Hoge druk houdt nog zeker een week stand, droogte houdt aan en waterstanden blijven dalen.
De verwachting voor het weer en de waterstanden lijkt erg veel op die van vorige week: een sterk hogedrukgebied bepaalt het weer en neerslag blijft op grote afstand, waardoor de stroomgebieden verder uitdrogen en de waterstanden blijven dalen. Maar misschien dat dit weerbeeld vanaf het volgend weekend toch gaat veranderen en er voor het eerst sinds lange tijd weer wat serieuzere hoeveelheden regen de stroomgebieden kunnen bereiken. In het water bericht leest u de details. In Water Inzicht een analyse van de huidige droge periode, hoe bijzonder is deze en komt dit soort droogte tegenwoordig vaker voor.
water van de week
Nog een week onder invloed van hoge druk; maar mogelijk wel de laatste week
Al vanaf januari domineren hogedrukgebieden het weer boven een groot deel van Europa. Tot halverwege februari waren ze wel in beweging en trokken ze steeds van west naar oost om dan afgewisseld te worden door perioden met wat regen. Vanaf de tweede helft van februari zijn de hogedrukgebieden steeds standvastiger geworden en vooral het huidige exemplaar, dat nu boven het noorden van de Noordzee ligt, lijkt van geen wijken te weten.
Het is een afsplitsing van het Azoren-hogedrukgebied dat eerst via Engeland en Nederland naar Scandinavië is getrokken en daarna naar het westen tot het zeegebied tussen Schotland en Noorwegen. De komende 3 tot 4 dagen beweegt het eerst wat meer naar het zuiden tot boven Engeland om daarna zeer waarschijnlijk naar het oosten te trekken. Het is nog de vraag of dat gebeurt en als het gebeurt, hoe snel het dan gebeurt. Mocht het wat verder naar het oosten trekken dan maakt dat de weg vrij voor lagedrukgebieden vanaf de Atlantische Oceaan om dichterbij te komen.
Het Europese weermodel verwacht al een aantal dagen dat vanaf zondag 13 of maandag 14 april de eerste regengebieden, behorend bij deze lage druk, onze omgeving kunnen bereiken. In de week van 14 tot en met 20 april zou er dan voor het eerst sinds lange tijd weer voldoende regen kunnen vallen om de rivieren van extra water te voorzien.
Het is allemaal nog niet zeker, want het is een verwachting voor meer dan een week vooruit, maar zoals ik hierboven al zei, zit deze prognose al een paar dagen in de verwachting en meestal geeft dat wel enig houvast dat het ook uit kan gaan komen. Daar staat tegenover dat hogedrukgebieden tot nu toe steeds veel sterker uit de bus komen dan de lagedrukgebieden. Maar zoals met elk standvastig weerpatroon zal ook de huidige weersituatie ooit doorbroken worden.
Rijn daalt naar 7,3 m (NAP); afvoer nadert de 1000 m3/s
In het stroomgebied viel de hele week geen druppel regen en ook de komende week blijft het waarschijnlijk helemaal droog. Vanaf zondag 13 april wordt pas de eerste regen verwacht in het stroomgebied. Voordat dat bij Lobith te merken is, zijn we weer een paar dagen verder. Dat betekent dat de waterstanden tot 16 of 17 april kunnen blijven zakken en de kans is groot dat tegen die tijd de afvoer tot onder de 1000 m³/s is gezakt en de waterstand bij Lobith tot ca 7,3 m NAP.
In de hele meetreeks van de Rijn is een zo lage afvoer dat pas twee keer eerder gebeurd: in 1921 en 1976. In 1921 zakte de afvoer zelfs tot 800 m³/s in april. Zover zal het nu niet komen of de droogte moet nog enkele weken langer aanhouden. De afgelopen week is de afvoer ruim 100 m³/s gezakt van 1280 naar 1165 m³/s.
De komende week verwacht ik een ongeveer even grote daling en dat betekent dat de afvoer volgende week zondag op circa 1050 m³/s uit zal komen. De waterstand daalde de week met 20 cm van 7,83 naar 7,62 m NAP en eenzelfde daling verwacht ik de komende 7 dagen. Dat betekent dat er gemiddeld iedere dag zo’n 3 cm van de waterstand afgaat, tot ca 7,4 m NAP op 13 april.
Na het volgend weekend zet de daling nog minimaal enkele dagen door tot rond 16 of 17 april, als de afvoer op ca 1.000 m³/s uitkomt en de waterstand op 7,3 m NAP. Volgens de laatste weersverwachtingen zou dat ongeveer de laagste stand moeten zijn want mocht het inderdaad vanaf 13 april gaan regenen dan is de kans groot dat vanaf 16 of 17 april de waterstand weer wat gaat stijgen. Heel veel regen wordt niet meteen verwacht en een grote stijging tot ongeveer gemiddelde waarden voor deze tijd van het jaar (die bedraagt 9,5 m NAP) hoeven we dan ook niet te verwachten.
Later in april kan de Rijn nog rekenen op wat smeltwater vanuit de Alpen en de kans is groot dat daardoor de waterstand weer iets zal gaan stijgen. Veel hoeven we daar dit jaar echter niet van te verwachten. In februari schreef ik in een van mijn berichten nog dat het er niet heel slecht uitzag met de sneeuw in de Alpen, maar net als in Nederland is het vanaf februari grotendeels droog gebleven in de Zwitserse Alpen en is er niet veel sneeuw meer bijgekomen.
Het zonnige weer van de laatste tijd zorgt daarbovenop dat een deel van de sneeuw verdampt waardoor het niet beschikbaar komt als smeltwater voor de Rijn. Boven de 2000 m ligt echter nog wel aardig wat sneeuw en als dat vanaf eind april gaat smelten kan dat de Rijn wel een paar 100 m³/s opleveren. Lang niet genoeg om de stand naar het langjarig gemiddelde te laten stijgen, maar het voorkomt dan dat de stand nog verder zakt.
Voor een serieuze stijging is het nodig dat het fors gaat regenen in het stroomgebied. Voorlopig ziet het daar niet naar uit, maar onmogelijk is het ook weer niet. In 2011 was de waterstand in april en mei ook erg laag, maar sloeg het weer vanaf juni om en stegen de afvoeren gedurende de zomer weer naar normale waarden.
Maas daalt verder naar ca 90 m³/s
De afgelopen week is de Maas zo'n 20 m³/s gezakt en de afvoer bedraagt nu nog net iets meer dan 100 m³/s. Dat is nog maar ongeveer 1/3 deel van het langjarig gemiddelde en zeer laag voor deze tijd van het jaar. De komende week gaat er geen regen vallen in het stroomgebied en zal de afvoer nog een keer 15 tot 20 m³/s dalen; tot rond 90 m³/s. Dat is nog maar net iets boven de laagste afvoer die wel eens eerder in deze tijd van het jaar werden bereikt. Dat was ook in 1921 en 1976 toen de afvoer bij Maastricht (omgerekend naar de huidige situatie) tot circa 80 m³/s daalde.
De eerste regen wordt voor de Maas weer verwacht op zondag 13 april. Maar dat zijn nog vrij kleine hoeveelheden en dat zal weinig invloed hebben op het rivierstanden. De dagen daarna wordt er wel voldoende regen verwacht om de afvoer wat te laten stijgen, maar net als bij de Rijn zit een stijging tot het langjarig gemiddelde er voorlopig niet in.
Dat er regen gaat vallen is overigens nog niet zeker, want misschien besluit het hogedrukgebied wel om er ook na het weekend nog een paar dagen aan vast te plakken, zodat regengebieden vanaf de oceaan voorlopig op afstand blijven. Volgende week hierover meer.
Water in zicht
Het voorjaar verloopt tot nu toe erg droog, hoe bijzonder is dat
De maand maart verliep record droog, met in de Bilt slechts 1,5 mm regen, en ook de eerste helft van april gaat waarschijnlijk zonder regen verlopen. De huidige droogte begon eigenlijk al in februari want ook de tweede helft van die maand verliep, op een paar dagen met wat regen na, grotendeels droog. Als we ervan uitgaan dat het tot half april droog blijft, dan betekent dat dat er gedurende twee maanden slechts 13 mm regen is gevallen, terwijl er normaal van half februari tot half april circa 120 mm valt.
Ik ben in de meetreeks van De Bilt op zoek gegaan andere periode van 2 maanden (60 dagen) die ook droog tot zeer droog verliepen. De grafiek hieronder laat voor de hele meetreeks van De Bilt vanaf 1900 tot nu de hoeveelheid neerslag zien die in de voorafgaande 60 dagen viel. Als het langdurig droog is dan zakt de lijn in de grafiek naar beneden en als het juist heel nat is dan piekt de lijn aan de bovenkant. Dit laatste was begin vorig jaar nog het geval, toen we de natste periode van 60 dagen beleefden sinds het begin van de metingen.
60 daagse neerslag.jpg

Bij de 10 droogste perioden is de plek op de ranglijst aangegeven. De huidige periode van 60 dagen staat hierin op de derde plaats met 13 mm. Hierbij ben ik er vanuit gegaan dat de huidige droogte aanhoudt tot ten minste 13 april. De droogste periode van 60 dagen maakte de Bilt mee in het najaar van 1959, toen er tijdens de nazomer en herfst slechts 6 mm regen viel. Het recente jaar 2018 staat op de tweede plaats met 11 mm. De rest van de top 10 vinden we verder terug in de meetreeks.
Opvallend zijn vijf jaren uit de top 10; tussen 1917 en 1934, met daarin de nummer 4 en 5 uit de ranglijst: 1917 met 14 mm en 1929 met 15 mm. Langdurige droogte kwam dus ook in het verleden voor en, ook al is het recent twee keer gebeurd, van een duidelijke toename lijkt geen sprake te zijn.
Nu richt deze analyse zich op een periode van 60 dagen, maar ook als we naar kortere perioden kijken van bijvoorbeeld 30 of 40 dagen dan springen de recente jaren (bv sinds het jaar 2000) er niet uit. Zo waren er 42 perioden van 30 dagen sinds 1900 met minder dan 5 mm regen en daarvan waren er 10 in de laatste 25 jaar. Bij een evenredige verdeling zouden dat er 8 zijn. Het zijn er iets meer dus, maar 2 meer is geen significante toename. Eerder in de meetreeks waren er ook perioden van 25 jaar met 10 of meer extreem droge perioden.
Er is echter wel wat anders aan de hand in de laatste decennia en dat laat de volgende analyse zien. In de tabel hieronder zijn de 25 perioden van 60 dagen weergegeven met de minste neerslag. In de bovenstaande grafiek zijn dat de momenten dat de lijn ver naar beneden doorschiet. De jaren zijn geordend van oud naar nieuw, met 2025 helemaal onderaan.
Schermafbeelding 2025-04-07 om 07.04.54.png

Ook deze tabel laat, met 6 jaren sinds het jaar 2000, zien dat langjarige droogte tegenwoordig niet veel meer voorkomt dan vroeger, maar er is wel wat anders dat opvalt. Tegenwoordig komen de droge perioden alleen nog voor in de zomer of het voorjaar, terwijl ze eerder in de meetreeks meer in de winter en herfst optraden. Vooral in het midden van de vorige eeuw kwamen ze zelfs alleen maar voor in het winterhalfjaar.
Voor het optreden van langdurige droogte zijn standvastige hogedrukgebieden nodig zoals we dat dit jaar meemaken. Het ene hogedrukgebied volgt dan al snel op het volgende en in zo'n geblokkeerde situatie kunnen lagedrukgebieden met neerslag niet tot Nederland doordringen. In het midden van de vorige eeuw kwam dit weertype vaak voor in de winter of de herfst en die weersituatie is tegenwoordig verschoven naar het zomerhalfjaar.
Hogedrukgebieden en langdurige droogte komen dus niet meer of minder vaak voor dan vroeger maar zijn vooral verschoven van de winter- naar het zomerhalfjaar. Waarschijnlijk is dit ook een gevolg van klimaatverandering omdat de hogere temperaturen de luchtcirculatie beïnvloeden, waardoor bepaalde weerpatronen vaker of minder vaak voorkomen.
Dat hoge druk en droogte nu vaker in voorjaar en zomer voorkomen, heeft grote gevolgen. In het zomerhalfjaar is de verdamping namelijk vele malen groter dan in het winterhalfjaar. Dat heeft tot gevolg dat als het droog is in het voorjaar of de zomer, deze droogte veel extremere gevolgen heeft dan dezelfde droogte in het verleden, toen die in de herfst of de winter plaatsvond.
Daar komt nog bij dat de verdamping tegenwoordig veel groter is dan vroeger. Door klimaatverandering is de temperatuur in Nederland inmiddels met zo'n 2,5 graad gestegen en de verdamping in de zomermaanden is daardoor zo'n 20% hoger dan vroeger. Een droge periode in hetzelfde seizoen als in het verleden, met dezelfde hoeveelheid neerslag, levert daardoor een groter neerslagtekort op. Langdurige droge perioden zijn dus van alle tijden, maar als het tegenwoordig droog is, is het effect daarvan, vanwege de grotere verdamping, veel groter dan vroeger.