U bent hier

Regenachtig weer houdt aan, waterstanden licht verhoogd

Het wisselvallige weer met buien en soms een regengebied dat overtrekt houdt voorlopig aan. Later in de week breidt wel een hogedrukgebied zijn invloed uit en neemt de kans op buien af, maar op wat langere termijn lijkt het opnieuw natter te gaan worden. De waterstanden in de rivieren blijven daardoor op peil: de Rijn iets boven het langjarig gemiddelde, de Maas soms er net iets onder, dan weer erboven.

In de rubriek Water Inzicht een overzicht van de trends in de hoogwaterafvoeren van de Rijn. Tegen de verwachting in nemen die al jaren af en dit jaar past in die trend.

water van de week

Onstabiel weer met flink wat buien, later tijdelijk afnemend

Hogedrukgebieden hebben dit voorjaar tot nu toe weinig invloed op het weer. Vaak liggen ze niet zo ver weg, nu ligt er bijvoorbeeld een kern boven de Oostzee, maar toch weten neerslagzones de stroomgebieden te bereiken. Deze neerslag hangt samen met kleine lagedrukgebieden die boven Noordwest-Europa liggen en maar langzaam opschuiven. 

Vandaag, zondag, komt de buiigheid in de loop van de dag op gang en in vrijwel overal in de stroomgebieden van Rijn en Maas kunnen buien vallen.  Omdat de buien langzaam doortrekken, kan er lokaal veel regen vallen, maar een paar kilometer verderop kan het dan droog blijven en valt de hele dag niets. Lokaal kunnen deze buien dan zelfs voor wateroverlast zorgen, maar de rivieren merken er meestal niet zoveel van.

Maandag verschuift het gebied met de grootste kans op buien wat verder naar het oosten en vallen vooral in Zuid Duitsland en Zwitserland buien. De hoeveelheden lijken daar wel groot genoeg om wat extra water op te leveren voor de Rijn. Dinsdag komt de atmosfeer wat meer in beweging en trekt een actieve regenzone van west naar oost over de stroomgebieden. Er wordt 1,5 tot 2 cm regen verwacht, in de Middelgebergten nog iets meer. Dit levert voldoende water op om zowel de Maas als de Rijn wat te laten stijgen.

Na de passage van de regenzone neemt de invloed van hoge druk wat toe en komen de stroomgebieden in een zwakke zuidwestelijke luchtstroming te liggen. Er blijft nog steeds kans op buien. Deze trekken wel sneller door dan de buien op zondag en de kans op grote hoeveelheden water op een plek is dan klein. Alles bij elkaar valt er voldoende regen om de rivieren op huidige, licht verhoogde niveau te houden.

De verwachting is dat het hogedrukgebied maar kort invloed houdt op het weer in onze omgeving en dat vanaf zondag 14/5 de neerslagkansen weer toe gaan nemen. Er ontwikkelen zich dan opnieuw lagedrukgebieden die boven de stroomgebieden de buiigheid zullen laten toenemen. Een langere droge periode lijkt er dit voorjaar voorlopig niet in te zitten.

In de Alpen valt de komende week ook weer flink wat neerslag en samen met het smeltwater van de sneeuw, die er boven de 2000 m nog volop ligt, levert dat ook weer extra water op waar de Zwitserse meren mee gevuld gaan worden. Het niveau van de Bodensee is inmiddels 40 cm hoger dan gemiddeld in deze tijd van het jaar en met de regen die de komende nog verwacht wordt ziet het er naar uit dat later deze maand het gemiddeld hoogste peil al wordt bereikt, terwijl dat normaal pas begin juni gebeurt. 

Na de droge februari en het grote tekort aan sneeuw in die tijd, hadden we niet kunnen vermoeden dat het langjarig gemiddelde niveau nog bereikt zou worden in het voorjaar. ook in het noorden van Italië lijkt het, op de valreep nog goed te komen, want nadat daar vorige week al veel regen was gevallen, ziet het er naar uit dat het ook de komende 10 dagen erg nat gaat worden. Voor de Po, die meer nog dan de Rijn in de zomer afhankelijk is van het water dat in de winter in de grote meren (bv het Gardameer en Lago Maggiore) is gebufferd, is dat goed nieuws. Alhoewel er in de Povlakte meteen ook zoveel water kan vallen dat er wateroverlast ontstaat.

Rijn op licht verhoogd niveau voor tijd van het jaar

De waterstand bij Lobith bedraagt nu 9,5 m en de Rijnafvoer ongeveer 2.400 m3/s, wat iets boven het langjarig gemiddelde is. De afgelopen week was het niveau nog wat hoger toen een klein golfje passeerde (2.500 m3/s), ontstaan door veel neerslag een dag of 5 eerder in Zuid Duitsland. Sindsdien is er nog wel wat regen gevallen in het stroomgebied, maar onvoldoende om het licht verhoogde niveau te handhaven en daarom daalt de Rijnafvoer de komende dagen naar ca 2.200 m3/s, bij een waterstand van ca 9,25 m (NAP).

Het ziet er naar uit dat dat voor korte tijd is, want vandaag en vooral dinsdag kan er flink wat regen vallen in het stroomgebied wat  opnieuw een klein golfje op gaat leveren. Vanaf de 11e mei gaat de stand daarom weer langzaam stijgen, naar ongeveer 9,75 m (NAP) op 16 mei, bij een afvoer van iets meer dan 2.500 m3/s.

Wat er de dagen daarna gebeurt hangt af van het weer vanaf het komend weekend. De kans is groot dat het dan opnieuw nat wordt in het stroomgebied, waardoor de Rijn na een par dagen nog wat verder kan stijgen. Rond 20/5 is dan een stand mogelijk van ca 10 m bij een afvoer van 2.700 m3/s. Maar mocht het hogedrukgebied meer invloed houden, waar het nu overigens niet naar uitziet, dan zal het peil vanaf 16 mei langzaam dalen.

Een langdurige daling naar lage standen zit er voorlopig niet in, zeker nu ook de Zwitserse meren naar een relatief hoog peil stijgen. Daar wordt nu het water opgeslagen waar de komende 2 tot 3 maanden de Rijn wat extra van gaat profiteren.

Maas stijgt wat in het midden van de week, daarna weer dalend tot rond 200 m3/s

Het stroomgebied van de Maas profiteerde wat minder van de regenval in Midden Europa van de afgelopen week en is sinds eind april langzaam gedaald naar ca 175 m3/s. Dat is iets onder het langjarig gemiddelde, maar wel hoger dan de afvoer in de afgelopen 5 jaar meestal was. 

Vandaag en morgen vallen er wat buien in de Ardennen, maar die leveren de Maas weinig extra water op. Dinsdag komt daar verandering in want dan kan er in een groot deel van het stroomgebied 1,5 tot 2 cm regen vallen en dat is genoeg om de Maas zo'n 75 tot 100 m3/s te laten stijgen tot ca 250 m3/s. 

Woensdag vallen er nog wat buien, maar vanaf donderdag t/m zaterdag blijft het waarschijnlijk droog en dan zal de afvoer weer dalen tot 200 m3/s of net daaronder. Vanaf zondag kan het dan opnieuw natter gaan worden gedurende enkele dagen, waardoor de afvoer niet verder daalt, of, na een natte dag, misschien weer wat stijgt.

De regen die vanaf het weekend wordt verwacht, is nu echter nog niet zeker. Er is ook een kansje dat een hogedrukgebied meer invloed houdt en als dat uitkomt, dan zal de daling zich na het weekend verder doorzetten. Maar erg lage afvoeren zijn voorlopig niet te verwachten omdat de bodems in het stroomgebied nog relatief veel water bevatten. 

water inzicht

Als 20 jaar geen groot hoogwater in de Rijn

In de jaren '90 van de vorige eeuw waren er binnen een tijdsbestek van een jaar of 10 veel hoogwaters in de Rijn en dat versterkte het idee dat de rivierafvoeren in vooral het winterhalfjaar met een oplopende trend bezig waren. Inmiddels 20 jaar later blijkt het anders te lopen dan verwacht en is de trend is omgeslagen in een dalende lijn.

In de figuur hieronder is van ieder jaar sinds 1901 de hoogste waterstand weergegeven die in het winterhalfjaar (november-april) is gemeten bij Lobith. In deze 6 maanden is de kans op hoogwater verreweg het grootst en er zijn maar enkele jaren waarin de waterstand buiten de winter hoger was dan in het winterhalfjaar. Als die jaren wel meegenomen waren, dan had dat de strekking van het verhaal hieronder ook niet veranderd. 

Dat er in de winter veel meer kan is op hoogwater komt omdat er dan vrijwel geen verdamping is en het ontbreekt aan vegetatie die het water onderschept, waardoor relatief veel meer water tot afstroom komt. Daar komt nog bij dat er in de winter vaak sneeuw in de middelgebergten ligt, die, als ze in korte tijd smelt, extra veel water aanlevert.

Hoogste afvoer winterhalfjaar Rijn.jpg

123 jaar hoogwaterstanden in de Rijn bij Lobith in het winterhalfjaar; met trendlijn, het 12-jarig gemiddelde en het 30-jarig gemiddelde
123 jaar hoogwaterstanden in de Rijn bij Lobith in het winterhalfjaar; met trendlijn, het 12-jarig gemiddelde en het 30-jarig gemiddelde

In de grafiek zijn de 5 jaren met de hoogste hoogwaterstand blauw gekeurd en de 5 jaren met de laagste hoogwaterstand rood. In de grafiek zijn de 3 zeer hoge hoogwaters van het eind van de vorige eeuw te zien (de winters van 87/88, 93/94 en 94/95). Ook andere jaren daar omheen hadden vaak hoge standen en de langjarige gemiddelde lopen in die tijd flink omhoog. Het 12-jarig gemiddelde reageert het snelst en het sterkst en schiet omhoog in de 80-er jaren van de vorige eeuw.

Dit gemiddelde blijft bijna 20 jaar hoog tot in het begin van de 20e eeuw dankzij de vele grote hoogwaters die er dan zijn. Sinds 2003 zijn er echter geen hoogwaters meer geweest van >10.000 m3/s en er is er nog maar één geweest van meer dan 8.000 m3/s. In veel jaren bleef het bij een afvoer rond de 5.000 m3/s; zoals ook dit winterhalfjaar met een maximale afvoer van 5.180 m3/s.

In het verleden waren er ook wel jaren met een lagere hoogwaterafvoer, maar de laatste 20 jaar waren het er erg veel en als de hoge hoogwaters dan ook nog ontbreken, dan gaat het langjarig gemiddelde ook dalen. Het 12-jarig gemiddelde daalde sinds 2005 en lijkt nu wat gestabiliseerd op ca 5.700 m3/s. 

Nu is het 12-jarig gemiddelde te kort om langjarige trends uit af te leiden, daarvoor wordt in de klimaatwetenschap altijd het 30-jarig gemiddelde gebruikt (de rode lijn in de grafiek). Deze neemt het gemiddelde van de 30 voorgaande jaren en reageert daarom langzamer op een paar jaren met hoge standen. Zodra vanaf eind jaren '70 er veel jaren zijn met hoge standen, gaat de lijn langzaam stijgen en uiteindelijk neemt het 30-jarig gemiddelde vanaf 1978 tot 2007 toe met ca 1.500 m3/s tot 7.250 m3/s. Deze stijgende lijn leidde tot de verwachting dat de hoogwaterstanden misschien nog wel veel verder zouden oplopen.  

Deze stijging zet daarna echter niet door, want de vele jaren met een minder hoge hoogwaterstand van de laatste 20 jaar zijn meer en meer gaan meetellen. Inmiddels is ook het 30-jarig gemiddelde al weer flink gedaald en op ca 6.500 m3/s uitgekomen. In de grafiek is tenslotte ook de trendlijn weergegeven door de hele meetreeks. Deze loopt nog wel langzaam op, maar is de laatste jaren ook steeds vlakker gaan lopen. In een grafiek die bij 2003 eindigt, zou deze lijn nog veel steiler oplopen. 

Dat de trendlijn nog langzaam oploopt, heeft niet alleen met het vaker optreden van hoge waterstanden te maken, maar ook met het minder vaak optreden van lage hoogwaterstanden. De rood gemarkeerde jaren zijn de 5 jaren met een de laagste hoogwaterstand in de winter en deze jaren liggen allemaal ver achter ons. In de periode tussen 1920 en 1976 waren er regelmatig jaren dat de waterstand in de winter erg laag bleef, maar sinds 1976 is dat niet meer gebeurd.

De kans op maandenlange droogte in de winter is namelijk sterk afgenomen en daarom is er ieder jaar wel een golfje dat de stand wat op tilt. Dat de trendlijn nog iets oploopt is dus niet alleen het gevolg van wat meer hoge standen in de rechterhelft van de grafiek, maar ook van minder lage in die periode.

De periode van jaren met hoge afvoeren heeft zich dus niet doorgezet en dit is in strijd met de verwachting dat het klimaat in de winter natter wordt en de kans op hoge waterstanden daardoor toe neemt. Voorlopig lijken de steeds hogere temperaturen op aarde niet tot een zodanige toename in de winterneerslag te leiden dat er vaker hoogwaters optreden in de Rijn. Het lijkt eerder andersom, want naarmate de temperatuur steeds verder toeneemt, is het aantal jaren met grote hoogwaters de laatste decennia eerder afgenomen dan toegenomen. 

In de grafiek hieronder is tot besluit ook de gemiddelde winterafvoer in beeld gebracht. Als het natter wordt in de winter dan zal de Rijn in die tijd gemiddeld ook meer water moeten af gaan voeren. Hier zien we in grote lijnen een zelfde beeld als bij de hoogste afvoeren. Tussen 1980 en 2000 waren er vrij veel jaren met een hoge winterafvoer, maar daarna is dat ook minder geworden. 1993 en 1995 zien we hier trouwens niet bij de 5 jaren met de hoogste afvoer staan. Een groot hoogwater is veelal een incidentele gebeurtenis en die hoeft niet samen te vallen met de natste winterhalfjaren.

Gemidd afvoer winterhalfjaar Rijn.jpg

Gemiddelde afvoer in het winterhalfjaar in de Rijn bij Lobith in het winterhalfjaar; met trendlijn, het 12-jarig gemiddelde en het 30-jarig gemiddelde.
Gemiddelde afvoer in het winterhalfjaar in de Rijn bij Lobith in het winterhalfjaar; met trendlijn, het 12-jarig gemiddelde en het 30-jarig gemiddelde.

Het is wel zo dat in een nat winterhalfjaar de kans op een groot hoogwater groter is. Dat zien we daarom wel terug in de grafiek, want het verloop van het 12- en 30-jarig gemiddelde lijkt veel op dat van de hoogste stand. Zo steeg het 30-jarig gemiddelde aan het eind van de vorige en het begin van de huidige eeuw, maar is het nu al weer zo'n 15 jaar aan het dalen. 

Ook hier valt op dat winters met een laag gemiddelde tegenwoordig nog maar weinig voorkomen. Sinds 1976 zijn er nog maar 2 jaren geweest met een lage winterafvoer van ca 1500 m3/s, maar verder komen alle jaren op of boven de 2000 m3/s uit. Terwijl een lage winterafvoer in het midden van de vorige eeuw in 1 op de 3 tot 4 jaren voorkwam.

De winters zijn dus gemiddeld wel natter geworden, in die zin dat droge winters veel zeldzamer zijn geworden, maar er lijkt geen sprake te zijn, dan de natte winters zelf ook veel natter zijn geworden. Dit past ook bij het beeld dat we tegenwoordig in de winter nog maar zelden met een langdurige blokkade van hogedrukgebieden te maken hebben. Er is vaker sprake van een westelijke luchtstroming die regengebieden aanvoert, maar die regengebieden brengen blijkbaar niet zoveel meer neerslag dat de gemiddelde afvoer er door toeneemt. 

Of die toename in winterneerslag moet de komende decennia nog komen, want zoals het er nu naar uitziet zijn we wat de klimaatverandering betreft pas op de helft en in de tweede helft kan er nog veel veranderen.