U bent hier

zondag 1 april 2018

Begin van de week nog wat regen; tweede helft week droog en warm 

Het regenachtige weer van de afgelopen week zet zich nog enkele dagen voort in de komende week, al zijn de hoeveelheden neerslag wel kleiner. De waterstanden in de Rijn en de Maas zijn door de neerslag van de afgelopen week weer wat gestegen. Tot en met woensdag wordt nog zo'n 1 tot 2 cm regen verwacht in de stroomgebieden, maar dat is niet voldoende voor een verdere stijging.

Vanaf donderdag breekt een periode van droog weer aan. Het wordt ook flink warmer, met voor het eerst waarschijnlijk temperaturen boven de 20 graden. Dat betekent dat het groeiseizoen echt gaat beginnen; gras en kruiden gaan dan weer groeien en de bomen en struiken lopen uit. Door al dat extra groen en de hogere temperaturen bereikt vanaf nu een veel kleiner deel van de neerslag de rivieren en deze reageren daarom veel minder sterk op de neerslag die er valt. In vergelijking tot de winterperiode is er in het zomerseizoen wel 2 tot 3 keer zoveel neerslag nodig om de rivieren evenveel te laten stijgen. De kans op hoogwater is vanaf april dan ook veel kleiner.

De eerste helft van de week zijn de rivierafvoeren nog wel licht verhoogd om daarna te gaan dalen. Die daling zet dan zeker een week door, want pas rond 10 april wordt weer neerslag verwacht. 

Rijn stijgt nog 2 dagen om daarna te gaan dalen

Het extra water van de neerslag, die de afgelopen week gevallen is, is sinds gisteren bij Lobith aangekomen en zal de waterstand nog tot dinsdag laten stijgen. De waterstand zal dan ca 9,75 m +NAP bedragen. Dit komt overeen met een afvoer van ca 2.400 m3/s, wat iets te laag is voor de tijd van het jaar. 

Vanaf woensdag gaat de stand dan omlaag met ca 10 tot 15 cm per dag. Na het volgend weekend komt de stand dan weer onder de 9 meter uit. Voorlopig is er geen zicht op een nieuwe stijging daarna. 

Maas in het begin van de week nog rond 350 m3/s; daarna dalend

Ook de Maas is wat gestegen door de regenval van de afgelopen week. De afvoer bedraagt nu ca 350 m3/s, wat precies het langjarig gemiddelde is voor begin april. Ik verwacht dat de afvoer nog tot en met dinsdag rond de 350 blijft schommelen, om daarna te gaan dalen.

Aan het eind van de week komt de afvoer dan rond de 300 m3/s uit en waarschijnlijk zakt het in het begin van de week daarna verder naar rond de 250 m3/s. De Maasafvoer reageert altijd vrij sterk op het begin van het groeiseizoen. Dat is ook goed te zien aan de langjarige gemiddelde afvoer. In de laatste 3 weken van maart daalt die met slechts 50 m3/s (van 400 naar 350 m3/s) om in de eerste 3 weken van april met 100 m3/s te dalen (van 350 naar 250 m3/s).

De Rijn laat een ander beeld zien rond deze tijd van het jaar, daar stijgt de gemiddelde afvoer in maart zelfs nog wat  (van 2600 m3/s naar 2700 m3/s), omdat er dit stroomgebied meer hoger heuvelland is en er daar vaak nog sneeuw ligt, die in maart smelt. In april neemt de afvoer dan pas af van 2700 naar 2450 m3/s; wat in vergelijking met de Maas ook niet zoveel is, omdat in de loop van april de sneeuwsmelt uit de Alpen vaak ook al een bijdrage begint te leveren aan de Rijnafvoer. Dit jaar zal dat waarschijnlijk ook het geval zijn. Het eerste water daarvan kunnen we in de 2e helft van april verwachten.

Afgelopen hoogwaterseizoen (2017/18) was nat met in de Rijn een flinke hoogwatergolf

Nu het groeiseizoen aanbreekt, is het hoogwaterseizoen ten einde. De periode van 1 november t/m 1 april is doorgaans de tijd waarin de hoogwatergolven optreden. Dit is het duidelijkste bij de Maas, waar maar liefst 97% van alle dagen met een hoge afvoer (van meer dan 1000 m3/s) in deze maanden valt. Bij de Rijn is dat 88% van alle dagen met een afvoer boven de 5500 m3/s. De Rijn heeft vaker dan de Maas nog wel eens een hoogwatergolf buiten het winterseizoen, met de grootste kans daarop in april en heel zelden ook wel nog in mei en juni.

De gemiddelde Rijnafvoer van dit hoogwaterseizoen bedroeg 3.275 m3/s, dat is 35% boven het langjarig gemiddelde (van 2.485 m3/s). Voor het eerst sinds de winter van 2002/03 kwam deze winter weer eens ruim boven het gemiddelde uit. De afgelopen 15 jaar liet de gemiddelde rivierafvoer in het winterhalfjaar weinig uitschieters zien, behalve dan vorig jaar toen het gemiddelde zeer laag was en dit jaar dus met een relatief hoge waarde. Extreem hoog was het deze winter trouwens niet, er waren sinds 1901 17 jaren met een hogere waarde.

De maximale afvoer, oftewel de piekafvoer, van deze winter bedroeg bij Lobith 7.531 m3/s. Dat is 15% hoger dan het langjarig gemiddelde, dat over de periode sinds 1901 ca 6.500 m3/s bedraagt. Het was de hoogste waarde sinds 2011 toen de afvoer tot 8.315 m3/s steeg. Op 2011 na zijn er de laatste 15 jaar maar weinig hoogwaters geweest; in 10 van de 15 jaren bleef de hoogste afvoer duidelijk onder de 6.500 m3/s, in 3 jaren kwam hij tot rond deze waarde en maar in 2 jaren er duidelijk boven, waar dit jaar er een van was. 

Bij de Maas bedroeg de gemiddelde afvoer van het hoogwaterseizoen 497 m3/s, wat ca 25% boven het langjarig gemiddelde ligt. Hier was het de hoogste waarde sinds de winter van 2001/02; maar ook hier geen extreme waarde, want er waren 22 winters voorgegaan (sinds 1911) met een hogere gemiddelde waarde.

Anders dan de Rijn had de Maas deze winter geen grote hoogwatersituatie en de hoogste winterafvoer bleef met. 1.359 m3/s zelfs iets onder het langjarige gemiddelde (dat 1.446 m3/s bedraagt). De meest intensieve regengebieden gingen deze winter steeds net ten zuiden van het stroomgebied langs. Ook bij de Maas zijn er de laatste 15 jaar weinig hoogwaters geweest, er waren 10 jaren met een lager dan gemiddelde piekafvoer, 4 met een afvoer nabij het langjarig gemiddelde (waaronder deze winter) en slechts 1 jaar met een hogere piekafvoer (2011).