zondag 1 juli 2018
Nog een droge week, waterstanden dalen verder
De hele afgelopen week is er, op enkele druppels na in Zuid Duitsland, nergens regen gevallen in de stroomgebieden van Rijn en Maas. En ook deze week houdt het droge weer aan. Dat is zeker in Nederland het geval en ook het stroomgebied van de Maas blijft waarschijnlijk de hele week verstoken van neerslag. In Midden Europa echter kunnen vanaf woensdag wel een paar buien tot ontwikkleing komen en die zorgen dan voor wat extra wateraanvoer naar de Rijn.
Al sinds februari zorgen grote hoge drukgebieden boven Noord Europa voor droog weer in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Na de zeer natte maand januari waren de stroomgebieden gelukkig goed gevuld en de rivierafvoeren bleven lang net iets on de de normale afvoeren schommelen, maar inmiddels komt de bodem van de watervoorraden toch wel in zicht.
Ook de afgelopen week lag een groot hoge drukgebied ten noorden van ons, met de kern nabij Schotland. De komende dagen neemt het iets in kracht af en dat biedt lage drukgebieden de kans om vanuit het zuiden naar Midden Europa te trekken. Dat levert daar dan van woensdag t/m vrijdag zeer waarschijnlijk wat buien op. Deze buien zullen, zoals het er nu naar uitziet, niet noordelijker komen dan de lijn Parijs-Frankfurt. Vanaf donderdag herwint het hoge drukgebied weer in kracht en volgend weekend is het weer net zo sterk als nu. De buiigheid neem tdan weer af en de kans dat de regen Nederland bereikt is daarom erg klein.
Rijn daalt deze week naar ca 1100 m3/s
De waterstand bij Lobith is deze week ruim 50 cm gezakt en zal vandaag voor het eerst dit jaar onder de 8 m dalen. De komende week zal de daling iets langzamer verlopen, naar ca 7,6 tot 7,7 m +NAP bij Lobith in het volgend weekend. De afvoer bedraagt op dit moment ca 1350 m3/s en zal de komende week dalen naar ca 1100 m3/s.
Op dit moment zijn er nog zo'n 10 jaren sinds 1900 die rond deze tijd van het jaar een lagere afvoer hadden dan dit jaar. De meest extreme is het jaar 1976, toen de Rijnafvoer zich begin juli rond 775 m3/s bevond. Die zomer zou het droog blijven en de afvoer bleef nog maandenlang laag. Andere jaren met een zeer lage afvoer waren: 1921, 1934, 1947, 1949, 1964, 2003, 2014 en 2017.
Lage afvoeren zijn dus van alle tijden, maar sinds het jaar 2000 zijn er al wel 3 jaren met een lage afvoer geweest. In 2014 en 2017 sloeg het weer later in juli echter om en steeg ook de afvoer weer. In 2003 gebeurde dat niet en daalde de afvoer uiteindelijk tot iets onder de 800 m3/s in september. Dit is de laatste keer dat de afvoer tot onder de 800 is gezakt.
Of dat dit jaar ook gebeurt, hangt af van de hoeveelheid neerslag die de komende weken gaat vallen. Tot half juni leverde de smeltende sneeuw vanuit de Alpen nog een flinke bijdrage, maar het meeste is daar inmiddels van weggesmolten en nu resteert alleen nog de voorraad smeltwater die tijdelijk in de grote meren in Zwitserland is opgeslagen. Omdat het in Zwitserland nu ook erg droog is, daalt dat waterniveau echter vrij rap. Sinds de sneeuw gesmolten is, zijn de gletsjers water gaan leveren, maar dat is altijd maar een beperkte hoeveelheid; ca 200 m3/s.
Komende week wordt er wel neerslag verwacht in Zwitserland en Zuid Duitsland. Vanaf woensdag worden flinke buien verwacht en daarbij kan voldoende water vallen om de Rijn weer wat extra water te leveren. Dat water is dan op zijn vroegt in het begin van de week daarna in Nederland. tegen di tijd is de afvoer bij Lobith dan al naar ca 1100 m3/s gezakt.
Op langere termijn lijkt het droge weer terug te keren in Midden Europa, dus is de kans groot dat de afvoer later juli weer gaat dalen en aan de lage kant zal blijven.
Maasafvoer rond de 50 m3/s; langzaam dalend
De Maasafvoer bleef bij Borgharen de hele week nog net boven de 50 m3/s. Dit zijn dan daggemiddelden, want als gevolg van het stuwbeheer schommelt de afvoer in werkelijkheid tussen de 10 en 150 m3/s. In het stroomgebied van de Maas wordt geen neerslag verwacht en de afvoer zal daarom langzaam nog wat verder dalen.
Een afvoer van ca 50 m3/s is bij de Maas in deze tijd van het jaar niet zo bijzonder. De Maas zakt iedere zomer altijd wel enige tijd naar deze of een lagere afvoer en er zijn wel 35 jaren sinds 1911 met een vergelijkbare of nog lagere afvoer in deze tijd van het jaar. Pas als de afvoer naar 10 tot 20 m3/s wordt het echt extreem.
Stroomafwaarts van Borgharen ontvangt de Maas ook altijd nog water uit de vele tientallen beken die in Limburg vanaf de hoge gronden naar de Maas stromen. De meeste leveren maar heel kleine hoeveelheden, in de orde van enkele tot tientallen liters per seconde. Omdat het nu al lang droog is, zijn er ook beken die vanaf nu gaan droogvallen. Andere beken, zoals de Jeker, Geul, Geleenbeek, Leubeek, Swalm, Groote Molenbeek en Niers leveren wel 1 of meer m3 per seconde. Verreweg de grootste is de Roer, die vanuit de Eifel naar Limburg stroomt en nu nog ca 10 m3/s aanvoert. Deze afvoer is oa zo hoog omdat er in de Roer een aantal grote stuwmeren liggen, waar als er veel neerslag valt, water wordt opgeslagen. dat water wordt nu geleidelijk weer afgevoerd.
Onderweg naar het noorden verliest de Maas ook water. Via een stelsel van kanalen wordt Maaswater vanuit de omgeving van Maasbracht naar de Peel gevoerd op de grens van Limburg en Brabant, waar het dan via het Peelkanaal naar het noorden stroomt. Via veel kleine waterlopen wordt het vanaf daar naar oost en west weer verder gevoerd naar vooral de landbouwgebieden die daar liggen. Het gaat om niet meer dan 2 tot 3 m3/s, maar daarmee is het mogelijk een groot gebied van water te voorzien. Water dat uiteindelijk niet wordt gebruikt, stroomt ter hoogte van Vierlingsbeek weer terug in de Maas. Het is dus feitelijk een irrigatiesysteem, dat handig gebruik maakt van het hoogteverschil op de flanken van het Maasdal; net zoals de Egyptenaren dat ooit langs de Nijl aanlegden.
Droogte in Nederland
De laatste dagen besteden de media veel aandacht aan de droogte die nu optreedt. We beleven nu een droogte die gemiddeld genomen zo eens in de 20 jaar voor komt. Het is normaal dat er in Nederland in de zomer meer water verdampt dan dat er valt, dat noemen we het neerslagtekort. Het KNMI houdt dit tekort van dag tot dag bij en geeft dit weer in een grafiek. Gewoonlijk zou het tekort op 1 juli ca 8 cm zijn, maar nu is dat al 16 cm. Dat is dan gemiddeld over het land, want in Midden Nederland en de Achterhoek (zie kaart) is het tekort nu al tot tussen de 18 en 21 cm opgelopen.
Gelukkig is Nederland een land waar bijna overal, altijd wel water voorradig is om in de behoeften te voorzien. Niet dat je daarom al te kwistig moet zijn met water, want met name het hele netwerk waarmee het water wordt verdeeld, is niet gemakt voor een al te grote vraag en er zijn ook plekken waar wel een tekort op kan treden na langdurige droogte.
Als je ons land vergelijkt met andere landen in Europa, dan hebben wij hier echter te maken met een bijzondere situatie die vrijwel nergens anders voorkomt. We leven namelijk in de delta van een van de grootste rivieren van Europa, die het hele jaar door veel meer water aanvoert dan we ooit nodig zullen hebben. Daarbij ligt bijna half Nederland onder de zeespiegel en dat maakt het ook nog mogelijk om het rivierwater via kanalen, boezems en sloten door een groot deel van het land te transporteren. Zo lukt het om het Rivierwater over een oppervlakte van ca 25.000 km2 te verdelen. In de kaart hieronder is het gebied ingekleurd waar het rivierwater heen gevoerd wordt. Ter vergelijking, in heel Duitsland, Frankrijk en Zwitserland wordt slechts een oppervlakte van 1200 km2 met Rijnwater geirrigeerd.
Als je de totale waterbehoefte van Nederland vanuit het oppervlaktewater optelt (gedurende een droge periode in de zomer), dan komt die uit op ca 150 - 200 m3/s. Dat is niet allemaal water dat nodig is voor drinkwater en de landbouw, dat is slechts ongeveer een kwart van deze hoeveelheid. Verreweg het grootste deel is nodig om zout water af te voeren (vanuit diepe polders in het westen van Nederland), zodat het water in de boezem zoet blijft, of om zout weg te spoelen dat via zeesluizen de kanalen in probeert te dringen en zo in het binnenland kan terecht komen (bv bij IJmuiden, Den Helder, Harlingen, Delfzijl etc).
Naast het feit dat we het water overal heen kunnen voeren, zijn er in Nederland onder de zeespiegel ook nog grote en kleine meren (oa IJsselmeer, Volkerak e.d.) waar heel veel water in opgeslagen ligt. Pas als de Rijnafvoer onder de 800 m3/s zakt, is dat niet meer voldoende om deze wateren op peil te houden en zakt het waterniveau er langzaam weg.
Het deel van Nederland dat boven de zeespiegel ligt, heeft het wat de aanvoermogelijkheden van water betreft minder getroffen. Water tegen een hoogte opvoeren kost erg veel energie en er zijn maar enkele plaatsen waar dat op bescheiden schaal gebeurt. Daarom is een groot deel van ons land (ca 40% van het areaal) niet bereikbaar voor het rivierwater. Toch is er daar ook nog wel een uitweg, want omdat de bodem in dit deel van Nederland uit zand bestaat is er altijd grondwater voorradig. Je ziet deze dagen dan ook heel wat beregeningsinstallaties de akkers bevloeien in Hoog Nederland. Op een bepaald moment kan de droogte echter zo groot worden dat het grondwaterpeil te ver zakt, en dan kan het gebeuren dat waterschappen een beregenings-stop instellen. Nu de droogte nog zeker 1 tot 2 weken aan lijkt te houden in Nederland komt dat moment in die hogere delen van het land wel steeds dichterbij.