U bent hier

Hoogwatergolven weer snel verleden tijd

De waterstanden in Rijn en Maas zijn de afgelopen week opvallend snel gedaald en deze daling zet de komende week nog door. Pas na deze week is er weer kans dat neerslag vanaf de Atlantische Oceaan de stroomgebieden kan bereiken, maar veel regen en sneeuw wordt ook dan nog niet verwacht. Voorlopig daarom waterstanden onder het langjarig gemiddelde. In het waterbericht leest u de details.

In de rubriek Water Inzicht een overzicht van de sneeuwsituatie in de Zwitserse Alpen. Rond de jaarwisseling waren veel skipistes nog groen; betekent dat dat we ons zorgen moeten maken over de Rijnafvoer in het komende voorjaar?

water van de week

Hogedrukgebied houdt deze week nog stand

Het is opvallend hoe makkelijk het weer soms overschakelt van het ene patroon naar het andere. Vanaf de laatste dagen van december hadden te maken met een actieve westelijke circulatie en passeerde om de paar dagen neerslagzones die alles bij elkaar erg veel regen brachten. Maar ineens slaat het weer dan om, verschijnt er een hogedrukgebied op de kaarten en verdwijnen de lagedrukgebieden uit het weerbeeld. 

Op dit moment ligt vrijwel heel Europa onder een sterk hogedrukgebied, waarvan de as (de zone met de hoogste druk) vanaf St Petersburg via Kopenhagen en Londen naar de Azoren loopt. Het meest dichtstbijzijnde lagedrukgebied op de Oceaan ligt voor de kust van Groenland en zal ons voorlopig niet bereiken. Boven de Middellandse Zee ligt een wat kleiner lagedrukgebied en een zwakke neerslagzone daarvan beweegt nu over Centraal Europa naar het westen. 

Het brengt vandaag een paar centimeter sneeuw in het midden en zuiden van Duitsland en ook de Ardennen en het Limburgse Heuvelland krijgt er een veegje van mee. De afgelopen paar dagen was daar ook al sneeuw gevallen en op ca 300 m ligt nu zo'n 10 cm sneeuw en op 600 m(in de Ardennen en Eiffel) zelfs 25 tot 30 cm. Vorige week was nog niet voorzien dat de sneeuwdikte zover kon oplopen. 

Het sneeuwgebied zwakt vandaag langzaam af en daarna domineert het hogedrukgebied met rustig en vrij koud weer. Donderdag verplaatst de kern van hogedrukgebied naar de Oceaan ten westen van Ierland en stroomt bij ons wat zachtere lucht binnen. In de Middelgebergten blijft het dan nog koud genoeg om de sneeuw niet te laten smelten.

Het hogedrukgebied zakt daarna nog wat verder naar het zuiden, richting de Azoren en dat maakt de weg vrij voor lagedrukgebieden om over vanaf het noorden van de Oceaan naar Scandinavië te trekken. Vanaf zondag kunnen bijbehorende neerslaagzones dan ook de stroomgebieden gaan bereiken. In het laagland is dat regen, maar grote hoeveelheden worden voorlopig nog niet verwacht.

De aangevoerde lucht blijft nog wat aan de koele kant zodat re hogerop in de Middelgebergten misschien nog wat sneeuw bij kan vallen. Hogere gebieden zoals de Vogezen, het Zwarte Woud en vooral de Alpen zouden dan zelfs aardig wat nieuwe sneeuw kunnen krijgen. 

In hoeverre de neerslag en de sneeuw door gaat zetten vanaf het volgend weekend is nog niet helemaal zeker en hangt af van de positie van het hogedrukgebied ten westen van Ierland. Nu is de verwachting dat het naar het zuiden wegtrekt, zodat lagedrukgebieden er ten noorden langs kunnen trekken, maar het zou ook kunnen dat dat allemaal niet zo snel gaat en dan blijft de Oceaan voorlopig op slot en moeten we nog wat langer wachten tot neerslagzones de stroomgebieden weer kunnen bereiken.

Rijn daalt snel verder tot onder de 9m (NAP)

De periode vanaf 20 december t/m 19 januari was erg nat in Nederland en in grote delen van de stroomgebieden. In Nederland viel in deze periode op veel plaatsen zo'n 20 tot 25 cm regen, dat is net zoveel als er normaal in 2,5 maand valt. Voor de Bilt was het de op 5 na natste periode van 30 dagen met ca 23 cm. Het natst ooit over een periode van een maand was het in november 2013 met bijna 27 cm, gevolgd door nov 1998 (26 cm), sep 1912 (25 cm), dec 1965 (24,5 cm) en sep 2001 (23,5 cm). 

Nog niet eerder was het in januari zo nat, alhoewel januari 1994 met 22 cm dicht in de buurt kwam. Het was dus een uitzonderlijke periode en wat dat betreft dus niet vreemd dat er plaatsen waren in het land waar het de waterschappen moeite kostte om het water op tijd weg te pompen.

In de stroomgebieden was het ook erg nat, waarbij de hoofdmoot van de neerslag wel vrij noordelijk viel. In de Ardennen viel op veel plaatsen meer dan 25 cm met uitschieters tot 30 cm en in de Middelgebergten ten oosten van Keulen viel lokaal zelfs meer dan 35 cm. Voor een periode van een maand zijn dat daar geen heel uitzonderlijke hoeveelheden, maar voldoende om de Rijn en Maas van veel water te voorzien.

Verder naar het zuiden in Duitsland en Oost Frankrijk vingen de hoge kammen van het Zwarte Woud en de Vogezen nog wel veel neerslag op (lokaal zelfs 45 cm in 30 dagen tijd), maar dat is daar niet ongebruikelijk in een natte periode. De lagere gebieden er omheen waren niet veel natter dan normaal en de zijrivieren van de Rijn die daar ontspringen voerden daarom niet veel meer water aan dan normaal in de winter.

De zeer natte periode die we achter de rug hebben leverde in de Rijn een hoogwatergolf op, maar het kwam niet tot een erg hoge stand. Lobith steeg uiteindelijk tot 12,62 m (+NAP) en de afvoer kwam tot 5.100 m3/s. Een dergelijke hoogwatergolf komt gemiddeld ongeveer twee keer per jaar voor. Officieel noemen we het ook nog geen hoogwater, want daarvoor moet de stand tot 14 m stijgen en de afvoer tot 6.500 m3/s.

De waterveiligheid van de dijken langs de Rijntakken is op dit moment gebaseerd op een afvoer van 16.000 m3/s met bij Lobith een waterstand van 17,8 m. Momenteel worden er plannen gemaakt om deze zogenaamde maatgevende afvoer op te hogen tot 17.000 of 18.000 m3/s, met daarbij een stand van 18,3 m bij Lobith. Het is moeilijk voor te stellen hoeveel neerslag er moet vallen om in de buurt te komen van deze waarden.

Dat de golf nu niet hoger kwam had er mee te maken dat in het zuiden van het stroomgebied niet zoveel regen viel, zodat de Boven-Rijn, Neckar en Main slechts licht verhoogd waren. Verder naar het noorden waren de Moezel, Lahn en vooral de Sieg en Ruhr wel aan de hoge kant. Deze laatste twee komen uit het deel van het stroomgebied waar in de afgelopen 30 dagen tot zo'n 35 cm regen viel. 

De piek passeerde bij Lobith in de nacht van 18 op 19 januari. Daarna zakte de stand weer snel omdat de neerslagintensiteit sterk afnam en wat er nog viel, viel als sneeuw. In heel het Duitse deel van het stroomgebied ligt nu een laagje sneeuw, zelf in het laagland en in de Middelgebergten ligt 20 tot 50 cm. Vandaag komt daar nog een paar cm bij.

Voor de Rijnafvoer van de komende tijd is het van belang hoe de dooi in gaat vallen en of het water dat in de sneeuw opgeslagen ligt een bijdrage gaat leveren. Als de dooi plaats vindt door hogere temperaturen, merken we er meestal weinig van in de afvoer, maar als er tegelijkertijd ook regen valt, dan zal het smeltwater voor een extra stijging zorgen.

Op dit moment is nog niet duidelijk hoe het smelten zal gaan verlopen. Tot het eind van de week blijft het nog droog en koud en pas vanaf het weekend kunnen neerslaggebieden het stroomgebied bereiken. Zoals het er nu naar uitziet valt er hogerop in de heuvels dan nog steeds sneeuw en smelt alleen het deel dat lager ligt dan zo'n 400 m.

Omdat de neerslaghoeveelheden niet zo groot lijken te worden zal regen- en smeltwater samen geen hoogwatergolf op leveren. De neerslag die hogerop als sneeuw valt, laat het sneeuwdek daar verder aangroeien, wat de kans op veel smeltwater later in de winter wel weer wat groter maakt. 

Voordat het zover is daalt de waterstand de komende dagen snel verder met eerst nog zo'n 50 cm per dag. Op de 24e wordt dan de 10 m weer onderschreden en op de 25e de 9,5 m. Daarmee is de Rijn alweer onder de langjarig gemiddelde afvoer gezakt voor deze tijd van het jaar.

De daling gaat daarna wat langzamer met nog maar ca 20 - 25 cm per dag. Rond de 28e wordt ook de 9 m onderschreden en de daalsnelheid zakt dan nog verder naar nog zo'n 10 cm per dag, tot ca 8,8 m aan het eind van de maand, bij een afvoer van ca 1.800 m3/s. Als het vanaf het volgend weekend inderdaad natter wordt, dan kan de stand vanaf begin februari weer gaan stijgen. Maar voorlopig ziet het er niet naar uit dat dat een grote stijging wordt.

Maasafvoer zakt nog verder; geen nieuwe stijging in zicht

De Maasafvoer haalde tijdens de piek niet de 1.400 m3/s die ik in mijn hoogwaterbericht had genoemd, maar kwam tot ca 1.325 m3/s. Na een eerste piekje op de 18e januari bleef de afvoer twee dagen hoog met nog twee kleine piekjes van ongeveer dezelfde hoogte. Een afvoer van 1.325 m3/s ligt iets onder de waarde die gemiddeld jaarlijks eenmaal wordt bereikt; die bedraagt ca 1.450 m3/s. 

Vanaf de 16e al ging een deel van de neerslag als sneeuw vallen en kwam niet meer alle neerslag tot afvoer, waardoor de piek niet verder aan kon groeien.. Daarna werd het een paar dagen droog en zakte de afvoer bij Maastricht weer snel. Op de 19e en 20e bereikte nieuwe neerslag de Ardennen en nu ging het overal om sneeuw. Op de hoogste toppen is het sneeuwdek aangegroeid tot zo'n 25 cm. De webcam van het Belgische KMI laat dit goed zien. 

De komende dagen verandert er weinig aan het sneeuwdek, want het blijft koud en droog. Op donderdag zou er een beetje sneeuw bij kunnen vallen, maar pas in het weekend verandert het weerbeeld. Vanaf de Oceaan nadert dan zachtere lucht met ook regen, maar hogerop in de Ardennen blijft het voorlopig waarschijnlijk koud genoeg voor sneeuw. 

De kans dart met de regen daarom na volgend wekend ook veel smeltwater naar de Maas gaat stromen is daarom niet zo groot. Tot het zover is daalt de afvoer bij Maastricht nog tot onder de 300 m3/s aan het eind van de week. Pas op maandag en dinsdag na het volgend weekend kan er neerslag gaan vallen en een nieuwe stijging is daarom niet voor 31 januari of 1 februari te verwachten. Zoals het er nu naar uitziet gaat het dan om een bescheiden stijging.

water inzicht

Hoe is het met de sneeuw in de Alpen gesteld

Rond de Kerstdagen en de jaarwisseling was het slecht gesteld met de sneeuw in de Alpen. In november en begin december was er wel ongeveer de normale hoeveelheid sneeuw gevallen, maar de eerste dagen van het jaar liep de temperatuur in de Alpen zo hoog op dat veel sneeuw weg smolt. Vooral in de dalen verdween alle sneeuw en dalafdalingen waren voor de wintersporters alleen nog mogelijk via smalle banen sneeuw die door sneeuwkanonnen waren aangebracht. 

Hogerop in de bergen waren de temperaturen niet zo hoog en lag een dikker sneeuwdek zodat niet alle sneeuw weg smolt, maar ook daar was de sneeuwdikte veel kleiner dan in een gemiddeld jaar. Al snel verschenen er ook berichten dat gevreesd moest worden voor lage afvoeren van de Rijn in het komend voorjaar, want de Alpen zijn in het zomerhalfjaar een belangrijke bron van water voor deze rivier.

Het zou zeker kunnen dat de Rijn dit voorjaar weinig smeltwater te verwerken krijgt, maar op dit moment is daar eigenlijk nog weinig over te zeggen. De periode dat het sneeuwdek aangroeit in de Alpen duurt tot eind maart (boven de 2500 m zelfs tot half april) en op grond van de sneeuwdikte rond de jaarwisseling is er nog weinig te zeggen over de dikte aan het eind van de winter. Een neerslagrijke maand februari of april kan het beeld weer helemaal laten kantelen.

Boven de 2000 m begint het sneeuwdek aan te groeien vanaf november, maar meestal gaat het dan nog niet zo snel en dooit het ook nogal eens weg. Pas in december is er meestal pas sprake van een blijvend sneeuwdek, maar ook dan kan het nog wel eens weg dooien. Vooral de dagen rond Kerstmis zijn berucht omdat er dan vrij vaak dooiweer met regen optreedt. Ook zijn er soms jaren dat december droog verloopt en het sneeuwdek rond Kerstmis nog weinig voorstelt.

De situatie rond de jaarwisseling zegt daar nog niet zoveel. De kans op weinig sneeuw aan het eind van de winter is groter als er eind december nog weinig ligt, maar in de 3 maanden die volgen tot eind maart kan er nog veel veranderen. De eerste weken van januari zijn dit jaar hoopvol verlopen, er viel aardig wat sneeuw en de situatie is verbeterd. De kaart hieronder laat het sneeuwdek van dit moment zien en net als in Duitsland ligt er nu sneeuw tot in het laagland. 

Sneeuw Alpen met stroomgebied.jpg

Sneeuwdek in Zwitserland.  De zwart-witte lijn geeft de grens van het stroomgebied van de Rijn aan (bron SLF.CH)
Sneeuwdek in Zwitserland. De zwart-witte lijn geeft de grens van het stroomgebied van de Rijn aan (bron SLF.CH)
 

De dikte alleen zegt nog niet zoveel, want om te weten waar we nu staan is vooral het percentage ten opzichte van andere jaren van belang. De volgende kaart laat dat zien. Langs de noordrand van de Alpen ligt momenteel iets meer dan gemiddeld (blauw) of ongeveer het gemiddelde (geel). Een groot gebied is bedekt met 60-90% van het langjarig gemiddelde (licht oranje) en vooral in het oosten van Zwitserland ligt minder den 60% van de normale hoeveelheid (oranje). Een flink deel hiervan ligt in het stroomgebied van de Rijn. 

Perc Sneeuw Alpen met stroomgebied.jpg

Dikte van het sneeuwdek in verhouding tot het langjarig gemiddelde. De zwart-witte lijn geeft de grens van het stroomgebied van de Rijn aan (bron SLF.CH)
Dikte van het sneeuwdek in verhouding tot het langjarig gemiddelde. De zwart-witte lijn geeft de grens van het stroomgebied van de Rijn aan (bron SLF.CH)

Hierna is van 6 meetpunten in de Alpen (ook aangeven op de vorige kaart) in grafieken het verloop tot nu toe in deze winter aangegeven (gegevens komen van de site van SLF.ch). Het eerste meetpunt ligt vrij laag aan de noordkant van de Alpen. Hier is goed de dramatische terugval van het sneeuwdek te zien aan het eind van december. Dankzij veel sneeuw in de afgelopen weken is dit tekort nu echter al weer bijna weggewerkt. Tot eind maart groeit het sneeuwdek hier gemiddeld nog aan. De situatie is nu veel gunstiger dan een paar weken terug.

Het tweede punt ligt ook aan de noordkant van de Alpen, maar veel hoger. In het begin van december ontstond hier een tekort, niet omdat het dooide (het dek bleef even dik) maar omdat het lang vrij droog bleef. Eind december toen het lager in de Alpen ging dooien en regenen viel hier sneeuw en groeide het dek weer aan naar ongeveer het langjarig gemiddelde. Op deze hoogte groeit het dek meestal nog aan tot medio april; nog een lange weg te gaan en de situatie is ook hier niet ongunstig voor de hoeveelheid smeltwater die de Rijn in mei en juni mag verwachten.

Fochsen.png

Verloop sneeuwdikte in Föchsen op ca 1700 m aan de noordzijde van de Alpen
Verloop sneeuwdikte in Föchsen op ca 1700 m aan de noordzijde van de Alpen

Gandegg.png

Verloop sneeuwdikte in Gandegg op ca 2700 m aan de noordzijde van de Alpen
Verloop sneeuwdikte in Gandegg op ca 2700 m aan de noordzijde van de Alpen

Verder naar het oosten wordt de situatie echter minder gunstig. Op ca 1800 m hoogte in Ortstock Matt is in december sneeuw weg gesmolten, maar niet zoveel als in Försten, zodat er wel wat overbleef. Sinds januari is het weer aangegroeid, maar ook niet zoveel. Er ligt minder dan in een gemiddeld jaar, maar het kan nog goed komen als er de komende 2 maanden nog een paar keer dagen met veel sneeuwval komen.

Wat hogerop ligt centraal in Zwitserland het meetpunt Gschletteregg op ca 2100 m. De dooi in december was hier ook beperkt, maar de aangroei sindsdien verloopt maar langzaam. Het verschil met een gemiddeld jaar bedraagt ongeveer 50 cm. Het zou kunnen dat dat niet meer ingelopen wordt voor eind maart, maar er zijn veel voorbeelden uit voorgaande jaren dat dat nog wel gebeurde. 

 

Ortstock.png

Verloop van de sneeuwdikte in Ortstock Matt op ca 1800 m aan de noordzijde van de Alpen
Verloop van de sneeuwdikte in Ortstock Matt op ca 1800 m aan de noordzijde van de Alpen

Gschletterregg.png

Verloop van de sneeuwdikte in Gschletteregg op ca 2100 m aan de noordzijde van de Alpen
Verloop van de sneeuwdikte in Gschletteregg op ca 2100 m aan de noordzijde van de Alpen

De laatste twee meetpunten liggen in het oosten van Zwitserland in het gebied waar het sneeuwdek relatief het dunst is. Op beide stations groeit het sneeuwdek maar langzaam aan en het bevindt zich nu dicht bij het langjarige minimum. Dat het nog zo dun is heeft niet te maken met de hoge temperaturen, maar vooral met het ontbreken van sneeuwval. De neerslaggebieden die de Alpen weten te bereiken hebben de afgelopen 2 maanden nauwelijks door weten te dringen tot het oosten van Zwitserland.

Dat is niet ongebruikelijk en in dit deel van Zwitserland valt altijd al minder sneeuw dan aan de noordflank van de Alpen. In het zuidelijk gelegen Varaina groeit het dek gemiddeld ook maar aan tot ca 1,25 m, terwijl dat in Gandegg maar liefst 3 meter is en in het veel lager gelegen Försten ook nog altijd 2 meter. Voor de aanvoer van smeltwater is dit deel van het stroomgebied daarom iets minder belangrijk, maar het is wel het gebied dat naar de Bodenzee afwatert en dat meer fungeert weer als een belangrijke buffer die het smeltwater gedoseerd doorgeeft in de zomermaanden. Het zou daarom goed zijn als het sneeuwdek hier nog verder aan zou groeien. Gelukkig hebben we daar nog tot in april de tijd voor, want in dit hooggelegen deel van de Alpen duurt de winter nog lang. Nu moeten alleen de neerslaggebieden dit deel van Zwitserland nog kunnen vinden.

Vairana.png

Verloop sneeuwdek in Varaina op ca 2400 m centraal in het oosten van de Zwitserse Alpen
Verloop sneeuwdek in Varaina op ca 2400 m centraal in het oosten van de Zwitserse Alpen

Tschitta.png

Verloop sneeuwdek in Tschitta op ca 2700 m centraal in het oosten van de Zwitserse Alpen
Verloop sneeuwdek in Tschitta op ca 2700 m centraal in het oosten van de Zwitserse Alpen

Al met al is de situatie in de Alpen dus nog niet zo heel slecht. Aan de noordzijde is er de laatste weken ook op lagere niveaus voldoende sneeuw gevallen en is het langjarig gemiddelde niveau weer bereikt en ook hogerop ligt daar ongeveer de normale hoeveelheid. Vooral in het oosten ligt echter veel te weinig, maar de tekorten bedragen er zo'n 50 cm en met nog 3 wintermaanden te gaan zou dat aan moeten kunnen groeien tot een gemiddeld niveau of daarboven. Daarom is nu nog niet te zeggen of dit lage niveau daar zo blijft tot aan het einde van het sneeuwseizoen. De komende weken zal ik regelmatig een update geven.