zondag 11 december 2016
Droog weer houdt aan in Midden Europa.
Het begint meer en meer een bijzonder najaar te worden. Het is zeldzaam hoe het ene hoge drukgebied na het andere Europa in zijn greep houdt. Dit heeft vooral te maken met de situatie op de Atlantische Oceaan. Normaal in deze tijd van het jaar is dat de weermachine waar aan de lopende band depressies met regengebieden ontstaan, die dan het continent optrekken, maar dit jaar is de Oceaan opvallend rustig en laat ze Europa haar eigen weer bepalen.
Het hoge drukgebied dat in het begin van de week nog boven NL lag is naar het zuiden geschoven en een klein regengebied wist ons land te bereiken, maar verder naar het zuiden bleef het droog. Dit neerslaggebied was dan ook niet de wegbereider voor volgende lage drukgebieden, want de hoge drukgebieden sluiten nu al weer de gelederen.
Een zo'n nieuw hoge drukgebied gaat zich nu boven Scandinavië ontwikkelen en zet de Oceaan weer op slot. Het is nog onduidelijk of dit hoog lang stand houdt; de weermodellen twijfelen of het later in de week naar het oosten schuift; dan kunnen nieuwe regengebieden opdringen, maar de kans is groter dat het stand houdt en de droogte juist aanhoudt.
Voorlopig dus verder dalende waterstanden in de rivieren, met een kleine kans op een weersomslag vanaf het volgend weekend, maar meer kans op aanhoudende droogte.
Rijn daalt langzaam verder
De waterstanden in de Rijn zijn de afgelopen week langzaam verder gedaald. De afvoer nam deze week af met ca 140 m3/s van 1275 naar 1135 m3/s. Er is een klein beetje regen gevallen dit weekend, maar dat leverde maar weinig water op en omdat de komende week verder vrijwel droog verloopt, zal de afvoer blijven dalen. Ik verwacht wel iets minder daling dan de afgelopen week, tot ca 1040 m3/s in het volgende weekend, dat is nog bijna 100 m3/s meer dan afgelopen najaar.
Bij een afvoer van 1040 m3/s hoort een waterstand bij Lobith van ca 7,35m +NAP. Alleen in 1989 en 1991 was de waterstand medio december nog iets lager. De waterstand is echter nu toch niet zo bijzonder als toen. De bodem van de Rijn (en Waal en een deel van de IJssel) zakt namelijk met ca 1 tot 2 cm per jaar en de waterstanden zakken daar met mee. Sinds 1991 is de bodem bij Lobith dus al ca 50 cm gezakt en de waterstand bij dezelfde afvoer dus ook. De 7,35 m +NAP in 1991 was dus extremer (de afvoer bedroeg toen 885 m3/s) dan de 7,35 m nu (die overeen komt met 1040 m3/s).
Dit proces van bodemdaling is begonnen in de 19e eeuw, vanaf het moment dat de kribben in de rivier zijn aangelegd. Daardoor blijft de rivierbedding op dezelfde plaats liggen en richt de erosie, die het stromende water veroorzaakt, zich vooral op de bodem van de rivier en niet meer op de oevers. De erosie van de bodem is dus sterker geworden en van de oevers is gestopt. Omdat er geen zand vanaf de oevers meer naar de rivier wordt gevoerd en er meer vanaf de bodem wordt weggevoerd, dan er wordt aangevoerd, treedt er een netto bodemdaling op. Zo is de rivierbodem bij Lobith sinds 1850 al meer dan 2,5 m gedaald.
Dit proces van bodemdaling gaat nu al anderhalve eeuw door en lijkt voorlopig nog niet te stoppen. Het heeft als positief effect dat er meer water in de rivierbedding past en de hoogwaterstanden er iets door afnemen (minder kans op overstromingen). Maar het heeft ook nadelen, zo komen de uiterwaarden (die zakken niet mee) steeds verder boven de gemiddelde waterstand te liggen, waardoor allerlei strangen, plassen en nevengeulen daar steeds vaker uitdogen. Ook zakt de grondwaterstand, waardoor moerasnatuur, die afhankelijk is van hoog grondwater, het loodje legt.
Een ander nadeel is dat de vaste lagen die door RWS in de bochten van de Waal zijn gelegd (bij Ooij, Nijmegen en Heesselt) een steeds groter obstakel worden voor de scheepvaart. Die vaste lagen bestaan uit grote stenen en deze zijn een jaar of 25 geleden in de diepe buitenbochten van de rivier gestort om het water ook meer door de binnenbocht te laten stromen, zodat daar geen zand sedimenteerde. Dit bood de scheepvaart een rivier die ook in de bochten breed genoeg was om elkaar vanuit beide richtingen te kunnen passeren. Deze lagen hebben lang goed gewerkt, maar omdat de stenen vloeren niet meedalen met de dalende bodem, steken de stenen nu al meerdere decimeters boven de rest van de bodem uit. Bij deze lage standen moet de laaddiepte van de Rijnvaart daarom vooral afgestemd worden op de waterdiepte boven deze lagen.
Zoals het er nu naar uitziet zal de scheepvaart nog wel even met minder vracht kunnen varen. De Rijn zal de hele week en ook na het volgend weekend nog verder blijven dalen. De kans is groot dat de hoge drukgebieden nog niet zijn uitgespeeld en we ook in de week voor kerstmis met nog wat lagere standen te maken zullen hebben.
Maas blijft voorlopig laag
De daggemiddelde afvoer in de Maas is gedaald tot ca 25 m3/s. Dit is de laagste waarde sinds 2003. Bij de Maas waren ook 1991 en 1989 jaren met een lage afvoer. Meestal gaat de afvoer vanaf medio december dan echter toch wel flink omhoog. Het is de vraag of dat dit jaar ook gebeurt.
De regenzone die afgelopen nacht over Nederland trok, heeft in het stroomgebied van de Maas vrijwel geen neerslag gebracht. Er staat nu alleen voor dinsdag nog een regengebiedje op het programma, dat waarschijnlijk ook de Ardennen zal bereiken. Als dat uitkomt, dan kan de Maasafvoer even opveren, maar omdat het al lange tijd droog is, zal dat niet veel meer dan 100 m3/s opleveren.
Verder blijft het deze week droog en de afvoer zal in de Maas, ook als ze na dinsdag wat stijgt, toch aan de lage kant blijven.