Nog een droge week en verder dalende waterstanden
Het droge weer houdt voorlopig aan in de stroomgebieden en Maas en Rijn dalen de komende week langzaam verder. De Rijn gaat waarschijnlijk vanaf het volgend weekend de laagste stand van dit jaar tot nu toe bereiken; maar dat is niet bijzonder voor oktober. Pas na 10 oktober is er weer kans op neerslag van betekenis in de stroomgebieden, dus tot half oktober houden we lage standen. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht ga ik wat dieper in op de kans op lage afvoeren bij de Rijn en in hoeverre die kans in de afgelopen tijd is toegenomen.
water van de week
Regengebieden bereiken de stroomgebieden voorlopig nog niet
Er ligt een hogedrukgebied boven Centraal Europa en neerslaggebieden trekken op afstand ten noorden van ons langs. Dinsdag lukt het een klein lagedrukgebiedje om wat zuidelijker te komen en vlak ten noorden van Nederland langs naar het oosten te trekken. Het wordt een winderige dag met vooral in het noorden van Nederland neerslag. Verder zuidelijk in de stroomgebieden van Maas en Rijn blijft het zo goed als droog. Alleen In de Ardennen en verder zuidelijk in de Alpen valt zo'n 5 tot 10 mm regen. Dit is onvoldoende om de rivieren te laten stijgen.
Zodra het lagedrukgebied vertrokken is verschijnt een nieuw hogedrukgebied op de weerkaart en net als zijn voorganger komt dit boven Centraal Europa te liggen. De regengebieden blijven dan weer op afstand en het blijft droog tot na het volgend weekend. Pas vanaf dinsdag 10 oktober lijkt er weer wat te veranderen en komt een nieuw lagedrukgebied naderbij waardoor een weersomslag naar natter weer mogelijk is. Voorlopig is dit echter nog onzeker, omdat het nog ver weg is In de tijd.
Zo houdt het overwegend droge weer, dat rond half september is begonnen, voorlopig nog even aan. De stroomgebieden die afgelopen zomer nog goed gevuld waren met water lopen nu langzaam leeg en de rivierafvoeren dalen naar relatief lage waarden voor de tijd van het jaar. De Rijn afvoer gaat de komende week dalen tot onder de 1.000 m³ per seconde.
Dat is dit jaar nog niet gebeurd; de laagste afvoer tot nu toe was 1.040 m³ per seconde medio juli. Vanaf dat moment volgde een regenachtige zomer en gingen de waterstanden weer flink omhoog. Vooral de tweede helft van het september verliep droog en ook de komende week tot 10 dagen blijft het droog en daarom kan de afvoer nu wel tot onder de 1.000 m³ per seconde dalen. De afgelopen week schommelde de afvoer nog rond de 1.250 m³ per seconde en bedroeg de waterstand ongeveer 7,8 m (NAP) bij Lobith.
Vanaf nu gaan we merken dat het al enige tijd droog is en gaat de watersstand verder omlaag. De waterstand daalt de eerstkomende dagen met zo'n 7 à 8 cm per dag, om vanaf aanstaande donderdag af te nemen tot zo'n 5 cm per dag en na het volgend weekend wordt het nog wat minder. Op 4 oktober verwacht ik dat de stand bij Lobith tot onder de 7,5 m (NAP) zakt en rond 11 oktober verwacht ik dat de 7,25 m wordt bereikt. De afvoer die nu nog ongeveer 1.250 m³ per seconde, zakt de komende dagen nog vrij snel met zo'n 50 m³ per dag. Op 4 oktober wordt de 1.100 m³ per seconde onderschreden en op 7 of 8 oktober verwacht ik dat de 1.000 m³ per seconde wordt bereikt.
Daarna daalt de afvoer nog maar langzaam verder en het is goed mogelijk dat rond het midden van de maand de 950 m³ per seconde wordt bereikt. Rond die tijd is er pas weer enige stijging van de waterstand en de afvoer te verwachten. Wat dan afhangt van de lagedrukgebieden die rond 11 of 12 oktober dichterbij kunnen komen en nieuwe neerslag kunnen brengen in het stroomgebied.
Over de maand september bedroeg de gemiddelde Rijnafvoer iets meer dan 1.500 m³ per seconde; dat is ongeveer 90% van de hoeveelheid die normaal in september door de Rijn wordt aangevoerd. Met de lage afvoeren die ons nu te wachten staan ziet het er naar uit dat oktober met een lagere gemiddelde afvoer zal eindigen. Nu is dat niet vreemd want oktober is bij de Rijn gemiddeld de maand met de laagste afvoer.
Het is de overgangsmaand tussen het zomer- en het winterseizoen. Vanuit de Alpen wordt relatief weinig water aangevoerd omdat smeltende sneeuw en gletsjers niet meer leveren en ook de kans op buien veel kleiner is dan in de zomer. Tegelijkertijd levert de rest van het stroomgebied in oktober vaak nog niet voldoende water om dat gat op te vullen. Pas in november als de vegetatie afsterft en de bomen hun bladeren verliezen, kan weer meer water de rivieren bereiken en neemt de afvoer van de Rijn weer toe.
De datum dat gemiddeld de laagste afvoer van de Rijn wordt bereikt gedurende jaar is dan ook rond 7 oktober. Het ziet er naar uit dat ook dit jaar de afvoer in oktober z'n laagste waarde zal bereiken al zal het wel wat later zijn dan 7 oktober.
Maasafvoer aan de lage kant en langzaam dalend
De gemiddelde afvoer van de Maas bedroeg in september bij Maastricht ongeveer 90 m³ per seconde. Dat is vrijwel de normale hoeveelheid voor de maand september. Bij de Maas ligt het punt dat de laagste afvoer wordt bereikt in het begin van september, dus ongeveer een maand eerder dan bij de Rijn.
Gewoonlijk stijgt de afvoer van de Maas rond deze tijd van het jaar alweer maar dit jaar zal dat niet gebeuren omdat het de komende 10 dagen nog vrijwel droog blijft. De dagafvoer bij Maastricht bedraagt nu nog ongeveer 80 m³ per seconde en zal de komende week langzaam dalen. Aan het eind van de week verwacht ik dat de dag afvoer zo tussen de 75 en 80 m³ per seconde zal zijn uitgekomen.
In de loop van de week naar het volgend weekend kan de afvoer verder dalen tot ongeveer 60 à 65 m³ per seconde. Pas vanaf ongeveer 12 oktober is op zijn vroegst weer een stijging van de afvoer te verwachten. Maar dat hangt er dan wel van af of tegen die tijd lagedrukgebieden vanaf de oceaan het continent weer weten te bereiken en neerslag gaan brengen.
water inzicht
Is de kans op lage afvoeren bij de Rijn toegenomen of niet?
Vorige week schreef ik in water inzicht over de laagste en hoogste afvoeren die jaarlijks In de Rijn en de Maas worden bereikt. Daaruit bleek dat er tot nu toe opvallend weinig verandert is in de hoogste of laagste afvoeren. Een van de grafieken uit dit bericht werd door Wim Eikelboom, een journalist die vaak over de rivieren schrijft, op Twitter geplaatst. Het leverde veel reacties op van zijn uitgebreide lezerspubliek.
Mensen vroegen zich af of ik wel rekening had gehouden met de Ruimte voor de Rivier maatregelen die in Nederland tussen 2010 en 2015 zijn genomen. Maar dat is niet aan de orde, want Ruimte voor Rivier heeft vooral invloed op de waterstand en niet op de hoeveelheid water die vanuit Duitsland bij Lobith wordt aangevoerd. Anderen brachten in dat er ook in Duitsland en Zwitserland veel maatregelen zijn getroffen die mogelijk invloed hebben op de Rijnafvoer.
Die maatregelen zijn er wel maar voor zover het om retentiegebieden gaat, waar water inderdaad enige tijd mee vastgehouden kan worden, gaan deze gebieden pas in werking bij zeer hoge afvoeren en daar is de afgelopen 20 jaar niet of nauwelijks sprake van geweest. Tegelijkertijd is in het stroomgebied het aandeel verhard oppervlak de afgelopen decennia verder toegenomen wat juist een versnelde en daarmee hoger afvoer tot gevolg zou moetn hebben.
Een derde groep lezers meende in deze grafieken te zien dat het met de klimaatverandering wel meeviel; er was immers nauwelijks een toe of afname te zien. Dat is echter een te snelle conclusie want ik ga er vanuit dat die er wel degelijk is, maar dat effecten van klimaatverandering hier tegen elkaar in werken. Zo valt er in de winter meer neerslag maar vooral in de vorm van regen en neemt de kans op sneeuwval af. Het gebeurt daarom steeds minder vaak dat er een sneeuwdek aanwezig is in de Duitse en Franse middengebergten (bv Vogezen, Eiffel en Zwarte woud).
Het is juist een smeltend sneeuwdek dat in het verleden een belangrijke bijdrage leverde aan hoogwatergolven. Hier werken waarschijnlijk twee klimaateffecten, enerzijds meer neerslag en anderzijds minder vaak een sneeuwdek, tegen elkaar in waardoor de hoogste afvoeren niet hoger zijn geworden. Ook in de zomer kunnen er fenomenen zijn die elkaar opheffen; zo neemt de neerslag toe als gevolg van meer buiigheid maar neemt tegelijkertijd de verdamping toe door de veel hogere temperaturen, zodat er netto niet meer of minder water tot afstroom komt.
Ook in de Alpen zijn er verschijnselen die tegen elkaar inwerken. Zo smelt de sneeuw eerder in het jaar, waardoor al vroeger in de zomer lagen afvoeren worden bereikt maar tegelijkertijd duurt het tegenwoordig langer voordat in het najaar in de bergen de neerslag weer als sneeuw gaat vallen. In oktober en november profiteert de Rijn daarom langer dan voorheen van meer regenval in de Alpen waardoor op het moment dat gewoonlijk de laagste afvoer wordt bereikt er vaker meer water beschikbaar is.
Het stroomgebied van de Rijn heeft dus vele bijzondere eigenschappen en het is niet zo simpel dat meer nattigheid of droogte automatisch tot hogere of lagere afvoeren leidt.
Een laatste groep lezers van het Twitterbericht van Wim gaf aan dat de extremen dan wel niet gewijzigd waren, maar dat de perioden van lage afvoer waarschijnlijk wel langer waren geworden en dat daarmee de problemen van laag water wel groter zouden zijn geworden. Ik heb dat verder onderzocht en devolgende grafieken laten zien of dat inderdaad het geval is of niet.
In de eerste figuur hieronder is voor de Rijn aangegeven in welke maanden de gemiddelde afvoer respectievelijk lager was dan 1.200 m3 per seconde (geel), 1.050 m3/s (oranje) en 900 m3/s (rood). De jaren beslaan de hele meetreeks vanaf 1901 (Rijn) tot aan 2023. De maanden lopen van boven naar beneden. Rechts in de kolom zijn de meer recente jaren te zien.
Schermafbeelding 2023-10-01 om 12.32.06.png

In de recente tijd vallen vooral 2018 en 2022 op, maar voor de rest zijn er geen uitschieters. Veel eerder in de meetreeks zijn er ook al jaren geweest met lage tot zeer lage afvoeren; vooral in de 40-er, 50-er en 70-er jaren. Als we er vanuitgaan dat de klimaatverandering vooral sinds de tachtiger jaren is ingezet, dan valt op dat juist in de eerste 30 jaar sindsdien er relatief weinig jaren waren met lage maandafvoeren en pas de laatste 10 jaar zien we een toename. In vergelijking met het verleden valt de huidige periode echter nog niet uit de toon en het zou ook nog een tijdelijke fase van lagere afvoeren kunnen zijn.
In de volgende grafiek zoomen we nog wat verder in en is van dag tot dag weergegeven of er een lage afvoer is opgetreden. Een goede maat daarvoor is als er bij Lobith 1000 m³ per seconde door de Rijn wordt aangevoerd. Bij die hoeveelheid komt het waterbeheer in Nederland onder druk te staan en zijn niet alle afnemers meer verzekerd van voldoende water. Ook de scheepvaart heeft dan met een aanzienlijke beperking van de vaardiepte te maken.
Schermafbeelding 2023-10-01 om 12.46.34.png

In de figuur is de hele afvoerreeks van de Rijn uitgezet vanaf 1901, waarin alle dagen zichtbaar zijn. De jaren staan in de verticale kolommen: 1901 geheel links en 2023 rechts, de maanden en dagen staan van boven naar beneden. De grenzen tussen de maanden zijn met horizontale lijnen aangegeven, de decaden met verticale. In rood zijn de dagen gemarkeerd dat de afvoer bij Lobith tot onder de 1000 m3/s daalde.
Het beeld is ongeveer hetzelfde als bij de maand afvoeren hierboven. Er is voorlopig geen duidelijke toename te zien van dagen waarop de afvoer lager is dan 1000 m³ per seconde. 2018 valt op doordat de afvoer ruim 4 maanden lang niet boven de 1000 m3 per seconde kwam en ook 2022 waarin twee maanden lang spraken van een lage afvoer. Als we teruggaan in de tijd zien we echter dat er vóór 1980 ook veel jaren zijn geweest met langdurige lage afvoeren.
Ook hier valt weer op dat de periode van 1980 tot en met 2010 gekenmerkt werd door juist weinig dagen met een afvoer onder de 1.000 m³ per seconde. De periode dat de klimaatverandering duidelijk doorzet valt dus uiteen in een periode met relatief weinig lage afvoeren en een (recente) met meer lage afvoeren. Van een trend naar steeds langdurigere lage afvoeren is ook hier voorlopig geen sprake.
Een ander effect van klimaatverandering is wel zichtbaar in deze figuur. Vóór 1980 kwamen ook in de winter soms perioden voor met een lage afvoer. Dat waren vaak koude perioden met langdurige invloed van hogedrukgebieden. Dergelijke situaties hebben we sinds 1980 op een paar dagen na in 2017 niet meer meegemaakt. Omdat de winters warmer worden en de rivier zelden of nooit meer bevriest zijn lage afvoern in de winter bijna verleden tijd.
Omdat lage afvoeren in de winter niet meer voorlkomen en in de zomer nog niet duidelijk toenemen, is er voorlopg nog geen sprake van dat de lage afvoeren steeds vaker optreden. Sinds 1980 zijn het er zelfs minder geworden, maar mogelijk gaat dat nu veranderen.