U bent hier

zondag 26 februari 2017

Wisselvallig weer houdt aan; rivieren in loop vd week nog wat hoger

De afgelopen week verliep vooral in Nederland en het noordelijke deel van Duitsland erg nat. De verwachtte neerslag voor het zuiden van Duitland bleef echteruit. Op waterstanden van 10 meter en hoger bij Lobith moeten we daarom nog even wachten, maar de kans is groot dat het er later deze week wel van komt. De Ardennen kregen ook nog maar een beperkte hoeveelheid neerslag te verwerken en de Maas steeg de afgelopen week nog niet zo veel.

 

Lobith daalt een paar dagen licht, om daarna weer te stijgen

De waterstand bij Lobith bereikte gisteren bijna de 9,5 m +NAP wat overeenkomt met een afvoer van ca 2250 m3/s. Deze waarden liggen nog steeds onder de normalen voor deze tijd van het jaar. Het water dat nu langs stroomt is voor een groter dan gemiddeld deel afkomstig uit het noordelijk deel van het stroomgebied. Dat is oa te zien aan het verschil tussen de waterstanden bij Keulen en Lobith. Gewoonlijk bedraagt dat ongeveer 6; als Keulen op een bepaalde dag een stand van 3 bereikt, dan komt Lobith gewoonlijk de dag erna tot ongeveer 9 m +NAP. Dit maal bedroeg het verschil echter 6,5. Ook passeerde de piek bij Lobith ongeveer gelijk met die bij Keulen, wat een andere aanwijzing is dat veel water pas ten noorden van Keulen in de Rijn is uitgestroomd.

De komende dagen neemt de aanvoer vanuit de noordelijke zijbeken weer langzaam af, waardoor de Rijn in Nederland ook weer langzaam wat zal dalen. De komende week blijft het echter regenachtig in het stroomgebied en de daling bij Lobith zal dan ook niet veel voorstellen. Ik verwacht dat de stand niet tot onder de 9 m zal dalen en dat ze vanaf het midden van de week  weer zal gaan stijgen. De weermodellen voorspellen de komende 7 tot 10 dagen regelmatig regen, maar geen extreme hoeveelheden. Ik verwacht daarom dat de waterstand bij Lobith zal stijgen naar een stand boven de 10 in de periode na het volgende weekend.

 

IJssel duidelijk hoger dan de Rijn

De vele neerslag in het oosten van Nederland en het noorden van Duitsland zorgde voor een flinke extra stijging in de IJssel. De grotere zijbeken die vanuit het oosten in de IJssel uitstromen voerden veel extra water aan en van de ca 450 m3/s die bij Olst door de IJssel stroomde was dan ook 1/3e deel afkomstig uit deze beken. Vooral de Oude IJssel, die bij Doesburg in de IJssel uitstroomt, voerde met 65 m3/s veel extra water aan. Dit leverde daar al meteen een 35 cm hogere  waterstand op dan alleen op grond van de Rijnafvoer verwacht zou mogen worden.

Stroomafwaarts van Zutphen waar de Berkel en het Twentekanaal in de IJssel uitmonden nam dit verschil verder toe tot zo’n 70 cm.  De piek in de IJssel valt normaal zo’n 2 dagen later dan bij Lobith; door de grote hoeveelheid ‘eigen’ water passeerde de piek nu echter gelijktijdig met Lobith. Zo kon het gebeuren dat in het hele traject van Keulen tot aan Zwolle de piek op dezelfde dag passeerde.

 

Maas even boven de 300 m3/s, op termijn nog wat hoger

De Maas steeg de afgelopen week geleidelijk tot een afvoer van iets boven de 300 m3/s gemiddeld over de dag. Dit is ongeveer de normale afvoer voior deze tijd van het jaar. Net als bij de IJssel ontving de Maas stroomafwaarts in Limburg nog veel extra water. Gewoonlijk is de afvoer bij Venlo ca 50 m3/s hoger dan bij Borgharen, maar nu liep dat verschil op tot bij 150 m3/s. Vooral de Roer voert daar een groot deel van aan.  

De komende 2 dagen daalt de afvoer in de Maas weer wat, maar door het regenachtige weer zal de daling maar beperkt zijn. Vanaf dinsdag wordt bijna dagelijks neerslag verwacht in het stroomgebied en een stijging tot 500 m3/s bij Borgharen naar het eind van de week is dan goed mogelijk. Een hoogwatersituatie zit er niet in, daarvoor zijn de neerslaghoeveelheden die verwacht worden, niet groot genoeg.