U bent hier

Regen bleef ten zuiden van Nederland, Rijn profiteert een beetje.

In Nederland bleef het vrijwel droog maar juist ten zuiden van ons viel in het weekend aardig wat regen waardoor vooral de Rijn de komende dagen wat gaan stijgen. Het lijkt voorlopig een kleine opleving want een nieuw hogedrukgebied gaat de komende week het weer in onze omgeving bepalen. Alleen het stroomgebied van de Rijn kan nog wel op wat extra water rekenen de komende periode en de heel lage afvoeren zijn daar voorlopig even verleden tijd. De Maas blijft op een heel laag niveau voor de tijd van het jaar. In het waterbericht leest u de details.

In de rubriek water inzicht een terugblik op de maand april die vooral bij de Rijn een voor de tijd van het jaar zeer lage afvoer kende. Is dit in het verleden vaker gebeurd en kunnen we hier iets uit afleiden voor de komende maanden.

Water van de week

Regenzone trekt net ten zuiden van Nederland langs

De warmte van de afgelopen week werd in Nederland op vrijdag vervangen door koelere lucht uit het noorden. Het was een zogenaamd ‘glazen front’ waarbij op het grensvlak van twee luchtsoorten alleen de windrichting verandert en er geen regen valt. Op een heel enkel buitje na dat vlak voor het front uit ontstond door sterk opstijgende lucht; maar dat bracht niet meer dan enkele millimeters in het oosten van het land. Ten zuiden van Nederland pakte dit front heel anders uit want hier ontwikkelde zich op het grensvlak een klein lagedrukgebied waardoor daar wel regen kon vallen.

Het lagedrukgebied zorgde er ook voor dat de beweging van het front vertraagde, zodat er flinke neerslaghoeveelheden konden worden opgetekend. Op veel plaatsen viel 20 mm en lokaal liep dit op tot 35 mm. Dat zijn voldoende grote hoeveelheden om de rivieren de komende dagen te laten stijgen. Nederland viel net buiten de zone waar de regen viel - het scheelde maar 200 km - en de droogte, die vooral in het westen van ons land ondertussen extreem begint te worden, is dus nog niet ten einde. Gelukkig gaat de afvoer van de Rijn even wat omhoog zodat er daar via kanalen wel voldoende water kan worden aangevoerd naar de meeste gebruikers.

Het lagedrukgebied brengt vandaag en morgen nog aardig wat regen in de Alpen en trek dan nog wat verder naar het zuiden. Ondertussen heeft zich boven Ierland alweer een nieuw sterk hogedrukgebied gevormd dat de komende week het weer in onze omgeving gaat bepalen. Alleen in de Alpen blijft er kans op buien, waar de Rijn de komende tijd nog een graantje van mee kan pikken. Het hogedrukgebied vormt later in de week een uitloper in oostelijke richting waardoor de wind wat naar het oosten draait, het weer warmer wordt en in Nederland de droogte voorlopig aanhoudt.

In het volgend weekend ontwikkelt zich waarschijnlijk boven de Golf van Biskaje een lagedrukgebied dat later in die week richting het zuiden en midden van Frankrijk trekt. Neerslagzones die hiermee samenhangen kunnen dan ook Midden-Europa bereiken. Het hangt van de sterkte van het hogedrukgebied boven Noord-Europa af, tot hoever deze regengebieden naar het noorden door kunnen dringen. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de regen Nederland, de Ardennen en Midden-Duitsland kann bereiken, zodat de droogte hier voorlopig nog aan blijft houden. Het zuiden van Duitsland en de Alpen kunnen tegen die tijd wel weer op wat neerslag rekenen en dat betekent dan weer wat extra water voor de Rijn. Deze verwachting voor meer dan een week vooruit is uiteraard nu nog onzeker.  

Rijn stijgt naar ca 8,3 m NAP, afvoer naar 1.500 m3/s.

De afgelopen week verliep droog in het stroomgebied en de Rijn verloor weer bijna al het extra water dat er in de nattere week daarvoor bij was gekomen. De waterstand daalde van 8,4 m naar 7,7 m NAP en de afvoer nam met ruim 25% af van ca 1.600 naar 1.180 m3/s. Erg laag voor de tijd van het jaar want de langjarig gemiddelde afvoer bedraagt met ca 2.200 m3/s bijna het dubbele en de waterstand die daarbij hoort is ca 9,5 m NAP.

De regenval van gisteren en vandaag in Midden en Zuid Duitsland zorgt in de loop van de komende week weer voor een lichte stijging, maar veel stelt het allemaal nog niet voor. Vanaf dinsdag arriveert het eerste water van de regenval van de regenval van de afgelopen dagen en dan gaat de stand langzaam omhoog. Op donderdag 8/5 wordt de 8 m overschreden en in het weekend wordt het hoogste niveau bereikt van ongeveer 8,3 m. De afvoer zal tegen die tijd tot rond de 1.500 m3/s zijn gestegen, net iets lager dan het golfje van vorige week.

Omdat er vanuit het zuiden van het stroomgebied aardig wat water onderweg is kom maar zo de daling na het komend weekend niet zo heel snel verlopen en Ik denk dat het tot in het midden van de week daarna, dat is rond 15 mei, zal duren voordat de 8 m weer wordt onderschreden. Mogelijk dat tegen die tijd r nieuwe neerslag zal zijn gevallen in Centraal-Europa onder invloed van het lagedrukgebied dat zich volgend weekend vormt; maar dit is nog allerminst zeker en voorlopig moeten we nog blijven rekenen op voor de tijd van het jaar lage tot zeer lage waterstanden in de Rijn.

Maasafvoer blijft voorlopig lager dan 100 m3/s.

De regenval van zaterdag bracht ook in een deel van het stroomgebied van de Maas ca. 20 mm regen. Dit leverde op zondag een beperkte extra hoeveelheid water op voor de Maas en de afvoer steeg niet meer dan enkele tientallen m3/s tot weer net iets boven de 100 m3/s. In de afgelopen week was de afvoer al tot iets onder de 100 m3/s gedaald bij Maastricht en dat is minder dan de helft van het langjarig gemiddelde.

De komende week of de Maas niet op extra neerslag te rekenen en de afvoer zal daarom langzaam blijven dalen naar ca. 80 m3/s aan het eind van de week. Dit zijn dag gemiddelde aanvoeren want gedurende de dag zijn er steeds grote schommelingen als gevolg van het stuwbeheer in Wallonië. Ook na het komend weekend blijft het waarschijnlijk droog in het stroomgebieden zal de afvoer nog wat verder gaan dalen.

Water inzicht

Rijnafvoer in april was de op 3 na laagste sinds 1900.

De gemiddelde afvoer van de Rijn over de maand april bedroeg slechts 1225 m3/s. Dat is maar de helft van het langjarig gemiddelde en de op 3 na laagste april afvoer sinds het begin van de metingen in 1901. De Maas afvoer bedroeg 135 m3/s en was met circa 45% van het langjarig gemiddelde relatief nog iets lager. In de meetreeks van de Maas, die begint in 1911, kwam dit jaar op de 10e plaats.

Ook in maart waren de afvoeren van Rijn en Maas al erg laag en de kans is groot dat ook in mei de afvoeren aan de lage kant blijven. In de tabel hierna zijn de april maanden op een rij gezet met een afvoer die 70% of minder van het langjarig gemiddelde bedroeg. Dit waren er tot dit jaar 25 en dit jaar staat op de vierde plaats. Alleen in 1976 en 1933 was de gemiddelde april afvoer nog lager met minder dan 50% en in 1921 zelfs maar 34% van het langjarig gemiddelde. Ook in het verleden kwamen lage aprilafvoeren dus al voor, maar recent zijn het er wel meer dan vroeger, want ook in 2011 en 2014 en iets lager in de meetreeks komen we ook nog 2017 en 2020 tegen met een lage april afvoer.

Scherm­afbeelding 2025-05-05 om 07.56.14.png

Tabel met in de eerste 3 koilommen de 25 jaren dat de aprilafvoer van de Rijn kleiner was dan 70% van het langjarig gemiddelde. Daarachter de afvoeren van de maanden mei t/m augustus voor diezelfde jaren. Voor de toelichting op de kleuren zie de tekst.
Tabel met in de eerste 3 koilommen de 25 jaren dat de aprilafvoer van de Rijn kleiner was dan 70% van het langjarig gemiddelde. Daarachter de afvoeren van de maanden mei t/m augustus voor diezelfde jaren. Voor de toelichting op de kleuren zie de tekst.

April heeft zich In de afgelopen decennia ontwikkeld tot de droogste maand van het jaar en dit zien we terug in de Rijnafvoeren die de laatste tijd vaak erg laag zijn. In de tabel heb ik ook de opvolgende maanden weergegeven waarbij in rood de jaren met een percentage lager dan 50%, oranje de jaren tussen 50 en 60% en in geel de jaren tussen 60 en 70%.

Als we de jaren in tabel naar rechts vervolgen dan zien we dat van de 3 jaren met een nog lagere afvoer dan dit jaar, zowel in 1921 als 1976 de afvoer tot en met augustus zeer laag bleef. In 1933 daarentegen klom de afnvoer al in mei naar een hoger niveau en was de zomerafvoer zelfs gemiddeld. Een lage afvoer in april hoeft dus niet te betekenen dat de afvoer de hele zomer laag blijft maar de kans hierop is wel vrij groot.

In veel jaren met een lage afvoer in april zien we dat ook in mei de afvoer nog laag is, maar vanaf juni en vooral juli krabbelen veel jaren toch wat op. Dit blijkt ook als we inzoomen op de 10 jaren met de laagste afvoer, waarvan ik onderaan de grafiek het gemiddelde heb weergegeven. We zien dat dat in mei nog maar weinig oploopt maar daarna iedere maand ongeveer 10% hoger wordt. Ook hieruit blijkt dat in veel jaren er later in de zomer vaak nog herstel van de afvoeren op kan treden. Maar dit is uiteraard geen zekerheid en misschien kiest 2025 wel voor een scenario zoals in 1976 en 1921 toen de afvoer niet ging stijgen. Er zijn ook jaren zoals 1949 en 2003, waarbij de afvoer eerst uit het dal klom, maar de droogte en de daarmee samenhangende lage afvoeren later toch weer terugkeerden.

In de eerste kolom heb ik de jaren van de huidige eeuw lichtblauw gekleurd. Dit zijn er maar liefst 9 en bij een gelijke verdeling (20% van 25) zou je verwachten dat het er maar 5 waren geweest. Lage afvoeren in april komen dus relatief veel voor de laatste tijd, wat veroorzaakt wordt door de vele droge aprilmaanden van de laatste tijd in het stroomgebied. In de volgende tabel is dit (in de tweede kolom) voor alle maanden van het jaar op een rij gezet. Behalve april zijn er ook in juni en vooral juli in de laatste 25 jaar relatief veel maanden geweest met een lage gemiddelde afvoer. De 3 kalendermaanden die het meeste afwijken heb ik een kleurtje gegeven.

Scherm­afbeelding 2025-05-05 om 07.55.57.png

Aantal keren sinds 2001 dat de afvoer tot de 20% laagste behoorde sinds 1901. In de 3e kolom is ook het jaar afgebeeld met de allerlaagste gemiddelde afvoer in die maand.
Aantal keren sinds 2001 dat de afvoer tot de 20% laagste behoorde sinds 1901. In de 3e kolom is ook het jaar afgebeeld met de allerlaagste gemiddelde afvoer in die maand.

Er zijn ook maanden die relatief weinig in de reeks voorkomen, dit zijn de wintermaanden die de laatste decennia natter zijn geworden en de kans op lage afvoeren steeds kleiner is geworden. Maar ook mei staat hiertussen, met slechts 3 jaren en dat is opvallend want de aansluitende maanden april en juni hebben de laatste 25 jaar juist vaak lage afvoeren gekend. Ik vermoed dat dit te maken heeft met het smeltseizoen van de sneeuw in de hogere delen van de Alpen, dat vroeger voor een groot deel in juni viel. Tegenwoordig is het smelten opgeschoven naar gemiddeld zo'n twee weken eerder dan in de vorige eeuw en smelt de meeste sneeuw nu al in mei. Daardoor voert de Rijn in mei tegenwoordig gemiddeld meer water af dan vroeger.

Dit gaat vooral ten kostte van de afvoer in juni waar de Rijn vroeger het meeste smeltwater in afvoerde en hier zien we daardoor een toename van het aantal maanden met een lage afvoer. Dat ook in juli de gemiddelde afvoer lager is geworden – en daarmee de kans op lage afvoeren groter – is omdat in die maand ook minder smeltwater beschikbaar is. In Zwitserland wordt veel smeltwater namelijk in de grote meren opgeslagen en daar profiteren ook de maanden van net na het smeltseizoen. Nu het smeltseizoen eerder valt, bereiken de meren ook eerder hun hoogste niveau en dat merken we in de maanden die profiteren van het leeglopen.

In feite komt het er op neer dat het smeltseizoen zover is opgeschoven dat mei voor de Rijnafvoer tegenwoordig de nieuwe juni-maand is. Ook juni is opgeschoven en kan gezien worden als de nieuwe juli-maand en juli zelf is de nieuwe augustus-maand geworden. In augustus was er in het verleden ook al weinig smeltwater en daar zien we dat de veranderingen minder groot zijn en ook in september en oktober is de frequentie van jaren met een erg lage afvoer de laatste decennia in vergelijking met de vorige eeuw niet toegenomen.

Dit heeft nog een ander opvallend gevolg en dat is dat de kans op extreem lage afvoeren in de Rijn daardoor niet is toegenomen en mogelijk in de toekomst ook niet zal toenemen. Zeer lage afvoeren, van 800 m³/s en minder, komen vanouds namelijk vooral voor in de najaarsmaanden en de laagste afvoeren ooit zijn ook in oktober en november gemeten. Maar omdat in deze maanden de kans op lage afvoeren niet groter is geworden, neemt de kans dat de afvoer vaker onder de 800 m³/s zal gaan zakken ook niet toe. Bij de laagste gemiddelde maanafvoeren (3e en 4e kolom in de grafiek) staat dan ook alleen augustus 2022 en zijn in de periode september t/m november recent geen records verbroken.

Samengevat zien we in april een grotere kans op lage afvoeren wat veroorzaakt wordt doordat deze maand de laatste decennia steeds droger is geworden. In mei is de gemiddelde afvoer niet afgenomen omdat deze maand tegenwoordig meer smeltwater uit de Alpen te verwerken krijgt; water dat de maanden juni en juli nu moeten ontberen zodat in die maanden de kans op lage afvoeren is toegenomen. In deze maanden zijn lage afvoeren gewoonlijk echter nog geen extreem lage afvoeren, want die komen pas later in het seizoen voor. Omdat later in het seizoen de kans op lage afvoeren niet groter is geworden in de laatste decennia is daardoor ook de kans op zeer lage afvoeren niet groter geworden dan in de vorige eeuw.