U bent hier

zondag 2 december 2018

Na maandenlange droogte en erg lage rivierafvoeren, maken we nu de lang verwachte weersomslag mee. In dit bericht eerst een vooruitblik op het weer van de komende week en daarna wat dat betekent voor de waterstanden in de Rijn en de Maas. Vervolgens een korte terugblik op 7 maanden droogte en de gevolgen daarvan voor de grondwaterstanden volgend jaar. Aan het einde van het bericht een wat uitgebreidere analyse van het Amsterdam Rijnkanaal waar dit jaar opvallend hoge zoutconcentraties gemeten worden en het bellenscherm wat daar een oplossing voor zou moeten zijn.  

Eindelijk slaat het weer om en zullen de rivieren weer gaan stijgen

Na meer dan 6 maanden te droog weer, zien de weerkaarten er voor het eerst echt anders uit en wordt er een lange natte periode verwacht. De afgelopen week hield een hoge drukgebied boven Scandinavië het weer in Noordwest Europa nog in zijn greep en bleef het nog droog in de stroomgebieden van Rijn en Maas. Maar op de Atlantische Oceaan ontwikkelde zich een omvangrijk en diep lage drukgebied dat vanaf woensdag beetje bij beetje zijn invloed over onze omgeving uitbreidde.

Vorige week schreef ik nog dat het hoge drukgebied mogelijk nog een uitloper zou houden over Midden Europa, maar dat lijkt niet het geval te worden. De uitloper ligt zuidelijker, over de Middellandse Zee, en dat betekent dat regenzones ook makkelijk Zuid Duitsland en de Alpen kunnen bereiken. Voor de afvoer van de Rijn is dat belangrijk en als de voorspellingen uit komen dan gaat de afvoer deze week stijgen naar boven de 1000 m3/s en waarschijnlijk ook nog wel naar 1500 m3/s.

Gisteren trokken de eerste regenzones over het stroomgebied van de Rijn en vandaag volgde er weer een. Vooral maandag zet de westelijke circulatie stevig in en wordt het een natte dag in het stroomgebied, dinsdag en woensdag houdt de Atlantische Oceaan dan even een korte pauze, om op donderdag en vrijdag nogmaals flink wat regen aan te voeren. Daarna wordt het onduidelijk en is de kans 50/50 dat het zachte natte weer doorzet, of dat er een overgang volgt naar een kouder weertype met vrijwel geen neerslag. Een terugkeer naar de geblokkeerde situatie waarbij hoge drukgebieden langdurig het weer bepalen lijkt er ook dan echter niet in te zitten.

Waterpeil Lobith gaat vanaf dinsdag stijgen

De hele afgelopen week schommelde de afvoer bij Lobith rond de 750 m3/s, wat overeenkomt met een waterstand van ca 6,55 m +NAP. Op vrijdag werd het laagste punt van deze laagwaterperiode bereikt met een afvoer van 740 m3/s en een stand van 6,54 m +NAP. Het nog recente record van oktober j.l. werd dus net niet verbroken, de waterstand bleef daar 4 cm boven. 

Het is opvallend dat de afvoer de hele week nauwelijks veranderde, terwijl er toch geen neerslag viel. Je zou verwachten dat het waterpeil dan daalt, maar de basisafvoer van de Rijn is blijkbaar in deze tijd van het jaar heel stabiel en ook als het niet regent zakt de afvoer dan toch niet. In andere jaren met een zeer lage afvoer, die uit een ver verleden stammen, zoals 1921 en 1947, zagen we een zelfde beeld. Ondanks dat de rivier nu anders is ingericht en het stroomgebied een heel ander landgebruik heeft dan 100 jaar terug is dat afvoerpatroom blijkbaar niet veranderd. In de grafiek met de lage afvoeren in mijn vorige bericht is dat vlakke verloop terug te vinden.

Voorlopig was dit even de laatste terugblik op de lage afvoeren want de regen die de komende dagen overtrekt zal de Rijnafvoer flink laten stijgen. Het is lang niet genoeg voor een hoogwatergolf, maar de 1000 m3/s gaan we zeker passeren en ook de 1500 m3/s komt na het volgend weekend weer binnen bereik. Daar horen dan waterstanden bij die bij Lobith respectievelijk 1 en 2 m hoger liggen dan het huidige waterpeil. 

Voor de binnenvaart is dat goed nieuws, want sinds begin juli kunnen die al niet meer vol beladen varen. De kans is nu groot dat dat na volgend weekend wel weer mogelijk is. Op de grotere schepen na dan, zoals de duwvaart, want die hebben nog meer water nodig om vol beladen te kunnen varen, maar zij zijn gewend dat dat, zeker in de zomer en het het najaar niet altijd mogelijk is.  

In Nederland moeten we nog wel even wachten voordat het water ons bereikt. Pas op dinsdag komt het eerste water aan en op donderdag in de loop van de dag verwacht ik dat de 1000 m3/s gepasseerd wordt en in of na het weekend zou dan ook de 1500 m3/s bereikt kunnen worden. Nu moet de meeste regen nog vallen, dus zijn deze getallen voorlopig nog onzeker; maar dat de Rijn flink gaat stijgen is wel zeker. 

Hoe ver de stijging doorzet is nu ook nog niet te zeggen. Als het vanaf het komend weekend weer een langere periode droog wordt, dan kunnen de afvoeren later in die week ook weer gaan dalen. Een zo lage afvoer als nu is dan echter niet te verwachten, want voorlopig worden de waterbuffers in het stroomgebied weer flink bijgevuld en daar kan de Rijn wekenlang op teren.

Spannende week voor de zoetwaterinname in het Benedenrivierengebied

In mijn vorige bericht schreef ik uitgebreid over het zoutgehalte in het Benedenrivierengebied. Door de lage rivierafvoeren bleef dat ook de hele afgelopen week aan de hoge kant en belangrijke innamepunten voor zoetwater hadden het er moeilijk mee. Daar komt nog bij dat het water dat de Rijn vanuit Duitsland aanvoert nu ook relatief zout is. De zoutlozingen in het Franse deel van de Moezel gaan namelijk gewoon door en als er dan weinig rivierwater is, levert dat een hoog zoutgehalte op. Bij Lobith lag het zoutgehalte de hele week zelfs boven de 150 mg/l, dat is hoger dan de innamenorm voor drinkwater. Nu is de inname in deez tijd van het jaar beperkt, maar er zijn waarschijnlijk plaatsen waar enige tijd niet ingenomen kon worden. Ook hier is het einde van de problemen nu in zicht, want als de Rijnafvoer stijgt, dan daalt het zoutgehalte ook weer snel.

Voordat de rivierafvoer toe gaat nemen, wordt het in het Benedenrivierengebied nog wel even spannend, want in de loop van de week draait de wind naar het westen en neemt dan aan de kust flink in kracht toe. Vanwege de dan nog steeds lage rivierafvoer - het duurt tot donderdag voordat de rivierafvoer ook in het Benedenrivierengebied gaat stijgen - kan er dan extra veel zeewater via de Nieuwe Waterweg naar binnen dringen. Dat zorgt dan voor een grote zoutinflux, die door kan dringen tot in het Haringvliet, dat dan in een klap veel te zout wordt voor de inname van zoetwater. Omdat dit water maar mondjesmaat weer terugstroomt naar zee, kan dat weken duren. Enkele jaren terug is dat ook al eens gebeurt, dat was toen ook tijdens sinterklaasavond en dit event wordt daarom ook wel de Sinterklaasstorm genoemd. Misschien deze week een herhaling van die situatie en de rivierafvoer is nu zelfs nog lager dan toen, dus de impact kan nog wat groter zijn. 

Ook de Maasafvoer gaat eindelijk stijgen

Vandaag is voorlopig de laatste dag met een zeer lage afvoer van de Maas bij Maastricht. Er is sinds gisteren flink wat regen gevallen in de Ardennen en dat water is meestal al binnen 24 uur bij de Belgisch-Nederlandse grens. Door de regen die vandaag en morgen nog meer wordt verwacht zal de afvoer de komende 2 tot 3 dagen flink stijgen en een afvoer van 300 of 400 m3/s bij Maastricht is dan mogelijk. Omdat vanaf dinsdag een paar dagen minder regen wordt verwacht, zal de afvoer vanaf woensdag weer wat dalen. Door regenval op donderdag en vrijdag is een nieuwe stijging rond het volgend weekend goed mogelijk. De verwachte hoeveelheden zijn niet heel groot en een afvoer boven de 500 m3/s lijkt er dan ook nog niet in te zitten.

Evenals bij de Rijn is het onduidelijk wat er na het volgend weekend gebeurt. Als het natte weer doorzet, dan kan de Maas verder stijgen, maar er is ook een kans van 50% dat het wat langer droog blijft, zodat de afvoeren weer flink zullen dalen. Anders dan bij de Rijn verloopt zo’n daling bij de Maas altijd vrij snel. Maar voorlopig is er eerst nog flink wat water onderweg en wat er na volgend weekend gebeurt, dat leest u in het volgende waterbericht.

Droogte van dit jaar kan invloed hebben tot in 2019

De droogte van 2018 begon in grote delen van Nederland al in mei en duurt dus nu al 7 maanden. Uit de meetgegevens van het KNMI is af te leiden dat er in De Bilt in deze periode slechts 45% van de normale hoeveelheid neerslag is gevallen en het tekort sinds 1 mei is nu al opgelopen tot ruim 28 cm; er viel 24 ipv 52 cm. Elders in het land waren de tekorten vergelijkbaar, al waren er wel kleine verschillen, zo was het najaar in Zeeland wat natter en vielen er in juni in Zuid Limburg nog flinke buien, waardoor het tekort aan gevallen neerslag en wat minder groot is, maar op veel plaatsen is het inmiddels ook opgelopen tot meer dan 25 cm.

Dit is een hoeveelheid neerslag waar gewoonlijk 4 maanden voor nodig zijn voordat die hoeveelheid valt. Zelfs als we nu de natste winter ooit krijgen (tot nu toe was dat 1966 met ca 34 cm neerslag), dan nog lopen we nog maar de helft van het tekort in, omdat er gewoonlijk in de winter ca 20 cm neerslag valt. De kans dat we volgend voorjaar met te lage grondwaterstanden te maken hebben is dus heel erg groot.

De lage grondwaterstanden zijn de afgelopen weken vaak in het nieuws geweest. Vooral in de delen van Nederland die boven de zeespiegel liggen - waar geen water aangevoerd kan worden en de landbouw afhankelijk is van beregening vanuit het grondwater – is de lage grondwaterstand een groot probleem. Als oplossing wordt vaak genoemd dat we meer water vast moeten houden gedurende perioden dat er wel veel neerslag valt. Dat kan door beken te verondiepen en de bedding weer te laten meanderen. Daarnaast kunnen in de meest bovenstroomse delen van de stroomgebieden sloten en greppels worden gedempt.

Dit soort maatregelen vergroten de zogenaamde sponswerking van een stroomgebied en het gevolg is dat het grondwaterniveau structureel omhoog gaat, zodat er meer water beschikbaar is in tijden van droogte.  Zo was ook de winter van 17/18 vrij nat en met dit type maatregelen had toen zeker meer water vast gehouden kunnen worden. 

Het lastige hierbij is echter dat niet op voorhand te zeggen is hoe droog de komende zomer zal verlopen. Mocht het groeiseizoen namelijk aan de natte kant zijn dan zal de landbouw al snel met te hoge grondwaterstanden kampen, waardoor het land niet meer te bewerken is. Om dit soort vraagstukken op te lossen is daarom meer nodig dan alleen het verhogen van het grondwaterniveau. Het vraagt eigenlijk een andere ruimtelijke ordening van het buitengebied, want nu liggen de gebieden die zich lenen voor het vasthouden van water (bv natuurgebieden) vaak kriskras tussen de landbouwgebieden, die daar juist niet geschikt voor zijn. Er is daarom een flinke herordening van het landelijk gebied voor nodig met in de bovenstroomse delen van het landschap, gebieden waar het water wel lang kan worden vastgehouden en die dan ingericht worden als natuurgebied, of met aangepaste landbouw, en verder stroomafwaarts de gebieden waar het grondwater is geoptimaliseerd voor de huidige landbouw. 

Bellenscherm ingezet om zout in het Amsterdam Rijnkanaal terug te dringen

Niet alleen in het Benedenrivierengebied is het water zouter dan normaal, ook in het Amsterdam Rijnkanaal is dat het geval. Dit kanaal loopt vanaf de Waal bij Tiel via Wijk bij Duurstede (waar het de Lek kruist) naar Amsterdam en staat daar in verbinding met het Noordzeekanaal.  Zout water dat via de sluizen van IJmuiden met het schutten van schepen in het Noordzeekanaal terecht komt, kan vanaf IJmuiden naar het oosten stromen en onder bijzondere omstandigheden ook het begin van het Amsterdam Rijnkanaal (ARK) bereiken. 

In het ARK liggen innamepunten van zoetwater en als het zout te ver doordringt, dan lopen die het risico dat er geen water meer ingenomen kan worden. Om het indringen van zoutwater af te remmen heeft Rijkswaterstaat vorig weekend in de monding van het ARK een zogenaamd bellenscherm geplaatst. Op de website van RWS wordt toegelicht hoe zo'n scherm werkt. In het bericht meldt RWS dat de verzilting dit jaar sterker is dan in andere jaren vanwege de lage rivierafvoeren, maar dat klopt volgens mij niet. Het ARK is namelijk een kanaal waarvan het peil en de doorstroming onafhankelijk is van de afvoer in de rivieren. Het ARK wordt wel met rivierwater gevoed, dat gebeurt bij Wijk bij Duurstede, waar water vanuit de Lek wordt ingelaten, maar de hoeveelheid water wordt via een inlaatwerk gereguleerd en of er veel of weinig wordt ingelaten is een keuze van RWS en staat los van de hoeveelheid water die in de rivieren aanwezig is. Zoals ik hieronder zal beschrijven werd er dit jaar, ondanks de lage rivierafvoeren, zelfs erg veel water bij Wijk bij Duurstede ingelaten. Volgens mij is er dan ook iets anders aan de hand.

Gewoonlijk wordt bij Wijk bij Duurstede het jaarrond vanuit de Lek 15 tot 20 m3/s ingelaten in het ARK. In de grafiek hieronder (gebaseerd op data van waterinfo.nl) is de gemiddelde inname per maand sinds maart 2017 weergegeven. Gedurende het jaar is er weinig variatie, althans tot augustus dit jaar, maar daarover later meer. De inname van water zorgt in het ARK vanaf Wijk bij Duurstede voor een hele lichte stroming in noordelijke richting en doorgaans is dat voldoende om het zout binnen het Noordzeekanaal te houden en het ARK dus zoet te houden. 

m3s inname ARK.jpg

Gemiddelde inname van zoetwater per maand bij Wijk bij Duurstede in m3/s
Gemiddelde inname van zoetwater per maand bij Wijk bij Duurstede in m3/s

Dit jaar is er echter iets vreemds aan de hand, want die hoeveelheid ingelaten water bij Wijk bij Duurstede bleek al aan het begin van de zomer niet voldoende meer te zijn om het zout tegen te houden. In het verleden gebeurde dat ook wel eens als er in de zomer door de waterschappen in Utrecht en Noord-Holland zoetwater vanuit het ARK werd genomen, maar dat was dan met ca 5 m3/s extra inlaat bij Wijk bij Duurstede wel op te lossen. Dit gebeurde bijvoorbeeld in de maanden mei en juni van 2017, die ook erg droog waren. 

Dit jaar bleek echter vanaf eind juni dat het zout veel verder doordrong dan in andere jaren en bij het meetpunt Diemen, aan het begin van het ARK, werden veel hogere zoutgehalten gemeten dan in andere jaren en de perioden dat het water zout was duurden ook veel langer. In juli en augustus werd er, vanwege de droogte, ook veel water ingenomen door de waterschappen, dus mogelijk dat dat de oorzaak zou zijn. RWS reageerde hierop door de inlaat van water bij Wijk bij Duurstede sterk te vergroten. Eind juli werd ook de KWA aangezet, waardoor er in vergelijking met andere jaren ca 10 m3/s extra vanuit het ARK werd ontrokken om via de Hollandsc he IJssel en de Oude Rijn Rijnland van water te voorzien.

In juli werd gemiddeld 27 m3/s ingenomen bij Wijk bij Duurstede en augustus maar liefst 42 m3/s, ruim tweemaal zoveel als in andere zomerperioden (zie de grafiek hierboven). Dit was in een periode dat de Rijnafvoer al erg laag was en de gebruikers van zoetwater elders in het land gevraagd werd om er zorgvuldig mee om te gaan. In september, toen de watervraag van de waterschappen vanuit het ARK afnam en er ook aardig wat regen viel, werd de inname bij Wijk bij Duurstede ook wat afgeschaald, maar hij bleef met 22 m3/s nog wel hoger dan in andere jaren.

In oktober en november nam het zoutgehalte bij Diemen onverwacht weer toe en werd ook de inname van water bij Wijk bij Duurstede opnieuw opgevoerd tot ca. 27 m3/s. Ondanks de grotere toevoer van zoetwater kon het zout echter maar moeilijk tegen gehouden worden. In de grafiek hieronder is het verloop van het zoutgehalte bij Diemen afgebeeld vanaf midden juli toen de problemen begonnen. Duidelijk zijn de steeds weer terugkerende pieken te zien, waarbij het zoutgehalte soms zelfs tot 4000 mg/l oploopt. 

Diemen -6,5 CL zoutgehalte.jpg

Zoutgehalte in het Amsterdam Rijnkanaal bij het meetpunt Diemen vanaf eind juni t/m november (bron waterinfo.nl)
Zoutgehalte in het Amsterdam Rijnkanaal bij het meetpunt Diemen vanaf eind juni t/m november (bron waterinfo.nl)

Ondanks dat er in augustus erg veel rivierwater bij Wijk bij Duurstede werd ingelaten, bleef het zoutgehalte in die maand erg hoog. In september nam het wel tijdelijk wel af, op onregelmatige pieken na, maar in oktober en november was het weer erg hoog, terwijl er in die maanden nauwelijks water door de waterschappen zal zijn ingenomen. 

Het blijft wat gissen naar de oorzaak. RWS schrijft dat het met de lage rivierafvoeren te maken heeft, maar zoals ik hierboven al schreef is het ARK onafhankelijk van de rivierafvoer en wordt de waterkwaliteit vooral bepaald door de hoeveelheid zoetwater die via sluizen en gemalen wordt ingelaten. De inname van water was dit jaar veel hoger dan in voorgaande jaren en zelfs in het najaar, toen de waterschappen geen of weinig water uit het ARK onttrokken, bleef het zoutgehalte erg hoog. De enige mogelijkheid die dan overblijft is dat het hoge gehalte veroorzaakt wordt door extra binnendringend zeewater. Er wordt nu gewerkt aan nieuwe, grotere sluizen bij IJmuiden, mogelijk dat daar de oorzaak van de sterke toename ligt. 

Vorige week werd om het zoutprobleem te tackelen door RWS een bellenscherm geplaatst over de hele breedte van het ARK. De belletjes moeten er dan voor zorgen dat het zoute water niet verder door dringt en het ARK zoet blijft. In de grafiek hieronder heb ik het moment dat het scherm in werking trad aangegeven met een rode lijn. Voorlopig lijkt het er op dat het zoutgehalte nog steeds hoge pieken heeft en het bellenscherm lijkt nog weinig effect te hebben. Ondertussen was de inname van Lekwater bij Wijk bij Duurstede met ca 29 m3/s ook nog een fractie hoger, wat dus ook niet echt hielp. Mogelijk dat het bellenscherm nog moet worden ingeregeld en het zoute water later in de tijd beter wordt tegengehouden. 

Eerder in de zomer was in een ander deel van het ARK ook al een kleiner bellenscherm aangelegd. Dit is de andere rode lijn in de grafiek. Ook toen leek het weinig effect te hebben. Het is belangrijk om te blijven onderzoeken welke processen hier spelen, wat de oorzaken zijn en hoe we daar sturing aan kunnen geven.

 

tags