U bent hier

Weinig neerslag en dalende waterstanden

De westelijke luchtstroming heeft maar kort aangehouden. Het leverde eerst een paar dagen op met aardig wat regen in de stroomgebieden, waardoor de rivieren konden stijgen. Daarna draaide de stroming naar het noordwesten tot noorden, waardoor het kouder werd en de neerslaghoeveelheden weer sterk afnamen. De komende week draait de stroming weer terug naar het zuidwesten, maar dat levert maar weinig neerslag op. De afvoeren in de rivieren zullen daarom de hele week blijven dalen en het ziet er naar uit dat die daling ook na deze week nog doorzet. In dit waterbericht leest u de verwachting voor de waterstanden in de Rijn en de Maas van de komende 10 dagen.

In de Alpen verliep de maand februari grotendeels droog, maar de noordelijke stroming van de afgelopen week heeft daar flink veel verse sneeuw opgeleverd. Dat is gunstig voor de Rijnafvoer later in het voorjaar. In de rubriek Water Inzicht een uitstapje naar de Alpen om na te gaan wat we van de sneeuw daar mogen verwachten.

Water van de week

Lagedrukgebieden blijven op grote afstand

Na een lange droge periode in februari zette vanaf 8 maart de westelijke luchtstroming in. Er volgden enkele natte dagen in de stroomgebieden, maar na ongeveer een week draaide de luchtstroming naar het noordwesten en bleef het, op enkele buien na, in de stroomgebieden weer grotendeels droog. Eerst zag het naar uit dat er in het midden van de afgelopen week nog een sneeuwgebiedje over de Middengebergten zou trekken, waardoor er in de Ardennen en Eiffel ca 15 cm sneeuw zou vallen, maar dat kwam er niet van en het bleef bij hooguit een centimeter of 5.

In het Zwarte Woud en de Vogezen was een deel van de neerslag eerder in de week al als sneeuw gevallen en boven de ca 1000 m hoogte groeide het sneeuwdek daar de afgelopen week aan tot ca 50 cm. De komende 2 weken smelt deze sneeuw weer helemaal weg, maar omdat er bijna geen regen valt, verloopt het smelten gestaag en levert het slechts een bescheiden bijdrage aan de Rijnafvoer. In de Ardennen ligt zo weinig sneeuw dat het niet merkbaar zal zijn in de Maasafvoer als dit smelt.

Terwijl de noordwestelijke stroming in een groot deel van de stroomgebieden weinig neerslag bracht, was dat anders in de Alpen. Als de wind uit het noordwesten waait, staat deze loodrecht op het bergmassief en als de lucht dan geforceerd naar grote hoogte stijgt kan het langdurig gaan sneeuwen. Boven de 1000 m is dan ook erg veel sneeuw gevallen in de afgelopen week, soms meer dan 1 meter. Het water dat hierin verpakt zit zal pas later in het voorjaar gaan smelten en de komende weken merkt de Rijn daar nog weinig van.

De noordwestelijke stroming wordt veroorzaakt door een groot hogedrukgebied boven de Britse Eilanden. De komende dagen trekt dit gebied naar het zuidoosten en het nestelt zich dan boven Midden en Zuid Europa. Tegelijkertijd verschijnt bij IJsland een groot lagedrukgebied, maar dat heeft weinig aspiraties om richting Europa te trekken. Boven onze omgeving draait de stroming door deze ontwikkelingen weer naar het zuidwesten. Het wordt dan  weer wat warmer, maar regengebieden komen er de eerste 3 tot 4 dagen niet aan te pas.

Op vrijdag verandert dat even want dan kan een regenzone van het IJslandse lagedrukgebied tot over Nederland en België en een deel van Duitsland reiken, maar de verwachte regenhoeveelheden zijn klein en hebben geen invloed op de rivierafvoeren.

Vanaf zaterdag ziet het er naar uit dat het hogedrukgebied boven het Europese continent nog wat sterker wordt en dat zal nieuwe regenzones voorlopig op afstand houden. Mogelijk dat (het westen van) Nederland nog wel een paar keer met schampschoten van regenzones te maken krijgt in de laatste dagen van maart, maar voor de stroomgebieden lijkt zich een langere droge periode in te gaan stellen.

Samengevat ziet het er naar uit dat er de komende 2 weken weinig neerslag gaat vallen. Alleen op vrijdag dringt een regengebied tot Nederland door, maar voor de afvoeren van de Rijn en de Maas heeft dat geen betekenis. De week na volgend weekend ziet het er naar uit dat een hogedrukgebied boven Midden en Oost Europa dominant zal zijn en dat houdt regenzones weg uit de stroomgebieden.

Rijn steeg tot 10 m bij Lobith, maar gaat nu langdurig dalen

De regen die tussen 8 en 15 februari in het stroomgebied is gevallen zorgde de afgelopen week voor een kleine opleving van de waterstand in de Rijn. Bij Lobith steeg het peil van 8,8 naar 10 m +NAP en de afvoer steeg van ca 1800 naar 2700 m3/s wat ongeveer de gemiddelde hoeveelheid is voor deze tijd van het jaar. 

Omdat er na 15 maart weinig regen meer gevallen is, is de waterstand inmiddels weer gaan dalen en die daling zal zich de hele week doorzetten. dagelijks gaat er zo'n 10 tot 15 cm van het peil af en ik verwacht dat volgende week zondag, 28 maart, de 9 m +NAP weer onderschreden zal worden. De afvoer zal in het weekend daarvoor al weer onder de 2000 m3/s zijn gezakt. 

Als de verwachting uitkomt dat er de komende 10 dagen weinig regen gaat vallen, dan zou de waterstand in ieder geval blijven dalen tot rond 5 april en misschien nog wel langer. De daling na 28 maart verloopt echter wel iets langzamer. De sneeuw die de afgelopen week in de hogere delen van de Middelgebergten is gevallen zal later in deze week gaan smelten en dat zorgt dan voor een kleine vertraging in de daalsnelheid naar circa 5 cm per dag. Rond 5 april zou dan met een waterstand van ongeveer 8,7 m +NAP rekening gehouden moeten worden en een afvoer van ca 1750 m3/s.

Maas bleef net onder de 500 m3/s en daalt de komende week naar 250 m3/s.

De maas profiteerde van de regenval in vooral de Ardennen en op donderdag 18 maart werd de hoogste afvoer bij Maastricht van ca 450 m3/s. Dit is de daggemiddelde afvoer, want door sterke wisselingen in de hoeveelheid water die de stuwen in Wallonië doorlaten, schommelt de afvoer gedurende de dag tussen de 300 en 550 m3/s.  Een dagafvoer van 450 m3/s ligt iets boven het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar, dat ca 400 m3/s bedraagt. 

Inmiddels is de Maasafvoer alweer gaan dalen en de komende dagen zet die daling door tot weer ruim onder het langjarig gemiddelde. Iedere dag gaat er zo'n 25 m3 vanaf en aan het eind van de week zal dan weer de 300 m3/s onderschreden worden. Aanstaande vrijdag en zaterdag wordt er wat regen verwacht, maar kleine hoeveelheden en dit zal weinig invloed hebben op de Maasafvoer. Ik verwacht daarom dat de daling zich in de laatste dagen van maart en begin april verder door zal zetten en de kans is groot dat in het weekend van 4 april de afvoer weer onder de 200 m3/s zal zijn gezakt.

water inzicht

Veel sneeuw in de Alpen betekent extra water voor de Rijn van mei t/m juli

De noordwestelijke stroming leverde de afgelopen week voor de Alpen een dik pak verse sneeuw op. In de figuur hieronder zijn de neerslaghoeveelheden van de week van 11 t/m 18 maart weergegeven. De kaart geeft voor ~Zwitserland de neerslaghoeveelheden weer in millimeters wat voor sneeuw ruwweg omgezet kan worden in centimeters. De witte lijn is de contour van het stroomgebied van de Rijn. In het paarse gebied is meer dan 80 mm neerslag, d.w.z. ca 80 cm sneeuw, gevallen. Dit is de noordzijde van de Alpen waar de meeste sneeuw viel. Lokaal liepen de hoeveelheden op tot tussen de 100 en 125 cm. 

Aan de zuidzijde van de hoogste kam van de Alpen viel minder sneeuw. Zodra de lucht de Alpen over gestoken is, wordt deze namelijk warmer en droogt daarbij op; er valt dan al snel geen neerslag meer uit. Een klein deel van het stroomgebied van de Rijn (rechtsonder) strekt zich tot in dit deel van Zwitserland uit. 

Sneeuw in de Alpen deze week.jpg

Neerslaghoeveelheden Zwitserland van 11 tm 18 maart; 1 mm staat ongeveer gelijk aan 1 cm sneeuw. (bron: Kachelmannwetter.com)
Neerslaghoeveelheden Zwitserland van 11 tm 18 maart; 1 mm staat ongeveer gelijk aan 1 cm sneeuw. (bron: Kachelmannwetter.com)

Ook ten noorden van de Alpen viel niet overal veel neerslag. In de lagere delen van Zwitserland bleef het bij zo'n 3 tot 4 cm en hier ging het ook vooral om regen, die inmiddels al weer door de Rijn is afgevoerd naar Nederland.

In de Alpen lag ook al sneeuw van eerdere perioden dat er neerslag viel en het sneeuwdek groeide daarom flink aan. In de kaart hieronder van het Zwitserse instituut voor onderzoek aan sneeuw en lawines is zichtbaar dat er nu lokaal meer dan 3 meter sneeuw ligt. Op het kaartje is in het noorden ook de Jura zichtbaar. Dit gebergte reikt tot ca 1500 m hoog en hier ligt ook 60 tot 80 cm. Deze sneeuw zal het eerste smelten en de komende weken al wat water opleveren voor de Rijn. 

Sneeuwhoogte Alpen.png

Sneeuwdikte Alpen t/m afgelopen week. (bron: www.slf.ch)
Sneeuwdikte Alpen t/m afgelopen week. (bron: www.slf.ch)

 

Als we nog wat verder inzoomen op de Alpen dan zien we dat de sneeuwdikte aan de noordzijde nu tot bijna 4 meter is aangegroeid en aan de zuidzijde tot ongeveer 2 meter. In de figuur hieronder is van 4 meetstations (3 aan de noordzijde en 1 aan de zuidzijde) het verloop van het sneeuwdek in de afgelopen winter weergegeven.  De donkerblauwe lijn is de sneeuwdikte, de dunne opstaande lijntjes de dagen dat er sneeuw viel. De paarse lijnen geven de laagste waarde ooit, de gemiddelde waarde en de hoogste ooit weer.

Sneeuw in de Alpen op 4 locaties.jpg

Ontwikkeling van de sneeuwdikte in de afgelopen winter op 4 meetstations in de Alpen (bron: SLF.ch).
Ontwikkeling van de sneeuwdikte in de afgelopen winter op 4 meetstations in de Alpen (bron: SLF.ch).

Op de lagere stations (op ca 1800 en 2150 m hoogte) is de sneeuwdikte inmiddels aangegroeid tot een dikte dicht bij de maximale waarden die hier gemeten zijn. Op het hoogste station is het dek nog niet zo hoog, maar wel flink hoger dan het gemiddelde voor deze tijd van het jaar. Dat zien we ook bij het station aan de zuidkant van de Alpen. Ook is te zien dat daar deze week minder sneeuw is gevallen; de opstaande lijntjes zijn er minder hoog. Daarbij is de sneeuwdikte hier altijd minder dan aan de noordkant van de Alpen: het gemiddelde komt er maximaal tot 2 m, terwijl dat aan de noordzijde op deze hoogte tot ca 3,5 m is.

De komende 10 tot 14 dagen wordt er weinig nieuwe sneeuw verwacht in de Alpen, maar nu is al duidelijk dat de uiteindelijke dikte hoger uit zal komen dan in een gemiddeld jaar. De donkere paarse lijn, die het gemiddelde aangeeft, loopt namelijk op de meeste locaties niet verder meer op in de komende weken. Dat betekent dat als de sneeuw uiteindelijk gaat smelten er dit jaar veel smeltwater verwacht mag worden. 

Met rode pijltjes heb ik de momenten aangegeven dat het smelten gewoonlijk begint (enkel rood pijltje) en wanneer de periode met de grootste sneeuwsmelt begint (dubbele pijl). Op een hoogte van 1800 m begint het smelten doorgaans al in deze tijd van het jaar, maar de grootste smelt treedt pas op na half april. Op grotere hoogte begint het smelten pas begin april en boven de 2500 meter pas vanaf half april. Daar duurt het ook tot eind mei voordat de grootste smelt aanbreekt.

Al met al betekent dit dat we vanaf begin april een toevoer van smeltwater mogen verwachten, maar dat de grootste bijdrage pas in mei op zal treden. Het smelten loopt door tot in juni, op de hoogste plekken zelfs tot in juli. Dit is gunstig voor de afvoer naar de Rijn want het betekent dat ruwweg vanaf half april t/m eind juni er flink wat extra water te wachten staat met een piek in de loop van mei. 

De totale hoeveelheid smeltwater die na een sneeuwrijke winter vanuit de Alpen tot afstroom komt, kan oplopen tot duizenden m3/s. Dit water komt echter niet in een keer in de Rijn, want de grote Zwitserse meren vangen dit water op en geven het dan geleidelijk af aan de Rijn. Dit is goed te zien aan het peilverloop van de Bodensee (het grootste meer in het stroomgebied van de Rijn). De groene lijn in de figuur hieronder geeft het gemiddelde verloop van de Bodensee weer en die lijn begint in april op te lopen, om dan eind juni de hoogste waarde te bereiken. Tot dat moment is de instroom van smeltwater groter dan de uitstroom, na dat moment is het andersom. Zo profiteert de Rijn dus vele maanden van het smeltwater dat in het voorjaar beschikbaar komt.

 

Waterpeil Bodensee.png

Jaarverloop van het waterpeil van de Bodensee.
Jaarverloop van het waterpeil van de Bodensee.

In de figuur van de Bodensee is het peil van dit jaar met een blauwe lijn weergegeven. Op dit moment is het peil al relatief hoog omdat de winter in de lagere delen van Zwitserland nat is verlopen, zodat er ook veel regenwater in de Bodensee is uitgestroomd. Ook dat water werd er gebufferd en loopt nu langzaam weer weg. Over enkele weken zal de blauwe lijn weer gaan stijgen als het eerste smeltwater beschikbaar komt.

In april is de bijdrage doorgaans nog gering, maar in mei en juni neemt deze toe. Vanuit alle Zwitserse meren samen loopt deze dan op tot ca 500 m3/s om dan vanaf juli weer langzaam af te nemen. In jaren met veel sneeuw loopt de bijdrage zelfs op tot ca 1000 m3/s. Dit jaar maakt een goede kans om ook vrij hoog uit te komen omdat er nu al erg veel sneeuw ligt. Hoe hoog de afvoer komt hangt ook nog af van hoe de sneeuw gaat smelten. Als het vrij droog is dan verdampt namelijk ook een deel van de sneeuw en dan zal er relatief weinig smeltwater zijn. Dat was vorig jaar het geval in mei toen het wekenlang erg droog, warm en zonnig was. 

Als het smelten gepaard gaat met regenval dan is de bijdrage juist extra groot, want dan levert de regen de warmte voor het smelten en kan de afvoer in korte tijd sterk toenemen. Het is nu nog niet te zeggen hoe het smeltproces zal gaan verlopen, want dat hangt af van hoeveel regen er in mei valt en daar is nu nog geen zicht op. Maar mocht mei ongeveer normaal verlopen wat de regenval betreft, dan zou de bijdrage van smeltwater aan de Rijn op kunnen lopen tot ca 750 m3/s. Dat betekent dan dat de Rijnafvoer bij Lobith in de maanden mei t/m juli een grote kans heeft om ergens tussen de 1750 en 2250 m3/s uit te komen. Dat zal dan ruim voldoende zijn om in de waterbehoefte te voorzien die in de zomer altijd in Nederland altijd op zijn hoogst is.