor die dag varieert echter nog tussen de modellen en het blijft even afwachten wat daarvan uit gaat komen. Maar al met al lijkt er in de tweede helft van de week voldoende regen te gaan vallen om de afvoer weer te laten stijgen tot 200 m³/s of iets meer. Mocht de vrijdag inderdaad erg nat verlopen dan is ook een hogere afvoer nog mogelijk; tot 300 m³/s of misschien nog wel wat meer.

Vanaf zondag ziet het er naar uit dat het enkele dagen droog blijft in het stroomgebied en dan kunnen de afvoeren weer wat zakken, maar op langere termijn lijkt het wisselvallige weer toch aan te blijven houden. Een langere daling naar voor de tijd van het jaar gemiddelde afvoeren lijkt er ook voor de Maas voorlopig nog niet in te zitten.

Water in zicht

Welke veranderingen in de maandafvoeren van de Rijn zijn te herleiden tot de gevolgen van klimaatverandering

Sinds het jaar 1980 is de verandering van het klimaat op aarde in een versnelling gekomen. Dit merken we vooral aan de temperatuur, die vooral vanaf 1980 een duidelijke stijgende lijn laat zien. Inmiddels nadert de gemiddelde temperatuur op de aarde een niveau dat 1,5 graad hoger ligt dan aan het begin van de vorige eeuw en boven het Europese continent bedraagt de stijging inmiddels al ca 2,5 graad.

De temperatuurstijging zorgt op zijn beurt weer voor veranderingen in neerslagpatronen en neerslaghoeveelheden. De warme lucht kan namelijk meer vocht bevatten waardoor er ‘s winters tijdens neerslagrijke perioden meer neerslag kan vallen dan vroeger en in de zomer neemt vooral de intensiteit van buien sterk toe. Daarnaast neemt de verdamping toe waardoor vooral in de zomer een groter deel van de gevallen neerslag direct weer opgenomen wordt in de atmosfeer.

Deze veranderingen in neerslag en verdamping hebben weer gevolgen voor de rivieren en de verwachting is dat de rivierafvoeren in de winter zullen toenemen en in de zomer zullen afnemen. Om na te gaan wat we hier bij de Rijn nu al van merken heb ik de afvoergegevens van maand tot maand voor de periode vanaf 1980 vergeleken met een even lange periode voorafgaand aan 1980. In blauw is in de grafiek weergegeven als er sprake is van een toename sinds 1980 en in rood als er sprake is van een afname.

Gemiddelde afvoeren.jpg

Veranderingen in de maandafvoeren van de Rijn bij vergelijking van de periode vanaf 1980 - 2023 met de periode 1936 - 1979. Als de afvoer hoger is geworden is dit in blauw aangegeven en als het lager is in rood.
Veranderingen in de maandafvoeren van de Rijn bij vergelijking van de periode vanaf 1980 - 2023 met de periode 1936 - 1979. Als de afvoer hoger is geworden is dit in blauw aangegeven en als het lager is in rood.

In grote lijnen komt het beeld uit de grafiek overeen met de verwachting: in de winter zijn de afvoerden toegenomen en in de zomer afgenomen. Maar als we wat beter kijken dan vallen er toch een aantal zaken op. Zo is de afvoer in de wintermaand februari maar weinig toegenomen terwijl het in die maand in het stroomgebied wel veel natter is geworden. Tegelijkertijd is de afvoer van januari juist sterk gestegen, terwijl die maand niet heel veel natter is geworden.

In een eerder waterbericht liet ik al zien dat dit waarschijnlijk te maken heeft met de veranderingen in sneeuwval. Vroeger viel vooral in de Middelgebergten in januari in Duitsland en Frankrijk al vanaf lagere hoogten sneeuw waarvan het water dan in februari werd afgevoerd als het wat warmer werd. Maar inmiddels vormt zich daar nog maar zelden een sneeuwdek en voert januari het meeste water zelf af.

Wat verder opvalt is dat mei en vooral juni ook een hogere afvoer laten zien sinds 1980. Waarschijnlijk heeft dit te maken met veranderingen in het smeltseizoen in de Alpen. De sneeuw smelt daar tegenwoordig eerder waardoor er in mei in juni meer water wordt afgevoerd dan voor 1980. Daarom is er vanaf juli t/m september minder smeltwater beschikbaar voor de Rijn en omdat in deze maanden de verdamping ook het sterkst is toegenomen, is het goed te verklaren dat de gemiddelde afvoer in deze maanden is afgenomen.

Vanaf oktober zien sinds 1980 weer een lichte toename, die vermoedelijk ook met de sneeuwval in de Alpen te maken heeft. Hogerop in de Alpen viel namelijk in het verleden al vanaf oktober weer sneeuw waar dat tegenwoordig nog vooral regen is. Daarom wordt in het najaar minder water opgeslagen in de vorm van sneeuw en stroomt er meer water direct af naar de Rijn.

De veranderingen in de gemiddelde afvoeren van Rijn zijn dus goed te verklaren aan de hand van veranderingen die in het stroomgebied optreden als het vervolg van de klimaatverandering. Je zou verwachten door de klimaatverandering ook de extreme afvoeren veranderen. De natte perioden worden natter en daardoor ligt het voor de hand dat ook de kans op (heel) hoge afvoeren toeneemt en als het in de zomer langer droog is zou men verwachten dat ook de kans op extreem lage afvoeren toeneemt. Dit blijkt echter niet uit het geval te zijn, want de afvoergegevens van de Rijn laten (voorlopig) een wat ander beeld zien.

In de volgende grafieken heb ik de veranderingen in de laagste en hoogste maandafvoeren van voor en na 1980 met elkaar vergeleken. Dit is gedaan door het gemiddelde te nemen van de 20% maanden met de laagste afvoer (eerste grafiek) en de 20% maanden met de hoogste afvoer (tweede grafiek) in de beide perioden. 

20% Laagste afvoeren.jpg

Veranderingen in de Rijnafvoeren van de 20% maanden met de laagste afvoeren bij vergelijking van de periode vanaf 1980 - 2023 met de periode 1936 - 1979. Als de afvoer hoger is geworden is dit in blauw aangegeven en als het lager is in rood.
Veranderingen in de Rijnafvoeren van de 20% maanden met de laagste afvoeren bij vergelijking van de periode vanaf 1980 - 2023 met de periode 1936 - 1979. Als de afvoer hoger is geworden is dit in blauw aangegeven en als het lager is in rood.

Bij de laagste afvoeren zien we dat in bijna alle maanden de 20% maanden met de laagste afvoer sinds 1980 meer water zijn gaan afvoeren. Het duidelijkst is dat in de 3 wintermaanden. Daar is de afvoer van de 20% maanden met de laagste afvoer toegenomen van circa 1200 m³/s voor 1980 naar circa 1600 m³/s na 1980. De hogere gemiddelde afvoeren die we in de eerste grafiek in de winter zagen is dus niet alleen het gevolg van een toename van de hoge afvoeren maar vooral ook vanwege een afname van de lage afvoeren in de winter.

Dit is ook goed te verklaren vanuit het oogpunt van de klimaatverandering. In de winter is de kans op langdurige hogedrukgebieden met koud weer en weinig neerslag namelijk sterk afgenomen. Vroeger waren die re veel vaker en dat zorgde dan voor langere perioden met een lage afvoer. Nu deze weersituaties er minder zijn, is de kans op lage afvoeren in de winter een stuk kleiner geworden.

Wat verder opvalt is dat sinds 1980 ook in juli en augustus de maanden met een lage afvoer niet minder water zijn gaan afvoeren dan voor 1980. Ondanks dat er minder smeltwater beschikbaar is in juli en augustus heeft dat dus niet geleid tot een grotere kans op maanden met een lage afvoer in die tijd van het jaar. De gemiddelde afvoer neemt daardoor dus wel af, maar de kans op maanden met een heel lage afvoer is er niet door toegenomen.

Alleen in april en juni is de afvoer in de maanden met een lage afvoer wat afgenomen. In alle andere maanden is er een toename en dat is ook wel te verklaren, want langdurig droge perioden zijn sinds 1980 schaarser geworden in het stroomgebied. Voordat in de Rijn een heel lage afvoer optreedt, moet het heel lange droog zijn en dat gebeurt tegenwoordig minder vaak dan vroeger. Er zijn zeker nog wel droge perioden, maar ze duren minder vaak lang genoeg om de Rijn een heel lage afvoer te laten bereiken.

20% Hoogste afvoeren.jpg

Veranderingen in de Rijnafvoeren van de 20% maanden met de hoogste afvoeren bij vergelijking van de periode vanaf 1980 - 2023 met de periode 1936 - 1979. Als de afvoer hoger is geworden is dit in blauw aangegeven en als het lager is in rood.
Veranderingen in de Rijnafvoeren van de 20% maanden met de hoogste afvoeren bij vergelijking van de periode vanaf 1980 - 2023 met de periode 1936 - 1979. Als de afvoer hoger is geworden is dit in blauw aangegeven en als het lager is in rood.

De derde en laatste grafiek laat de veranderingen zien sinds 1980 in de maanden met de hoogste afvoeren. Hier zijn er meer rode kleuren dan bij de vorige grafiek, wat betekent dat er sinds 1980 tijdens de 20% maanden met een hoge afvoer veelal minder water werd afgevoerd dan bij die maanden voor 1980.

Bij de wintermaanden zien we alleen bij januari een toename van de afvoer in de maanden met de hoogste afvoer. Zoals ik hierboven had beschreven heeft dat vooral te maken met het feit dat januari tegenwoordig vooral zijn eigen water afvoert omdat er minder sneeuw valt in deze maand. Daar is februari de dupe van en in deze maand zien we dan ook een sterke afname van de afvoer in de maanden met de hoogste afvoer.

Verder valt juni op met een sterke toename van de afvoer in de 20% maanden met de hoogste afvoer. Vooral in de jaren 80 en ook in de laatste 10 jaar zijn er vaker juni-maanden geweest met relatief hoge afvoeren. Voor een deel wordt dat veroorzaakt door smeltwater, maar ook door juni-maanden met veel neerslag.

In de zomer en vooral de nazomer is de afvoer in de 20% maanden met de hoogste afvoer duidelijk afgenomen. Smeltwater uit de Alpen speelde in deze perioden altijd al hoogstens een beperkte rol, dus het moet betekenen dat er in deze periode sinds 1980 minder langdurige natte perioden zijn geweest, of we zien hier het gevolg van meer verdamping, waardoor het stroomgebied in de nazomer meer is opgedroogd en het langer duurt voordat het tot een hoge afvoer komt.

Samengevat zien we dat de veranderingen in de gemiddelde afvoer van de Rijn over het jaar heen goed aansluiten bij de verwachting dat de klimaatverandering voor een hogere afvoer zorgt in de winter en een lagere in de zomer. Dit heeft echter niet geleid tot het vaker optreden van extreme maandafvoeren. In de winter blijkt de toename van de gemiddelde afvoeren voor een belangrijk deel te verklaren te zijn uit het minder vaak voorkomen van extreem lage maandafvoeren en we zien daar geen toename van de extreem hoge maandafvoeren. Behalve in januari, maar dat is goed voor verklaren omdat deze maand vanwege gebrek aan sneeuwval tegenwoordig het water afvoert dat vroeger in februari werd afgevoerd.

In de zomer valt op dat extreem lage maandafvoeren niet vaker voorkomen dan vroeger ook al is de gemiddelde afvoer in deze maanden wel duidelijk afgenomen. Ik vermoed dat dit te maken met het feit dat heel lange droge perioden in de zomer tegenwoordig minder vaak voorkomen dan vroeger. Voor een lage maandafvoer in de Rijn moet het namelijk maandenlang droog zijn en ook al is het in de zomer soms lange tijd droog, de duur van deze droge perioden is waarschijnlijk minder lang geworden dan vroeger.