Ook komende week zo nu en dan regen, waterstanden rond het langjarig gemiddelde
Het weer in onze omgeving blijft de komende tijd onder invloed staan van lagedrukgebieden. Het licht wisselvallig weer houdt daarom aan. Het wordt geen helemaal verregende periode, maar steeds worden droge dagen afgewisseld met enkele dagen met regen. Onvoldoende om de waterstanden sterk te laten stijgen maar een sterkere daling is ook onwaarschijnlijk. In het waterbericht leest u de details.
In de rubriek Water Inzicht wat achtergrondinformatie over de Rijn, die een deel van zijn water wel op een heel bijzondere manier weet te bemachtigen.
water van de week
Droge en regenachtige dagen wisselen elkaar voorlopig af
Een lagedrukgebied is ten noorden van Nederland naar het Oosten getrokken en zorgde de afgelopen dagen voor een westelijke luchtstroming waarin tal van maartse buien ee werden gevoerd. Ze drongen tot ver in de stroomgebieden door en overal viel zo'n 10 tot 20 mm regen. Voldoende om de waterstanden van de zijrivieren van Rijn en Maas stabiel te houden of iets te laten stijgen.
Ondertussen is boven de Britse eilanden een nieuw lagedrukgebied aangekomen en dat blijft daar de komende week ongeveer stationair liggen. Dit lagedrukgebied vormt steeds nieuwe uitlopers, eerst meer in onze richting later in zuidelijke richting. De ligging van deze uitlopers bepaalt hoe regengebieden over de stroomgebieden trekken, maar het is op dit moment lastig om te voorspellen hoe die regengebieden precies gaan bewegen en hoeveel neerslag ze daarbij mee brengen.
Voordat het lagedrukgebied vanaf woensdag zijn invloed over onze omgeving uitstrekt is het eerst nog twee dagen droog maar vanaf woensdag 27 maart lijkt vanuit het zuiden wat neerslag op te komen, Dit bereikt waarschijnlijk alleen het stroomgebied van de Maas. Op donderdag kan ook de Rijn op wat regen rekenen, maar de hoeveelheden lijken voorlopig niet heel groot te worden. Als er ergens al wat meer neerslag valt is dat in het stroomgebied van de Maas.
Daarna volgen rond de Paasdagen waarschijnlijk weer een paar wat drogere dagen, maar vanaf 1 april ziet het er nu naar uit dat er opnieuw regengebieden vanaf de oceaan het continent op bewegen. Mogelijk valt er op 2 april zelfs veel regen, maar dit is nog zo ver vooruit en het was een niet zo eenvoudige om een verwachting te maken, schreef ik hierboven al, dus dit kan dus de komende dagen zeker nog veranderen. Wat wel duidelijk lijkt te zijn is dat er in ieder geval geen langdurige droge periode aanbreekt dus dat we op termijn nog regelmatig met stijgende waterstanden te maken zullen krijgen.
Rijn eerst nog rond de 10 m (NAP) later heel langzaam dalend naar circa 9,5 m
De Rijn schommelde de afgelopen week net boven de 10 m (NAP) en steeg vanaf eergisteren naar een voorlopig hoogste stand van ongeveer 10,35 m NAP. De afvoer kwam daarbij tot net boven de 3.000 m³/s. Dat is iets meer dan het langjarig gemiddelde, dat ongeveer 2.600 m³/s bedraagt. De lichte stijging werd veroorzaakt door nog wat extra water vanuit Zwitserland dat in een dag of 6 naar Nederland was gestroomd.
Afgelopen week viel zo nu en dan wat regen, waaronder de buien van de afgelopen twee dagen, maar dat was niet voldoende om de waterstanden van zijrivieren te laten stijgen en omdat de komende drie dagen ook droog verlopen, gaat de Rijn de komende week langzaam dalen. Op dinsdag verwacht ik dat de 10 m (NAP) bij Lobith wordt onderschreden en daarna gaat er gemiddeld iedere dag zo'n 5 tot 10 cm van de stand af. De regen die op woensdag en donderdag in het stroomgebied valt zal, zoals het er nu naar uitziet, geen invloed hebben op de waterstanden.
In het volgend weekend verwacht ik een stand rond 9,7 m (NAP) bij een afvoer van ongeveer 2.500 m³/s en ook na dat weekend zet de langzame daling nog even door. In het midden van die week kan de 9,5 m NAP worden bereikt. In de laatste weersverwachting werd rond die tijd mogelijk flink wat regen verwacht in het stroomgebied en als dat uit komt, dan zo later in die week de stand opnieuw kunnen gaan stijgen. Op dit moment is dit echter nog onzeker. Een sterk dalende stand zoals de laatste jaren in april vaak hebben meegemaakt lijkt op dit moment niet zo heel waarschijnlijk.
Maas schommelt komende week tussen 400 en 500 m³/s.
De Maas daalde in het begin van de afgelopen week nog van een klein golfje in de week daarvoor, maar bleef vanaf woensdag stabiel, rond de 400 m³/s. In mijn vorige bericht schreef ik dat er vrijdag mogelijk veel regen zou vallen in Ardennen, maar daar is weinig van terecht gekomen. Op vrijdag was er wel een intensief regengebied ontstaan, maar dat lag wat noordelijker, over het zuiden van Nederland, en de Ardennen ontvingen daarvan maar weinig regen.
De buien van de afgelopen twee dagen zijn wel in de Ardennen gevallen en dat zorgt er nu voor dat de afvoer niet verder daalt; mogelijk zelfs iets stijgt. Maandag t/m woensdag verlopen vervolgens droog in het stroomgebied en dan kan de afvoer wel wat zakken tot iets onder de 400 m³/s. Donderdag zou wel een natte dag kunnen worden waardoor de afvoer weer wat stijgt naar 450 mogelijk 500 m³/s op vrijdag.
Daarna weer een paar dagen droog en een dalende afvoer. Vanaf 1 april is er opnieuw kans op regen en misschien weer een stijgende afvoer. De verwachting voor deze regengebieden is echter nog niet zo zeker en of ze uitkomen is daarom nog maar de vraag. Maar met een groot lagedrukgebied vlakbij boven de Britse eilanden is het onwaarschijnlijk dat het voor langere tijd droog blijft en de kans is groot dat er ergens in de komende periode wel een keer voldoende regen valt voor enige stijging van de Maas.
water inzicht
Rijn kaapt water van de Donau
Deze week in Water Inzicht geen actueel onderwerp, maar wat achtergrondinformatie over een bijzonder fenomeen dat zich voordoet in Zuid-Duitsland, waar de Donau ontspringt. In de aardrijkskundeboeken lezen we dat de bron van de Donau bij Donaueschingen ligt, maar als het aan de Rijn ligt dan duurt dat niet lang meer en hoort het nu eigenlijk al thuis in de geschiedenisboeken.
De Rijn ontspringt in het oosten van Zwitserland, stroomt daar eerst als Alpenrijn een stukje naar het noorden, vervolgens als Hoog-Rijn vanaf de Bodensee naar het westen om dan bij Basel naar het noorden af te buigen in de richting van de Noordzee. In het traject vanaf de Bodensee stroomt de Rijn evenwijdig aan de Donau, die iets noordelijker aan de oostkant van het Zwarte Woud ontspringt, vlak bij de stad Donaueschingen, om vanaf daar in oostelijke richting haar lange reis af te leggen naar de Zwarte Zee. In de onderstaande kaart is dit punt waar Rijn en Donau valk bij elkaar liggen omcirkeld.
1. Stroomgebied Rijn totaal.jpg

In dit grensgebied tussen de beide grote rivieren is iets bijzonders aan de hand want Donau en Rijn zijn hier in een strijd verwikkeld om het water. In het volgende kaartje is wat meer ingezoomd op dit gebied. We zien hoe de Donau gevoed wordt door twee beken, de Brigach en de Breg. De rivier ligt daar op een hoogte van ruim 650 m boven de zeespiegel en stroomt er in noordoostelijke richting.
De Rijn heeft zich hier in de loop der tijd veel dieper in het landschap ingesneden en ligt bij de Bodensee op ca 400 m en ter hoogte van Schaffhausen op 345 m hoogte. Ook de zijrivieren die vanuit het noorden naar de Rijn stromen hebben zich hier diep ingesneden en hun bronnen liggen dan ook een stuk lager dan de loop van de Donau. Het hoogteverschil zorgt ervoor dat het water in de ondergrond hier makkelijker naar de Rijn kan stromen dan naar de Donau. De bron van de Aach bijvoorbeeld ligt op een hoogte van 475 m bijna 200 m lager dan de Donau.
2. Detail grens Donau-Rijn.jpg

Bij de bron van de Aach is nog iets bijzonders aan de hand want hij is opvallend groot. Gemiddeld over dit jaar stroomt er maar liefst 8,8 m³/s vanuit deze bron naar de Rijn. Al 250 jaar geleden ontdekte men dat dit water voor een deel vanuit de Donau afkomstig moest zijn. Aan de hand van proeven met gekleurd zout dat in het water van de Donau werd opgelost kon men dat toen inderdaad ook aantonen. Een dag of drie later kwam dit water in de Aach bron weer naar boven.
De ondergrond in dit gebied bestaat uit kalksteen en omdat kalksteen makkelijk oplost, zijn hier in de loop der tijd grotten ontstaan. Het is via deze grotten dat het water vanuit de Donau naar de Aach loopt. De hoeveelheid water is in de loop der eeuwen ook steeds groter geworden, de klaksteen slijt namelijk steeds verder uit, en met name in de zomer verdwijnt tegenwoordig zelfs al het water van de Donau in de bodem.
Dit gebeurde voor het eerst in 1874 dat de Donau, in het traject waar het water in de bodem zakt, enige tijd droogviel. Rond 1920 was dat al toegenomen tot ongeveer 130 dagen per jaar en tegenwoordig valt de Donau het al 200 dagen per jaar droog omdat al het water in de bodem verdwijnt. Naarmate de hoeveelheid water toeneemt zal de kalksteen ook steeds sneller gaan eroderen waardoor deze ondergrondse weg voor het Donauwater ook steeds makkelijker wordt.
Het water van de Donau verdwijnt verspreid over een traject van ongeveer 10 tot 15 km in de ondergrond. In de volgende figuur is de gemiddelde jaarafvoer van de meetstations langs dit deel van de bovenloop van de Donau weergegeven. De Brigach en de Breg voeren samen 10 m³/s aan uit het Zwarte Woud en een kilometer of 15 stroomafwaarts bij het plaatsje Kirchen is dit opgelopen tot 13,7 m³/s.
Vanaf daar is de bodem doorlatend en een paar kilometer verder bij Immendingen is de gemiddelde afvoer al met ruim 4 m³/s afgenomen, water dat in de bodem is verdwenen. Stroomafwaarts neemt de afvoer steeds verder af en bij Fridingen, aan het einde van het wegzakt-traject, is de gemiddelde afvoer zelfs afgenomen tot 6,1 m³/s.
3. Detail met afvoer.png

De Donau is over dit traject dus ruim de helft van zijn gemiddelde jaarafvoer kwijtgeraakt, water dat ondergronds naar de Aach is gestroomd. De Aach ontvangt ook nog wat ander water, dat daar in de buurt is gevallen, maar het grootste deel van de 8,8 m³/s is vanuit de Donau afkomstig.
In perioden met een hoge afvoer neemt de ondergrondse waterstroom ook toe en het maximum debiet dat in de bron opwelt, ligt momenteel rond de 25 m³/s. Als de Donau vanuit bovenstrooms meer water aan voert dan deze hoeveelheid wordt dit wel gewoon naar de Zwarte Zee afgevoerd. De hoogwaterafvoer bij immendingen bedraagt ongeveer 250 m³/s en daarvan gaat tijdens zo'n hoogwatermoment dus maar ongeveer 10% naar de Rijn. Op de hoogwaterafvoer van de Rijn heeft deze ondergrondse rivier dus nog maar weinig invloed.
Feitelijk maakt dit deel van het stroomgebied van de Donau nu al deel uit van het stroomgebied van de Rijn, want inmiddels gaat al meer dan de helft van de gemiddelde jaarafvoer ondergronds naar de Aach. Het wordt misschien tijd dat plaats Donaueschingen zijn naam verandert in Rijneschingen, maar ik vraag me af of ze daar dan al aan toe zijn, want men is erg trots op dat hier een van de langste rivieren van Europa ontspringt en de bron van een zijrivier van de Rijn spreekt toch minder aan.
4. Nieuw naar Rijn.jpg

In het bovenstaande kaartje heb ik een deel van het stroomgebied aangegeven dat nu, in ieder geval een deel van het jaar, helemaal bij de Rijn hoort. De verwachting is dat de ondergrondse rivier gaandeweg steeds groter zal worden en dat uiteindelijk dit deel van het stroomgebied van de Donau helemaal bij de Rijn zal gaan horen.
Direct ten westen van dit gebied kunnen we in het landschap nu al zien wat dat betekent. Hier ligt het dal van de Wutach en dit was tot enkele duizenden jaren geleden, naast de Brech en de Brichag, de derde beek die de Donau hier voedde. Het rode kruisje op de kaart geef de plek aan waar de Wutach vroeger met de Donau verbonden was. Een breed dal ten oosten van dit kruisje herinnert er nog aan dat hier de Wutach liep, maar die buigt tegenwoordig rechtsaf en stroomt via een diepe kloof naar de Rijn.
Deze doorbraak is ook ontstaan omdat één van de zijbeken van de Rijn hier steeds verder in noordelijke richting wist door te dringen. Het contact is waarschijnlijk ook via ondergronds water ontstaan dat een steeds bredere grot uitsleet, waarna uiteindelijk al het water naar de Rijn stroomde. Nog weer later zijn deze grotten ingestort en is de kloof ontstaan. De kaart hieronder geeft aan om welk deel van het stroomgebied het gaat.
Uiteindelijk staat de bovenloop van de Donau stroomopwaarts van Fridingen hetzelfde te wachten en zal al het Donauwater dat hier nu langs stroomt naar de Rijn stromen. Dit zal waarschijnlijk nog wel even duren maar als we zien hoe snel het aantal dagen toeneemt dat de Donau hier droogvalt, dan verandert de situatie ondergronds vrij snel en het hoeft daarom geen duizenden jaren te duren voordat het zover is. Maar voor het bepalen van de sterkte van de Nederlandse dijken hoeven we dit extra water voorlopig nog niet in te calculeren lijkt mij.
5. Wutach en nieuw.jpg
