zondag 4 november 2018
Komende week vrijwel droog en dalende waterstanden
De regen van vorig weekend en afgelopen dinsdag was slechts een korte onderbreking in de al maandenlang aanhoudende droogte. Voor de laatste wat langere natte periode moeten we terug naar begin juni en het is sindsdien al 4 maanden zeer droog in de stroomgebieden van Rijn en Maas. De komende week verandert daar weinig in en na een beetje regen rond het volgende weekend lijkt het ook in het begin van de week daarna nog droog te blijven.
Voor wie de lage rivierafvoeren nu lang genoeg geduurd hebben, kan misschien wat hoop putten uit de voorspelling van het Europese weermodel van deze ochtend. Daarin lijkt zich voor de periode vanaf 15 november wel een duidelijke weersomslag aan te dienen met een actievere westelijke circulatie die regengebieden vanaf de Atlantische Oceaan naar het continent transporteert. Het is nog ver weg en het kan zeker nog weer anders worden, maar als het uit komt, dan kan de Rijn eindelijk opveren vanuit deze langste laagwaterperiode sinds 1959.
Rijn daalt de hele week na minipiekje
De afgelopen week was er in de Rijn een klein piekje met een afvoer van 870 m3/s. In andere jaren zou dit de laagste afvoer van het jaar kunnen zijn, maar dit maal was het hoogste punt van een klein afvoergolfje. De waterstand steeg door het afvoergolfje slechts 35 cm en kwam ook niet hoger dan 6,85 m +NAP, dat is zelfs nog onder de stand (6,89 m) die tot aan dit jaar de record-laagste stand was.
Het meeste water van het golfje was afkomstig uit de Alpen, onderweg aangevuld met wat extra water uit enkele zijrivieren in Midden Duitsland. De afvoer is vanaf gisteren weer gaan dalen en bij Lobith inmiddels alweer onder de 850 m3/s gezakt en zal de komende week verder dalen met gemiddeld zo'n 10 m3 per dag. Er zijn nog wat kleine nagolfjes onderweg en daarom zullen er de komende week ook dagen zijn dat de afvoer nauwelijks daalt, om de dag erna dan iets sneller te dalen.
Volgend weekend verwacht ik dat de Rijnafvoer weer onder de 800 m3/s zal uitkomen en in het begin van de week erna rond 780 m3/s. Komende donderdag en vrijdag wordt in Zuid Duitsland en de Alpen weer een klein beetje regen verwacht en dat kan dan in het midden van de week erna bij Nederland aankomen. Als dat uitkomt, dan zal de afvoer bij Lobith niet veel verder zakken dan 780 m3/s en daarmee iets boven de laagste afvoer van begin vorige week blijven; toen gedurende enkele dagen de 730 m3/s werd aangetikt.
Als we het afvoerverloop van 2018 vergelijken met de andere jaren van de afgelopen eeuw met een zeer lage afvoer (zie grafiek hieronder), dan is dit jaar door de stijging van de afgelopen week weer iets verder verwijderd geraakt van de meest extreme jaren. Alleen 1959 had rond deze tijd van het jaar ook een kleine stijging. De grafiek laat ook zien dat de andere jaren met een zeer lage afvoer, rond midden november begonnen te stijgen. Als het Europese weermodel het goed heeft gezien, dan zou 2018 die lijn ook kunnen gaan volgen.
Maas klom even uit het dal
De Maas profiteerde meer dan de Rijn van de neerslag die in het begin van de week viel. Het lage drukgebied dat op dinsdag over Frankrijk naar het noorden trok, bezorgde de Ardennen enkele cm's regen en dat was voldoende voor een klein afvoerpiekje. De afvoer bij Eijsden, waar de Maas Nederland binnen stroomt, steeg naar ongeveer 200 m3/s en korte tijd was er voldoende water om naast de 3 kanalen die tussen Luik en Maastricht met Maaswater gevoed worden, ook de Grensmaas wat water te geven.
De Grensmaas voerde al wekenlang niet meer dan 6 tot 8 m3/s af, maar nu was er even wat extra water en stroomde er ca. 150 m3/s door deze natuurlijke rivier. Dit was echter maar van korte duur, want al na 2 dagen was de afvoer bij Eijsden weer naar ca 60 m3/s gezakt en was het meeste water weer voor de kanalen bestemd. De komende dagen zal de afvoer langzaam nog wat verder afnemen en aan het eind van de week verwacht ik dat de afvoer bij Eijsden dan weer tussen de 30 en 50 m3/s is gezakt.
Pas in het volgend weekend wordt er weer wat regen verwacht in het stroomgebied van de Maas en dan kan de afvoer weer wat stijgen. Een grotere stijging wordt voorlopig niet verwacht.
Zeewater dringt door tot in het Haringvliet
Een kortdurende harde wind op dinsdag zorgde ervoor dat er nogmaals een flinke golf zeewater via de Nieuwe waterweg tot ver het Benedenrivierengebied in kon dringen. Via de Oude Maas en het Spui bereikte een deel van het zoute water zelfs het Haringvliet. Gewoonlijk wordt dit zoute water in het Haringvliet verdund met zoet rivierwater, maar het rivierwater dat Nederland binnenstroomt is de laatste tijd ook steeds zouter geworden.
Eerder schreef ik al over het zout dat vanuit Franse zoutfabrieken via de Moezel in de Rijn terecht komt. De hoeveelheden die geloosd worden zijn dagelijks ongeveer even groot, maar dat betekent dan dat bij lage rivierafvoeren het gehalte aan zout steeds hoger wordt. Bij een gemiddelde Rijnafvoer bedraagt het gehalte ca 50 mg/l, maar bij lage afvoeren loopt het dan op tot (ver) boven de 100 mg/l. Een belangrijke norm voor het inlaten van water voor drinkwater en industrie ligt bij 150 mg/l zout in het water.
Deze norm werd bij Lobith tijdens de recente periode met laagste afvoeren bijna overschreden. Toen dinsdag een flinke golf aangezout water vanuit zee het Haringvliet instroomde, nam het gehalte daar dan ook toe tot boven de 150 mg/l. De grafiek hieronder laat het verloop zien van de laatste 9 dagen bij Middelharnis, ongeveer halverwege het Haringvliet.
De Haringvliet is aan de zeezijde afgesloten met de Haringvlietdam. Deze kan open om overtollig rivierwater naar zee te laten stromen, maar is bij lage Rijnafvoeren altijd gesloten om het rivierwater via de andere waterlopen in het Benedenrivierengebied geforceerd naar de Nieuwe Waterweg te laten stromen. Het opgezoute water in het Haringvliet kan daarom maar moeilijk wegstromen. De enige opening is het Spui, maar dat is smal en daar gaat maar weinig water door heen. Voorlopig blijft het zout daar dus nog wel even ingevangen. Een voordeel is dat het deze week rustig weer blijft en er geen nieuwe zoutflux vanuit zee wordt verwacht.
Alpengletsjers leveren nog maar weinig water
Tijdens hoogzomer was de bijdrage van de gletsjers in de Alpen aan de Rijnafvoer ca 250 m3/s. Dit was in augustus toen de Rijnafvoer in Lobith ca 850 m3/s bedroeg en de afvoer bestond toen dus voor ca 30% uit gletsjerwater. Doordat het nu veel kouder is in het hooggebergte, smelten de gletsjers veel minder snel en is de afvoer in de rivieren die vanuit de gletsjers ontspringen is de laatste weken snel teruggelopen. Rond eind oktober bedroeg de afvoer in deze rivieren nog maar ca 70 m3/s. Bij de Rijnafvoer van 730 m3/s, die toen bij Lobith werd gemeten, was dus nog maar een kleine 10% afkomstig van de Alpengletsjers.
Terwijl de absolute afvoer vanuit de gletjers tussen augustus en oktober met 180 m3/s is afgenomen, is de Rijnafvoer zelf maar met 120 m3/s afgenomen (van 850 naar 730). Ondanks dat er nauwelijks regen is gevallen zijn er dus andere delen van het stroomgebied die meer water zijn gaan leveren aan de Rijn, anders zou de afvoer bij Lobith nog veel lager zijn geweest. Als we de op zoek gaan naar de bron van dit extra water dan komen we toch weer in Zwitserland uit. Vanuit de grote meren, die daar aan de voet van het gebergte liggen, stroomt aan de onderkant namelijk meer water uit dan er aan de bovenstroomse kant instroomt.
Als we bijvoorbeeld naar de Aare kijken dan ontvangt deze grote zijrivier van de Rijn nu 100 m3/s minder gletsjerwater dan in augustus, terwijl de afvoer op het punt waar de Aare in de Rijn uitstroomt slechts met 40 m3/s is afgenomen in vergelijking met augustus. Onderweg ontvangt de Aare nu dus 60 m3/s extra, in vergelijking met de situatie in augustus. Dit extra water is afkomstig uit de grote meren in het stroomgebied van de Aare. Deze hebben in de zomer als een buffervat gefungeerd, waar water in werd opgeslagen toen er veel ijs smolt, en stromen nu langzaam leeg. Zo profiteert de Rijn ook terwijl de koude is ingevallen toch nog van het smeltwater van de gletsjers.