Zomerhoogwater in de Rijn, Maasafvoer dalend
In de Rijn is een kleine hoogwatergolf onderweg die in de tweede helft van de week de stand bij Lobith tot boven de 13 m laat stijgen. De lagere delen van de uiterwaarden zullen dan overstromen. Het regengebied dat het hoogwater veroorzaakte is inmiddels weggetrokken en er volgt nu een wat drogere week zodat op langere termijn de waterstanden weer zullen gaan dalen. Ook de Maas daalt de hele week als gevolg van het drogere weer. In het water bericht leest u dit details.
In de rubriek Water Inzicht een terugblik op de uitzonderlijk natte periode die we in Nederland beleven sinds vorig jaar oktober met op veel plaatsen 10 tot 15% meer neerslag dan ooit eerder opgemeten sinds het begin van de metingen.
Water van de week
Het was een zeer natte week, maar de volgende wordt veel droger
Het kleine lagedrukgebied dat verantwoordelijk is geweest voor de uitzonderlijke hoeveelheid neerslag in Centraal-Europa van de afgelopen dagen is inmiddels via Tsjechië naar Polen getrokken en zal binnenkort oplossen. Het zorgt vandaag met een noordoostelijke stroming nog voor de aanvoer van warme en vochtige lucht uit Oost-Europa en daarin kunnen in de middag in Zuid Duitsland weer pittige buien ontstaan. Ook morgen kan er lokaal nog regen vallen. Het levert nog wat extra water op voor de Rijn, maar de hoeveelheden zijn niet meer zo groot zijn dat de waterstanden in de getroffen gebieden opnieuw gaan stijgen. Het stroomgebied van de Maas blijft buiten de invloed van deze buien.
Ten westen van ons is op de Atlantische Oceaan ondertussen een flink groot hogedrukgebied verschenen dat zijn invloed naar het oosten uitbreidt met een uitloper tot over West-Europa. Het zorgt voor een noordwestelijke stroming in onze omgeving, die zich vanaf dinsdag ook over Centraal-Europa uitbreidt. Er trekken wat zwakke fronten in mee, maar met een hogedrukgebied in de nabijheid blijven de neerslaghoeveelheden altijd zeer beperkt.
Later in de week trekt het hogedrukgebied zich wat terug op de Oceaan en dan verandert het weerpatroon opnieuw en kunnen nieuwe lagedrukgebieden het continent optrekken. Het is nog niet duidelijk of we dan in de koele lucht blijven, of dat warmere lucht vanuit het zuiden tot de stroomgebieden door kan dringen. De kans op neerslag in de vorm van buien neemt dan ook weer toe met mogelijk weer veel regen, vooral als de warme lucht de stroomgebieden kan bereiken.
Rijn gaat komende dagen sterk stijgen naar een stand van circa 13,25 m NAP op 7 juni.
De Rijn is eigenlijk nog bezig met de daling van het eerdere hoogwatergolfje dat op 22 mei met een afvoer van iets boven de 5000 m³ per seconde passeerde en ondertussen is alweer een nieuwe golf onderweg. Deze zal nog wat hoger worden dan de vorige golf. Als ik goed geteld heb is dit de zevende keer sinds eind vorig jaar dat de afvoer tot boven de 5000 m³/s stijgt, wat overeenkomt met een waterstand van 12,5 m bij Lobith.
Hoogwater golven in de Rijn in deze tijd van het jaar zijn niet heel uitzonderlijk en sinds het begin van de metingen in 1900 zijn het er een stuk of 10 geweest. Een keer gebeurde het dat het er ook twee kort na elkaar waren. Buiten het uitzonderlijke hoogwater van 2021 (van de ramp in het Ahrdal in Duitsland), was het in 2013 dat er de vorige keer een ongeveer vergelijkbare hoogwatergolf optrad in deze tijd van het jaar.
Het bijzondere aan de situatie nu is dat de weersitautie heel veel lijkt op die van 2013. Ook toen viel er uitzonderlijk veel regen in het grensgebied van Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk en de hoogwatergolf die toen in de Bovenrijn ontstond, was zelfs nog iets hoger was dan de huidige golf. Het kaartje hieronder laat de neerslaghoeveelheden zien van de beide situaties. Zowel toen als nu werd dit veroorzaakt door een klein lagedrukgebiedje dat dagenlang neerslag opwekte in dit gebied.
Schermafbeelding 2024-06-02 om 17.11.10.png

De afvoeren in het gebied waar de meeste neerslag viel waren in 2013 vergelijkbaar met die van de afgelopen dagen en ook toen zullen er flinke overstromingen zijn geweest, met name in de kleinere beken die in dit stroomgebied ontspringen. Er zijn wel wat verschillen; zo kwam er in 2013 meer water vanuit de Alpen. Afgelopen week was het temperatuur relatief laag zodat er boven de 2000 m sneeuw viel en het sneeuwdek daar zelfs nog wat aangroeide. Ondanks dat er dit jaar veel sneeuw ligt heeft smeltwater dus niet bijgedragen aan deze golf. Dat is opvallend want meestal zorgt regen in deze tijd van het jaar juist voor het extra snel smelten van sneeuw; maar dat houden we dus nog te goed.
Kenmerkend voor de weersituatie van de afgelopen dagen was het vrij grote gebied waar heel veel neerslag viel. De neerslagkaart van het grensgebied van de 3 landen (zie hieronder) laat zien dat er een groot gebied was, waar meer dan 100 mm viel. Als we wat verder inzoomen in het gebied binnen het zwarte vierkant dan blijkt dat er ook een klein gebied is geweest waar nog veel meer regen is gevallen met lokaal zelfs bijna 300 mm (zie de tweede kaart).
Neerslagkaart omgeving Bodensee.jpg

Neerslagkaart omgeving detail Bodensee.jpg

300 mm is uitzonderlijk veel voor centraal Europa en het zal niet verbazen dat juist in dit gebied de grootste overstromingen plaatsvinden. De situatie lijkt ook veel op die van juli 2021 toen ook in een groot gebied zo'n 100 tot 150 mm viel met daarbinnen een kleiner gebied waar in die situatie meer dan 200 mm viel. Dat was waar de Ahr, Ruhr en Vesdre ontspringen, die toen een zeer hoge afvoer bereikten.
De grote hoeveelheden neerslag vielen precies rond de grens van de stroomgebieden van Donau en Rijn. Bij de Donau stroomt dit water direct af en het levert een grote hoogwatergolf op in de hoofdrivier. Daar kunnen de komende dagen ook spannende situaties ontstaan als het water er hoog tegen de dijken aan komt te staan. Uiteindelijk beweegt deze golf in enkele weken naar de Zwarte Zee beweegt. In de Rijn verloopt het anders, wat veel van het water uit het gebied met de vele neerslag komt eerst in de Bodensee terecht. Die buffert ca 90% van het inkomende water en dat water komt de komende weken vertraagd tot afstroom.
Toch ontstaat er ook in de Bovenrijn een hoogwatergolf want een aantal rivieren in Noord-Zwitserland is ook sterk gestegen en dat leverde voldoende water op voor een golf die daar maar eens in de ca 10 jaar optreedt. Deze golf bevindt zich nu ongeveer bij Mannheim en beweegt de volgende 4 tot 5 dagen in de richting van Nederland. We hebben goed vergelijkingsmateriaal aan de golf van 2013 die ongeveer net zo hoog was bij het verlaten van Zwitserland.
Stroomafwaarts had de Neckar toen een ongeveer even hoge afvoer, maar de Main, nog wat verderop, was toen iets hoger. Nog weer verder waren in 2013 de Moezel en een aantal kleinere zijbeken van de Rijn ook iets hoger dus al met al mogen we ervan uitgaan dat deze golf wat lager in Nederland aan zal komen dan zijn voorganger.
In 2013 steeg de afvoer bij Lobith tot iets boven de 6000 m³/s en de waterstand daarbij bedroeg 13,62 m NAP. Omdat het allemaal wat minder is, verwacht ik nu een afvoer van ongeveer 5700 m³/s en een waterstand van circa 13,2 m NAP. De hoogste stand passeert op vrijdag 7 juni.
Op dit moment bedraagt de afvoer nog ongeveer 3500 m³/s en is de waterstand iets boven de 11 m NAP. Morgen verandert daar nog weinig aan, maar In de loop van de dinsdag arriveert het eerste water van de golf en begint de stijging. Op woensdag zal dan in de loop van de dag de 12 m worden overschreden en donderdag aan het eind van de dag de 13 m. Op vrijdag zal de hoogste stand bereikt waarna ook de daling zich weer in zal zetten.
Regen van betekenis wordt op z'n vroegst pas rond het volgend weekend verwacht in het stroomgebied en voordat dat water bij ons aankomt is het al weer een paar dagen later. Dat betekent dat waterstand vanaf vrijdag wel ongeveer een week kan gaan dalen tot deze rond 13 juni weer bij ca. 11 m zal zijn uitgekomen.
Mocht het meevallen met een neerslag dan zet de daling daarna waarschijnlijk verder door maar zoals we dit voorjaar al zo vaak hebben gezien duren de droge perioden tot nu toe nooit erg lang en het zou zomaar kunnen dat later in juni nog weer een keer een stijging volgt. Er is in ieder geval nog veel smeltwater aanwezig boven de 2000 m in de Alpen wat daar dan ook nog een bijdrage aan kan leveren.
Maas voorlopig nog hoog voor de tijd van het jaar, maar daalt wel de hele komende week.
In de Ardennen viel op woensdag en donderdag veel regen, wat vrij plotseling een hoogwatergolfje opleverde. De afvoer bij Maastricht steeg even tot boven de 900 m³/s. In de winter is dat niet ongebruikelijk maar in deze tijd van het jaar is dat toch wel een zeldzaamheid. Als we in de meetreeks op zoek gaan dan is het maar een paar keer gebeurd dat er zo rond mei-juni nog een afvoer was van tegen de 1000 m³/s; een zeldzaamheid dus.
Een paar jaar geleden zouden we nog zeggen dat hoogwaters in de Maas in deze tijd van het jaar nooit voorkomen maar 2021 heeft geleerd dat we dat idee moeten loslaten. En zoals we nu zien wat er in Zuid Duitsland is gebeurd, waar ongeveer 10 jaar na een eerdere event zich nu op vrijwel dezelfde plaats weer zo'n zware neerslagsituatie voordoet, dan is het niet onwaarschijnlijk dat ook de Maas hier vroeg of laat weer een keer mee te maken krijgt.
In Zuid-Duitsland werd vrij warme lucht door het lagedrukgebied aangezogen vanuit de Middellandse Zee wat mede de zeer grote regenhoeveelheden veroorzaakte, en mocht dit lagedrukgebied bij de Maas hebben gelegen dan zou die situatie anders zijn geweest. Maar dergelijke lagedrukgebiedjes zijn er veel vaker en als het dan wat later in de zomer is als het continent verder is er opgewarmd en bijvoorbeeld ook de Oostzee een stuk warmer is, dan is het goed mogelijk dat ook de Ardennen weer een keer getroffen worden.
Ook dan zal de situatie anders zijn dan in 2021 maar ik schat de kans op een grote zomerse hoogwatergolf voor de Maas in de komende jaren vrij hoog in als ik zie hoe vaak dergelijke lagedrukgebieden ontstaan en hoe makkelijk ze veel regen met zich meebrengen.
Voor nu is dit lagedrukgebied naar het oosten weggetrokken en het zal op het stroomgebied van de Maas geen invloed meer hebben. Verder hebben we in de komende week te maken met een heel ander weertype waarbij koelere lucht vanuit het noordwesten wordt aangevoerd met nauwelijks neerslag. De Maas zal daardoor de hele komende week dalen. Op woensdag verwacht ik dat de 500 m³/s weer wordt onderschreden en aan het eind van het week 400, waarna rond of na het weekend de 300 m³/s wordt gepasseerd.
Op dit moment is nog niet zo duidelijk wat er In de loop van de week na het volgend weekend gaat gebeuren. De kans is het grootst dat het wat koeler blijft met geen grote neerslaghoeveelheden maar er zijn ook verwachtingen dat zich eenzelfde weertype kan ontwikkelen, als waar we de afgelopen weken mee te maken hebben gehad, met van die de beruchte kleine lagedrukgebiedjes boven centraal Europa. Het is goed om dat de komende weken in de gaten te blijven houden want voorlopig moeten we het niet hebben van de hogedrukgebieden die voor wekenlang droog en stabiel weer zorgen.
Water Inzicht
Al 8 maanden lang is het zeer nat in Nederland.
Het KNMI maakte afgelopen week bekend dat de lente dit jaar zeer nat is verlopen. Dat zal niemand die regelmatig buiten komt hebben verbaasd. Wat de situatie nog uitzonderlijker maakt is dat ook de voorafgaande winter en herfst veel natter verliepen dan in een gemiddeld jaar. Eigenlijk al sinds vorig jaar zomer is het vaak opvallend nat in Nederland. Alleen september vorig jaar en maart dit jaar verliepen ongeveer normaal, maar de andere 9 maanden waren vaak nat tot soms zelfs zeer nat.
De grafiek hieronder laat de hoeveelheden zien vanaf juli vorig jaar voor de hoofdstations van het KNMI; dat is het gemiddelde van enkele weerstations verdeeld over het land. Vooral oktober en november vorig jaar en mei dit jaar springen er bovenuit, waarbij mei extra opvalt omdat dit gewoonlijk een relatief droge maand is.
Neerslag hoofdstations.png

In de volgende figuur is voor het meetstation De Bilt weergegeven hoe de extra neerslag zich in de loop van de tijd heeft opgebouwd. Het lichtblauwe vlak is de hoeveelheid neerslag die normaal valt in deze periode, het donkerblauwe vlak de extra neerslag. In een natte periode wordt het donkerblauwe vlak snel groteren als het enige tijd droog is, vlakt het wat af.
Als we links in de figuur beginnen dan zien we dat in juli ongeveer de normale hoeveelheid neerslag viel, dat augustus nat begon waardoor het overschot begin op te lopen. Daarna volgde nog een wat drogere periode, waarna we vanaf begin oktober zien een opvallende versnelling zien in het natter worden.
De Bilt neerslaggrafiek vanaf 1:10.jpg

Met een afwisseling van zeer natte perioden en soms ook even wat droger weer, loopt het overschot in de maanden daarna op tot uiteindelijk 610 mm sinds juli vorig jaar. Hiervan is het grootste deel (580 mm) in de periode sinds oktober opgebouwd. Gewoonlijk valt er vanaf oktober 545 mm regen in de Bilt en dat betekent dat dus ruim de dubbele hoeveelheid neerslag is gevallen in deze periode.
In de volgende figuur is de situatie voor het KNMI-station bij Eindhoven weergegeven. In het zuidoosten van Nederland valt gemiddeld minder neerslag dan in het midden, maar daar was in de afgelopen natte maanden weinig van te merken. Juli vorig jaar verliep nog iets droger dan normaal, maar augustus was al wel erg nat, zodat al vrij snel een groot overschot werd opgebouwd. In september was het ook even wat droger en vanaf oktober zien we net als in het midden van het land een snelle opbouw van het overschot.
Eindhoven neerslaggrafiek vanaf 1:10.jpg

Uiteindelijk is er vanaf juli vorig jaar 655 mm meer neerslag gevallen dan de 690 mm die er gewoonlijk valt. In de 8 maanden sinds oktober is er in Eindhoven op de kop af 1000 mm neerslag gevallen, dat is 520 mm meer dan de 480 mm die gewoonlijk vanaf 1 oktober valt; ook hier dus ruim het dubbele van normaal. De laatste grafiek tenslotte is van Deelen op de Veluwe gewoonlijk een van de natste plekken van Nederland en ook de afgelopen natte periode was dat het geval.
Het beeld lijkt op dat van de andere twee plaatsen alleen zijn hoeveelheden hier nog iets groter. Zo viel hier vanaf vorig jaar oktober ruim 1100 mm neerslag wat precies het dubbele is van wat er normaal valt. Omdat een groot deel van deze neerslag is gevallen in de periode van het jaar dat er relatief weinig verdamping is, draagt dit bij aan een enorme aanvulling van het grondwaterreservoir onder de Veluwe.
Deelen neerslaggrafiek vanaf 1:10.jpg

Ook voor het grondwater in Brabant is deze lange natte periode goed nieuws. In de afgelopen jaren was dat sterk in volume afgenomen maar met deze enorme boost kan het er voorlopig weer even tegen. De natuur die afhankelijk is van het grond- en oppervlaktewater gedijt er dit jaar goed bij en veel beken, die in de droge zomers van de laatste jaren vaak droog lagen, stromen weer volop.
De vele neerslag is niet overal goed nieuws want er viel soms zoveel regen in korte tijd dat de infiltratiecapaciteit van de bodem te beperkt was op het water door te voeren naar het grondwater. Het water blijft dan lang op het land staan of in de bovenste laag van de bodem hangen; waardoor het land voor de akkerbouw vrijwel niet te bewerken is. Daarom zijn in deze natte gebieden sommige akkers nog steeds niet ingezaaid terwijl dat normaal vaak al een maand eerder zou zijn gebeurd.
Hoe bijzonder dit jaar is laat ook de volgende figuur zien waar ik over de periode vanaf 2010 van jaar tot jaar de opbouw van de neerslaghoeveelheden (de blauwe lijn) heb vergeleken met de gemiddelde opbouw gedurende het jaar (de oranje lijn). Ieder jaar lopen de beide lijnen op tot het hoogste punt op 31 december om daarna bij de aanvang van het volgende jaar weer onderaan te beginnen.
De blauwe lijn schommelt in de meeste jaren rond de oranje lijn: tijdens droge perioden zakt hij onder de oranje lijn en tijdens natte perioden stijgt hij erboven. In deze vergelijking vallen 2023 en het eerste deel van 2024 meteen op omdat ze ver uitstijgen boven de oranje lijn van het langjarig gemiddelde. Andere natte jaren waren 2016 en 2019, waar de blauwe lijn soms ook duidelijk boven de oranje lijn uitsteeg, maar 2023 en ook het eerste deel van 2024 is van een heel andere orde.
Schermafbeelding 2024-06-02 om 11.17.14.png

Als we voor 2010 de neerslagstatistieken er op naslaan, dan zijn er in het verleden ook perioden geweest dat het langdurig nat was in Nederland. De meest in het oog springende perioden zijn de jaren 1965/66 en 1998/99. Ook toen was het maandenlang nat en viel er over een periode van 8 maanden tot wel 1000 mm neerslag. Maar dit jaar spant toch de kroon, met in De Bilt inmiddels 1100 mm neerslag sinds oktober vorig jaar en Deelen doet daar nog een schepje bovenop met ruim 1150 mm.
Opvallend is ook hier het zuiden van het land, want Eindhoven bereikte een totaalsom over de afgelopen 8 maanden van ruim 1000 mm regen terwijl dat tijdens eerdere langdurige natte perioden nooit meer was dan ongeveer 850 mm gedurende 8 maanden.
We beleven dus de meest natte periode sinds het begin van de metingen; met op veel plaatsen 10 tot 15% meer regen dan ooit eerder in de meetreeks. Het is trouwens nog niet gezegd dat deze periode nu ten einde is, want het is goed mogelijk dat de natte periode nog verder doorloopt in de komende maanden. Het is nu een weekje wat droger, maar het zou niet hoeven te verbazen als over enige tijd opnieuw (erg) nat gaat worden.