U bent hier

Een nattere periode breekt aan, maar waterstanden stijgen nog niet veel

Deze week sluiten we de lange droge periode af die rond 10 februari begon. Vanaf woensdag dringen neerslagzones door tot in de stroomgebieden, maar de activiteit lijkt voorlopig nog niet zo heel groot. Misschien dat dit na het komend weekend gaat veranderen en het dan, vooral in het stroomgebied van de Rijn, wel flink wat natter wordt. De neerslag zorgt ervoor dat aan de daling van de waterstanden een einde komt, maar een sterke stijging zit er voorlopig nog niet in. In Water van de Week leest u meer in detail wat de verwachting is voor de Rijn en de Maas.

In Water Inzicht een terugblik op de maand februari. Er passeerde in zowel de Rijn als de Maas een flinke hoogwatergolf en dat zorgde er voor dat er in de maand als geheel ook relatief veel water werd afgevoerd.

water van de week

Actieve westelijke luchtstroming komt op gang, maar neerslaghoeveelheden vallen mee

Het hogedrukgebied dat wekenlang het weer in een groot deel van Europa heeft gedomineerd trekt zich de komende dagen terug naar het zuiden en dat maakt de weg vrij voor omvangrijke lagedrukgebieden die vanaf de Atlantische Oceaan richting Scandinavië trekken. Zo'n weersituatie wordt ook wel een westelijke circulatie genoemd en in zo'n luchtstroming trekken dan ook regenzones mee die vooral actief zullen zijn boven Noord en Midden Europa. Ook kan de wind soms flink aantrekken. 

Vanaf donderdag dringt de eerste neerslag tot de stroomgebieden door en de dagen daarna volgen er nog meer regenzones. De eerste dagen vallen de regenhoeveelheden nog mee, met zo'n 5 tot 10 mm per dag. Dat is voldoende om de dalende trend van de afvoeren van Rijn en Maas te stoppen, maar onvoldoende voor een sterke stijging. Na het volgend weekend geven de weermodellen grotere hoeveelheden regen aan, vooral boven het zuidelijk deel van het stroomgebied van de Rijn. Als dat uit komt, kan dat wel voor een wat grotere stijging gaan zorgen, maar het is nog ver weg in de tijd en daar onzeker of het uit zal komen. 

Samengevat de eerste helft van de week nog vrijwel droog, vanaf donderdag passeren er enkele regenzones en valt er voldoende regen om de waterstanden in de rivier te stabiliseren. Dit nattere weer houdt ook in de volgende week nog aan en mogelijk dat er dan voldoende regen valt voor een wat grotere stijging. Een nieuwe hoogwatergolf is echter zeker nog niet in beeld.

Rijn daalt nog iets, daarna enige tijd stabiel, vanaf 18/3 wellicht enige stijging

Vanwege het overwegend droge weer is de Rijn de hele afgelopen week nog langzaam gedaald, met zo'n 5 cm per dag. Vanaf zaterdag werd de 9 m onderschreden en de komende dagen zet deze daling nog langzaam door. In het volgend weekend verwacht ik dan bij Lobith een waterstand van ca 8,6 tot 8,7 m +NAP. De afvoer bedraagt dan ongeveer 1700 m3/s. 

De regen die vanaf donderdag het stroomgebied bereikt zorgt ervoor dat de afvoer na het weekend niet verder daalt en eerst een paar dagen rond hetzelfde niveau van ca 8,6 tot 8,7 m +NAP blijft schommelen. Het ziet er naar uit dat natte weer ook na het weekend nog aanhoudt en doordat zowel de Bovenrijn als de Moezel dan licht gaan stijgen, is de kans groot dat vanaf ongeveer 18 maart ook de waterstand bij Lobith weer wat gaat stijgen.

Voorlopig ziet het er naar uit dat het ook dan bij een bescheiden stijging blijft, maar er ook een kansje dat de regengebieden die dan over het stroomgebied trekken nog wat actiever worden. Als dat uitkomt, dan is vanaf 20 maart een wat sterkere stijging mogelijk. Voorlopig is dat echter nog onzeker en volgende week zal beter in te schatten zijn of dat uit gaat komen.

Maas eerste dagen stabiel rond 200 m3/s; vanaf vrijdag lichte stijging mogelijk

De Maas is de afgelopen dagen nog maar weinig gedaald en de afvoer schommelt nu rond de 200 m3/s. Dat is ruim onder het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar, dat ongeveer 400 m3/s bedraagt. Sinds de hoogwatergolf van begin februari voert de Maas nu zelfs nog maar iets meer dan 10% van ten tijde van de piek. Bij de Rijn is dat nu nog ruim 25%. Het kleinere stroomgebied van de Maas stroomt altijd weer sneller leeg dan dat van de Rijn na een hoogwatergolf.

De komende dagen blijft de afvoer vrijwel stabiel, of daalt nog heel licht, maar onder de 175 m3/s zal het niet komen. Donderdag valt dan de eerste neerslag in het stroomgebied van de Maas en het ziet er naar uit dat er in de dagen daarna voldoende valt voor een lichte stijging. Op vrijdag verwacht ik dan een afvoer tussen de 200 en 250 m3/s. Nadat op zaterdag en vooral zondag nieuwe regengebieden passeren kan in het begin van de week daarna de afvoer bij Maastricht nog wat verder stijgen.  Mogelijk dat op dinsdag of woensdag de afvoer kan stijgen naar 500 m3/s. 

Wat daarna gebeurt is nu nog onduidelijk. De westelijke circulatie lijkt ook dan nog aan te houden en dat betekent gewoonlijk dat er nieuwe regengebieden zullen worden aangevoerd. Volgende week is hier meer duidelijkheid over hoe actief deze regengebieden zullen zijn.

water inzicht

Februari was ooit een vrij droge maand, maar is steeds natter geworden en dat is ook te zien bij de rivierafvoeren

Februari is de maand waarin de toename van de hoeveelheid neerslag in Nederland het grootst is. Relatief is de maand nu 40% natter dan aan het begin van de vorige eeuw. Niet dat het nu een erg natte maand geworden is, eerder was het vooral een droge maand en nu meer een gemiddelde maand. Het langjarig gemiddelde (dat wordt gemeten over 30 jaar) van de hoeveelheid neerslag die in februari wordt gemeten bedraagt nu in De Bilt ca 65 mm en dat was in het begin van de vorige eeuw nog maar 45 mm. 

In de grafiek hieronder is de hoeveelheid neerslag van iedere februarimaand sinds 1906 afgebeeld en het verloop van het 30-jarig gemiddelde. Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw gaat het gemiddelde langzama stijgen, om na een dip in de jaren 80 en 90 vooral de laatste 30 jaar nog wat sterker te gaan stijgen. Met uitzondering van vorig jaar, waarin februari erg nat was, is er geen duidelijk teoname te zine van uitschieters naar boven. Wel lijkt het aantal heel droge februari-maanden afgenomen te zijn en verder komt de maand tegenwoordig vaker tussen de 50 en 80 mm uit, terwijl dat voorheen vooral tussen de 30 en 60 mm was. 

Schermafbeelding 2021-03-07 om 16.53.00.png

Verloop van de neerslag in de Bilt over de meetreeks vanaf 1906. Het 30jarig gemiddelde is met een rode lijn weergegeven.
Verloop van de neerslag in de Bilt over de meetreeks vanaf 1906. Het 30jarig gemiddelde is met een rode lijn weergegeven.

Als we naar de afvoeren van de rivieren kijken dan zien we daar ook dat de gemiddelde afvoer in de afgelopen decennia langzaam is toegenomen, maar de toename verloopt anders dan bij de neerslag in Nederland. Wat niet vreemd is, want Rijn en Maas ontvangen hun water uit een ander gebied. Daarom zullen we ook even kijken naar de neerslag over de grens in het stroomgebied. 

De gemiddelde afvoer van de Rijn dit jaar bedroeg 4600 m3/s. Dat is hoog, want het langjarig gemiddelde bedraagt iets meer dan 2700 m3/s. Slechts in 8 eerdere jaren was de gemiddelde afvoer hoger dan dit jaar. In de grafiek hieronder is van alle jaren sinds 1901 voor Lobith de gemiddelde afvoer in februari afgebeeld. Het is goed te zien dat er grote schommelingen zijn; soms zelfs tussen jaren direct na elkaar. 

In de grafiek is ook het 30-jarig gemiddelde weergegeven. Hieraan kunnen we aflezen of het afvoerverloop in de loop der jaren is veranderd. Wat opvalt is dat het langjarig gemiddelde in het eerste deel van de reeks, tot ongeveer 1960 langzaam oploopt, maar daarna is gaan schommelen rond de 2700 m3/s. Tussen 1980 en 2005 lag het gemiddelde wat hoger, rond 3000, maar daarna is het vrij sterk gedaald, om de laatste 2 jaar, mede door de hoge afvoeren in deze jaren weer iets te stijgen. Al met al is er sinds 1960 geen ghrote verandering meer opgetreden.

De hoge afvoer van dit jaar is niet uitzonderlijk en wijst ook niet op een duidelijke toename in de laatste decennia. Hoge afvoeren treden uiteraard op in natte jaren, maar omdat een hoogwatergolf vaak meerdere weken duurt, maakt het ook veel uit of een golf net binnen de maand valt of niet. Dit jaar was dat het geval, want de afvoer begon pas eind januari snel te stijgen en bereikte op 10/2 een piek en bleef daarna nog hoog tot ongeveer de 20e van de maand.

Wat verder opvalt is dat februarimaanden met een heel lage afvoer (van rond de 1000 m3/s) al sinds 1972 niet meer zijn opgetreden. Een zo lage afvoer trad vooral op in maanden met veel vorst en dat zijn vaak ook de maanden met weinig neerslag. Sinds het klimaat is gaan veranderen zijn zulke koude februari-maanden niet meer voorgekomen en dit verklaart mede waarom droge februarimaanden minder vaak voorkomen en daarmee weer waarom de gemiddelde afvoer wat hoger is komen te liggen dan in de eerste helft van de vorige eeuw.

Schermafbeelding 2021-03-07 om 14.47.33.png

Verloop van de gemiddelde afvoer van de maand februari voor de Rijn bij Lobith sinds 1901 (blauwe kolommen) en het 30-jarig gemiddelde (rode lijn).
Verloop van de gemiddelde afvoer van de maand februari voor de Rijn bij Lobith sinds 1901 (blauwe kolommen) en het 30-jarig gemiddelde (rode lijn).

Als we naar het aantal hoogwatergolven kijken dat in februari is opgetreden, dan zien we dat dat weinig verandert is sinds het begin van de metingen. In totaal zijn er sinds 1901 41 hoogwaters geweest met een afvoer >5000 m3/s en 17 daarvan waren >6500 m3/s. Ieder decennium zijn het er ongeveer 3, alleen tussen 1960 en 1990 waren het er meer. Ook bij de hogere hoogwatergolven met een afvoer >6500 m3/s (dat is de afvoer waarbij de uiterwaarden overstromen) springen deze 3 decennia er uit. Er is niet meteen een verband te zien met de gemiddelde afvoer; voordat die begon toe te nemen was de kans op een hoogwatergolf ongeveer net zo groot als nu. 

Hoogwatergolven in februari.jpg

Aantal hoogwatergolven in februari per decennium.
Aantal hoogwatergolven in februari per decennium.

De afvoer van de Rijn wordt vooral bepaald door de hoeveelheid neerslag die in Duitsland valt. In de grafieken hieronder is het verloop van de neerslag in twee Duitse Bondrepublieken weergegeven:. Baden Würtenberg een belangrijk brongebied voor de Bovenrijn en Rheinland Pfalz een van de gebieden waar de Moezel zijn water vandaan krijgt.

Het langjarig gemiddelde van de neerslag-gegevens van deze beide deelgebieden laat ongeveer hetzelfde verloop zien als dat van de gemiddelde afvoer van de Rijn. Vooral in het begin van de vorige eeuw was februari nog droog en het langjarig gemiddelde is dan nog vrij laag. Tot in de vijftiger jaren lopen de hoeveelheden op en vanaf de tweede helft van de vorige eeuw blijven ze dan lange tijd stabiel. In het begin van deze eeuw wordt de hoogste waarde in het gemiddelde bereikt; een periode die ook terug te zien is bij de gemiddelde afvoer van de Rijn, die toen ca 3000 m3/s bedroeg.

Sinds het jaar 2000 is er weer een lichte afname te zien in het langjarig gemiddelde van de neerslag, wat ook bij de Rijnafvoer te zien is. De neerslaghoeveelheden van dit jaar (lila kolom) lagen net onder het langjarig gemiddelde. Dat het toch tot een flink hoogwater kon komen werd onder andere veroorzaakt doordat er in de eerste dagen ook veel smerltwater tot afvoer kwam en dat was neerslag die al in januari was gevallen en daarom niet in deze figuur zichtbaar is. 

Neerslag Duitsland.png

Neerslaggegevens van twee deelstaten in Duitsland binnen het stroomgebied van de Rijn sinds 1901 (de bleuwe lijn is het langjarig gemiddelde).
Neerslaggegevens van twee deelstaten in Duitsland binnen het stroomgebied van de Rijn sinds 1901 (de bleuwe lijn is het langjarig gemiddelde).

Als we ook nog even naar de Maas kijken dan zien we dat de gemiddelde afvoer deze februari-maand met 705 m3/s ook flink wat hoger dan het langjarig gemiddelde, dat ca 490 m3/s bedraagt. Dit zijn de waarden van de locatie Monsin net stroomopwaarts van Maastricht. Dit punt ligt voor de aftakking van het Albertkanaal en door uit te gaan van de waarden bij Monsin is het mogelijk om een vergelijking met jaren uit de hele meetreeks vanaf 1911 te maken. Voor Maastricht is de afvoer gemiddeld ca 15 m3/s lager dan bij Monsin en bij Borgharen ca 50 m3/s. 

Een gemiddelde afvoer van 705 m3/s is relatief hoog, maar niet uitzonderlijk en vergeleken met eerdere jaren komt deze maand ongeveer op de 15e plaats. De hoogste afvoer in de Maas werd dit jaar ook al in de laatste dagen van januari behaald en de Maas ging deze maand ook al eerder dalen dan de Rijn.

Schermafbeelding 2021-03-07 om 16.12.35.png

Verloop van de gemiddelde afvoer van de maand februari voor de Maas bij Monsin (net bovenstrooms van Maastricht) sinds 1911 (blauwe kolommen) en het 30-jarig gemiddelde (rode lijn).
Verloop van de gemiddelde afvoer van de maand februari voor de Maas bij Monsin (net bovenstrooms van Maastricht) sinds 1911 (blauwe kolommen) en het 30-jarig gemiddelde (rode lijn).

In het langjarig gemiddelde van de Maas is ook de toename te zien in het eerste deel van de reeks tot ongeveer 1960. Daarna is de gemiddelde afvoer opvallend stabiel, ondanks de grote fluctuaties die er van jaar tot jaar zijn. Net als bij de Rijn is de gemiddelde afvoer in het begin van de eeuw op zijn hoogst, maar daarna treedt slechts een beperkte daling op en door de vrij hoge afvoeren van dit jaar, en vooral vorig jaar, is de gemiddelde afvoer nu weer gaan stijgen en ongeveer net zo hoog als 15 jaar geleden.