U bent hier

zondag 2 september 2018

Klein golfje onderweg in Rijn, komende week grotendeels droog

De afgelopen week verliep licht wisselvallig en leverde in heel Nederland een paar centimeter neerslag op. Augustus werd daarmee een gemiddeld iets te natte maand; een welkome afwisseling na de droogte in mei, juni en juli. September verloopt de eerste 3 tot 4 dagen ook wisselvallig, maar daarna lijkt het toch weer langere tijd droog te worden. Het landelijk neerslagtekort, dat door de neerslag in augustus, weer wat is gedaald, zal dan ook weer wat stijgen, maar het record van 1976 zullen we niet meer verbreken. 

In de stroomgebieden van Rijn en Maas wordt op dinsdag en woensdag neerslag verwacht, hoeveel is nog niet helemaal duidelijk, want de verwachting varieert nog tussen de meterologische modellen. Zo zijn er die de meeste neerslag boven Nederland verwachten, terwijl andere de hoofdmoot net ten oosten en zuiden van Nederland laten vallen. Voor de afvoer van de rivieren maakt het trouwens niet zo heel veel uit, omdat de verwachte hoeveelheden neerslag daarvoor te klein zijn.

Het ziet er naar uit dat na medio komende week een langere droge periode aanbreekt. Vooral de Rijn, die de komende dagen eerst wat zal gaan stijgen, zal dan in de loop van de volgende week weer wat langer gaan dalen. Of dan opnieuw recordlage waterstanden zullen optreden is nog de vraaag, daarvoor moet het eerst zo'n 10 tot 14 dagen droog blijven. 

Rijn stijgt deze week weer naar boven de 1000 m3/s; mogelijk 1100 m3/s

De Rijn bereikt bij Lobith afgelopen maandag met 850 m3/s de (voorlopig) laagste afvoer van dit jaar. Vanaf dinsdag volgde een klein  stijging als gevolg van neerslag die een dag of 4 eerder in Zuid Duitsland en de Alpen was gevallen. In de Niederrhein aangekomen werd dit golfje nog wat extra gespekt door neerslagwater dat daar in het midden van de week was gevallen. Dit leverde op vriidag een afvoer op van 970 m3/s, waarna de afvoer weer ging dalen.

Het gaat om om een geringe daling, want vanuit Zuid Duitsland is alweer een nieuwe, nog wat hogere piek onderweg. Bij Karlsruhe levert dit vandaag een stijging op van ca 350 m3/s, waarvan dan tegen de tijd dat het bij water bij Lobith arriveert ongeveer de helft over zal zijn. Voor Lobith verwacht ik daarom dat de afvoer op dinsdag weer gaat stijgen, waarbij op woensdag de 1000 m3/s wordt overschreden en op vrijdag een hoogste afvoer wordt bereikt van iets meer dan 1100 m3/s. Mocht er dinsdag en woensdag ook in Midden Duitsland nog wat meer regen vallen, dan kan het nog iets meer worden. Vanaf het volgend weekend gaat het peil dan weer dalen en zoals het er nu naar uitziet zal de afvoer dan ook later die week weer onder de 1000 m3/s zakken.

Waterstand bij Lobith bereikte een recordlaag niveau

Toen de afvoer bij Lobith deze week daalde naar 850 m3/s bedroeg de waterstand er 6,83 m +NAP. Dit is 6 cm onder het record van 2011. In diverse media werd er over bericht en soms stond er ook een grafiek bij waarin de ontwikkeling van de waterstand bij Lobith sinds 1900 werd afgebeeld. Hieronder heb ik deze grafiek ook afgebeeld. De daling is werkelijk schrikbarend en de trendlijn is maar liefst 2 meter gezakt in iets meer dan een eeuw. De laagste waterstanden uit het begin van de vorige eeuw (tussen de 9 en 10 m +NAP) liggen op het niveau van de huidige gemiddelde waterstand, die bedraagt nu namelijk 9,5 m +NAP. 

Deze zeer sterke daling heeft echter niets te maken met dat de rivier minder water afvoert dan vroeger. In de tweede grafiek is de jaarlijks opgetreden laagste afvoer weergegeven en hier zien we een heel ander beeld. Er is geen daling van de afvoer, de trendlijn stijgt zelfs heel licht en extreem lage afvoeren zijn van alle tijden. Ze lijken tegenwoordig zelfs iets minder vaak voor te komen. Met de rode lijn is het 30-jarig gemiddelde weergegeven; dit laat zien dat er een trage schommeling is. De periode tussen 1950 en 1980 waren de laagste afvoeren vaker laag om na 1980 juist wat minder vaak laag te zijn. De laatste tijd daalt het 30-jarig gemiddelde weer iets. 

De dalende lijn van de waterstand heeft niets te maken met dat de rivier minder water afvoert, maar alles met de bodemdaling van de rivier. We zien er in terug dat de rivierbodem jaarlijks gemiddeld met 2 cm is zakt en de laagst waterstanden volgen die daling op de voet. De daling blijkt ook uit het feit dat de laagste waterstand van dit jaar bij Lobith werd bereikt bij een iets hogere afvoer dan in 2011. De 6,89 werd toen bereikt bij een laagste afvoer van 835 m3/s.

Toch lijkt er wel iets te veranderen in de bodemdaling. RWS is enkele jaren terug gestart met het storten van zand in de rivier net bovenstrooms van Lobith om de bodemdaling af te remmen. Dit zand wordt door de rivier meegevoerd en zorgt nu al bij Lobith voor een iets hogere bodem en daarmee ook wat hogere waterstanden dan je zou verwachten bij de huidige lage afvoeren. Terwijl de waterstand bij Lobith dit jaar 6 cm lager was dan in 2011, was dat bij Nijmegen, waar het extra zand nog niet is aangekomen, maar liefst 15 cm lager, en in Dodewaard en Tiel 12 cm. Bij Zaltbommel waar de bodem niet daalt, was de waterstand dit jaar vergelijkbaar met in 2011. 

laagste stand Lobith.jpg

Laagste jaarlijkse stand Lobith en trendlijn
Laagste jaarlijkse stand Lobith en trendlijn

laagste afvoer Lobith.jpg

Laagste jaarlijkse afvoer Lobith, trendlijn en 30 jarig gemiddelde
Laagste jaarlijkse afvoer Lobith, trendlijn en 30 jarig gemiddelde

Gemiddelde zomerafvoer Rijn eindigt op 8e plaats, bij de Maas op de 25e plaats

Gemiddeld over de 3 zomermaanden bedroeg de Rijnafvoer 1371 m3/s, dat is de op 7 na laagste ooit. Nog steeds ruim boven de meest extreme zomers,(1921 met 1120 m3/s een 1976 met 1122 m3/s) sinds de reguliere metingen begonnen in 1901. Dat deze zomer toch niet nog lager op de ranglijst eindigde, was vooraal te danken aan de maand juni, toen de Rijn nog veel smeltwater afvoerde dat afkomstig was van de zeer sneeuwrijke afgelopen winter. Naarmate de zomer vorderde was dit smeltwater op en daalde de afvoer naar steeds extremere waarden. De gemiddelde afvoer van augustus was daarom met 915 m3/s wel extreem laag en augustus 2018 moest uiteindelijk alleen 1949 voor zich laten. 1949 was met een augustusafvoer van 815 m3/s nog uitzonderlijker.

De gemiddelde Maasafvoer bedroeg bij Borgharen 57 m3/s. Dat is niet uitzonderlijk en er waren maar liefst 24 jaren (vanaf 1940) die een lagere zomerafvoer kenden. Zoals bijvoorbeeld vorig jaar met een zomerafvoer van slechts 20 m3/s. Langere perioden met zeer lage afvoeren komen bij de Maas dan ook meer voor dan bij de Rijn. Net als bij de Rijn was het vooral aan de afvoer in juni te danken dat de zomerafvoer van de Maas niet verder onderaan de ranglijst eindigde.

Dat had uiteraard bij de Maas niet te maken met smeltende sneeuw, maar kwam vanwege forse buien die in juni nog over de Ardennen en Noord Frankrijk trokken. Augustus was bij de Maas uiteindelijk ook de maand met de laagste afvoer, met gemiddeld ca 16 m3/s. Het is niet goed te zeggen hoe bijzonder dat is omdat de Maas voor 1995 vaker een erg lage afvoer had, maar dat had vooral te maken met het vele water dat toen nog door de kanalen tussen Luik en Maastricht werd afgetapt. Tegenwoordig zijn hier goede afspraken over gemaakt en komen extreem lage afvoeren in de Nederlandse Maas minder vaak voor.

Maasafvoer blijft de hele week laag

Ondanks dat er afgelopen week wat regen viel in de Ardennen was daar in de afvoer van de Maas weinig van te merken. Bovenstrooms van Luik, dus voordat de 3 kanalen hun water afnemen, bedroeg de afvoer eerst maar 35 m3/s. Nadat de kanalen hun water hebben afgenomen, blijft er dan voor de Grensmaas niet meer dan 10 m3/s over. Dat is al anderhalve maand zo. Er is soms wel kleine toename van de afvoer, maar dat extra water komt dan helemaal aan de kanalen toe, die nu allemaal minder aftappen dan wat wenselijk is. 

Voorlopig verandert hier waarschijnlijk maar weinig aan. De meeste modellen voorspellen voor de Ardennen niet veel regen en dan blijft het huidige lage afvoerregime van kracht. Op een model na dat voor dinsdag en woensdag wel 3 tot 4 cm regen voorziet. Als dat uitkomt, kan dat op donderdag voor een  korte opleving in de Maasafvoer zorgen. Maar deze zal van korte duur zijn, want vanaf donderdag wordt het weer langdurig droog.

Dat er in de Grensmaas maar 10 m3/s wordt doorgevoerd betekent niet dat het verder stroomafwaarts zo blijft. Ter hoogte van Maasbracht stroomt het water van het Julianakanaal weeer terug en dat levert dan weer ca 10 m3/s extra. Ook stromen er enkele wat grotere beken in de Maas uit, zoals bv de Geul die ongeveer 1 m3/s aanvoert. Het meeste profiteert de Maas echter van de Roer die maar liefst 10 m3/s aanvoert. Daardoor voert de Maas stroomafwaarts van Roermond wel weer 35 m3/s af.

De hoge afvoer heeft de Roer te danken aan grote stuwmeren in de Eifel, die speciaal zijn aangelegd om de Roer extra te voeden in tijden van lage afvoeren. In de winter wordt hier veel water opgeslagen en als de afvoer dan onder de 10 m3/s zakt wordt dit vanuit deze meren aangevuld.  Ondanks dat de zomer ook in West Duitsland zeer droog was zijn deze meren nu nog steeds voor 75% gevuld; voorlopig kan de Maas stroomafwaarts van Roermond dus nog wel even rekenen op de 10 m3/s extra.

Opening Kier uitgesteld vanwege de lage afvoeren

De komende week had een bijzonder moment moeten zijn in de Nederlandse waterstaatshistorie. Op 5 september zou namelijk de Kier in de Haringvlietdam in gebruik worden genomen. De Kier houdt in dat de deuren in de Haringvlietkering ook bij vloed een beetje open worden gezet, zodat zout zeewater het Haringvliet in kan stromen. Gewoonlijk staan die deuren alleen open tijdens eb en stroomt er alleen zoet waternaar buiten, maar zodra het tij kentert gaan de deuren tot nu toe altijd dicht. Bij lage Rijnafvoeren (< 1250 m3/s) staan de deuren zelfs altijd dicht en kan het rivierwater alleen via de Nieuwe Waterweg maar zee stromen. 

De Kier is in eerste instantie bedoeld om trekvissen zoals Zalm, Elft, Fint en Paling de mogelijkheid te geven tussen de zee en de rivieren te kunnen migreren. Daarnaast is het belangrijk dat er dan in de monding van het Haringvliet een brak overgangsgebied ontstaat waar deze vissoorten kunnen acclimatiseren voordat ze hun reis vervolgen. Het hele project is zeer zorgvuldig voorbereid en er is jarenlang aan gewerkt. Eerst om het plan door te rekenen, daarvlak te krijgen, regelgeving aan te passen en diverse maatregelen te treffen, zoals het verplaatsen van 5 inlaatpunten waar zoet water vanuit het Haringvliet naar de polders achter de dijk kan worden gevoerd. Door het zout in de monding zijn de oude inlaatpunten straks namelijk niet  bruikbaar meer

5 september had dus de grote dag moeten worden, maar met een ding was geen rekening gehouden en dat is dat er rond die tijd wel eens te weinig rivierafvoer zou kunnen zijn om de Kier ook echt te openen. De afspraak is namelijk dat de Rijnafvoer minimaal 1500 m3/s moet bedragen voordat de Kier ook daadwerkelijk open gaat. Die afspraak is er omdat anders bij lage rivierafvoeren teveel zoet water via het Haringvliet naar zee zou stromen, terwijl het dan hard nodig is in de Nieuwe Waterweg; om het zoute zeewater daar niet te ver landinwaarts te laten komen. 

In de grafiek hieronder heb ik uitgezet hoe groot de kans is dat op een bewuste dag in het jaar de Rijnbafvoer lager is dan 1500 m3/s (5 september is als rood lijntje weergegeven). De grafiek lat zien dat vooral in de maanden september t/m november de kans erg groot is en 5 september is dus niet zo'n gelukkig gekozen datum, want de kans dat de Kier niet open zou kunnen bedroeg al meer dan 40%. En als hij al open was gegaan dan was het waarschijnlijk maar voor korte tijd want in oktober loopt die kans zelfs op tot bijna 60%. Betere maanden voor een opening liggen in de periode januari t/m juli. 

kans afvoer <1500.jpg

Kans gedurende het jaar op Rijnafvoer < 1500 m3/s en gesloten Kier
Kans gedurende het jaar op Rijnafvoer < 1500 m3/s en gesloten Kier

De grafiek laat ook zien dat de kans dat de Kier op korte termijn wel open kan ook niet zo groot is. Het weer kan natuurlijk ineens omslaan waardoor de Rijnafvoer sterk toeneemt, maar in verreweg de meeste jaren blijft de afvoer de komende 2 maanden ook nog laag; zeker in jaren dat de afvoer begin september ook al laag is. Vanaf medio september neemt het smeltwater van de gletsjers in de Alpen namelijk af (dit is goed voor ca 250 m3/s) en dan moet er dus nog meer regen vallen voordat de 1500 m3/s wordt bereikt.

Toch is er enige hoop. Het moment dat de afvoer in het najaar weer gaat stijgen naar boven de 1500 m3/s is de laatste decennia namelijk wat naar voren geschoven. In de grafiek hieronder heb ik dat geprobeerd duidelijk te maken. Met de blauwe lijn is de kans op een afvoer < 1500 m3/s voor de periode tussen 1900 en 1980 (ruwweg de periode van voor de klimaatopwarming) weergegeven en met een rode lijn de periode van na 1980 (sinds het klimaat is gaan opwarmen). 

In oktober en november zien we dat de rode lijn lager ligt de blauwe lijn (het gebied tussen beide lijnen is blauw gekleurd). De kans op een afvoer < 1500 m3/s is in deze periode met zo'n 10 tot 15% afgenomen. Het tegenovergestelde zien we in juli, augustus en september, daar ligt de rode lijn hoger dan de blauwe lijn (het verschil is hier rood gekleurd). In de jaren dat de Rijnafvoer onder de 1500 m3/s zakt, gebeurt dit tegenwoordig dus eerder dan voor 1980 en het is ook weer wat later afgelopen. Op grond hiervan is ook december nu een maand dat de kans vrij groot is dat de Kier open zou kunnen. Op grond van de statistiek lijkt vooral 25 december een heel geschikte dag te zijn voor de openingshandeling.

De verschuiving in de zomer (het rode gebied) is waarschijnlijk een effect van de hogere temperatuur in de Alpen. De sneeuw die in de winter is gevallen, smelt daardoor eerder en dat zorgt er voor dat de 1500 m3/s eerder wordt onderschreden. Deze verandering komt momenteel overeen met zo'n 2 weken eerder wat overeen lijkt te komen met een temperatuurstijging van 1 tot 1,5 graad die sinds 1980 in de Alpen is opgetreden.

Niet meteen te verklaren is waarom de rivierafvoer in het najaar ook weer eerder boven de 1500 m3/s stijgt. Mogelijk dat het najaar wisselvalliger is dan vroeger en dat droge perioden tegenwoordig minder lang uren in die tijd van het jaar.  Wat verder opvalt is dat de kans op een lage afvoer in de winter sterk is afgenomen. Lage winterafvoeren kwamen vroeger vooral voor tijdens koud winterweer en nu dat er bijna niet meer is, ontbreken ook de lagere afvoeren in die tijd van het jaar. 

Verschil in kans voor en na klimaatverandering.jpg

Kans op afvoer < 1500 m3/s voor en na de periode van klimaatverandering
Kans op afvoer < 1500 m3/s voor en na de periode van klimaatverandering

 

tags