U bent hier

Waterstanden blijven licht verhoogd

April is in Nederland en ook in de stroomgebieden een natte maand geworden en dat vertaalde zich in relatief hoge waterstanden in Rijn en Maas. De komende week wordt ook zo nu en dan regen verwacht, wat voldoende water oplevert om de rivieren op peil te houden. Ook op langere termijn wordt geen langere droge periode verwacht. In de waterbericht leest u de details.

In Water Inzicht een terugblik op de maand april, die wat de neerslag en de rivierafvoeren betreft anders uitpakte dan in veel voorgaande jaren.

Bij het verzenden van de mail is vorige week iets mis gegaan, waardoor een aantal mensen geen bericht in hun mailbox hebben ontvangen. Als het goed is, is dat deze week weer verholpen.

water van de week

Meeste regen viel en valt in Centraal Europa

De afgelopen week passeerden enkele regengebieden over de stroomgebieden en overal viel wel een paar centimeter regen. Ten zuiden van Nederland waren de hoeveelheden groter, met in de Ardennen zo'n 3 cm, in het Zwarte Woude en de Vogezen ca 5 cm en in de Alpen tot 10 cm neerslag. Vooral het oosten van Zwitserland en het westen van Oostenrijk waren erg nat met lokaal 13 cm regen in een week tijd. 

Dit is goed nieuws voor de Bodensee die zijn water uit dit gebied ontvangt. Het peil stijgt er de komende dagen zo'n 35 cm en is nu ook ruim boven het langjarig gemiddelde uitgekomen voor deze tijd van het jaar. De afgelopen week viel er boven de 2000 m ook nog nieuwe sneeuw en als deze sneeuw later in mei en juni gaat smelten is de kans groot dat de Bodensee dit jaar ongeveer het normale zomerpeil zal gaan bereiken.  Ook de andere meren (waar ik vorige week over schreef) zijn de afgelopen week verder gestegen.

In de Alpen wordt de komende dagen nog meer regen verwacht, maar de grootste hoeveelheden vallen nu vooral aan de zuidkant van het gebergte. De afgelopen tijd waren in het nieuws beelden te zien van bijna drooggevallen rivieren in Noord Italië. Dat beeld gaat de komende dagen zeer waarschijnlijk veranderen, want de rivier de Po, die aan de zuidkant van de Alpen  ontspringt, mag op flink wat extra water rekenen. Het is wel de vraag of het voldoende zal zijn om de grote tekorten aan te vullen, want het was er al maandenlang er droog en één natte week is dan meestal niet voldoende. 

Het stroomgebied van de Rijn ontvangt de komende dagen ook wat water vanuit regenbuien die de Alpen vanuit het zuiden weten over te steken en boven de 2000 m valt opnieuw wat sneeuw. Verder naar het noorden blijft het de komende dagen droog op een paar lokale buien na. Vanuit het westen passeert aan de noordkant van de Alpen een rug van hogedruk en die zorgt de eerste dagen voor droog weer.

Vanaf vrijdag 5 mei is het hogedrukgebied zover naar het noordoosten opgeschoven dat lagedrukgebieden vanaf de Oceaan het weer in de stroomgebieden weer zullen gaan bepalen. Op vrijdag en zaterdag valt de meeste neerslag in het noorden van de stroomgebieden, vanaf zondag 7 mei schuift de zone met de meeste regen op naar het zuiden en krijgen de Alpen en Zuid Duitsland mogelijk opnieuw met veel regen te maken. 

Deze laatste verwachting is nog vrij ver vooruit en zal zeker nog veranderen. Maar al wel duidelijk is dat neerslaggebieden ook in de eerste helft van mei de stroomgebieden zullen weten te bereiken en van een langere droge periode is voorlopig nog geen sprake.

Veel water onderweg uit Zuid Duitsland en Rijn stijgt naar ca 9,75 m

De waterstand bij Lobith daalde de afgelopen week heel langzaam van 9,5 naar 9,2 m (+NAP); de afvoer daalde van 2500 naar 2150 m3/s . Dat is ongeveer het langjarig gemiddelde dat eind april iets meer dan 2200 m3/s bedraagt.

Vooral in Zuid Duitsland en de Alpen viel de afgelopen 3 dagen veel regen en dat water leverde in de Boven-Rijn een klein golfje op dat de komende 4 dagen richting ons land stroomt. Tot 3 mei stijgt het peil al iets vanwege water van eerdere neerslag, tot ca 9,3 m (NAP). Vanaf 3 mei arriveert het golfje en volgt een stijging van ca 50 cm tot ongeveer 9,75 m op 5 mei. De afvoer bedraagt dan iets meer dan 2.500  m3/s.

De dagen daarna gaat de waterstand weer iets omlaag, maar veel zal het niet zijn omdat vanaf 5 mei ook wat noordelijker in het stroomgebied weer regen wordt verwacht. Ik verwacht dan een waterstand van ca 9,5 m tot 10 mei. Op 7 en 8 mei wordt (volgens de huidige verwachting) opnieuw veel neerslag verwacht in de Alpen en Zuid Duitsland, wat een een nieuw golfje op kan leveren in de Boven-Rijn. Dit zal dan een dag of 5 later, rond 12 mei, bij Lobith aankomen, zodat het peil dan opnieuw kan stijgen.

Hoe veel die stijging bedraagt is nu nog niet te zeggen. Een lange droge periode en dalende waterstanden zijn echter niet waarschijnlijk en het ziet er daarom naar uit dat ook in mei de waterstanden voorlopig niet tot ver onder het langjarig gemiddelde zullen dalen. Eerder stijgen ze er later nog wat bovenuit.

Maasafvoer bleef tot nu toe relatief hoog, maar gaat wel dalen

Gewoonlijk daalt de afvoer van de Maas in april vrij snel en de gemiddelde maandafvoer is dan ook ca 100 m3/s lager dan die van maart. Dit jaar pakte het anders uit en was er in het begin van de mand zelfs een kleine hoogwatergolf. Daarna is de afvoer wel gedaald, maar omdat het vrij nat bleef in het stroomgebied bleef de afvoer de hele tijd boven het langjarig gemiddelde.

Op dit moment is dat niet zo heel veel meer en de afvoer bij Maastricht bedraagt nu nog ca 250 m3/s, wat nog maar ca 10% boven het langjarig gemiddelde is. In vergelijking met de voorgaande jaren is dat echter wel bijzonder, want in een droge aprilmaand, wat de laatste jaren vaak is gebeurd,  kan de afvoer ook al dalen naar 100 m3/s of nog minder.

Later vandaag kunnen wat buien vallen in de Ardennen, maar dat zal niet veel invloed hebben op de afvoer. Vanaf maandag t/m donderdag blijft het dan droog in het stroomgebied en de afvoer bij Maastricht zal dan wat gaan dalen naar ca 200 m3/s aan het eind van de week. 

Vanaf vrijdag breken dan weer wat nattere dagen aan, maar de regenhoeveelheden lijken voorlopig niet zo heel groot te worden. De Maasafvoer zal er daarom niet door stijgen, hoogsten stabiliseren rond de 200 m3/s. Pas na het weekend volgen mogelijk een paar natte dagen met meer dan 10 mm regen op een dag. Als dat uitkomt, kan de afvoer in die week weer wat stijgen. Op deze termijn is dit nog niet zeker, maar net als bij de Rijn is het al wel duidelijk dat er voorlopig geen langere droge periode aanbreekt met sterk dalende waterstanden.

water inzicht

April was een natte maand met relatief hoge rivier afvoeren

April is de gemiddeld genomen de droogste maand van het jaar en vooral de laatste 20 jaar was april vaak (extreem) droog waardoor de langjarig gemiddelde ook steeds verder daalde. Dit jaar pakte het anders uit en op veel plaatsen viel 80 tot 90 mm, wat ongeveer het dubbele is van een normale aprilmaand. Op de Veluwe viel zelfs lokaal 115 mm. Alleen in het noorden en het midden van Limburg was met met 60 tot 70 mm wat minder nat.

De maand verliep ook vrij koel en daarom was de verdamping deze maand ook nog kleiner dan gewoonlijk en anders dan in andere aprilmaanden was er deze maand daarom nog geen sprake van een neerslagtekort. In De Bilt bijvoorbeeld viel ca 83 mm regen en bedroeg de verdamping ca 58 mm. April droeg daarom ook nog met ca 25 mm bij aan het neerslagoverschot. 

Gewoonlijk bouwt het overschot zich op in de winter en is maart de laatste maand die daar aan bijdraagt, waarna vanaf april t/m augustus er sprake is van een neerslagtekort. Dit jaar verloopt het dus anders en het overschot dat deze winter is opgebouwd is dan ook erg hoog opgelopen.  

In de tabel hieronder heb ik voor 4 KNMI-stations verspreid over het land het neerslagoverschot berekend over de periode september 2022 t/m april 2023. Dit zijn de 8 maanden dat er dit winterhalfjaar meer neerslag is gevallen dan er is verdampt en er dus aan het overschot wordt gebouwd. Zo bouwde er in de De Bilt in deze periode een overschot op van 500 mm. (Er viel 733 mm regen en er was 233 mm verdamping). 

Scherm­afbeelding 2023-04-30 om 13.08.09.png

Neerslag, verdamping en overschot van 4 KNMI-stations sinds september 2022; vergeleken met het 30 jarig klimaatgemiddelde over de jaren 1991-2020. In de laatste kolom is de situatie van vorig jaar op 30/4 weergegeven.
Neerslag, verdamping en overschot van 4 KNMI-stations sinds september 2022; vergeleken met het 30 jarig klimaatgemiddelde over de jaren 1991-2020. In de laatste kolom is de situatie van vorig jaar op 30/4 weergegeven.

Dat is een hoge waarde, want het langjarig gemiddelde over deze periode bedraagt 379 mm, waarmee er dit jaar dus een ca 30% groter overschot is opgebouwd. In het zuiden van het land (Eindhoven) is de situatie nog wat uitzonderlijker. Net als in andere jaren was het overschot er kleiner dan in De Bilt, maar in vergelijking met het langjarig gemiddelde was het nu bijna 50% groter. Na veel zomers met sterk dalende grondwaterstanden zal dit enige verlichting brengen.

In het oosten van het land (Twente) viel van september t/m april relatief minder neerslag en het overschot was er daarom niet zo heel groot. In vergelijking met het langjarig gemiddelde was het ook slechts 10% groter. Dit verschil is wel vooral aan april te danken, want eind maart was het overschot zelfs nog wat kleiner dan het langjarig gemiddelde. De natte aprilmaand komt voor deze regio dus goed uit. Maar omdat de grondwaterstanden er de afgelopen zomers erg ver waren gedaald is het de vraag of het voldoende zal zijn.

Op de Veluwe (Deelen) tenslotte is het neerslagoverschot gewoonlijk het grootste van het land en dat was nu wederom het geval. Gedurende de 8 maanden sinds september viel er 575 mm meer neerslag dan er verdampte, 162 mm (40%) meer dan in een gemiddeld jaar. Het grondwater onder de Veluwe werd dit winterhalfjaar dus weer eens flink aangevuld en dat blijkt ook wel uit de vele beekjes die er nadat ze vorige zomer waren drooggevallen, nu weer stromen. 

In de laatste 2 kolommen is ook de situatie van 2022 weergegeven. Dat winterhalfjaar verliep vooral in het zuiden en oosten relatief droog en het overschot dit jaar is in het zuiden maar liefst 271 mm groter dan vorig jaar. De start van het droge seizoen is dus heel anders dan vorig jaar. In Twente is de situatie ook wat beter, dan vorig jaar.

Ook in het stroomgebied was het aan de natte kant en in grote delen van Duitsland viel zo'n 25 tot 50% meer neerslag dan gewoonlijk in april. De rivieren voerden daarom meer water af dan in een gemiddelde aprilmaand. 

In het begin van de maand lag de zone waar relatief de meeste regen viel nog vrij noordelijk en profiteerden vooral de Maas en bij de Rijn de zijrivieren die vanaf Mainz in de Rijn uitmonden. In de tweede helft van de maand ontvingen ook Zuid Duitsland en de Alpen relatief veel regen, waardoor de Boven-Rijn kon stijgen tot boven het langjarig gemiddelde.

In de tabel hieronder is de afvoer van de Rijn bij Lobith en de Maas bij Monsin (net stroomopwaarts van Maastricht) voor deze aprilmaand weergegeven. De Rijnafvoer bedroeg 2730 m3/s en was met 300 m3/s extra 10% hoger dan het langjarig gemiddelde. Bij de Maas was het verschil relatief nog wat groter, wat deze rivier vooral te danken had aan de voor april erg hoge standen in de eerst week van de maand. 

Scherm­afbeelding 2023-04-30 om 13.26.56.png

Afvoergegevens van de Rijn en de Maas in april in vergelijking met het langjarig gemiddelde, het gemiddelde over de afgelopen 20 jaar en met vorig jaar.
Afvoergegevens van de Rijn en de Maas in april in vergelijking met het langjarig gemiddelde, het gemiddelde over de afgelopen 20 jaar en met vorig jaar.

De laatste jaren was april vaak een droge maand en als we naar de april-afvoeren kijken van de laatste 20 jaar dan zien we dat ook terug. Gemiddeld bedroeg de Rijnafvoer in deze periode slechts 2085 m3/s, ca 15% minder dan het gemiddelde over de meetperiode vanaf 1901. Bij de Maas was de situatie de afgelopen 20 jaar nog wat uitzonderlijker met ca 25% minder afvoer dan over de hele meetperiode (die in 1911 begint). Beide rivieren komen daar dus ruim bovenuit en zullen het langjarig gemiddelde weer wat optillen.

In de laatste 2 kolommen tenslotte de vergelijking met het vorig jaar. Zowel de afvoer Rijn als Maas was toen nog wat lager als het gemiddelde over de afgelopen 20 jaar en het verschil is daarom nog wat groter. Het is op dit moment nog niet te zeggen hoe de zomer gaat verlopen en of er weer een lange droge periode aanbreekt, maar al wel duidelijk is dat de uitgangssituatie zowel voor het grondwater als voor de rivier afvoeren een flink stuk beter is dan in de vorige jaren.