zaterdag 22 juli 2017
Lastige voorspelling voor de komende dagen
Het warme weer van de afgelopen week wordt vandaag verdreven door een lage drukgebied dat over Engelaand naar het oosten trekt. Morgen en maandag ligt het precies boven Nederland. Omdat het maar heel langzaam beweegt, zou er lokaal erg veel regen kunnen vallen. Voorlopig wordt de meeste neerslag boven Nederland verwacht, maar zoals wel vaker met neerslagvoorspellingen kan het ook wat verder naar het oosten of zuiden opschuiven. De weermodellen laten iedere run ook weer een ander beeld zien.
Sowieso gaat er ook in de landen om ons heen neerslag vallen op maandag t/m woensdag. Er lijkt voldoende te gaan vallen om de rivieren (wat) te laten stijgen. Ook op langere termijn blijft het wisselvallig is de kans op langdurig droog weer klein.
Het begint er steeds meer op te lijken dat de zomer uit een ander vaatje tapt dan het voorjaar. Terwijl het neerslagtekort medio juni zo ver was opgelopen dat dit jaar op dat moment tot de 5% doogste jaren behoorde, ziet het beeld er nu toch heel anders uit en bevinden we ons inmiddels in de middenmoot. Dat is dan wel voor het midden en noorden van het land en voor Brabant, want in de kusstrook en in Limburg is het nog wel relatief droog. Verder naar het zuiden is het ook in Belgie nog steeds aan de droge kant en daarom blijft de Maasafvoer tot nu toe erg laag. Maar als het goed is komt daar nu verandering in.
Rijn schommelt eerste dagen rond 8 m+NAP; daarna waarschijnlijk hoger
De afgelopen week daalde de waterstand bij Lobith tot onder de 8 m +NAP en de afvoer daalde van 1400 naar 1200 m3/s. aan die daling komt nu een eind want vanuit Duitsland is al wat extra water onderweg. De buien van de afgelopen dagen hebben in Midden en Noord Duitsland al veel regen gebracht en dat zorgt er nu voor dat de Rijn licht stijgt en ongeveer op 8 m uit komt de komende 3 tot 4 dagen.
Als de neerslag de komende 3 dagen inderdaad zo intensief wordt, dan zou de stand later in de week verder kunnen gaan stijgen, misschien wel naar 9 meter of meer. Het blijft voorlopig afwachten of dat ook gebeurt, de regen moet eerst nog vallen.
Maasafvoer nu nog laag; vanaf dinsdag mogelijk hoger
De maasafvoer bleef ook deze week erg laag en schommelde tussen de 10 en 20 m3/s. Afgaande op de laatste verwachtingen zou daar snel verandering in moeten komen. De regengebieden die voor zondag t/m dinsdag verwacht worden leveren voldoende op voor een stijging. Hoeveel dat gaat worden is nu nog niet te zeggen en vanwege de lange droogte in het stroomgebied moet er erg veel vallen wil de Maasafvoer echt reageren. Ook hier blijft het dus nog even afwachten.
Zoutmeetstations operationeel in het Haringvliet
In 2018 gaat de Haringvlietdam op een kier. Deze dam ligt in de monding van het Haringvliet en vormt nu een harde grens tussen het zoete rivierwater binnengaats en het zoute Noordzeewater buitengaats. Alleen als er voldoende rivierafvoer is wordt er nu rivierwater via de sluizen in de dam naar zee gespuid. Naarmate de rivierafvoer toeneemt gaan de sluizen bij eb op zee dan steeds verder open. Bij vloed zijn ze altijd dicht, om te voorkomen dat er zoutwater binnendringt.
Dat laatste gaat dus binnenkort veranderen. De dam gaat dan ook bij vloed op de Noordzee en beetje open, zodat zout water het Haringvliet binnen kan stromen. De opening is niet groot (vandaar de naam) en als het dan 6 uur later weer eb wordt op zee is de verwachting dat het meeste zoute water weer terug stroomt. Tegelijkertijd stroomt er dan ook rivierwater mee naar zee zodat het Haringvliet in enkele uren weer grotendeels zoet spoelt.
Het is vooraf niet precies te berekenen hoe ver het zout tijdens vloed naar binnen dringt en of het zout tijdens eb wel weer grotendeels naar buiten stroomt. De afspraak is dat de grens tussen zout en zoet niet verder opschuift dan de monding van het Spui, anders komen innamepunten van oetwater voor de landbouw in de pronlemen. De ca 15 km lange zone tussen het Spui en de dam zal straks dus een overgangsgebied worden tussen de zee en de rivier. Dit is belangrijk voor vissen die tussen de rivier en de zee heen en weer zwemmen en het brakke water nodig hebben om te acclimatiseren.
Om de beweging van het zout goed te kunnen monitoren zijn een aantal meetschepen in het Haringvliet gestationeerd die permanent het zoutgehalte meten. Zo ontstaat meer inzicht in de dynamiek van zoet en zout in de monding en kan het zogenaamde Kierprotocol, waarin de openingstijden en grootte van de Kier zijn vastgelegd, nauwkeurig worden vastgelegd. Lerend implementeren wordt deze werkwijze genoemd. Het duurt nog een jaar voor de Kier open gaat, maar de meetschepen zijn dus nu al operationeel. Iedereen kan de ontwikkelingen bijhouden op de site van RWS. De koemnde tijd zal het outgehalte steeds schommelen tussen de 70 en 120 milligram per liter. Dat is de achtergrondwaarde van het Rijnwater. Volgend jaar gaat die waarde dus veranderen, het meest in het westen en niet of nauwelijks in het oosten. Meer informatie is te vinden in het volgende bulletin van RWS.