zondag 22 juli 2018
Droogte houdt nog zeker week aan, afvoeren Rijn en Maas laag maar stabiel
Nederland blijft voorlopig onder de invloed van het hoge drukgebied dat de neerslaggebieden zorgvuldig op afstand houdt. Ten zuiden en noorden passeren soms wel neerslaggebieden, maar Nederland lijkt even niet in trek voor deze weersystemen. De kaart met de neerslag verwachting voor de komende week laat wederom dezelfde droge zone zien die vanaf West Frankrijk over NL naar de Oostzee loopt.
Het is opvallend hoe stabiel dit weerpatroon is; het ligt er al sinds begin juni. Toch gaat er misschien volgend weekend iets veranderen, maar eerst moeten we (voor wie nu wel genoeg heeft van deze droogte) nog even door het zuurste deel van de appel heen bijten. De wind gaat namelijk draaien naar meer zuidelijke richtingen en daardoor wordt het nog warmer; tot 35 graden mogelijk in ZO Nederland. Na die zeer warme dagen kan het weer dan omslaan naar een wat koelere periode met ook neerslag. Maar dit is nog ver weg, dus daarom is het ook nog lang niet zeker dat er dan daadwerkelijk regen komt.
Ondertussen is het doorlopend neeslagtekort in Nederland opgelopen tot gemiddeld 26 cm, met een spreiding van 18 tot meer dan 30 cm. Terwijl normaal voor eind juli een tekort van 10 cm zou zijn. Deze week passert 2018 dan ook het roemruchte jaar 1976. Maar welk jaar uiteindelijk bovenaan eindigt op 30 september is nog even afwachten, want 1976 kende wel een forse eindsprint.
Opvallend is ook dat er in Belgie, Frankrijk en Duitsland wel soms buien vallen. Wie soms de Europese buienradar raadpleegt zal gezien hebben dat er soms flinke buiencomplexen ontstaan, maar, op een enkel exemplaar na, drogen die uit voordat ze Nederland binnen trekken. In de stroomgebieden van Rijn en Maas is dan ook wel wat neerslag gevallen en dat is voldoende om de rivierafvoeren niet verder te laten dalen, of zelfs licht te laten stijgen.
Rijnafvoer stabiel rond 1100 m3/s
De afgelopen week daalde de Rijnafvoer van 1200 naar 1075 m3/s. Dat is zeer laag voor deze tijd van het jaar: het is namelijk maar iets meer dan de helft van het langjarig gemiddelde, dat 2000 bedraagt voor eind juli. Toch waren er in het verleden jaren met een nog lagere afvoer in deze tijd van het jaar: 1921, 1949 en 1964 hadden eind juli een afvoer van onder de 1000 m3//s.
De komende week zal de Rijn ook niet onder de 1000 m3/s zakken, want er is wat extra water onderweg uit zuid en midden Duitsland, vanwege de buien die daar vielen. Dit zorgt de komende dagen voor een heel lichte stijging en daarna stabiele afvoer rond de 1100 m3/s. Aan het eind van de week kan de afvoer dan wel weer wat gaan dalen, want na dinsdag blijft het voorlopig droog in Duitsland en de Alpen.
Maas nog net boven extreem lage afvoer
Ondanks de droogte in een groot deel van het stroomgebied van de Maas blijft de afvoer nog net boven een extreem laag niveau. Bij Eijsden stroomt nog steeds zo’n 30 tot 50 m3/s het land in, waar dan, na de afvoer naar de Zuid Willemsvaart en het Julianakanaal ongeveer 10 tot 20 van overblijft voor de Grensmaas. Dit is in zeer droge jaren zoals 1976 nog lager geweesr, toen stroomde slechts 10 tot 20 m3/s ons land in.
Als de afvoer nu echter nog ca 10 m3/s verder zakt, ontstaan er wel problemen en moeten er maatregelen getroffen worden om water te besparen in de kanalen. Dan wordt bijvoorbeeld het schutwater in het Julianakanaal terug gepompt, om droogval van de Grensmaas te voorkomen; daar moet namelijk minimaal 10 m3/s heen om dat te voorkomen. Omdat het deze week droog blijft in het stroomgebied, is de kans groot dat dat aan het eind van de week nodig zal zijn. Pas na volgend weekend wordt er regen verwacht in het stroomgebied van de Maas, maar het is nog onduidelijk of dat er echt van komt en of dat voldoende zal zijn voor enige stijging.
Komende dinsdag start de Kleinschalige Wateraanvoer (kwa) in west Nederland
Vanwege de lage Rijnafvoer en de droogte in het westen van Nederland nemen de waterschappen daar maatregelen om voldoende water in te kunnen blijven nemen van een goede kwaliteit. Niet dat de Rijn onvoldoende water aanvoert; de rivierafvoer is namelijk met 1100 m3/s nog ruimschoots voldoende om de totale Nederlandse waterbehoefte vanuit het oppervlaktewater (ca 150 m3/s) het hoofd te kunnen bieden.
Verreweg het grootste deel van het Rijnwater gebruiken we in West Nederland echter niet voor onze waterbehoefte, maar om het zeewater terug te dringen dat via de Nieuwe waterweg het Benedenrivierengebied in dringt. Zodra de Rijnafvoer onder de 1500 m3/s zakt, begint het zout daar tijdens vloed op te dringen en als de afvoer bij 1000 m3/s aan is gekomen, ontstaan er problemen met de inname van zoetwater bij een aantal innamepunten in het westen van het land. Het meest in het oog springende innamepunt ligt bij Gouda aan de Hollandsche IJssel. Hier wordt gemiddeld over de dag tot maximaal 15 a 17 m3/s ingelaten ten behoeve vand landbouw en andere gebruikers. Maar ook voor de veiligheid is water nodig. De kades langs de boezems moeten namelijk nat gehouden worden om te voorkomen dat ze door de droogte scheuren. Om het water in de hele boezem van Rijnland op peil te houden wordt daarom bij Gouda een groot deel van de dag water ingelaten. Dit moet wel zoet zijn, want zowel landbouw als de natuurgebieden in Rijnland, verdragen geen zout of brak water.
Gouda ligt echter aan een doodlopend riviertje en als er bij Gouda veel water wordt ingenomen, wordt er ook zoutwater vanuit de Nieuwe Maas aangetrokken en daardoor verzit de Hollandsche IJssel iedere dag een beetje meer. Dat is goed te zien bij het meetpunt aan het begin van deze rivier, waar het zoutgehalte nu ca 150 mg/l bedraagt (zie grafiek) terwijl het Rijnwater dat NL in stroomt nog steeds maar 75 mg/l zout bevat. De grens voor inname ligt bij 250 mg/l en de vrees bestaat dat dit punt deze week bereikt wordt als de Rijnafvoer laag blijft en de watervraag hoog. En als de Holl. IJssel eenmaal verzilt is, is dat zout ook niet zomaar weg, omdat het een doodlopend stuk water is.
Om toch voldoende zoetwater aan te kunnen voeren is een jaar of 15 geleden de KWA ingericht. Dit is een alternatieve aanvoerroute waarbij water vanuit het Amsterdam Rijnkanaal, nabij Utrecht, via enkele bestaande waterlopen (Oude Rijn en Gekanaliseerde Hollandse IJssel) door het gebied van Stichtse Rijnlanden naar Rijnland wordt gevoerd. De stroomrichting in die wateren keert dan om en er moeten enkele gemalen worden ingezet en sluizen gesloten. De KWA kan ca 10 tot 15 m3/s leveren aan Rijnland en eventueel kan ook nog wat water doorgeleverd worden aan Schieland en Delfland, de waterschappen die nog wat verder westelijk liggen.
In de kaart hieronder is links de normale route aanvoerroute weergegeven . Zodra het zoute zeewater (roze in de kaart) de mond van de Hollandse IJssel bereikt, is het risico groot dat het innamepunt bij Gouda verzilt en wordt er overgeschakeld op de KWA, waarbij het water uit het oosten komt en nooit kan verzilten.
Omdat verwacht wordt dat Gouda in de toekomst vaker kan verzilten, oa omdat de zeespiegel stijgt en zout dan makkelijk binnendringt, wordt de KWA nu geoptimaliseerd. Door enkele watergangen te verdiepen en verbreden en gemalen te vergroten kan dan in de toekomst minimaal 15 m3/s worden doorgevoerd. Deze verbeteringen zijn nu nog niet klaar en staan voor de komende 2 jaar op het programma.
De KWA heeft tweemaal eerder gedraaid, in september 2003 en mei/juni 2011. Toen was de Rijnafvoer op het moment van inschakelen nog wat lager dan nu; rond de 950 m3/s. Men is er dus vroeg bij dit jaar.