U bent hier

Opnieuw een hogedrukgebied, droog en dalende waterstanden

Na een korte wat nattere episode zet het droge weer zich voort, dat ook februari al tot een vrij droge maand maakte. De komende 7 tot 10 dagen is de kans op neerslag klein en de waterstanden zullen daardoor dalen tot het midden van de maand. In het waterbericht leest u de details.

In de rubriek water inzicht een terugblik op de winterafvoeren die bij Maas en Rijn iets hoger dan gemiddeld waren. In hoeverre past dat in een trend?

Water van de week

Voorlopig droog weer

In het begin van de afgelopen week passeerden enkele regengebieden en vooral op dinsdag en woensdag viel er aardig wat regen in het stroomgebied. Het blijkt slechts om een korte onderbreking te gaan van het droge weer dat zich vanaf begin februari al had ingezet. Net als in de voorbije weken nam een hogedrukgebied het alweer snel over en ook net als vorige keren kwam de kern daarvan weer dichtbij Nederland te liggen.

Vanaf dinsdag of woensdag schuift de kern al wel naar het zuidoosten en draait de wind in de stroomgebieden naar het zuiden tot zuidwesten. Het wordt dan weer een flink stuk warmer, maar het blijft voorlopig droog, want het hogedrukgebied behoudt nog lang zijn invloed op onze omgeving.

Rond 11 of 12 maart is er voor het eerst een kans dat lagedrukgebieden vanaf de Atlantische Oceaan hun invloed tot onze regio uit kunnen breiden. Heel actief ziet het er nog niet naar uit en waarschijnlijk valt er tot 15 maart nog bijna geen regen. Voor de rivieren betekent dat, dat ze zeer waarschijnlijk deze week en ook de week na het volgend weekend zullen blijven dalen.

Rijn stijgt nog even, daarna langdurig dalend, mogelijk naar 8 m rond 15/3

De regen van afgelopen week in het stroomgebied zorgde vooral bij de Moezel voor een lichte stijging. Verder zuidelijk bleef de neerslag beperkt en de Boven-Rijn steeg nauwelijks. Halverwege de afgelopen week was de Rijn op de -tot nu toe- laagste stand van deze winter uitgekomen van 8,85 m NAP, bij een afvoer van ca 1.800 m3/s. Dat is ca 65% van het langjarig gemiddelde, maar niet uitzonderlijk laag. In het verleden werd in februari ook wel eens de 1.000 m3/s bereikt.

Vanaf afgelopen donderdag is de stand iets gaan stijgen en morgen passeert een minipiekje van ca 9,15 m en een afvoer van ca 2.100 m3/s. Vanaf komende dinsdag gaat de stand weer dalen en dat lijkt een heel lange daling te gaan worden. Op 5 maart wordt de 9 m NAP weer onderschreden en waarschijnlijk op maandag 10/3, net na volgend weekend, de 8,5 m NAP.

De afvoer zal dan ca 1.600 m3/s bedragen, maar ook daarna zet de daling zeer waarschijnlijk nog door, zei het met een langzamer tempo. In het weekend van 15/16 maart zal de stand, als het droge weer aanhoudt, rond de 8,1 m NAP uitkomen en de afvoer zal dan nog maar ca 1.400 m3/s bedragen. Wanner de stand en de afvoer weer gaan stijgen is nu nog niet te zeggen.

Maas daalt mogelijk tot onder de 200 m3/s

Ook de Maas kreeg wat extra water te verwerken toen op dinsdag een klein lagedrukgebied net ten zuiden van de Ardennen langstrok. De weersituatie leek wel wat op die van juli 2021, met een noordoostelijke stroming boven de Ardennen en Eiffel die regen aanvoerde.

Het grote verschil mis echter dat de lucht nu geen 20 graden, maar slechts een paar graden warm is. Het vochtgehalte is dan veel kleiner en de impact op het watersysteem uiteraard ook. De Maasafvoer steeg nu maar ca 200 m3/s van 250 naar 450 m3/s; ter vergelijking: in 2021 steeg de afvoer bijna 3000 m3/s.

Na het passeren van het piekje is de Maasafvoer sinds vrijdag weer gaan dalen en nu alweer tot ca 350 m3/s gezakt. De komende dagen zet de daling door en in de loop van de week wordt de 250 m3/s weer onderschreden en na het volgend weekend komt ook de 200 m3/s in zicht. Waarschijnlijk daalt de afvoer ook de hele week tot aan het weekend van 15/16 maart en dan zal ook de 200 m3/s in zicht komen.

Er is nog wel een kansje dat het al vanaf 12 maart wat natter wordt in het stroomgebied en dan zal de daling van de afvoer al iets eerder tot stilstand komen. Kans op een flinke stijging is op het moment echter in geen velden of wegen te bekennen.

Water Inzicht

Winterafvoeren '24/25 aan de hoge kant; wat past bij het klimaat van de laatste decennia

Met het begin van maart is de meteorologische winter achter de rug en daarmee voor de rivieren meestal ook het seizoen dat de hoogste afvoeren optreden. Bij de Maas is het verschil tussen de seizoenen het grootst en bereikt ons in de winter maar liefst 45% van het al het water dat de Maas in een jaar afvoert. Bij de Rijn is de afvoer gelijkmatiger over het jaar verdeeld, en komt de winter uit op circa 30% van het totaal.

De gemiddelde winterafvoer van de Maas bedraagt 480 m3/s en bij de Rijn 2.630 m3/s. Dit jaar was de gemiddelde afvoer in beide rivieren wat hoger en kwam de Maas uit op 610 m3/s (ca 25% meer) en de Rijn op 2.900 m3/s (ca 10% meer). De hoogste afvoeren traden op in januari en in die maand waren ook het maandgemiddelde het hoogst. In februari namen de afvoeren vrij snel af omdat het langdurig droog was en er in beide stroomgebieden veel minder regen viel dan normaal.

In de reeksen van hoge winterafvoeren staat deze winter in de middenmoot: bij de Maas op de 25e plaats van de nu 115 jaar lange meetreeks en de Rijn op de 40e plaats van 125 jaar metingen. Geen heel bijzondere winter dus en anders dan vorig jaar toen vooral in de Rijn de ene hoogwatergolf op de andere volgde en de winter uiteindelijk op de 4e plaats eindigde. De Maas lag toen wat vaker buiten de hoofdbaan van de regengebieden en eindigde op de 11eplaats.

In de volgende twee grafieken zijn van de Rijn en de Maas alle winterafvoeren op een rij gezet en ook is het 30-jarig gemiddelde weergegeven. Bij beide rivieren wisselen jaren met hoge en lage afvoeren elkaar af en heel grote veranderingen in de loop van de meetreeksen lijken er op het eerste gezicht niet opgetreden te zijn.

Scherm­afbeelding 2025-03-01 om 18.21.24.png

Gemiddelde winterafvoeren van de Rijn gedurende de hele meetreeks (1901-2025) en het 30-jarig gemiddelde.
Gemiddelde winterafvoeren van de Rijn gedurende de hele meetreeks (1901-2025) en het 30-jarig gemiddelde.

Scherm­afbeelding 2025-03-01 om 18.26.57.png

Gemiddelde winterafvoeren van de Maas (bij Monsin, net stroomopwaarts van Maastricht) gedurende de hele meetreeks (1911-2025) en het 30-jarig gemiddelde.
Gemiddelde winterafvoeren van de Maas (bij Monsin, net stroomopwaarts van Maastricht) gedurende de hele meetreeks (1911-2025) en het 30-jarig gemiddelde.

Het 30-jarig gemiddelde is wel wat opgelopen de laatste decennia en ligt nu zo’n 10% hoger dan in het midden van de vorige eeuw. Dit sluit ook aan bij de neerslaggegevens waaruit blijkt dat de winters steeds natter zijn geworden. Deze trend heeft sinds de jaren ’80 ingezet en dat was ook het moment dat de rivierafvoeren gingen stijgen. Er is trouwens (voorlopig) nog geen sprake van een doorzettende trend bij de rivierafvoeren. Na een toename in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw is de situatie weer gestabiliseerd op een hoger niveau.

Als we wat nauwkeuriger naar de grafieken kijken dan valt een trend wel wat meer op en dat is het veel minder vaak optreden van winters met een lage afvoer. Voor 1980 waren er nog vrij vaak winters waarin de afvoer maandenlang erg laag bleef, zoals in 1963 en 1954 (beide erg koude winters), toen de afvoer maar net boven de 1.000 m3/s uitkwam. Voor 1980 waren er 8 jaren dat de gemiddelde afvoer niet boven de 1.500 m3/s uitkwam en sinds 1980 is dat maar één keer gebeurd; waarmee de herhaaltijd is afgenomen van eens in de 10 jaar naar nu nog maar eens in de 45 jaar is.

Ook als we de selectie wat ruimer nemen en naar de winters kijken met een meer gemiddelde afvoer, van onder de 2.000 m3/s, dan waren dat er 26 voor 1980 en nog maar 5 na 1980. Ook hier is de kans dus van eens in de ca 3 jaar naar eens in de 10 jaar afgenomen. Bij de Maas is het beeld hetzelfde: jaren met lage winterafvoeren (onder de 300 m3/s) waren er 16 voor 1980, dwz eens in de ca. 4 jaar, en sinds 1980 zijn dat er slechts 4, waarmee de herhaaltijd is afgenomen tot eens in de ca 12 jaar.

Jaren met een lage tot iets onder gemiddelde afvoer komen tegenwoordig dus veel minder vaak voor dan vroeger. In de volgende tabellen is voor Rijn en Maas in beeld gebracht wat de gemiddelde afvoer is van de jaren met de 10% en 20% laagste en hoogste afvoeren. Bij de Rijn is de afvoer in de 10% jaren met de laagste afvoer nu 400 m3/s hoger en bij de Maas 60 m3/s hoger dan voor 1980. Voor de 20% jaren met de laagste afvoer is dat bij beide rivieren nog meer.

Scherm­afbeelding 2025-03-02 om 09.19.48.png

Tabel met de winterafvoeren van de jaren met de 10% en 20% laagste en hoogste afvoeren, voor zowel de Rijn als de Maas. Er is onderscheid gemaakt tussen de perioden voor en na 1980.
Tabel met de winterafvoeren van de jaren met de 10% en 20% laagste en hoogste afvoeren, voor zowel de Rijn als de Maas. Er is onderscheid gemaakt tussen de perioden voor en na 1980.

Het ontbreken van jaren met een lage winterafvoer moet betekenen dat er tegenwoordig meer winters met een hogere afvoer zijn en dat klopt ook, maar anders dan we misschien zouden verwachten, is dat maar beperkt het geval. Zo zijn de afvoeren in de 20% en 10% jaren met de hoogste afvoer bij de Rijn slechts met 130 en 155 m3/s gestegen en bij de Maas slechts met 27 en 15 m3/s. Bij beide rivieren is de allerhoogste maandafvoer in de recente periode zelfs lager dan in de eerdere periode.

Van het vaker optreden van winters met een (heel) hoge afvoer is dus niet of nauwelijks sprake. Het vaker optreden van natte winters heeft bij de rivierafvoeren dus vooral geleid tot het veel minder vaak voorkomen van jaren met een lage winterafvoer en maar heel beperkt tot een toename van winters met een hoge afvoer.

De veronderstelling dat de extremen extremer worden gaat voor de gemiddelde winterafvoeren bij de Rijn en Maas dus voorlopig (nog) niet op. Het zijn vooral de afvoeren rond het gemiddelde die tegenwoordig vaker optreden. Bij de Rijn bijvoorbeeld heeft tegenwoordig 80% van de jaren een gemiddelde winterafvoer tussen de 2.000 en 3.500 m3/s, terwijl dat vroeger 60% was. De afgelopen winter past hier met een afvoer van 2.900 m3/s goed bij.