Weersomslag, maar onvoldoende regen voor duidelijke stijging waterstanden
Na lange tijd is er weer wat regen gevallen en ook de komende week is het zo nu en dan nat. De hoeveelheden blijven echter klein en de rivieren profiteren hier nog maar weinig van. Voorlopig houden de voor de tijd van het jaar erg lage standen daarom nog aan. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht een analyse van de droge periode die al 2 maanden duurt, waardoor dit jaar heel anders begint dan vorig jaar, toen het juist uitzonderlijk nat was.
water van de week
Lagedrukgebieden bepalen voor even het weer
Vannacht passeerde het eerste regengebied en viel er tot zo’n 5 mm regen; in het stroomgebied van de Maas viel wat meer, in dat van de Rijn minder. Vandaag en morgen kunnen er lokaal wat buien vallen, maar ook dat zal voor de rivieren weinig extra water opleveren. Dinsdag lijkt voorlopig de natste dag te worden van de week.
Dat was enkele dagen geleden al de verwachting, alleen schuift de zone waar de meeste regen valt nog wat heen en weer en ligt hij soms van zuid naar noord over Frankrijk en Nederland en soms wat meer naar het oosten over Duitsland. Woensdag en donderdag schuift de zone hoe dan ook meer naar het oosten en blijft voldoende actief om tot zo’n 10 mm regen te brengen. Vrijdag begint alweer een droge periode die 3 tot 4 dagen duurt.
Vanaf maandag of dinsdag na het volgend weekend zou het weer wisselvalliger kunnen worden, maar dat is nu nog erg onzeker. Er ligt dan een uitgestrekte gordel van hogedrukgebieden over het noorden van Europa en hoe dichterbij die komt te liggen, hoe meer eventuele neerslag op grotere afstand blijft. Samengevat t/m donderdag aanstaande wat regen, maar niet heel veel en maar net voldoende om de rivieren wat te laten stijgen. Daarna een dag of 3 tot 4 droog en na het volgend weekend een onzekere verwachting.
Rijn stijgt enkele decimeters, naar ca 7,5 tot 7,6 m NAP.
De Rijn is afgelopen week bij Lobith nog ca 25 cm gezakt, na 30 cm in de week daarvoor, en is nu uitgekomen op net iets boven 7,35 m NAP. Nog nooit eerder in de meetreeks sinds 1901 was de stand zo laag in deze tijd van het jaar, maar dat wil niet zeggen dat er nu ook minder water dan ooit eerder via de Rijn ons land binnenstroomt. Omdat de bodem van de Rijn daalt, stroomt er bij dezelfde waterstand steeds meer water door de bedding. Zo bedraagt de afvoer nu nog ca 1.050 m3/s, wat ca250 m3/s hoger is dan de laagste afvoer die ooit werd gemeten in 1921, toen de waterstand, ondanks de geringere afvoer, ruim 1 m hoger was.
De komende dagen daalt de stand nog heel langzaam verder, met ca 2 cm/per dag tot op woensdag 16/4 de 7,3 m wordt bereikt. De afvoer zal dan nog ca 40 m3/s lager zijn en zal waarschijnlijk net niet tot onder de 1.000 m3/s zakken. Vanaf woensdag arriveert wat extra water van de regen die de komende dagen valt en dat zorgt voor een heel lichte stijging tot ca 7,5 à 7,6 m (rond een afvoer van 1.100 m3/s) op zaterdag. Omdat de tweede helft van de week weer droger verloopt zal de stand vanaf het weekend weer gaan dalen naar ca 7,4 m NAP net na het weekend.
Waarschijnlijk stopt de daling weer als er begin volgende week wat extra water aankomt vanuit Zuid-Duitsland en Zwitserland, die voor een lichte stijging zorgt tot opnieuw ca 7,5 tot 7,6 m vanaf 22/4. Mocht in het begin van die week ook in het midden van Duitsland wat extra regen vallen, dan kan de stijging nog wat groter zijn. De kans hierop lijkt voorlopig echter klein, want het zijn voorlopig vooral de hogedrukgebieden die het weer in de stroomgebieden van Rijn en Maas bepalen.
Maas blijft schommelen rond 100 m3/s.
De Maasafvoer is de afgelopen week, ondanks dat er geen regen viel, nauwelijks meer gedaald en bleef steken op ca 100 m3/s. Wel waren er bijna dagelijks grote pieken tot boven 250 m3/s, maar die waren het gevolg van het stuwbeheer in Wallonië. Afgelopen nacht viel in de Ardennen wat regen, tussen 5 en 10 mm, maar dat leverde nog maar weinig extra water op. De bodem is ook daar erg droog en er is meer regen nodig voordat een deel van het water ook de Maas kan bereiken.
Mogelijk gebeurt dat woensdag als er dinsdag wat meer regen gaat vallen in de Ardennen. Een regenzone zou dan van zuid naar noord over België kunnen komen te liggen en er voldoende kan vallen voor wel een lichte stijging. Maar meer dan 150 en heel misschien 200 m3/s zal het niet worden. Donderdag en vrijdag kan er ook nog wat regen vallen, maar onvoldoende voor een verdere stijging en rond het weekend is de afvoer waarschijnlijk alweer gedaald tot dichtbij 100 m3/s.
Begin volgende week is nog onzeker hoe de weersituatie zich ontwikkelt. Er is een kans dat het wisselvallige weer zich voortzet, maar met hogedrukgebieden in de buurt is de kans groter dat het droge weer aan het langste eind trekt.
Water Inzicht.
Huidige droogte spreekt het neerslagoverschot aan dat in het begin van de winter werd opgebouwd.
Vandaag is aan de droogte een einde gekomen. Afgelopen nacht vielen de eerste millimeters regen en dat was één dag eerder dan de verwachting. De tabel met de hoeveelheid neerslag over de afgelopen 2 maanden, die ik vorige week in Water Inzicht publiceerde, verandert daardoor toch nog een beetje. De totale hoeveelheid neerslag in De Bilt over deze periode komt nu uit op ca 17 mm en daarmee zakt dit jaar toch enkele plekken, van de 3e naar de 5e plaats en moet het 1917 en 1929 voor zich laten. Het was erg droog de afgelopen maanden, maar dus niet historisch droog.
Ook het aantal aaneengesloten dagen zonder neerslag was niet uitzonderlijk, want in de afgelopen twee maanden viel er iedere ca 10 dagen wel een beetje regen. In andere jaren zoals recent nog in juni 2023 viel er meer dan 30 dagen lang geen druppel regen. Ondanks het beetje regen dat er viel, is er ondertussen wel een flink neerslagtekort ontstaan. Normaal zou er over de afgelopen 2 maanden ca 110 mm neerslag zijn gevallen, maar er viel slechts 17 mm.
Ook verdampte er al veel vocht, vooral op de warme zonnige dagen van de afgelopen weken. De totale verdamping in De Bilt over deze periode liep op tot bijna 110 mm, 35% meer dan normaal in deze periode, en ook meer dan ooit in deze periode. De vochtvoorraad in de bodem, die normaal in deze periode van het jaar nog met 40 mm wordt aangevuld, slonk daardoor met ruim 90 mm. Het is mede aan de tijd van het jaar te danken dat er in de natuur nog weinig tekenen van de droogte zichtbaar zijn. De bodem bevatte na de winter namelijk nog een flink overschot aan water van de natte maanden eerder in de winter.
Wat opvalt bij de huidige droogte is het grote verschil met vorig jaar. In de grafiek hierna heb ik het verloop van neerslag en verdamping over de afgelopen 3½ jaar weergegeven. De grafieken beginnen steeds op 1 oktober. Dat is namelijk het moment in het jaar waarna er gemiddeld genomen meer neerslag valt dan dat er verdampt.
overschot laatste 3 jaar.jpg

De blauwe lijn van de neerslag loopt in de grafiek op tot het eind van het hydrologisch jaar op 30 september en begint dan weer onderaan. De rode lijn geeft de verdamping weer: in het winterhalfjaar loopt die nog heel weinig op, om vanaf maart/april als het warmer wordt wel sterk te gaan stijgen. Het overschot, de groene lijn, loopt vanaf oktober eerst sterk op, om dan vanaf het voorjaar, als er dagelijks gemiddeld meer verdampt dan er aan neerslag valt, te gaan dalen.
De eerste twee jaren in de grafiek waren vrij normale (iets te natte) jaren, met ongeveer 900 mm neerslag en 650 tot 700 mm verdamping. De opbouw van de neerslag loopt schoksgewijs waarbij de lijn tijdens natte dagen snel oploopt en tijdens droge perioden enige tijd vlak blijft. Langere droge perioden, waaronder de uitzonderlijke droogte van juni 2023 zijn met een rood pijltje gemarkeerd.
Het overschot loopt vanaf oktober, zoals gebruikelijk, op en heeft een piek aan het begin van het zomerhalfjaar (waar het zwarte pijltje staat). In beide eerste jaren was er op dat moment een overschot van zo’n 450 mm. In de maanden daarna wordt het overschot aangesproken door de grote verdamping en neemt het af tot 200 mm in 2022 en 300 mm in 2023. Dit zijn ongeveer normale waarden, gemiddeld over de afgelopen 30 jaar valt er over het gehele jaar gerekend in De Bilt zo’n 250 tot 300 mm meer regen dan dat er verdampt.
De twee volgende jaren (2023/24 en 2024/25) laten een heel ander beeld zien. De hele periode van oktober 2023 t/m september 2024 was extreem nat en over deze 12 maanden viel meer dan 1400 mm regen. De verdamping kwam vanwege het wat somberdere weer en niet zo warme zomer ook wat lager uit, maar het is vooral de grote hoeveelheid neerslag die voor een extreem neerslagoverschot zorgt. Pas eind juni wordt het hoogste punt bereikt in het overschot van ca 850 mm; bijna 2 keer zoveel als normaal.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat er vorige jaar zomer veel problemen waren met hoge grondwaterstanden, waardoor akkers niet te bewerken waren en veel kelders onderliepen. Maar het had ook positieve gevolgen, want veel beken die zich na de droogte van 2018 en 2020 nog niet hersteld hadden, gingen door de gestegen grondwaterstanden weer stromen.
Na het zeer natte voorgaande jaar, tapt het huidige jaar weer uit een heel ander vaatje. De eerste maanden was er nog weinig aan de hand, oktober begon vrij droog, maar daarna viel t/m januari wel flink wat regen en ook het neerslagoverschot groeide nog aan tot ca 300 mm. Maar toen sloeg het weer om, werd het 2 maanden vrijwel droog en nam de verdamping sneller dan gewoonlijk toe. Het overschot is inmiddels sterk afgenomen tot nog maar 200 mm.
De zwarte getallen in de grafiek bij de lijnen geven voor alle jaren de situatie aan op hetzelfde moment in het jaar als nu. Het overschot dat dit jaar nu nog maar 200 mm bedraagt, bedroeg in de eerste twee jaar rond half april ca 450 mm en vorig jaar maar liefst 755 mm; geen wonder dat kelders overal in het land onderliepen. Deze verschillen zijn vooral te danken aan de hoeveelheid neerslag die vorig jaar rond dit moment van het jaar al bijna 900 mm bedroeg en in de jaren daarvoor ca 600 mm. Dit jaar steekt daar met slechts 370 mm magertjes bij af. De verdamping is dit jaar ook duidelijk groter, maar dat verklaart niet het verschil.
De grote vraag nu is wat er de komende maanden gaat gebeuren. Als het een natte of gemiddelde zomer wordt, dan is er niet zoveel aan de hand. Het overschot zal dan later in de zomer nog wel wat afnemen, maar de kans dat hij onder nul zakt is klein. Mochten de komende maanden echter droog en warm verlopen dan zal het dagelijkse tekort zo groot zijn, dat misschien wel het hele overschot verdwijnt.
In de meetreeks van De Bilt is dat (sinds de verdamping daar wordt gemeten in 1957) nog maar drie keer eerder gebeurt, in 1959, 1976 en 1996, en in 2003 en 2018 was dat bijna het geval. De voortekenen voor dit jaar zijn tot nu toe niet heel gunstig. Voorlopig lijkt er namelijk nog geen einde te komen aan de dominantie van hogedrukgebieden en daarom maakt ook dit jaar een goede kans om in de jaren met een heel klein tot negatief overschot te eindigen op 30 september.