Vanaf dinsdag veel regen en stijgende standen, maar na volgend weekend weer droog
Onder invloed van hoge luchtdruk is het al een dag of 10 droog in de stroomgebieden, met dalende waterstanden tot gevolg, maar vanaf dinsdag gaat het veranderen en volgen een paar natte dagen. Er valt in korte tijd veel regen maar het einde van de natte periode is ook alweer in zicht en daarom blijft de stijging van de Rijn en de Maas beperkt. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht een analyse van de effecten van rivierverruimende maatregelen langs de Maas. Waren deze merkbaar bij het laatste hoogwater en hoe groot is de invloed bij extremere waterstanden.
Water van de week
Korte opleving van de neerslagactiviteit
Een groot hogedrukgebied boven Frankrijk en Spanje zorgde afgelopen week voor een zuidwestelijke luchtstroming waar zachte, droge lucht mee werd aangevoerd. De komende twee dagen trekt het hogedrukgebied naar het zuiden weg en dat maakt de weg vrij voor enkele lagedrukgebieden die vanaf de oceaan tot onze omgeving kunnen doordringen. Het zorgt voor een paar natte dagen met lokaal in de stroomgebieden flinke hoeveelheden regen.
Het einde van deze neerslagperiode is echter ook alweer in zicht, want na het weekend ontwikkelt zich hoge druk boven dat Atlantische Oceaan en dat sluit de weg weer af voor nieuwe lagedrukgebieden. De wind gaat dan naar het noorden tot noordoosten waardoor het kouder wordt in de stroomgebieden en dan mogelijk in de middelgebergten ook weer wat sneeuw. Een dik sneeuwdek wordt echter niet verwacht.
De neerslag van de komende dagen ontwikkelt zich vooral langs de grens tussen koude lucht in het noorden en zachte lucht in het zuiden die de komende paar dagen in onze omgeving ligt. Op dinsdag ligt deze grens nog ten noorden van Nederland en blijft de regenval beperkt tot zo'n 5 millimeter, maar op woensdag trekt de grens naar het zuiden en kan er langdurig regen vallen, met lokaal 20 of zelfs 30 mm.
Het is nog niet helemaal duidelijk waar de grens komt te liggen. Op dit moment lijkt de hoofdmoot van de neerslag boven Zuid-Nederland en de noordelijke Ardennen te vallen en aangrenzend in Duitsland, in de Eifel en het Sauerland. Op donderdag ligt de grens nog steeds in onze omgeving en valt er in dezelfde regio nogmaals 10 tot 20 mm neerslag.
Op vrijdag en zaterdag beweegt het gebied met de meeste neerslag in zuidelijke richting en dan pas valt er ook regen verder zuidelijk, in de Vogezen, het zuiden van Duitsland en de Alpen. Zondag en maandag trekt het gebied met de meeste neerslag naar het oosten weg, maar kunnen er wel met een noordelijke luchtstroming wel buien het continent optrekken. In dit middelgebergten zoals de Ardennen en het Sauerland kan dan zo'n 5 tot 15centimeter sneeuw vallen.
Al met al kan er de komende week in Nederland zo'n 50 tot 60 mm regen vallen. In het aangrenzende deel van Duitsland, waar onder andere het Sauerland ligt, valt nog zo'n 10 tot 20 mm meer. Verder naar het zuiden valt minder neerslag en de Ardennen komen waarschijnlijk niet boven de 50 mm uit en nog verder naar het zuiden blijft het bij zo'n 20 tot 40 mm wat dan vooral in de tweede helft van de week valt. Aan de noordkant van de Alpen valt nog wat minder neerslag wat betekent dat het sneeuwdek maar weinig wordt aangevuld.
Na het volgend weekend nemen de neerslagkansen af, maar het hangt van de nabijheid van het hogedrukgebied af of het helemaal droog wordt. Op dit moment ziet het er naar uit dat het hogedrukgebied vrij westelijk van ons blijft liggen zodat er met een noordelijke stroming nog wel buien de stroomgebieden in kunnen trekken.
Rijn daalt nog tot iets boven 10 m daarna stijging tot circa 11,5 m (NAP)
Nadat op 28 januari een klein piekje passeerde met een stand van ongeveer 12 m is de rivier, onder invloed van het droge weer, flink gedaald. De komende week gaat dit veranderen want er komt aardig wat regen aan maar omdat het altijd even duurt voordat het water Nederland bereikt, zakt de waterstand nog gedurende de eerste helft van de week tot een stand van ongeveer 10,2 m (NAP) op woensdag.
Daarna arriveert het eerste water vanuit het noorden van het stroomgebied en gaat de waterstand dagelijks zo'n 30 tot 40 cm stijgen, met naar verwachting een piek rond dinsdag 13 februari. Ik verwacht dan een waterstand tussen de 11,5 en 11,75 m (NAP).
De afvoer bedraagt nu nog ongeveer 3.200 m³/s en deze daalt nog tot ongeveer 2.800 m³/s om daarna weer te gaan stijgen naar een piekje van ongeveer 4.000 m³ per seconde. Als de Rijn op woensdag is gedaald tot ca. 2.800 m³/s dan is dat ongeveer de langjarig gemiddelde afvoer. Al vanaf november bevindt de afvoer zich steeds ruim boven dit langjarig gemiddelde en gedurende de afgelopen maanden voerde de Rijn bijna twee keer zoveel water af als gemiddeld in deze periode.
Na het volgende piekje op dinsdag 13 februari zal de waterstand weer gaan dalen met naar verwachting zo'n 20 tot 25 cm per dag. Hoe ver de daling doorzet is nu nog niet te zeggen maar de 11 meter zal zeker weer onderschreden worden en als het droge weer wat langer aanhoudt, waar het nu wel naar uitziet, dan kan de 10 m (NAP) rond 20 februari ook weer bereikt worden. Volgende week daarover meer.
Maas kan door periode met veel regen stijgen tot boven de 1000 m³/s
De Maas was eind januari relatief weinig gestegen en vanwege de daling, die nu al meer dan een week aanhoudt, is de afvoer inmiddels gedaald tot iets onder het langjarig gemiddelde. Dat bedraagt ongeveer 450 m³/s terwijl de Maasafvoer zich nu onder de 400 m³/s bevindt. De komende 3 dagen blijft de afvoer nog ongeveer op dit niveau vanaf woensdag zet een stijging in.
Het wordt een beetje spannend waar precies de zone met de meest intensieve neerslag komt te liggen. Volgens de laatste verwachting ligt deze boven Zuid-Nederland en valt er in de Ardennen zo'n 20 tot 30 mm regen. Dat is al voldoende om de afvoer bij Maastricht met zo'n 300 tot 400 m³/s te laten stijgen, tot ca 750 m³/sop donderdag. Op donderdag valt er waarschijnlijk nogmaals zo'n 10 tot 20 mm regen wat dan tot een stijging tot boven de 1000 m³/s kan leiden op vrijdag.
Op vrijdag zelf wordt volgens de huidige verwachting niet zoveel regen verwacht maar op zaterdag kan opnieuw zo'n 10 tot 20 mm vallen, waarna het vanaf zondag wel minder nat gaat worden. Als deze hoeveelheden inderdaad gaan vallen dan kan op zaterdag en zondag de afvoer tot boven de 1000 m³/s stijgen, mogelijk tot 1250 m³/s.
Het is nog allemaal niet zo zeker hoe hoog de afvoer precies gaat worden. Vooral vanwege de zone met intensieve regen die een paar dagen dichtbij de Ardennen komt te liggen, waardoor de afvoer ook nog wat hoger uit zou kunnen pakken. Als de regenzone bijvoorbeeld op woensdag meteen al wat zuidelijker komt te liggen en de Ardennen meer regen ontvangen, dan stijgt de Maas op donderdag misschien al naar 1000 m³/s en is later in de week ook nog een verdere stijging mogelijk tot boven de 1250 m³/s.
Iets om de komende dagen in de gaten te houden. Wat al wel vrijwel zeker is, is dat na zondag de periode met intensieve neerslag voorlopig voorbij is en de afvoer in het begin van de week na dat weekend weer zal gaan dalen.
Water in zicht
Hoe groot zijn de effecten van rivierverruimende maatregelen langs de Maas.
Enkele weken geleden schreef ik over het effect van de hoogwatermaatregelen die tussen 2005 en 2015 langs de Rijn zijn genomen in het kader van het project Ruimte voor de Rivier. Langs de Maas was er in die tijd een vergelijkbaar programma, Maaswerken genaamd, wat ook tot doel had om de hoogwaterveiligheid voor de inwoners van het Maasdal te vergroten.
Het programma is nog steeds niet helemaal afgerond, want langs de Grensmaas in het zuiden van Limburg wordt op enkele plekken nog gewerkt aan de maatregelen die de Maas meer ruimte moeten geven. Op andere plaatsen is inmiddels overgestapt op een ander type maatregelen om de veiligheid te vergroten, daar worden de bestaande dijken opgehoogd omdat Ruimte voor de Rivier maatregelen alleen onvoldoende opleveren om de veiligheid op het gewenste niveau te krijgen.
Ik ben in tal van tabellen en statistieken gedoken en het is nog niet zo makkelijk om de effecten van de al genomen maatregelen in beeld te brengen voor een hoogwatergolf zoals begin januari passeerde. De Maas is namelijk een heel andere rivier dan de Rijn en hoogwatergolven in deze rivier ontwikkelen zich binnen Nederland meestal heel anders dan een golf die via de Rijn het land binnenkomt.
Hoogwater in de Maas ontstaat altijd in de Ardennen en als een golf de Nederlandse grens bij Eijsden passeert, is ze dus pas net ontstaan net ontstaan. Een van kenmerken van zulke jonge golven is dat ze onderweg nog sterk in hoogte en vorm veranderen. Bij een korte golf die snel is opgelopen zien we dan dat de waterstand onderweg naar benedenstrooms relatief veel sterker afneemt, dan bij een lange golf die enkele dagen aanhoudt op een hoog niveau.
In de tabel hieronder heb ik 3 recente hoogwaters met elkaar vergeleken die alle drie een afvoer hadden van ongeveer 1700 m³/s bij Maastricht. In de eerste 3 kolommen van de tabel is de afvoer weergegeven op de 4 meetstations van de Maas, vanaf stroomopwaarts bij Maastricht tot benedenstrooms bij Megen.
De afvoer in de golf van dit jaar schommelde wat, maar was bij Venlo nog ongeveer even hoog als Maastricht om daarna iets in te zakken. Een golf uit 2020 zakte juist sterk in en kwam bijna 20% lager benedenstrooms aan. Dit in tegenstelling tot in golf uit 2011 die juist groter en hoger werd in het traject tot aan Venlo en daarna pas weer wat in omvang afnam.
In dat jaar was er stroomafwaarts langs de Maas een opvallend grote toestroom van water uit de vele zijbeken zoals bijvoorbeeld de Geul en de Roer. Die was er het afgelopen jaar ook wel, maar minder groot en in combinatie met de vrij korte golf van dit jaar, zakte de golf van 2024 sterker in dan er water via de beken werd aangevoerd.
In de laatste twee kolommen heb ik het verschil in waterstanden weergegeven tussen 2024 en de beide golven. In vergelijking met de golf die het sterkst inzakte was de waterstand dit jaar stroomafwaarts zo'n 30 tot 45 cm hoger; een flink verschil, terwijl de golven aanvankelijk ongeveer even hoog waren.
Het verschil met de golf in 2011 werkte de andere kant op en was zelfs nog groter. Bij Venlo was de waterstand in 2011 vanwege de grote zijdelingse toestroom en het langer aanhouden van de golf bijna 1 m hoger dan bij de huidige golf; terwijl ook hier de afvoer bij Maastricht aanvankelijk bijna even groot was. Verder stroomafwaarts zakte deze golf ook wel wat in maar de waterstand was bij Megen in 2011 toch nog bijna 50 cm hoger dan dit jaar.
Oude en nieuwe hoogwatergolven vergelijken, om na te gaan wat de invloed is van rivierverruiming is, is bij de Maas dus niet zo makkelijk, vanwege het feit dat golven onderweg sterk van vorm veranderen. Om toch een vergelijking te kunnen maken heb ik gebruik gemaakt van zgn. betrekkingslijnen die Rijkswaterstaat jaarlijks voor de Maas opstelt. Hierin zijn voor een tiental verschillende afvoeren per kilometer langs de hele rivier de verwachte waterstanden weergegeven.
In de grafiek hieronder heb ik voor de hele Maas de waterstanden uit deze tabel voor 2011 vergeleken met die van dit jaar. De oranje lijn geeft het verschil in waterstanden aan bij een afvoer van 1750 m³/s; ongeveer de afvoer die begin januari optrad. We zien dat de waterstand tussen 2011 en 2023 over bijna het hele traject flink lager is geworden. Stroomopwaarts is er in het traject tussen Maastricht en Elsloo sprake van een zeer grote daling van soms meer dan 1 m en nabij Grevenbicht bedraagt de daling zelfs bijna 2 m.
Dit is het gebied waar het Grensmaas-project wordt uitgevoerd. De rivier heeft hier veel meer ruimte gekregen; wat zich vertaalt in veel lagere waterstanden. Stroomafwaarts zien we rond Maaseik dat de waterstanden juist hoger zijn dan in 2011. In dit traject heeft de rivier door de aanleg en het ophogen van dijken minder ruimte dan vroeger; wat daar tegenwoordig tot hogere waterstanden leidt. Verder stroomafwaarts is er wel weer overal sprake van een flinke daling van de waterstanden als gevolg van de projecten die de rivier meer ruimte hebben gegeven.
Nu ging het in januari om een relatief kleine hoogwatergolf die gemiddeld zo eens in de 3 jaar voor kan komen. Om na te gaan hoe het verloop is bij een zeldzamere gebeurtenis, heb ik de afvoer van 3.000 m³/s genomen (de blauwe lijn). Deze afvoer is de afgelopen eeuw enkele malen opgetreden en leverde toen steeds meer of minder grote overstromingen op; zoals in 1926, 1993 en 1995. Ook de meer recente golf uit 2021 had ongeveer deze omvang: deze begon bij Maastricht wat hoger maar eindigde uiteindelijk stroomafwaarts lager dan 3.000 m³/s.
De blauwe lijn in de grafiek laat zien dat de waterstanden stroomafwaarts van Roermond nog wel lager zijn dan in 2011, maar het verschil is veel minder groot dan bij 1.750 m³/s. Bij de rivierverruimende maatregelen die hier zijn genomen gaat het meestal om ingrepen in het zomerbed: bijvoorbeeld een verdieping, waarbij de bodem ca 3 meter is uitgegraven of een verbreding, waarbij de oever ca 25 m is teruggelegd. Dergelijke maatregelen hebben de meeste invloed bij relatief lagere afvoeren en dat verklaart het grotere effect bij 1750 m³/s.
Betrekkingslijnen werden eerder ook al gemaakt en er is ook een tabel uit 1995 met wat toen de verwachte waterstanden waren bij de verschillende afvoeren. In de volgende grafiek heb ik deze waterstanden vergeleken met de standen uit de tabel van 2011. Wat opvalt is dat in deze periode de waterstanden langs de hele Maas flink hoger zijn geworden.
Hierbij past wel enige nuancering want het model waarmee de waterstanden van 1995 zijn berekend is een andere dan het huidige waterstandsmodel en de uitkomsten moeten we daarom wel met een slag om de arm genomen worden; zeker in het traject van de bochtige Grensmaas, waar we de waterstand dan ook flink heen en weer zien schieten.
Maar de grote lijn is wel duidelijk dat de waterstanden na 1995 aanvankelijk zijn gestegen, want in 2011 komt de stand bijna overal hoger uit dan in 1995. In de tussenliggende periode zijn er nog maar weinig rivierverruimende maatregelen uitgevoerd, maar wel zijn op veel plaatsen dijken in het Maasdal aangelegd. Daarmee werd het winterbed van de Maas aanzienlijk verkleind waardoor de rivier minder ruimte had om zijn water te kunnen bergen. Dit leidde tot hogere waterstanden op de plaatsen waar het Maasdal was versmald.
Daarbij is er nog een ander effect want in het versmalde Maasdal beweegt een hoogwatergolf ook sneller en daarom heeft ze minder tijd om onderweg in te zakken. Het effect wat ik hierboven beschreef dat een golf onderweg lager wordt, treedt dan minder sterk op. Het is daarom dat helemaal benedenstrooms, stroomafwaarts van Grave, de waterstanden ook zijn opgelopen in de periode tussen 1995 en 2011, terwijl daar in die tijd geen nieuwe dijken zijn aangelegd.
Als we de beide grafieken over elkaar heen leggen (zie hieronder), krijgen we het waterstandsverschil te zien tussen 1995 en 2023. Dan blijkt dat in een groot deel van de Maas de waterstanden ondanks de ruimte voor de rivier maatregelen niet zijn gedaald. Alleen langs de Grensmaas, waar de rivier zeer veel extra ruimte heeft gekregen, zien we nog een forse daling maar stroomafwaarts van Grevenbicht is er over een heel lang traject geen sprake meer van een netto daling.
De daling die de rivierverruimende maatregelen hier hebben opgeleverd was dus net voldoende om een groot deel van het opstuwende effect van de dijken die na 1995 zijn aangelegd op te heffen. Alleen stroomafwaarts tussen Grave en Gennep is de waterstand wel flink lager, als gevolg van een daar forse verdieping van het zomerbed.
Al met al hebben de rivierverruimingen, buiten de Grensmaas en het traject bij Gennep, in vergelijking met de situatie vóór 1995 dus geen extra waterveiligheid opgeleverd. De oorzaak is de combinatie van maatregelen, waarbij aan de ene kant de nieuw aangelegde dijken de ruimte hebben verkleind en anderzijds de verruimende maatregelen ongeveer dezelfde hoeveelheid ruimte weer hebben teruggebracht. Maar samen heeft dit, op enkele trajecten na, dus niet voor extra ruimte gezorgd.